2 minute read

‘Uitbreiden is de oplossing om meer honden op te leiden’

Willy Van Thielen is niet aan zijn proefstuk toe. Hij heeft ondertussen zijn 4de geleidehond Elvis gekregen. Wat Elvis net iets anders maakt dan de vorige geleidehonden, is dat het zijn eerste Labradoodle is. Toch doet Elvis net hetzelfde als zijn voorgaande geleidehonden, namelijk Willy zijn mobiliteit vergroten. Een gesprek over zijn viervoeters.

Elvis is je vierde geleidehond van het BCG. Maakt dat je een ervaren geleidehondgebruiker?

Advertisement

Dat klopt, mijn eerste hond was Labrador Retriever Nickey. Vervolgens had ik 2 Golden Retrievers: Pluto en Elsa. En nu heb ik dus Elvis, mijn eerste Labradoodle. Elvis is een beetje heviger dan de golden retrievers, maar door mijn ervaring kan ik dat wel aan. Onze samenwerking loopt trouwens iedere dag beter en beter. Dat is altijd zo, je moet elkaar natuurlijk ook eerst wat leren kennen.

Wanneer besloot je dat het tijd was voor een geleidehond?

Ik heb sinds mijn geboorte de erfelijke aandoening Retinitis Pigmentosa. Ze noemen dit ook wel kokerzicht. In 1995 zat ik op 38-jarige leeftijd in een revalidatiecentrum voor oogziekten. Een prof die me behandelde zat in het bestuur van het BCG. Hij motiveerde me iedere keer om een geleidehond te nemen. Het zou me een comfortabeler leven geven, zei hij. Ik liep op dat moment al lang met de witte stok, maar omdat de ziekte eigenlijk met ouder worden erger werd, ging ook dit iedere keer moeilijker. Waar ik op het begin toch wel wat argwaan had, besloot ik om toch eens te gaan horen. En niet veel later had ik Nickey, mijn eerste geleidehond.

En ondertussen ben je 3 honden verder. Inderdaad, ik zou nu ook echt niet meer zonder kunnen. Elvis zijn ogen zijn mijn ogen, ik kan het op geen enkele betere manier omschrijven. Het vergemakkelijkt mijn mobiliteit enorm. Toen ik na mijn eerste geleidehond anderhalf jaar moest wachten voor vervanging, viel dat heel erg zwaar. Door een geleidehond kan ik zelfstandig dingen ondernemen en ben ik niet afhankelijk van mijn vrouw of kinderen. Gelukkig volgden de andere vervangingen elkaar vlot op. En wat ook zo belangrijk is, is het sociale; je bent nooit meer alleen. Meer zelfs, we zijn nu altijd met 3 thuis. Want je vorige geleidehond Elsa is er ook nog. Elsa is bij ons gebleven ja. Zij mag nu rusten wanneer Elvis en ik aan het werk zijn. Toch komt er ook een dame uit onze straat wandelen met Elsa, we vinden het belangrijk dat ze haar beweging behoudt. En ook Elvis helpt hieraan mee. De twee spelen graag met elkaar, ook al is Elsa de baas. Maar dat is normaal, ze was hier ook het eerst.

Wat zijn ze de uitstappen die je met Elvis doet?

Ik ben nog steeds erg actief. Zo doe ik zelf mijn boodschappen en ga ik naar de slager en de bakker. Af en toe een terrasje wijs ik zeker niet af. Iedere vrijdag geef ik les aan senioren in het rietvlechten. Dat leerde ik 20 jaar geleden op een speciale school voor blinde en slechtziende personen. Ik ken daar goed mijn weg en ook Elvis is het ondertussen gewoon. Als we in het lokaal aankomen, doe ik zijn harnas uit en gaat hij rustig onder de tafel liggen.

BCG maakt een grote groei mee. Een nieuw gebouw en veel extra personeel. Dat is niet meer die kleine school waar jij in 1995 je eerste geleidehond kreeg. Wat vind je hiervan?

Ik vind het erg goed dat het BCG blijft uitbreiden. Het is namelijk heel belangrijk dat er meer honden worden opgeleid. Zoals ik al zei was die periode waarin ik moest wachten op vervanging echt moeilijk. Als je weer heel afhankelijk wordt, duurt wachten heel lang. Meer geleidehondgebruikers, betekent ook meer vervangingen. Omdat vervangingen voorrang krijgen, blijven er veel mensen op de gewone wachtlijst staan. Daarnaast vraagt de service die erbij komt, zoals bijvoorbeeld de nazorg, veel tijd. Dus uitbreiding is volgens mij hier echt de enige oplossing voor.