BOOTmagazine # 06 - september-oktober 2007

Page 68

rak houden we de rechter oever aan, dan overstag naar ton 48. We varen haaks op de andere boten en achter de genua kijken is geen sinecure. Met deze wind moet er goed afgesproken worden wanneer zich iemand naar lij verplaatst. We moeten twee keer uitwijken. ’t Valt nog mee, maar zo’n 50 boten in de gaten houden is niet niets. Veiligheid voor alles Ik vertrouw de ondiepte niet van de uitloper van de Plaat van Walsoorden. Het is nog maar net laag water geweest. Nog een korte slag en dan kunnen we heel de Overloop van Valkenisse in één rak nemen. Sensatie, de GPS geeft zelfs eens 10 knopen aan ! Zonder problemen ronden we de gevraagde boeien. De wedstrijdleiding opteerde om elke bocht aan de binnenkant te nemen. Na alle gele spitse tonnen nemen we koers richting Groen 81. We halen ze niet. Overstag dan maar. We varen iets te ver door – zonder dieptemeter – en raken de grond. Het was de bedoeling om het volgende rak langer te kunnen nemen. Pech dus. Een streepje door de rekening. De rescue is alert, twee boten planeren naar ons toe, maar wij zijn vlug los van de grond. Veerse-Meer-ervaring zou ik zeggen. En trouwens, tijdens een wedstrijd mag dat allemaal toch niet te lang duren, niet ? Aan de wind kunnen we bijna rakelings de linker oever volgen. Toch dwingt de wind ons in de vaargeul en een zeeschip is in aantocht. Aan de Zuid Saeftinge beslissen wij om voor dat schip over te steken tot de dam, om dan na die snelle reus terug te komen. Mag niet. Wedstrijdleiding komt aangevlogen en verzoekt ons om terug te keren. Weer een extra manoeuvre en zo dicht bij de oever vinden wij dat niet zo prettig. We zouden dat schip immers helemaal niet hinderen. We zagen zijn bakboord al. En wij weten wel dat die straks de Zandvlietsluis in moet. Maar ja, veiligheid voor alles en die mensen kunnen ook onze gedachten niet lezen. De Late Pluk loopt goed. De Plaat van Doel wordt gerond. We steken over. Rood 86 moeten we stuurboord houden.Opkruisen aan de Plaat van Lillo. Niet evident zonder dieptemeter. En hup, weer oversteken naar de volgende binnenbocht om Groen 97 bakboord te houden. Dan zien we het weer veranderen. Deze keer wordt het echt wat wilder. Reven zit er niet (meer) in. De regen valt met bakken naar beneden. Het zicht wordt quasi nihil, mede door onze bril natuurlijk. De windstoten zijn bijzonder krachtig. En wij moeten opkruisen. En er zijn nog boten in de buurt. Jongens, jongens, nu begrijp ik echt wel het voorschrift uit de wedstrijdbepalingen “De schippers worden dringend verzocht zich van de degelijkheid van hun jacht en bemanning te overtuigen en slechts dan te starten wanneer ze zich daartoe, zonder risico, in staat achten, daarbij rekening houdend met de heersende en te verwachten meteorologische

68 september - oktober 2007 BOOT

omstandigheden”. Dit weer had ik niet verwacht. Gelukkig, Michel heeft de helmstok stevig in handen. Aan de wind varen gaat niet. De andere boten hebben het ook hard te verduren. Goed opletten nu. Kunnen zij overstag of niet? Kunnen wij wel overstag of niet ? Af en toe moeten wij het grootzeil laten killen. De bootsnelheid mindert en zonder snelheid is geen manouevre mogelijk. We moeten nu beide zeilen laten killen. Bij het aanhalen volgt een stoot wind van jewelste. Eerst helling tot en met en dan beetje bij beetje terug vaart maken. Afstand houden en tijdig ontwijken is de boodschap. Die genua is wel erg groot op zulke momenten. Aan lij ziet de stuurman niets en onder het zeil kijken is echt bijna niet te doen. Gelukkig zeilen we alle drie reeds jaren. Eén pluspunt : de zeeschepen zijn niet in de buurt. Maar wel de dienaren van de Belgische wet …

begrijpen we helemaal niet. Met deze wind kan dat zelfs gevaarlijk zijn. We vermoeden dat geen enkele van die opvarenden kan zeilen …Gijpen dan maar. Door dat oponthoud konden we verder doorvaren en kunnen we nu die 98 mooi ronden zoals gevraagd ; zelfs met die gijp. Boomke in zicht en geen wind meer. ’t Kan verkeren. Een begeleidingsboot vaart in de buurt. We vragen wat we verkeerd deden voor die politie. Zij hebben alles zien gebeuren maar begrijpen er ook niets van. Allé, we varen nu onder escorte verder tot aan de Royerssluis. Ik relativeer het gebeuren, maar de stemming aan boord is eventjes in mineur. De laatste bocht De laatste bocht. De wind is terug van weggeweest. Opkruisen naar de finish ! Een kanonschot weergalmt speciaal voor ons. We zijn er. De motor wordt gestart, de zeilen gestreken. Alles onder het wakende oog van de blauwhemden. Ik vermoed dat ze willen zien of mijn motortje zijn 6 km per uur kan halen … No problem. We kunnen direct de sluis van de jachthaven invaren. De Late Pluk brengen we dicht bij de trailerhelling. Menigeen bewondert ons om met zo’n klein bootje zo’n race te varen. Voor ons is dit de mooiste van alle Scheldewedstrijden. Voor geen geld willen we die missen.

Gijp op politiebevel Het waait nog stormachtig en we moeten de (laatst te ronden) rode boei 98 aan stuurboord houden. Van geen kwaad bewust begeven we ons in de vaargeul. – we zijn immers nog steeds aan het opkruisen. Komt daar toch wel een politieboot aan onze loefkant aangestormd ! We willen overstag maar moeten wachten tot die voorbij is om ruimte te hebben. Maar wat nu ? Ze komen naar ons toe om ons terug te sturen. Met drie doen we teken en roepen dat ze ons ruimte moeten geven, maar neen, ze komen zelfs nog dichter varen. Op enkele meters van ’s Avonds is er de prijsuitreiking. De Late Pluk is niet ons vandaan komen er twee heren buiten – in de regen bij de eerst vijf. Een volgende keer beter. Al was het in hemdsmouwen ! – en verplichten ons te gijpen. Dat maar de start.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.