Herfst 2017

Page 1

BOOMblad

driemaandelijks tijdschrift

informatieblad voor boseigenaars

van de west-vlaamse VOORWOORD

PB- PP

BELGIE(N) - BELGIQUE

bosgroepen oktober november december 2017

Een blik op de nieuwe wetgeving Een actieplan voor meer bossen Opvallende resultaten uit de Vlaamse bosinventaris Bomen en insectenrijkdom

afgiftekantoor: 8000 brugge 1 - afd. 2 / p3a9048 afzendadres: bosgroep houtland vzw - tillegemstraat 81 - 8200 sint-michiels

oktober - november - december

boomblad 1


INHOUD & COLOFON

VOORWOORD

Boomblad (Herfst), jaargang 15 - nummer 4 Het Boomblad wordt uitgegeven door de WestVlaamse bosgroepen en verschijnt vier keer per jaar. De Bosgroep Houtland en de Bosgroep IJzer en Leie zijn een initiatief van privébosbeheerders, de Provincie West-Vlaanderen en het Agentschap voor Natuur en Bos.

4

Redactie/foto’s: Clint Callens, Chris Couwelier, Bo Desmadryl, Jan Goris, Marie-Louise Martens, Sien Van Looveren. Ontwerp: Philip Gesquière, Grafische Dienst Provincie West-Vlaanderen Druk: Grafische Dienst Provincie West-Vlaanderen Papier: Gedrukt op papier met FSC-label Oplage: 1.800 exemplaren Verantwoordelijke uitgever: Bosgroep Houtland vzw, Tillegemstraat 81, 8200 Sint-Michiels, vertegenwoordigd door Albert de Busschere

Deze prachtige ruwe berk met een omtrek van meer dan 150cm groeit in de Vagevuurbossen te Wingene. Het is een levend bewijs dat berken ook in Vlaanderen waardevolle stammen kunnen vormen. Zoals u op pagina 13 zal lezen kent berk ook een grote insectenrijkdom.

7 Beste lezer,

11

13

15

16

Ik heb alleen maar mooie herin­ neringen aan onze jubileumviering op 11 oktober bij het kasteel van Loppem. Bijna 250 enthousiaste aanwezigen en een prachtige herfstzon die precies verscheen bij aanvang van de wandeling, kleurden mijn dag en deze van onze bestuurders en medewerkers. Bedankt voor uw aanwezigheid en het vertrouwen dat u de voorbije jaren in onze bosgroepen gesteld heeft. Bij het beheer van bossen komt ook heel wat regelgeving en administratie kijken. De bosgroepen proberen de eigenaars hier zo veel als mogelijk van te ontlasten door dit op zich te nemen. Af en toe lijkt het ons toch belangrijk om u even mee in het bad te trekken. Recent werden drie nieuwe uitvoeringsbesluiten over bos en natuur door de Vlaamse regering goedgekeurd. In dit nummer gaan we er dieper op in. De vernieuwde wetgeving moet uiteraard nog de praktijktest doorstaan. De bosgroepen zullen dit voor u de komende maanden doen en houden u op de hoogte.

03 Voorwoord 04 Een blik op de nieuwe wetgeving 07 Een actieplan voor meer dan 30 ha nieuwe bossen 09 Kastanjekanker in Vlaanderen 11 Enkele opvallende resultaten uit de Vlaamse ­bosinventaris

13 15 16 19 2 boomblad

oktober - november - december

Elke boomsoort heeft zijn eigen insectenrijk Verslag Jubileumfeest Nieuws uit Bosgroep IJzer en Leie Boekbespreking ‘Twaalf Boslessen’ door Simon Klingen

Albert de Busschere Voorzitter Bosgroep Houtland vzw

Uit de toespraak van prof. Bart Muys in Loppem hebben we onder meer onthouden dat een nieuw bos aanplanten een enorme maatschappelijke meerwaarde oplevert door de vele diensten die

een bos levert. Hopelijk kan dit ooit ook financieel gewaardeerd worden. Om alle diensten van een bos optimaal te kunnen benutten, zou ca. 1/3 van onze landoppervlakte bebost moeten zijn. Dit lijkt veel maar is nu al gerealiseerd op europese schaal. Al deze informatie moedigt ons aan om door te zetten met het bosuitbreidingsproject dat we in het afgelopen jaar gestart zijn. U leest hierover meer in dit boekje. Hebt u nog wat grond vrij om te beplanten? Laat het ons weten. Ten slotte zal u lezen dat er nog goed nieuws is over de Vlaamse bossen. Uit de nieuwe Vlaamse bosinventaris blijkt dat onze bossen in 20 jaar tijd veel diverser geworden zijn en meer inheemse soorten tellen. Opvallend is dat de evolutie in de private bossen net hetzelfde is dan in de openbare bossen. Ook in absolute cijfers scoren de private bossen wat betreft natuurwaarde even goed als de openbare. Een pluim dus voor alle eigenaars en voor de bosgroepen die het Vlaamse beleid blijkbaar met succes tot bij de private eigenaar weten te brengen. Veel leesplezier.

oktober - november - december

boomblad 3


BOSINFO subsidie voor openstelling vereist wel minstens een beheerplan type 1.

Een blik op de nieuwe wetgeving

— 1. Jaarlijkse subsidies voor beheermaatregelen De terreinbeheerder kan jaarlijks een basissubsidie krijgen voor de realisatie van natuurstreefbeelden. Het subsidiebedrag wordt vastgelegd per

(Artikel op basis van tekst uit ’t Limburgs Bosbelang, editie 58 - herfst 2017)

Op 9 mei 2014 keurde de Vlaamse Regering het decreet tot wijziging van de regelgeving voor natuur en bos goed. Dit was de start van de integratie van het Natuurdecreet en het Bosdecreet. Als gevolg daarvan schreef de Vlaamse Regering nieuwe besluiten over ‘natuurbeheerplannen en de erkenning van natuurreservaten’, ‘de subsidiëring van het geïntegreerd natuurbeheer’ en ‘de criteria geïntegreerd natuurbeheer’. Deze zomer werden deze besluiten definitief goedgekeurd en intussen werden deze ook gepubliceerd in het Staatsblad waardoor het vernieuwde natuurdecreet momenteel in voege is.

Bostype ‘9120 eiken-beukenbossen op zure bodem’. Om het natuurstreefbeeld te realiseren moeten niet alleen de juiste soorten aanwezig zijn maar dient er o.a. ook voldoende structuurvariatie te zijn bijvoorbeeld via struiken en dood hout.

bosbeheer worden vervangen door de criteria geïntegreerd natuurbeheer. In de nieuwe natuurwetgeving is niemand verplicht om een beheerplan op te stellen, tenzij je een beroep wilt doen op subsidies. Een natuurbeheerplan wordt opgesteld voor een periode van 24 jaar. Als de terreinen in VEN- of in Natura 2000-gebied gelegen zijn, is minstens een natuurbeheerplan type 2 verplicht. Er zijn 4 types (zie kader).

— Natuurbeheerplannen In de nieuwe natuurwetgeving is niet langer sprake van bosbeheerplannen, maar van natuurbeheerplannen. Bossen en natuurterreinen kunnen dan in één natuurbeheerplan worden opgenomen. De huidige criteria voor duurzaam

4 boomblad

oktober - november - december

— De nieuwe natuursubsidies Het besluit voorziet een grote waaier aan subsidies. Er zijn 5 grote categorieën die hier verder kort voorgesteld worden. Met uitzondering van de subsidies voor openstelling, is voor alle subsidies een natuurbeheerplan van minstens type 2 nodig. De

Types natuur­ beheerplannen Type 1: behoud van de aanwezige natuurkwaliteit Dit type komt overeen met het huidige beperkte bosbeheerplan. Er mag geen achteruitgang zijn voor de al aanwezige natuurwaarden. Type 2: bereiken van een hogere natuurkwaliteit Vanaf een type 2 natuurbeheerplan, is het verplicht om je beheer aan te passen aan de criteria geïntegreerd natuurbeheer: het nastreven van meer diversiteit in het bos, het behouden van oude en dode bomen, enz. Op minstens 25 % van de oppervlakte van het terrein moet je natuurstreefbeeld realiseren. Type 3: bereiken van de hoogste natuurkwaliteit Type 3 gaat een stap verder en stelt het realiseren van een natuurstreefbeeld op de volledige oppervlakte voorop. Type 4: erkend natuurreservaat Dit plan is qua beheer hetzelfde als type 3. Bovendien engageert de beheerder zich om na afloop van het huidige natuurbeheerplan een nieuw beheerplan op te stellen.

oppervlakte en per type natuurstreefbeeld. Zo bedraagt het subsidiebedrag voor eikenbeukenbos € 63 per ha per jaar. Afhankelijk van het natuurstreefbeeld waarover het gaat, variëren de bedragen tussen € 16 en € 2.738 per ha per jaar. Naast de basissubsidies worden nog 4 subsidies aangeboden. — De subsidie ‘bosomvorming’ geldt voor het omzetten van een homogeen bosbestand met minstens 80% exotische boomsoorten naar een (bos)natuurstreefbeeld en bedraagt € 140 per ha per jaar gedurende maximaal 12 jaar. — De subsidie ‘leefgebied van soorten’ dient voor beheermaatregelen zoals het ruimen van poelen en het onderhoud van knotbomen, als deze maatregelen een aantal soorten ten goede komt. De subsidiebedragen variëren. — De subsidie ‘onbeheerde climaxvegetatie’ voor wie een natuurbeheerplan type 4 heeft en werkt aan het behoud van een natuurstreefbeeld. De subsidie bedraagt € 175 per ha per jaar. — De subsidie ‘opvolging resultaten’ als je in het natuurbeheerplan voorziet om zelf de resultaatsindicatoren op te volgen en te rapporteren aan ANB. Het subsidiebedrag is € 20 per ha per jaar.

— 2. Eenmalige subsidies voor investeringen Een beheerder kan een projectsubsidie natuur aanvragen indien het ANB een projectoproep uitschrijft. Dit bedrag is bedoeld voor investeringen en inrichtingswerken die bijdragen aan de realisatie van een natuurstreefbeeld. Het is verplicht om dan een natuurbeheerplan in te dienen bij het ANB. De subsidie is een percentage van de totale projectkost variërend met het type natuurbeheerplan van 50% tot 95%.

— 3. Subsidies voor aankoop van terreinen Een beheerder die aankoopsubsidies wil krijgen, moet bij de aanvraag al beschikken over een natuurbeheerplan type 4. Andere verplichtingen: — in de aankoopakte moet vermeld worden dat de koper de grond aankoopt om te laten erkennen als natuurreservaat (type 4) en dat er een erfdienstbaarheid van algemeen nut op gevestigd wordt;

oktober -november - december

boomblad 5


BOSINFO — de grond mag geen eigendom zijn van een overheid (er zijn uitzonderingen); — er mag op de grond nog geen natuurbeheerplan type 2, 3 of 4 van een andere beheerder van toepassing zijn. Het bedrag van de subsidie bedraagt een percentage van de aankoopkosten. Voor de aankoop van gronden om te bebossen, is een aparte subsidieregeling van 60 % van de totale som uitgewerkt. Jaarlijks doet ANB hiervoor een projectoproep. De gronden moeten in een groene gewestplanbestemming liggen en er mag geen compenserende bebossing op uitgevoerd worden.

— 4. Subsidie voor openstelling Dit is een jaarlijkse subsidie voor beheerders met een natuurbeheerplan die hun terrein toegankelijk maken (en houden). Er moet een toegankelijkheidsregeling goedgekeurd zijn voor minimaal 5 ha. Het eerste jaar bedraagt de subsidie € 70 per ha, nadien € 40 per ha. Voor een speel-, bivak- of vrij toegankelijke zone wordt de subsidie € 120 per ha per jaar (enkel voor die zone). Er zal ook de mogelijkheid zijn om een eenmalige inrichtingssubsidie voor openstelling aan te vragen. Hiervoor kan het ANB jaarlijks een projectoproep lanceren.

Wat zijn natuurstreefbeelden? De belangrijkste natuurstreef­ beelden voor bossen zijn: — Vochtige bossen zoals elzenbroekbos of bronbossen — eiken-beukenbossen op voedselarmere, zure bodems — beukenbossen met goed ontwikkelde voorjaarsflora — kalkrijke beukenbossen (zeer zeldzaam!) — essen-eikenbossen (eikenhaagbeukbossen) — oude zuurminnende berkeneikenbossen op zeer arme zandbodems — bossen met grove den (regionaal belangrijke biotoop).

Oude eiken-berkenbossen komen bijna uitsluitend voor op arme, droge zandkoppen in de Kempen. De ondergroei bestaat onder meer uit blauwe bosbes, mossen en grassen.

6 boomblad

oktober - november - december

(Artikel door Sien Van Looveren, West-Vlaamse bosgroepen)

Het Agentschap voor Natuur en Bos van de Vlaamse overheid vraagt aan de provincies om via de bosgroepen en regionale landschappen te werken rond 5 doelstellingen waaronder bosuitbreiding. Binnen West-Vlaanderen wordt dat thema door de beide bosgroepen getrokken. Om tot het vooropgestelde doel van 30 ha bebossing per provincie tegen 2022 te komen, werd de afgelopen maanden een projectplan met potentiële locaties voor bebossing opgesteld.

— Waar is bebossing gewenst?

— 5. Subsidie opstellen natuurbeheerplan Voor het opstellen van een nieuw natuurbeheerplan type 2, 3 of 4 kan de beheerder subsidies aanvragen. De oppervlakte van het terrein moet minstens 5 ha zijn. De subsidie bedraagt een basisbedrag van € 100 per ha aangevuld met € 100 per ha voor de oppervlakte natuurstreefbeeld. Een extra

Een actieplan voor meer dan 30 ha nieuwe bossen

aanvulling is mogelijk als meer eigenaars betrokken zijn bij een beheerplan.

— Hoe gaat het nu verder? Deze nieuwe natuurwetgeving is nog maar net van kracht en zowel bij de administratie als de bosgroepen zal een inloopperiode nodig zijn om de praktische zijde van deze teksten te ondervinden. Naast deze 3 besluiten verwachten we nog een besluit rond de fiscaliteit. Een discussiepunt dat nog behandeld moet worden gaat over het feit dat eigenaars met een uitgebreid bosbeheerplan momenteel 100% vrijgesteld zijn van successierechten en dat dit in de nieuwe regelgeving dreigt terug te vallen tot 50%. De bosgroepen pleiten er volop voor dat de toegekende 100% uiteraard behouden blijft.

Hoewel er argumenten zijn voor elke extra vierkante meter bos, is bosuitbreiding geen neutraal begrip. Daarom werden 5 basisprincipes vastgelegd over waar bosuitbreiding in het kader van dit project wenselijk is: — gebieden die aangeduid zijn voor de ontwikkeling van Europees beschermde natuur (=Natura2000-netwerk), met uitzondering waar er doelen voor open natuur vooropgesteld zijn; — gebieden die op het gewestplan aangeduid zijn als natuur- of bosgebied; — in de omgeving van oude bossen zodat de soorten uit deze bossen snel het nieuwe bos kunnen koloniseren; — in zoekzones voor stadsrandbossen en opgeheven woonuitbreidingszones zodat de bossen dicht bij woonkernen liggen en dus een hoge recreatieve waarde hebben of in signaalgebieden water waar de bossen als spons tegen overstromingen kunnen fungeren; — NIET in herbevestigd agrarisch gebied om weerstand uit de landbouwsector te vermijden.

— Zones voor sensibilisering en overleg Op basis van bovenstaande criteria konden in onze provincie 44 zones afgebakend worden waar bebossing wenselijk is. We noemen deze ‘zones voor sensibilisering en overleg’ omdat er daar in eerste instantie ingezet zal worden op het creëren van draagvlak voor bebossing en op het informeren over de mogelijkheden. Zodra een voldoende draagvlak gevonden is, wordt vrijwillige

De succesvolle bosplantdag met de leden van de Lions Club begin dit jaar wordt vervolgd met een jaarlijkse bosplantdag voor de leden van de bosgroepen.

oktober -november - december

boomblad 7


BOSINFO

Ook de mensen van de sociale werkplaats planten met een lach op hun gezicht een nieuw bos aan. bosuitbreiding in deze zones gepromoot en ondersteund. Het betreft ruimere zones zonder een duidelijke begrenzing. Het is niet de bedoeling om deze zones volledig te bebossen. Binnen een dergelijk gebied ligt de focus of op het versterken van de aanwezige boskern (vb. Preshoekbos, Ryckevelde, Bulskampveld), of op het met elkaar verbinden van verschillende natuur- en boskernen (vb. Groenhove tot Merkemveld, Ieperboog, Sixtusbossen, bossen van Tiegem), of op het uitbouwen van een netwerk met kleine bosjes (vb. langs kanaal Brugge-Gent, langs diverse beekvalleien). In de polders beperken we ons tot de bestaande projecten zoals het stadsrandbos van Oostende. Het actieplan sluit zeker ook geen bebossing buiten de afgebakende zones uit. Het duidt alleen de gebieden aan waar de meeste potenties liggen en waarmee daarom prioritair aan de slag kan worden gegaan.

— Hoe gaat het project verder? Voor een aantal van de vastgelegde zones is nog bijkomend overleg met de maatschappelijke

8 boomblad

oktober - november - december

actoren nodig om na te gaan of hier effectief bosuitbreiding mogelijk en gewenst is. Vier partners staan centraal voor dit overleg: de gemeenten, de landbouworganisaties, de natuurorganisaties en de eigenaarsorganisaties. Bijkomend wordt alles afgetoetst met ANB, de provincie en het Agentschap Onroerend Erfgoed. In de loop van dit proces kunnen dan zones geschrapt of toegevoegd worden. Het informeren en sensibiliseren van grondeigenaars en grondgebruikers gebeurt voornamelijk via algemene informatiekanalen zoals infovergaderingen, nieuwsbrieven, gemeentelijke infobladen, landschapskranten en digitale media. Zo mogelijk worden eigenaars met nog niet beboste percelen in een groene gewestplanbestemming en eigenaars binnen de zoekzones voor bosuitbreiding van het Europese Natura2000-netwerk, in samenspraak met de gemeente, persoonlijk gecontacteerd. Uiteraard gebeuren bebossingen in het kader van dit project alleen op uitdrukkelijke vraag van de grondeigenaar zelf. Daarnaast wordt nagegaan hoe dit project kan bijdragen om plannen en wensen rond bosuitbreiding die leven bij openbare eigenaars en natuurverenigingen te helpen realiseren. Vb. stadsrandbossen, speelbossen. Daarenboven organiseren de West-Vlaamse bosgroepen vanaf dit jaar een jaarlijkse bosplantdag, als terugkerend hoogtepunt van de werking rond het thema. Doorheen het gehele project wordt ten slotte ook volop ingezet op quickwins. Dit zijn kansen die zich voordoen voor bebossingen die voortkomen uit de contacten die bosgroepen en regionale landschappen de afgelopen jaren hebben opgebouwd. Een telling van de lopende projecten leert dat er in de periode 2017-2018 op deze wijze in West-Vlaanderen al 29,6 ha bosuitbreiding gerealiseerd wordt door andere partijen dan de provincie of het ANB. De helft hiervan gebeurt door private eigenaars (excl. Natuurpunt) rechtstreeks via de bosgroepen. Het doel van 30 hectare is dus binnen handbereik. En als het van de bosgroepen afhangt gaan we voor meer. Er is nog steeds een grote ontbossingsachterstand om in te halen!

Kastanjekanker in Vlaanderen

(Artikel door Clint Callens op basis van informatie van de Vlaamse overheid) Kastanjekanker oftewel Cryphonectria parasitica is een boomschimmel die oorspronkelijk alleen in Azië voorkwam. De schimmel infecteert voornamelijk tamme kastanjes ( Amerikaanse en Europese), maar in een zeldzaam geval ook eik. Op het einde van de 19de eeuw werd kastanjekanker in Amerika ontdekt. De invoer van kastanjes zorgde ervoor dat de ziekte zich razendsnel verspreidde. De schimmel veroorzaakte enorme schade bij de Amerikaanse kastanje Castanea dentata, waardoor de boom bijna volledig verdween. In 1938 werd de schimmel voor het eerst ontdekt in Europa. Deze verspreidde zich over het zuidelijk deel van Europa met heel wat sterfte tot gevolg. Later werd hij ook ontdekt in de meer noordelijke landen van Europa. Een eerste vaststelling in België werd gedaan in 2014.

De infectie van volwassen bomen uit zich als gebarsten kankers op de stam(basis) of de takken.

— Symptomen Kastanjekanker is een schorsziekte en infecteert de boom via wonden (snoeiwonden, ontschorsingen). Het eerste symptoom is een lichte inzinking in de geïnfecteerde zone. Vervolgens scheurt de schors en ontwikkelt zich een kankergezwel waarop oranje-rode vruchtlichamen zichtbaar worden. De ziekte komt voor op bomen van alle leeftijden, ook standplaats speelt geen rol. Bomen geïnfecteerd met kastanjekanker vertonen steeds: — Oranje stippen op de schors (vruchtlichamen) — Ongeslachtelijke sporen (mei-juli) waarneembaar als geel-oranje, kleverige druppeltjes of sporenranken op de schors — Onder de bast wit-crèmekleurige waaiertjes van mycelium

oktober -november - december

boomblad 9


BOSINFO Andere symptomen zoals tak- en kroonsterfte, geel/bruin/rode verkleuring van de gladde bast, vorming van waterloten onder de kankervorming, loskomende schors en afwijkende schorspatronen kunnen ook wijzen op kastanjekanker. De vruchten, kastanjes, kunnen enkel geïnfecteerd worden op de schil, infectie van de zaailingen werd tot nu toe nooit aangetoond. Wanneer de schimmel een boom infecteert kan dat leiden tot sterfte, doorgaans na 1 à 2 jaar. Tijdens de winter en het begin van de lente zijn bomen ongevoelig voor infectie. Later in de lente echter des te meer.

Op jonge bomen treedt oranjeverkleuring op van de stam.

— Verspreiding van de ziekte De natuurlijke verspreiding van de schimmel gebeurt via de sporen. Ook transport van geïnfecteerde planten en hout van geïnfecteerde bomen is een belangrijke verspreidingsbron. De schimmel kan namelijk maanden overleven op dood hout, ook zonder schors. De sporen kunnen verspreid worden door regen, wind, vogels, insecten en andere dieren. Studies in Italië en de Verenigde Staten hebben aangetoond dat de schimmel 30 tot 37 km per jaar kan opschuiven.

— Preventieve maatregelen Het is belangrijk om vanaf de aanplant het plantgoed goed te controleren op infectiesymptomen en wonden. Dat is het gemakkelijkst in de lente, dan zijn deze het beste zichtbaar. Blijf na de aanplant de conditie van het plantgoed zeker nog 2 jaar op regelmatige basis controleren. Verder let je het best op met exploitatiewerken, dit kan schade aan de bomen veroorzaken waardoor deze opnieuw kwetsbaar worden voor infecties.

— Maatregelen bij besmetting Wanneer bomen besmet zijn met kastanjekanker zit er niks anders op dan de bomen te verwijderen en te vernietigen. Al kan je dit ook niet zomaar doen. Je kapt de boom het best in de winter of in het begin van de lente. In deze periode zijn er geen sporen en vermijd je dus ook een massale verspreiding. Er mag niks van de boom blijven liggen omdat – zoals eerder gezegd – de schimmel lang kan overleven op dood hout. De takken of schors moeten ter plaatse verbrand worden indien dit is toegestaan of anders vervoerd worden onder een zeil (of afgesloten

10 boomblad

oktober - november - december

Enkele opvallende resultaten uit de Vlaamse bosinventaris (Artikel door Jan Goris op basis van informatie van het Agentschap voor Natuur en Bos)

wagen) naar een geschikte verbrandingsplaats. Het is dus belangrijk om nadien schoeisel, werkkledij, het transportmiddel en het snoeimateriaal grondig te wassen en te ontsmetten.

— Kastanjekanker in West-Vlaanderen Onlangs werd een reeks besmette bomen ontdekt in West-Vlaanderen, in bossen langs de Rodeberg. De Bosgroep IJzer en Leie zal samen met de eigenaars bekijken in welke mate de bomen aangetast zijn en wat de volgende stappen zijn om de zieke bomen te verwijderen.

— Meldingsplicht Wanneer je kastanjekanker vaststelt of vermoedt in een boomkwekerij, dan heb je de plicht om dat te melden bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Merk je een boom op die mogelijk besmet is in een bos, bij openbaar groen of langs de straat? Ook dan geldt de meldingsplicht, maar dan kan je dat doen bij het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Een melding maak je best met volgende gegevens: datum en plaats van de observatie, beschrijving van de symptomen, aantal beschadigde bomen en bij voorkeur foto’s van de algemene situatie en de symptomen.

Eind vorige eeuw begon het Agentschap voor Natuur en Bos met het meten van de toestand van de bossen in Vlaanderen. Over een periode van twintig jaar tijd zijn er intussen duidelijke evoluties merkbaar. Heel kort samengevat zijn de bossen gevarieerder geworden en tellen ze steeds meer inheemse soorten. Dat is goed nieuws voor de biodiversiteit en de weerbaarheid van de bossen. Een belangrijke andere vaststelling is dat de natuurwaarde van de private bossen gelijke tred blijft houden met deze van de openbare bossen.

— Wat is de Vlaamse bosinventaris? Het opmaken van de bosinventaris gebeurt door het bemonsteren van ruim 3.000 cirkelvormige proefvlakken die statistisch correct verspreid liggen in Vlaanderen. In deze proefvlakken worden alle bomen, struiken en kruiden geïnventariseerd. Ook het aanwezige liggend en staand dood hout wordt opgemeten. De eerste Vlaamse bosinventaris

(VBI) dateert van 1997-1999. Deze inventarisatie gebeurde in één keer en nam drie jaar in beslag. In 2009 begon een tweede meetcyclus. Bij de tweede bosinventarisatie werd beslist om continu te meten. Elk jaar wordt 10% van de meetpunten bezocht.

— Welke bomen vind je in het bos? Op basis van het houtvolume is Grove den nog

Melding boomkwekerijen: FAVV (http://www.favv-afsca.be/pce/) Melding buiten boomkwekerijen: INBO (diagnosecentrum@inbo.be)

oktober -november - december

boomblad 11


BOSINFO

Grove den is de meest voorkomende boomsoort in Vlaanderen.

steeds de meest voorkomende boomsoort, niettegenstaande het aandeel de afgelopen 20 jaar is gezakt van 27% naar 23%. Wat loofbomen betreft heeft inlandse eik - van 11% naar 14% - de populier van de troon gestoten. Populier is namelijk fors gezakt van 17% naar 11%. Het aandeel Corsicaanse den is licht gedaald van 13% naar 11%. Beuk blijft vrij constant op 8% en berk stijgt van 4% naar 6%. Amerikaanse eik (5%) is verder nog de enige soort met een aandeel van meer dan 5%. Naaldbomen als geheel zijn gezakt van 46% naar 40%. Het aandeel aan inheemse boomsoorten is gestegen van 61% naar 68%. Opvallend is dat in West-Vlaanderen het aandeel inheemse soorten zelfs steeg van 56% naar 68%. Ondanks jarenlange intensieve bestrijdingsacties is het aandeel van Amerikaanse vogelkers toegenomen. Niet overal is Grove den de meest voorkomende boomsoort. In Oost-Vlaanderen is dat populier, in West-Vlaanderen inlandse eik en in Vlaams-Brabant beuk. Grove den staat zelfs niet in de top 4 bij deze laatste 2 provincies. Bossen zijn ook gevarieerder geworden. Het aandeel aan homogene dennen- en populierenbestanden is gedaald van 41% naar 25%. De inheems, gemengde bestanden zijn gestegen van 13% naar 21%.

— Moet er nog hout zijn? Bomen zijn in het algemeen ouder en dikker geworden. Een opvallend cijfer is dat het aanwezige volume hout per hectare (de staande voorraad) gestegen is van 216 m³/ha naar 274 m³/ha. Blijkbaar groeien onze bomen veel sneller dan algemeen wordt aangenomen. De gemiddelde vastgestelde jaarlijkse aanwas uit de bosinventaris is 12,5m³ per ha per jaar terwijl de literatuur uitgaat van 5m³ per ha per jaar. Uit de bosinventaris blijkt dat de inlandse eiken en beuken in Vlaanderen momenteel

12 boomblad

oktober - november - december

twee tot drie keer sneller groeien dan werd aangenomen, namelijk 9-10m³/ha/jaar i.p.v. 3-5m³/ ha /jaar. Het aandeel dood hout (staand + liggend) is bijna verdubbeld tot gemiddeld 19,4 m³/ha of ca 7 % van het houtig volume. Veel dood hout is een pluspunt voor de biodiversiteit.

— Private bossen versus openbare eigenaars Volgens de nieuwe bosinventaris telt Vlaanderen 59% bossen van private eigenaars en 41% van openbare eigenaars. Dit betekent dat het aandeel openbaar bos de voorbije 20 jaar met 10% is toegenomen. Er werd onderzocht in hoeverre de openbare bossen een belangrijkere rol hebben voor de ecologische bosfunctie dan de private bossen. Een tiental aspecten werden in beschouwing genomen waaronder structuurvariatie, zware en oude bomen, dood hout, exoten en gemengde bestanden. De conclusie was dat er voor geen enkel aspect een significant verschil in absolute waarde noch in de vastgestelde evolutie over 20 jaar was tussen de private bossen en de openbare bossen.

— Nawoord Het Vlaams beleid was de voorbije jaren erg gericht op de ecologische bosfunctie: meer inheemse soorten, meer structuur, meer dood hout etc. Deze boodschap blijkt aangekomen bij alle types bosbeheerders en de resultaten zijn wat dit betreft vrij spectaculair, zeker in beschouwing genomen dat veranderingen in een bossysteem slechts langzaam kunnen en mogen plaatsgrijpen. Een uitdaging voor de toekomst zal zijn om een evenwicht te vinden tussen deze ecologische beleidsdoelstellingen en doelstellingen m.b.t. andere bosfuncties. Denk bv. aan houtproductie waarvoor de lokale houtsector vooral gespecialiseerd is in het verwerken van naaldhout en populier, twee houtsoorten die blijkbaar snel aan het verdwijnen zijn. Andere potentiële aandachtspunten zijn bv. koolstofopslag, recreatie en klimaatverandering. Een ander evenwicht is de verhouding privaat en openbaar bos. Er is in de voorbije 20 jaar aan een snel tempo bos opgekocht geweest. Onder meer vanuit de veronderstelling dat de openbare eigenaar de natuurwaarde er kan verbeteren. Dit bewijst zich tot op heden nog niet in de cijfers.

Elke boomsoort heeft zijn eigen insectenrijk (Artikel door Jan Goris – Bosgroep Houtland vzw)

Natuurliefhebbers verdedigen vaak de aanplant van inheemse bomen met het argument ‘dat er daar meer insecten opzitten’. Dat is op zich een goed argument want meer insecten betekent o.a. meer biodiversiteit en meer voedsel voor insectenetende dieren zoals roofinsecten, vogels en vleermuizen. In de praktijk moet dat argument wel wat genuanceerd worden. Er zijn inheemse soorten met relatief weinig specifieke insecten en er zijn uitheemse soorten die het nog niet zo slecht doen.

Heel wat insecten komen alleen voor op één enkele boomsoort, of alleen op soorten binnen hetzelfde geslacht. Daardoor bestaan er grote verschillen tussen boomsoorten en de daaraan gekoppelde diversiteit aan insectensoorten. De bomen die in onze streken de meeste soorten insecten aantrekken zijn: inlandse eiken, wilgen en berken. De verklaring is vrij eenvoudig: deze soorten komen al heel lang hier voor en komen ook zeer talrijk voor. Insecten hebben dus veel kans gekregen om zich in de loop van de evolutie aan deze soorten aan te passen. Ook bij de kruiden kan je deze logica doortrekken. Algemene, inheemse soorten als distels, bramen en brandnetels zijn de ideale trekpleisters voor talrijke dieren. Zo hebben de rupsen van meer dan 20 vlindersoorten de brandnetel als voedselplant. De hoger genoemde toppers onder de bomen lokken volgens een studie van Kennedy & Southwood uit 1984 elk zo’n vierhonderd insectensoorten terwijl veel andere inheemse boomsoorten zoals linde, haagbeuk en esdoorn slechts een vijftigtal insecten kunnen bekoren. De tabel op pagina 14 geeft een overzicht voor de meest algemene soorten.

Het geslacht ‘populier’ heeft ook een grote insectenrijkdom. Dit geldt zowel voor inheemse populieren zoals trilpopulier en grauwe abeel als voor cultuurpopulieren.

Wilgen herbergen de allerhoogste insectenrijkdom in onze streken. De Schietwilg is vooral gekend als knotwilg maar kan in onze bossen ook als boom tot 30m hoogte uitgroeien. Het enige wat deze nodig heeft is veel licht en water.

oktober -november - december

boomblad 13


VARIA Aantal soorten insecten en mijten op bomen in West-Europa volgens Kennedy & Southwood (1984) Naam

Aantal soorten

Naam

Aantal soorten

Wilg (5 soorten)

450

Fijnspar

70

Zomer- en Wintereik

423

Gewone Es

68

Ruwe en Zachte berk

334

Winter- en Zomerlinde

57

Meidoorn

209

Wilde lijsterbes

58

Populier (4 soorten)

189

Gewone esdoorn

51

Grove Den

172

Haagbeuk

51

Sleedoorn

153

Europese lariks

38

Zwarte els

141

Hulst

10

Ruwe en Gladde Iep

124

Taxus

6

Wilde appel

118

Amerikaanse eik

12

Hazelaar

106

Tamme kastanje

11

Beuk

98

Valse acacia

2

Een mooie illustratie van het feit dat insecten zich aanpassen aan de bomen die het meest voorkomen is de hierna volgende vaststelling. In Rusland zijn naaldbomen zoals den, spar en lariks de dominant aanwezige boomgeslachten. Daar is de soortenrijkdom van de insectenfauna op deze boomsoorten dan ook twee tot drie maal groter dan in Groot-Brittannië, waar deze naaldbomen veel minder voorkomen. In GrootBrittannië daarentegen leven minstens tweemaal zoveel insectensoorten op inlandse eik dan in het eikenarme Rusland. De meeste uitheemse soorten zijn nog maar enkele eeuwen in onze streken aangeplant en kennen een heel arm insectenleven. Zo werden op Amerikaanse

eik 12 soorten gevonden en op tamme kastanje slechts 11 soorten. Soorten als valse acacia, plataan en paardenkastanje kunnen bijna als ‘steriel’ beschouwd worden. Toch wordt vastgesteld dat naarmate exoten langer hier zijn, het aandeel aan insecten hierop geleidelijk toeneemt. In een aantal gevallen zijn plantenetende insecten uit het land van oorsprong van de uitheemse boom toevallig tot bij ons geraakt. Dat veroorzaakt dan grote aantastingen omdat de natuurlijke vijanden van deze insecten hier niet zijn en omdat er op deze bomen geen concurrerende planteneters aanwezig zijn. Voorbeelden hiervan zijn de Paardenkastanjemineermot en de Douglaswolluis. Voor bosbeheerders is bovenstaande kennis eigenlijk schitterend nieuws. Ons werk wordt er heel wat gemakkelijker van. Wie een uitzonderlijk rijk bos wenst, boordevol leven, hoeft gewoon een voldoende basis te voorzien van enkele algemeen voorkomende boomsoorten nl. eiken, berken, wilgen en trilpopulieren. Dit zijn soorten die bovendien heel gemakkelijk groeien op alle bodems.

De rups van de Paardenkastanjemineermot krijgt alle ruimte en vrijheid omdat andere insecten zich niet aangetrokken voelen tot deze boom uit de Balkan

14 boomblad

oktober - november - december

Verslag

Jubileumfeest West-Vlaamse bosgroepen

Speeches en lezing

— Bosgroep Houtland 15 jaar! — Bosgroep IJzer en Leie 10 jaar! Op woensdag 11 oktober vierden de West-Vlaamse bosgroepen hun jubilea in het Kasteel van Loppem te Zedelgem. De opkomst was boven verwachting. 240 personen hadden zich ingeschreven voor deze feestelijke dag. Er werd gestart met een wandeling in het landschapspark. Daarna kon men aanschuiven aan het heerlijke buffet in de feestzaal van het Kasteel van Loppem en het kasteel bezichtigen. Afsluiten deden we met een lezing door prof. Bart Muys (KULeuven) en Barbara Geschier (ANB), toespraken van de voorzitters en een toespraak van gedeputeerde Bart Naeyaert.

Gedeputeerde Bart Naeyaert

Prof. Bart Muys

Gegidste wandeling in landschapspark

V.l.n.r. Benoit de Maere d’Aertrycke, Isabelle van Caloen, Albert de Busschere

Een van onze leden omschreef deze dag als volgt: Het was boeiend, leerrijk, aangenaam, gezellig, culinair sterk en verrijkend zovele mensen met een zelfde visie met liefde voor bos te kunnen ontmoeten. Aan het buffet schoven 240 personen aan

oktober - november - december

boomblad 15


NIEUWS BOSINFOUIT BOSGROEP IJZER EN LEIE

10 jaar Bosgroep IJzer en Leie 10 jaar geleden, op 1 oktober 2007 werd het ‘pilootproject oprichting Bosgroep ZuidwestVlaanderen’ gestart. Dit project kwam tot stand door een overeenkomst met een duurtijd van twee jaar tussen het Agentschap voor Natuur en Bos en de Provincie WestVlaanderen. Tijdens die periode werd een groep mensen samengebracht die meehielp om de krijtlijnen van de latere bosgroepwerking uit te tekenen. Op die manier werd de bosgroep het verhaal van de boseigenaars, de bosbeheerders, de overheden en andere betrokkenen zelf. Op 9 juni 2009 werd de vzw Bosgroep IJzer en Leie opgericht. Bij de oprichtingsvergadering waren 32 bosbeheerders als stichters aanwezig en eind september 2009 telde de vereniging 64 effectieve leden en 15 sympathiserende leden. Daarna steeg het aantal leden en de beheerde oppervlakte bos gestaag tot bijna 340 effectieve leden met 1.800 ha bos in beheer en 80 sympathiserende leden in 2017. De Bosgroep IJzer en Leie bestaat dus 10 jaar in 2017. Het is dan ook een geschikt moment om even enkele cijfers op een rijtje te zetten:

Particuliere bebossing in Tiegem (2014)

Bosomvorming via selectieve dunning in Heule (2017)

— 86.000 bomen en struiken geplant Zowel bij bebossingen als bij herbebossingen staat de bosgroep haar leden bij. Er wordt een beplantingsplan gemaakt en er wordt voldaan aan de administratieve verplichtingen i.v.m. vergunningen en subsidies. De beplantingswerken kunnen gebeuren via doelgroepwerknemers uit de sociale sector. Zo mochten we de afgelopen 10 jaar 86. 000 bomen en struiken aanplanten in zuid en noordwest West-Vlaanderen! Uiteraard mogen we u, particuliere boseigenaars, niet vergeten te danken om te investeren in meer waardevol WestVlaams bos!

— Ruim 80 ha bos omgevormd Op 10 jaar tijd heeft uw bosgroep 82,6 ha bos omgevormd naar een ecologisch meer waardevol bos. Dit betekent bijvoorbeeld de eindkap van een homogeen populieren- of naaldhoutbestand waarna opnieuw wordt aangeplant met diverse inheemse, standplaatsgeschikte boom- en struiksoorten. Hierbij is er aandacht voor de ontwikkeling van een gevarieerde onderetage en geleidelijke bosranden. Anderzijds kan een bosomvorming ook bereikt worden door een selectieve dunning waarbij we in een gemengd bos de inheemse soorten bevoordelen t.o.v. de exotische soorten.

16 boomblad

oktober - november - december

— 12 ha nieuw bos Een hot thema is dat van de bosuitbreiding in Vlaanderen. Zoals u op pagina 7 en 8 van dit tijdschrift kan lezen leveren de West-Vlaamse bosgroepen een extra inspanning om nieuw WestVlaams bos te creëren. In de afgelopen 5 jaar plantte onze bosgroep 12 ha nieuw bos aan bij leden. Met de actueel verhoogde inspanning streven we er naar om in de periode 2017-2022 minstens 30 ha nieuw bos aan te planten in West-Vlaanderen. Hebt u bebossingsplannen? Laat het ons weten. We helpen u doorheen het ganse plan- en plantproces. Ook voor het beheer nadien, kan u op de bosgroepen een beroep doen.

— 25.000 m³ hout verkocht Uw bosgroep organiseerde in de afgelopen 10 jaar jaarlijks een gezamenlijke houtverkoop met loten van onze leden. De bedoeling was om houtverkopen efficiënter te laten verlopen met aandacht voor een duurzame manier van exploiteren waarbij tegelijk ook betere houtprijzen voor de leden bekomen worden. In totaal heeft Bosgroep IJzer en Leie op 10 jaar tijd ruim 25.000m³ hout voor haar leden verkocht. Dat bracht meer dan 700.000 euro op. De bosgroep zorgde voor de kapmachtigingen, voerde de schalm- en kuberingswerken uit, regelde de overeenkomst tussen eigenaar en koper en volgde de exploitatiewerken op. Dergelijke grote hoeveelheden hout die extra op de markt komen betekenen ook werkgelegenheid voor de Vlaamse houtsector.

oktober -november - december

boomblad 17


VARIA

“Twaalf boslessen” door Simon Klingen Simon Klingen vormt al 40 jaar een autoriteit op het gebied van bosbeheer in Nederland en Vlaanderen. Hij ontwikkelde een concept voor geïntegreerd bosbeheer waarbij de

Bosexploitatie te Kortrijk (2017)

waarde van natuur en houtproductie samen gaan. Simon geeft op een inspirerende,

— 381.600 euro geïnvesteerd in bossen van leden Bosgroep IJzer en Leie De afgelopen 10 jaar werden o.a. 56 ha jong bos en 9km bosrand vrijgesteld van problematisch onkruid en concurrenten, werden 9km bosranden aangelegd, 3km boszomen gemaaid, 3km bosdreven (her)aangelegd, exoten bestreden in 10 ha bos en 16 poelen (her)aangelegd i.s.m. regionale landschappen en de provincie. De totale investering hiervoor bedroeg 381.600 euro.

— 63 vormingsactiviteiten – 2.600 deelnemers In de afgelopen 10 jaar organiseerde Bosgroep IJzer en Leie 63 vormingsactiviteiten rond bos en natuur voor leden en geïnteresseerden onder de vorm van cursussen, wandelingen, fietstochten en excursies. In totaal mochten we meer dan 2.600 deelnemers verwelkomen! Een geslaagd voorbeeld hiervan was de Dag van de Boseigenaar 2016 waarbij we 250 mensen mochten verwelkomen in en nabij de bossen van de Sint-Sixtusabdij van Westvleteren!

— 350 ha particulier bos onder beheerplan De opmaak van een beheerplan laat toe om na te denken over de toekomst van het bos. Het bezit van een bosbeheerplan - nu ‘natuurbeheerplan’bevordert niet alleen het plannen van de samenwerking tussen boseigenaars onderling, maar ook tussen de boseigenaars en de bosgroep. Tot op heden werden reeds voor 6 bosgebieden (Kemmelberg, Ieperboog, Rodeberg-Scherpenberg, Sixtusbossen, Banhout en Egemse Veldekens)

18 boomblad

oktober - november - december

gezamenlijke beheerplannen opgemaakt en goedgekeurd. Daarnaast werden ook individuele beheerplannen opgemaakt. In totaal beschikken tot op heden 81 leden particuliere boseigenaars binnen het werkingsgebied van Bosgroep IJzer en Leie over een beheerplan, goed voor in totaal 350 ha particulier bos. Op dit moment wordt gewerkt aan beheerplannen voor het Heulebos (Heule), het Arghendaelbos en Bellegembos (Bellegem) en het boscomplex Nieuw Kasselrij van Anzegem tot Oudenaarde.

praktische en humoristische manier cursussen. Sinds dit jaar is een interessante publicatie van zijn hand beschikbaar: “Twaalf boslessen voor inzicht in bosbeheer”.

— Kiezen en zagen Het boekje “Twaalf boslessen” is een treffende samenvatting van alles wat een bosbeheerder in de lage landen doet. Het is geschreven in een voor leken begrijpelijke taal. In essentie komt bosbeheer neer op “kiezen en zagen”. Bij dunnen schep je groeiruimte voor je favoriete bomen, bij verjongen maak je ruimte voor nieuw bos.

— Bosbeheer à la carte Dag van de Boseigenaar 2016 te Westvleteren

In deel 1 wordt op een begrijpelijke manier uitgelegd hoe bomen groeien en met elkaar concurreren. In deel 2 wordt uitgelegd hoe een bosbeheerder bijstuurt, deel 3 geeft een beter inzicht in de natuurlijke processen. In het laatste deel wordt ingegaan op de accenten die je via het beheer kan leggen richting houtproductie, biodiversiteit en recreatie.

— De kunst van het bosbeheer Een bosbeheerder heeft een complex, maar mooi beroep met een grote verantwoordelijkheid. Hij combineert functionaliteit met schoonheid en dit vanuit een lange termijnperspectief. Na het lezen van “Twaalf boslessen” heb je een globale kijk op de werking van een bos, de verschillende beheermogelijkheden en de mogelijke keuzes.

Twaalf boslessen (Simon Klingen), ISBN 978-90-825985-13, 96 blz., €13,50. Tweede druk augustus 2017. Te bestellen via www.klingenbomen.nl. Een gratis online versie vindt u op www.boslessen.nl.

oktober -november - december

boomblad 19


BOSGROEPEN IN WEST-VLAANDEREN

Legende Openbare bossen Privébossen Bosgroep IJzer en Leie Bosgroep Houtland

— Wat is een bosgroep? Een bosgroep is een vereniging van en voor boseigenaars. In deze samenwerking staat de beheersvrijheid van de eigenaar centraal. De bosgroep zorgt vrijblijvend voor de praktische ondersteuning voor het beheer van uw bos. De bosgroep is er voor alle boseigenaars uit het werkingsgebied. Het maakt niet uit of u boseigenaar bent van een bosperceel van enkele aren bos of van meerdere hectaren. Weet u graag wat de bosgroepen voor u en uw bos kunnen betekenen, neem dan contact op met uw bosgroep! De contactgegevens vindt u hieronder.

— Bosgroep Houtland vzw Streekhuis Noord-West-Vlaanderen (Kasteel Tillegem) Tillegemstraat 81, 8200 Sint-Michiels (Brugge) Tel.: 050 40 70 23 - Fax: 050 38 71 00 E-mail: bosgroephoutland@west-vlaanderen.be Website: www.bosgroepen.be BTW: BE 0866.482.291 Coördinator: Jan Goris

— Bosgroep IJzer en Leie vzw Bezoekerscentrum De Palingbeek Vaartstraat 7, 8902 Zillebeke (Ieper) Tel.: 057 23 08 54 - Fax: 057 23 08 51 E-mail: clint.callens@west-vlaanderen.be Website: www.bosgroepen.be Ondern.-nr.: 0816.706.346 Coördinator: Clint Callens


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.