Lied - Ode aan Woumen

Ode aan Woumen muziek: Armand Preud’homme tekst: José Claeys In ons mooie Vlaandren, strijdperk van weleer, Ligt een prachtig dorpje aan het Blankaartmeer.

Op de korenvelden, rijpt het gouden graan, Voor ons dag’lijks brood en voor ons voortbestaan.

Refrein: Hoe goed is ‘t te wonen in ons Woumens huis, Tussen ‘t groen en de bloemen, nabij kerk en kruis.

Hoe goed is ‘t te wonen in ons Woumens huis, Tussen ‘t groen en de bloemen, nabij kerk en kruis.

In de malse weiden, graast het bonte vee, In de Blankaartbomen, koert een duif tevree, Blankaartvogels wiegen, in het ruisend riet, In de zomerwind hoor je hun vrolijk lied.

Refrein: Hoe goed is ‘t te wonen in ons Woumens huis, Tussen ‘t groen en de bloemen, nabij kerk en kruis.

Hoe goed is ‘t te wonen in ons Woumens huis, Tussen ‘t groen en de bloemen, nabij kerk en kruis.

Vogelzang en bloemenoord, u hebt mij verblijd, bloemen die doen denken aan verliefde tijd.

Romantiek en vreugde, in Woumens gebied, kermis in ons dorp en daarom speelt dit lied.

Refrein: Hoe goed is ‘t te wonen in ons Woumens huis, Tussen ‘t groen en de bloemen, nabij kerk en kruis.

Hoe goed is ‘t te wonen in ons Woumens huis, Tussen ‘t groen en de bloemen, nabij kerk en kruis