Geschikt voor gebruik

Page 15

• Artikel 7: de partijen formuleren doelen voor de aanpak van bodemverontreiniging die in 2015 behaald moeten zijn: - Overzicht humane risico’s. De partijen zorgen per 31 december 2010 voor een overzicht van alle locaties met spoedeisende risico’s voor de mens; - Aanpak humane risico’s. Eind 2015 zijn alle locaties met spoedeisende risico’s voor de mens gesaneerd of anderszins aangepakt, waardoor risico’s afdoende zijn beheerst; - Overige locaties. Eind 2015 hebben partijen een overzicht gemaakt van locaties met spoedeisende risico’s voor ecologie of verspreiding van de verontreiniging. Waar mogelijk zijn die risico’s dan ook beheerst; - Waterbodems. Een aantal probleemlocaties wordt aangepakt: locaties die reeds zijn beschikt op grond van de Wet bodembescherming, locaties waar sprake is van samenloop met een verontreiniging op de landbodem, en locaties die onder het regime van de Waterwet.

• Artikel 8: de partijen maken halverwege een Midterm Review (MTR) om de voortgang van afspraken te monitoren. Daarbij is afgesproken dat verschaffen van beleidsinformatie van decentrale overheden richting het Rijk in de plaats komt van het afleggen van financiële verantwoording. Dat heeft te maken met de overgang naar decentralisatie-uitkeringen(zie § 2.3) en de daarbij passende integrale verantwoordelijkheid van decentrale overheden voor de realisering van beleid.

2.3. Financiering Voor de start van het convenant stonden alle middelen voor bodemsanering op de begroting van het ministerie van VROM (nu I&M). Bij de start in 2010 werd het merendeel daarvan via een Decentralisatie Uitkering Bodem (DUB) en het Investeringsfonds Stedelijke vernieuwing (ISV) uitgekeerd aan bevoegde overheden voor de Wet Bodembescherming. De verdeelsleutel was gebaseerd op de werkvoorraad aan saneringen per bevoegde overheid. Een deel van de middelen bleef zoals gezegd op de begroting van I&M staan. Het ging daarbij om gelden voor kennis- en uitvoeringsorganisaties en het bedrijvensegment. Voor het jaar 2015 waren aparte financiële afspraken gemaakt, maar wel in lijn met de financiële afspraken en verdeelsleutel voor de periode 2010-2014. Tabel 1 geeft een overzicht van de middelen die vanuit de Rijksbegroting naar de uitvoering van het convenant zijn gegaan. Voor de precieze verdeling van de DUB over de verschillende bevoegde overheden wordt verwezen naar de betreffende circulaires voor het gemeente- en provinciefonds6. De bevoegde overheden hebben de genoemde DUB-middelen vervolgens in hun eigen begrotingen opgenomen. Zoals afgesproken in Artikel 8 van het convenant 5 hebben de bevoegde overheden over de besteding van die gelden lokaal verantwoording afgelegd aan de respectievelijke gemeenteraden en provinciale staten. Die verantwoordingen vallen buiten de scope van deze eindrapportage.

6 Meer informatie: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/financien-gemeenten-en-provincies

15


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.