Van slaapkamer naar laboratorium

Page 4

Voorwoord: De normaalste zaak

H

et krijgen van kinderen is niet alleen essentieel voor het voortbestaan van de mens; in het verleden was het krijgen van kinderen ook om sociale redenen erg belangrijk. In sommige landen is dat nog steeds zo. Is het bij ons tegenwoordig normaal als paren bewust kinderloos blijven, in het verleden stonden paren zonder kinderen lager in de rangorde in hun gemeenschap en was hun oudedagsvoorziening niet goed geregeld. Tegelijk stonden zelfs in de bijbel ook al behandelingen beschreven: draagmoederschap en gebruik van donorsperma. Omdat kunstmatige inseminatie toen niet mogelijk was, moest dat laatste via ‘natuurlijke behandeling’ plaatsvinden. Met de introductie van in-vitro-fertilisatie (IVF) als behandeling van ongewenste kinderloosheid is de voortplanting inmiddels enorm gemedicaliseerd. In het begin was er veel weerstand tegen het werken met eicellen en sperma in het laboratorium. ‘We speelden voor God’, zo luidde de kritiek. Bovendien dacht men dat de ‘reageerbuisbevruchting’, zoals het in de volksmond was gaan heten, toch nooit zou lukken. De bioloog Professor Zeilmaker, destijds hoogleraar fysiologie en voortplanting aan het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam, probeerde omstreeks 1975 in Nederland een medestander te vinden om IVF bij de mens te gaan toepassen. Hij benaderde indertijd bijna alle academische ziekenhuizen, maar niemand wilde met hem in zee gaan, vooral omdat men niet in het succes van de behandeling geloofde. Door een speling van het lot kwam ik als gynaecoloog-in-opleiding midden jaren zeventig

2

kwartaal 3  2017  de stand van de voortplantingsgeneeskunde

in contact met Zeilmaker. Niet wetend dat ik nog maar net aan de opleiding was begonnen vroeg hij ook mijn medewerking. Ik kreeg met enige moeite toestemming van mijn hoogleraar, waarop wij – zonder onderzoeksbudget – begonnen met de eerste experimenten. Professor Zeilmaker was toentertijd al een expert in IVF bij de muis. Veel medische literatuur, laat staan ervaring bij de mens was er niet; de eerste IVF-baby werd pas in 1978 geboren. De betrokken onderzoekers Edwards en Steptoe gaven in de eerste jaren ook maar weinig prijs over hun werkwijze. Toch lukte het ons vrij snel om onder experimentele omstandigheden bevruchtingen bij de mens te krijgen. Omdat we uit angst voor aangeboren afwijkingen aanvankelijk geen toestemming kregen om embryo’s in de baarmoeder in te brengen, stopte het werk steeds bij die embryo’s in het lab. Na erg lang wachten kregen we begin jaren tachtig uiteindelijk toestemming om de embryo’s ook terug te plaatsen. Na een aantal mislukkingen leidde dat na een half jaar tot de eerste doorgaande zwangerschap, wat in 1983 resulteerde in de geboorte van de eerste IVF-baby in Nederland. Op bijgaande foto poseer ik met deze Stefanie Li, tussen professor Zeilmaker en collega gynaecoloog Imprinetta van Gent; beiden zijn inmiddels overleden. In de jaren tachtig bleef IVF een bijzonderheid en was het aantal behandelingen beperkt, mede omdat de eicellen nog via een relatief belastende laparoscopie (een kijkoperatie in de buik die onder narcose plaatsvond) uit de buik moesten wor-


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.