Als het leven Zelf

Page 1

25 (1

)

Als het leven zelf levenslessen samengebracht door Theo Solen





25

)

Als het leven zelf Dit boek kwam tot stand op basis van een idee van Theo Solen. Ter gelegenheid van zijn afscheid als voorzitter Raad van Bestuur van Riwis Zorg & Welzijn wilde hij, uit waardering, dankbaarheid en respect, een aantal mensen uit zijn omgeving aan het woord laten over ‘het leven zelf’. Het gaat om personen uit zijn werkkring en privédomein; om bijzondere mensen met een bijzondere kijk op het bestaan.


Die mij droeg Die mij droeg op adelaarsvleugels die mij hebt geworpen in de ruimte en als ik krijsend viel mij ondervangen met uw wieken en weer opgegooid totdat ik vliegen kon op eigen kracht. Huub Oosterhuis


Inhoudsopgave 9 11 12 14 17

Verwoord wat je roert, een voorwoord ) Herman Bos Als het leven zelf ) Theo Solen Lente ) Liesbeth Keppel Het boek is toe ) Theo Amerongen Bron van oorspronkelijkheid ) Mannie Klijn Velderman

20 23 24 26 28

Een jongen van Jan de Witt ) Piet Colpaart Verbond tussen pijn en geluk ) Erna ten Have Stoutmoedige vriend ) Boudewijn Solen Autonomie in kleur ) Lidy Zaat Ode aan de zachtmoedigen ) Gerhard Langenkamp

32 35 37 39 40

Anna ) Anna de Vries Akte van vertrouwen ) Iwan Solen Ethiek op de bestuursstoel ) Wim Foppen De tijd leert, de tijd heelt ) Joke Solen Strijd tegen de verzuiling ) Hester Jebbink

45 Het vijfde element ) Bart van Uitert 46 Zijn ) Theo Mattijssen 49 Volg je droom! ) Linda Terpstra 51 Na de lof der zotheid ) Hans van Dooren 52 Op het kruispunt van waarden en wegen ) Chantal Solen 57 59 60 62 65 69

Een leven nog te gaan ) Joop Keus Kweekgoed voor een beter leven ) Truus Schoorlemmer BelvÊdère ) Paul Blokhuis De zeven werken ) Lieke van Horen Het komt goed! ) Annelies de Jong Tot besluit ) Theo Solen

71 Bronnen

(7


Onder de appelboom Ik kwam thuis, het was een uur of acht en zeldzaam zacht voor de tijd van het jaar, de tuinbank stond klaar onder de appelboom ik ging zitten en ik zat te kijken hoe de buurman in zijn tuin nog aan het spitten was, de nacht kwam uit de aarde een blauwer wordend licht hing in de appelboom toen werd het langzaam weer te mooi om waar te zijn, de dingen van de dag verdwenen voor de geur van hooi, er lag weer speelgoed in het gras en verweg in het huis lachten de kinderen in het bad tot waar ik zat, tot onder de appelboom en later hoorde ik de vleugels van ganzen in de hemel hoorde ik hoe stil en leeg het aan het worden was gelukkig kwam er iemand naast mij zitten, om precies te zijn jij was het die naast mij kwam onder de appelboom, zeldzaam zacht en dichtbij voor onze leeftijd. Rutger Kopland

8)


Poëzie is een steen die een steen ontmoet en moet slikken van ontroering een wonder maar nog onvertaald want zonder taal zijn er alleen een steen en een andere steen. Ellen Warmond

Verwoord wat je roert, een voorwoord Ze rollen over onze lippen, struikelen over elkaar, je kunt ze niet vinden of houdt ze in. Af en toe klinken ze zoet en zacht, dan weer vrolijk en soms doen ze zeer. Ze kunnen als een aarzelende vraag zijn of als een bevel. Vaak moet je op ze passen, soms ontglippen ze voor je het in de gaten hebt. Het zijn onze woorden. Klanken en letters die zich aaneenrijgen en er dan opeens zijn. Ze vullen zinnen en gedachten, krijgen betekenis; groeien uit tot gesprekken. We praten, babbelen, spreken, kletsen. We zwijgen. Onze woorden verbinden ons met de wereld; bieden het voorrecht ons te kunnen uiten.

‘Ik ben een groot liefhebber van poëzie. Zij beweegt mij en ik word erdoor bewogen. Ik vind het prachtig als iemand woorden en zinnen zodanig opschrijft dat ze mijn emoties niet alleen raken, maar zelfs verklanken. Voor elke situatie, elke gelegenheid vind ik wel een gedicht. Poëzie gáát ergens over, heeft inhoud en dat is voor mij van grote waarde.’ Voorzitter van de Raad van Toezicht Herman Bos is voorzitter van de Raad van Toezicht van Riwis Zorg & Welzijn, voorheen RIBW OostVeluwe. Al jarenlang beleeft hij een intense samenwerking met Theo Solen. Zodoende is hij indirect betrokken bij het initiatief tot het samenstellen van dit boek. ‘Het is typerend voor Theo. Een man met zoveel inzet, energie, fantasie en ideeën. Theo wil iets vastleggen. Ongetwijfeld wil hij bij zijn afscheid van de organisatie, die als zijn eigen vlees en bloed is, graag wat nalaten. Hij zal het gevoel willen hebben dat ze nog eens aan hem denken. Misschien wil hij ook wel weten hoe mensen hem gaan herinneren, al is dat niet het hoofdmotief. Een boek biedt de kans om niet alleen de contouren, maar vooral ook de fijne nuances van waar hij voor staat en wat hij belangrijk vindt te beschrijven.’ Sociaal bewogen ‘Ik voel me zeer verbonden met Theo en de organisatie. Niet alleen omdat ik al in het begin van de jaren tachtig, toen de RIBW net in opkomst was, er als bestuurder bij betrokken raakte, maar ook vanwege de raakvlakken met mijn eigen drijfveren rond sociale bewogenheid en de mogelijkheid om daadwerkelijk voor het maatschappelijk welzijn iets te kunnen betekenen. Ik vind het bijvoorbeeld altijd weer schokkend om te zien hoe een buurt of wijk kan verarmen, dat sociale structuren verdwijnen en daarmee de leefbaarheid in een woonomgeving zienderogen afneemt. Steeds opnieuw motiveert dit mij om me actief in te zetten voor de samenleving en haar leefklimaat.’ ‘Of het nu gaat om mijn werk als zelfstandig adviseur, vrijwilliger bij de kleine vereniging voor de herdenking van vier mei, lid van de Raad van Toezicht bij Riwis Zorg & Welzijn of indertijd als wethouder Volkshuisvesting van Apeldoorn, mijn inspanningen zijn met even groot enthousiasme. Simpelweg omdat ik het belangrijk vind me in te zetten voor de gemeenschap. Soms ben je bezig met kleine dingen en houd daarmee iets groots in stand.’

(9

Met respect en vertrouwen ‘Ik ben inmiddels ruim boven de vijfenzestig. Energie genereert energie en ik ben blij nog steeds dingen te kunnen doen die me na aan het hart liggen. De momenten die te maken hebben met vertrouwen en respect maken mijn werkzaamheden vaak heel bijzonder. Voor mijn zoon heb ik de verbouwing van een historisch pand op me genomen. Binnen de familie ken je elkaar, maar in de loop van het traject ontstond op een nieuwe manier een wederzijds gevoel van waardering en de groeiende overtuiging dat je letterlijk op elkaar kunt bouwen. Een waardevolle ervaring om te mogen delen met je zoon.’ ‘In mijn werkrelatie met Theo bestaat een oprechte en wederzijdse belangstelling voor de ander. Onze regelmatige contacten gaan niet alleen over de organisatie, maar ook over: hoe gaat het met jou? Die hechtheid in het contact is er altijd geweest. Zorgorganisaties zijn omvangrijk en als er wat mis gaat, gaat het vaak heel erg mis. De verantwoordelijkheden zijn groot. Daaromheen kun je van alles regelen, maar zonder een basis van respect en vertrouwen heb je uiteindelijk niets.’ ‘Ik kijk met vertrouwen naar de toekomst. De organisatie is gezond en ik geloof in de kunde en kwaliteiten van de mensen die zich ervoor inzetten. Van belang is dat we bij de tijd blijven en de erkenning die we nu krijgen trachten te continueren.’ Een woord vooraf ‘Een woord vooraf biedt de mogelijkheid om dingen te vertellen die niet zo snel worden gezegd. Persoonlijke gedachten die mij de gelegenheid geven iets uit te dragen van wat me beweegt en getuigen van mijn grote waardering.’ ‘Theo Solen heeft de organisatie gebracht tot waar die nu is en dat is ver. Hij mag daarvoor best even op een voetstuk staan. Wat hem heel bijzonder maakt, is de wijze waarop hij zijn werk doet: met grote, oprechte interesse in de ander. Een bos bloemen op je verjaardag is leuk, maar die kun je laten bezorgen. Persoonlijke belangstelling zit in de mens zelf. Daarvoor koester ik buitengewoon veel respect.’ ) Herman Bos


‘Op reis naar het hoogst haalbare in jezelf.

Op reis naar het hoogst haalbare in elkaar.

Op reis naar het onbekende.’

Foto: Theo Solen

10 )


Als het leven zelf Voor u ligt een bijzonder boek over gewone dingen. Of wellicht een gewoon boek vol opmerkelijke zaken. Een boek over de authenticiteit van alledag, met verhalen die mensen en hun drijfveren met elkaar verbinden. Met melodieën die een tijdperk afsluiten, een nieuw begroeten en beelden die u daarbij laten stilstaan. Het verhaalt over oprechtheid, respect en de warmte tussen mensen. Maar het gaat ook over droefheid, waanzin en de snelheid van de tijd. Het is een oorspronkelijk en ongewoon document over het leven zelf.

Sommigen onder ons hebben het talent een ander te inspireren. Ze maken creativiteit los en in hun nabijheid lijkt alles mogelijk. Problemen zijn voor hen een leuke uitdaging en het leven is er om te worden geleefd. Met volle kracht en in volle overtuiging. Zulke mensen brengen beweging en vooruitgang, zijn waardevolle vernieuwers, inspirators. Het leven zelf is de stuwende kracht en bron van levenslust. De bezielende dynamiek van het dagelijks leven – werken, wonen, privé, vrije tijd en religie – is onverwacht sterk. In al zijn grootsheid en mystiek; in al zijn eenvoud en met al zijn genoegens, zelfs met al het verdriet dat een leven kan binnendringen, vormt de bedrijvigheid van alledag een oneindige inspiratiebron. In dit boek herkent u zichzelf, als inspirator of iemand die zich laat inspireren. En mogelijk herkent u de energie en de genoegens van uw werk, de kleur van het wonen, het genieten van de vrije tijd. Misschien komt u tot een moment van rust, voelt de verbinding met het verleden, ziet de prikkelende beloften van morgen; herkent u de bezielende energie van het leven zelf. ‘Er zijn zoveel vraagstukken in het leven die steeds opnieuw een vraagstuk zijn. De vragen groeien mee, gaan er anders uitzien, maar de opgave blijft dezelfde. Ik hoop dat dit boek een glimlach van herkenning en een gevoel van blijvende waarde teweeg brengt. Dan krijgt het de betekenis waartoe het is bestemd.’ ) Theo Solen

( 11

Hooglied (fragment) Leg mij als een zegel aan uw hart als een zegel aan uw arm. Want sterk als de dood is de liefde onverbiddelijk als het rijk van de doden de hartstocht, haar vlammen zijn vuurvlammen, een vuurgloed des heren. Vele wateren kunnen de liefde niet blussen en rivieren spoelen haar niet weg. Al bood iemand alles wat hij bezit voor de liefde, smadelijk zou men hem afwijzen.


Lente Het is maart, spanne tussen winter en lente. De dagen lengen, maar het kille weer laat zich nog niet verjagen. Grijs is de lucht en grauw het land. Het is vastentijd, veertig dagen voor Pasen. Een periode van bezinning op het dagelijks bestaan.

‘Het is een mooie gewoonte om voor de duur van zes weken af te zien van luxe. Goed om te ervaren wat het met je doet om te versoberen. Een vriend ging in een Trappistenklooster wonen en de kennismaking met die levensstijl gaf ons de prikkel in ons eigen bestaan een vastentijd te introduceren. Voor ons houdt dit in: geen vlees, koffie, zoetigheid of alcohol. Het sociale leven komt vrijwel tot stilstand. Elk jaar zie ik er weer tegenop, maar de eenvoud en matigheid laten je samenvallen met jezelf. Dat is fijn. Ik beveel het eenieder aan.’ Een vertrouwde wereld Ten tijde van dit verhaal is Liesbeth Keppel directeur van Wisselwerk, een breed georiënteerde maatschappelijke welzijnsorganisatie. Tachtig professionals en achthonderd vrijwilligers werken samen met scholen, zorginstellingen, politie en partners uit het bedrijfsleven aan een sluitend netwerk dat zorg draagt voor het welzijn in de stad. Daarbij gaat het om íeders welzijn. ‘Het is fijn om terug te zijn in Apeldoorn, waar ik ooit ben begonnen. Het is inmiddels een stad geworden, maar door de niet al te grote schaal bestaat er binnen het zorg- en welzijnsnetwerk een hechte band. Het is een wereld waarmee ik me vertrouwd voel. Van ziekenverzorging ging ik naar de psychiatrie en daarna kwam ik, via maatschappelijk werk, in mijn eerste managementklus terecht. Ik kreeg een zakje geld en moest daarmee een trainingshuis voor jongeren opzetten. Het ging om vijf eengezinswoningen op een rij en ik was verantwoordelijk voor alles: van het aanstellen van de medewerkers tot het in samenspraak opzetten van de begeleidingsmethodiek. Na twee jaar stond de organisatie letterlijk als een huis. Daarna rolde ik van de ene klus in de andere. Het hield niet meer op.’

‘Ik houd van licht en lucht.

Van lente, ook in een organisatie.’

Ambitie op inhoud ‘Ik geloof niet in grote organisaties. Integendeel. Ik houd van authenticiteit en kleinschaligheid. Maar de welzijnssector is kwetsbaar. Maatschappelijke organisaties staan als een glazen huis in de stad en walsen rond in de politieke arena. Bestuurlijke samenwerking met partners die, met behoud van eigenheid, elkaar complementeren, zorgt voor kracht en een verbreding van de mogelijkheden die je als organisatie hebt. Ik zie het als mijn persoonlijke taak binnen het welzijnswerk om een organisatie op een hoger plan te brengen, te positioneren en ervoor te zorgen dat je een geziene partner wordt en blijft. Ik heb door de jaren heen een brede kijk op zorg en welzijn ontwikkeld en mijn ambitie is om deze kennis en ervaring in te zetten. Daarbij gaat het niet om expansie, maar om verdieping en kwaliteit.’

12 )


Maart en wispelturig Wrikbaarheden als éénnachtijs en hagelregen. De zwarte aarde keert zich om en zoekt een huid om in te leven. Licht en lucht ‘Ik ben koersvast, oplossingsgericht, enthousiast, schakel gemakkelijk van beleid naar uitvoering en vice versa. Daarmee weet ik welke stappen een organisatie moet zetten om iets te bereiken. Je komt daardoor overigens niet sneller een moeilijke fase door. Het proces van ontwikkeling doorloop je gezamenlijk en pas als iedereen op hetzelfde punt is beland, kun je een volgende stap zetten. Tijdens elke fase probeer ik het perspectief zichtbaar te maken en waar nodig een nieuwe horizon te schetsen.’ ‘Ik vind het mooi om zaken kleiner te maken in plaats van groter. Een moeilijke situatie hoeft niet zorgelijk te zijn. Je kunt iets op een luchtige manier benaderen. Daarmee lost een kwestie zichzelf soms al bijna op. Lichtvoetigheid aan de vergadertafel geeft vaak een verrassend goed antwoord op een vraagstuk en bijgevolg mooie resultaten. Ik houd van licht en lucht. Van lente, ook in een organisatie.’ Een logische paradox ‘Ogenschijnlijk ben ik nogal tegenstrijdig. Dat past bij mij, maar is wellicht soms moeilijk te duiden. Ik houd van het goede leven en om dat vanuit mijn tenen te beleven. Onstuimig en met een zekere extravagantie. Ik zie er graag goed uit, met fraaie spullen en mooie kleding, maar ijdel voel ik me niet. Uiterlijke schoonheid zegt niets over mijn intenties en innerlijk. Mijn hoogste doel is een dienend mens te zijn en de liefde van God te tonen. Al het andere is daarvan afgeleid. ‘Ik leef toe naar Pasen, het feest van wederopstanding en het leven zelf. Het is als de overgang naar een nieuwe, frisse tijd met uitdagingen en kansen. Maar bovenal leef ik toe naar het licht. Het licht van de lente.’ ) Liesbeth Keppel

( 13

De maan, zij maakt rivieren van de nacht en hangt haar eerste woorden in de hazelaar. Er zijn geen zekerheden: een zon die achter wolken jaagt, patrijzen na verzameling uiteen, de wind die nog zijn deukhoed draagt en onder zijn dekmantel de eerste tederheden. Gery Florizoone


Het boek is toe Felle, nazomerse buien trekken over de wegen en landerijen van de voormalige Heerlijkheid Borculo in de Achterhoek. De woeste gronden van weleer zijn bekleed met asfaltwegen, maïsvelden en graslanden met steeds zeldzamer vee. Een overtrekkende bui maakt het aanzien van het land heel even zoals het misschien ooit was. Krakend boort het onweer zich in de dag. Een bliksemschicht splijt de lucht en even later plenst de regen bijna loodrecht naar beneden om, even plotseling, weer op te houden. Zonovergoten glinstert de wereld het leven tegemoet.

De ruime en beschutte tuin van Theo Amerongen ligt midden in het knusse oude centrum van Borculo. De gerestaureerde woning van de voormalige directeur van de sigarenfabriek biedt een warm en veilig onderdak; het deels overdekte terras beschermt tegen weer en wind. Als het te koud wordt verspreiden terraskachels een warme gloed en maken het buiten verblijven tot ver in de herfst onverminderd aangenaam. Theo van Amerongen en zijn vrouw zitten graag op dit comfortabele terras en genieten van de welverdiende rust en het vertrouwde thuis zijn. Welstand ‘Ik ben een schilder met een eigen bedrijf. Pas toen onze zonen naar de middelbare school gingen, hebben we de stap gezet om voor onszelf te beginnen. Nu zijn ze zelf vader en werken allebei in de zaak, die daarmee een familiebedrijf is geworden en een inkomen biedt aan een vijfentwintigtal werknemers. Er is veel werk te verzetten, maar ik zorg voor voldoende tijd en ruimte voor de opvoeding van hun kinderen, mijn kleinkinderen. Want dat is het állerbelangrijkste in het leven: je kinderen, kindskinderen en hun onbezorgde kindertijd!’

‘Ik weet wat het woord armoede betekent. Als het aan mij ligt, zullen mijn jongens de ellende daarvan niet meemaken. Als het me gegeven is, zal ik ze zo lang mogelijk blijven ondersteunen bij het maken van keuzes en het nemen van financiële beslissingen. Ik heb zelf leren ondernemen. Gelukkig kan ik nu daarbij helpen. De wereld van geld en zaken kan heel hard zijn.’ ‘Ik zie mezelf nog steeds als een eenvoudige schilder, maar ook als zelfstandig zakenman. Hard werken en zuinig leven hebben ons gebracht waar we nu zijn. Mensen reageren wel eens met afgunst op onze huidige welvaart. Maar diezelfde mensen hebben destijds andere keuzes gemaakt en geld uitgegeven terwijl wij dat niet deden. Jarenlang spaarden wij elke cent en nu kunnen we er goed van leven.’ Welvaart Naast een spaarzaam mens is Theo ook een snelle beslisser. Hij ziet kansen en benut ze door adequaat te reageren en niet bang te zijn om een risico te nemen. Een effectieve combinatie voor succesvol ondernemerschap.

Totaal witte kamer Laten wij nog eenmaal de kamer wit maken nog eenmaal de totaal witte kamer, jij, ik dit zal geen tijd sparen, maar nog eenmaal de kamer wit maken, nu, nooit meer later en dat wij dan bijna het volmaakte napraten alsof het gedrukt staat, witter dan leesbaar dus nog eenmaal die kamer, de voor altijd totale zoals wij er lagen, liggen, liggen blijven witter dan, samen – Gerrit Kouwenaar 14 )


‘Ik maak bij het zaken doen evenveel vrienden als vijanden. Ik laat me door niemand dwingen of gebruiken, door niemand. Ik ben recht-toe-recht-aan, maar ook heel actief in het beheren van mijn relaties. Een ander te slim af zijn hoort soms bij het zaken doen. Je maakt gebruik van je mogelijkheden, maar je kwaliteit speelt de grootste rol. Je doet iets goed of je doet het niet. Als je te duur bent, krijg je geen opdracht en als je je werk niet goed doet evenmin! Je moet je kwaliteiten kennen en handhaven.’ Welzijn Theo staat stevig in het leven. Toch moest hij onlangs even gaan zitten om bij te komen van de schrik. Een TIA, een tijdelijke stoornis in de doorbloeding van een deel van de hersenen, zorgde ervoor dat hij uitvalsverschijnselen kreeg. Korte tijd was hij blind aan één oog. ‘Ik werk hard, maar leef verder gezond. Ook de arts is van mening dat het geen zin heeft iets te veranderen; je voorkomt er niets mee. Deze gebeurtenis verandert mijn leven dus niet. Maar mijn vader is overleden aan een hersenbloeding. Hij is niet oud geworden. Dat zet je wel even aan het denken.’

( 15

Gesloten boek Eén donker, persoonlijk verhaal van Theo blijft onverteld. Een verhaal van een bewogen leven en de moeite die het heeft gekost om te komen waar hij nu is. ‘Het boek is toe. Als ik mijn zonen vertel over mijn levensgeschiedenis, dan zie ik ze huilen. Zelf wil ik niet meer met die emoties door één deur. Ieder mens heeft zijn eigen boek met zijn eigen verhalen. Dat van mij verschijnt niet op papier. Dat het er is, is voldoende. Ik kijk alleen nog maar vooruit, niet achteruit. Ik zorg zo goed mogelijk voor mijn gezin en voor het jonge ‘goud’ in mijn leven: mijn kleinkinderen. Voor hen heb ik geknokt en doe ik echt alles!’ De zon straalt en blinkt over het nog nadruipende land, laat het stomen in zijn warmte. Alles lijkt even te glunderen. Trots. Blij. ) Theo Amerongen


Knielen op een bed violen (fragment)

Met wijs- en middelvinger groef Hans een ondiep kuiltje, plaatste het plantje erin, drukte de aarde met zijn duim aan, overzag het hele bed. Als hij doorwerkte, zou dit karweitje nog voor donker afkomen. Jozef had ook gedachten over de wereld, over de zichtbare, over de onzichtbare. En een duidelijke boodschap. Een leefregel. De agape. Ze appelleerden aan Hans’ hunkering naar het verborgene, het altijd zekere. Het waren ook zijn warme, welluidende stem en de vloeiende, natuurlijke manier van spreken die hem geraakt hadden. Het was aangenaam om naar Jozef te luisteren. Hans stak beide vingers in de zachte, donkere aarde, plaatste het jonge plantje dat kopje onder ging. De kuil was te diep. Hij viste het plantje weer op, zijn lichtgroene blaadjes waren gekneusd. Maar violen waren sterk. Zeker dit blauwe ras: Aalsmeerse reuzen. Het zou eroverheen groeien. In het voorjaar zou het bed donkerblauw zijn. Nu zijn gedachten er beter bij houden! Een heimelijke onrust had bezit genomen van Hans Sievez.

Jan Siebelink

16 )


Bron van oorspronkelijkheid Het koele licht legt zijn accenten. Maakt de dingen niet mooier dan ze zijn, doet er ook niets aan af. Het is een dag om je bij thuis te voelen. Alles is zoals het is, vrij van gekunsteldheid. Een dag, origineel in zijn bestaan. Creatief en eigen.

Haar stem is licht, haar ogen heel blauw. Nieuwsgierig onderzoekt ze elk detail, afwisselend opgewekt, fronsend, zachtmoedig. Mannie Klijn Velderman is als de dag van vandaag. Onbevangen, creatief en eigen. Een méns om je bij thuis te voelen. Pandora De hoge werkplaats achter de vrolijk ogende showroom wacht op de verbouwing die het jongste bedrijfsplan nader vorm zal geven. Pandora Special Gifts is gespecialiseerd in relatiegeschenken. Vijftien jaar geleden besloot Mannie haar baan in de reclamefotografie op te zeggen en begon ze voor zichzelf. Vandaag de dag runt ze een innovatieve onderneming die vaardigheid en levenslust uitstraalt. ‘Ik kan geen krant, vaktijdschrift of boek lezen zonder te knippen of markeren. Hele stapels heb ik verzameld in mappen en gerubriceerd. De knipsels helpen me vorm te geven aan nieuwe ideeën. Soms betreft dit een concreet idee, soms niet meer dan een associatie. Maar altijd zijn ze voor mij een effectief middel om de ontwikkeling van creatieve processen te stroomlijnen.’ Vernieuwen ‘Plotseling stond ik stil. Ik werd veertig en was ineens mezelf kwijt. Ik keek om me heen en dacht: is dit het nu? Ik stond voor een onduidelijke splitsing van vernieuwing en verandering en wist werkelijk niet welke kant ik op moest gaan. Ik bevond me in een impasse die me deed rondtollen in onzeker- en onwetendheid. Dit was een nieuwe ervaring die me verbaasd naar mezelf deed kijken. Ik had nooit verwacht in een dergelijke situatie terecht te komen. In dezelfde tijd verloor ik kort na elkaar mijn moeder en schoonouders. Het was een lastige tijd. Ik deed veel vrijwilligerswerk. Dit bracht me, naast nieuwe ervaringen, voor een fotografieproject met weeskinderen tot ver in Eritrea. Met veel hulp van vooral Frans, mijn partner, vond ik mijzelf en mijn veerkracht terug. En daarmee ook de tijd, rust en energie voor nieuwe groei en creativiteit.’

( 17

‘Opeens begon de zon weer te schijnen en brak een gelukkig voorjaar aan. Het was alsof een intense wintermoeheid ophield te bestaan. Ik ben cursussen gaan volgen en met mijn bedrijf stapsgewijs een nieuw pad ingeslagen. Pandora ontwikkelt zich voorspoedig. Naast mijn werk ben ik actief als vrijwilliger, genieten we van onze passie voor wijn en reizen en richten graag uitgebreide diners met vrienden aan. We hebben ons huis geheel naar eigen inzicht verbouwd en ingericht. We maken plannen voor nu, maar ook voor later, wanneer het tijd is om weer iets anders te gaan doen. Als voorheen kan ik zelf richting geven aan mijn leven en dat maakt me eens te meer tot een energiek en gelukkig mens. Een die geniet van elke dag.’ Kunst en creativiteit ‘We hebben geen kinderen. Die pasten indertijd niet bij mijn werk en ons leven. Pas veel later hebben we definitief besloten met zijn tweeën te blijven. Enerzijds missen we de zinvolle invulling van het ouderschap, maar tegelijk is er de uitdaging om op een andere manier iets van het leven te maken. Het is goed zo. We hebben regelmatig kinderen over de vloer en genieten daarvan.’ ‘Mijn liefde voor kunst, design en creativiteit speelt een grote rol in mijn leven en maakt dit boeiend. Ik gun mezelf tegenwoordig alle tijd om een idee tot wasdom te laten komen. Fascinerend vind ik het begeleiden en ondersteunen van anderen bij de ontplooiing van hun plannen. De ontwikkeling van een nieuw concept voor Pandora, met de toevoeging om bedrijven in creatieve workshops ideeën te laten bedenken voor hun bedrijfsrepresentatie, is een rechtstreeks gevolg hiervan.’

Met aandacht en passie ‘Ik ervaar mezelf niet als het type mens dat levensvragen beantwoordt. Ik ben wie ik ben. Andere mensen zijn belangrijk voor me. Netwerken vind ik heerlijk en mijn vrienden zijn vrienden voor het leven. Met mijn houding en levensstijl probeer ik een verschil te maken. Ik heb op vele manieren ervaren hoe belangrijk de steun van een ander kan zijn. Aan degene die het wil, bied ik mijn energie en liefde voor het bestaan. Zo open mogelijk en op een emotioneel betrokken manier. Levenslust voor diegene die er wat aan heeft.’ ‘Ik wil tot de essentie komen. Zonder de kern te raken, raakt het leven je niet. Het schampt langs je heen en confronteert je met zaken die je niet herkent als je ze ziet.’ Mannie Klijn Velderman leeft met aandacht en passie. Passie voor het leven, voor elke nieuwe dag en voor alles wat ze doet. Omdat ze niet anders kan. Niet anders zou willen. ) Mannie Klijn Velderman


18 )


Oogstlied Sikkels klinken; sikkels blinken; ruischend valt het graan. Zie de bindster garen! Zie, in lange scharen, garf bij garven staan!

’t Heeter branden op de landen meldt den middagtijd; ’t windje, moe van ’t zweven, heeft zich schuil begeven; en nog zwoegt de vlijt!

Blijde Maaiers; nijvre Zaaiers, die uw loon ontvingt! Zit nu rustig neder; galm’ het mastbosch weder, als gij juichend zingt.

Slaat uwe oogen naar den hoogen: alles kwam van daar! Zachte regen daalde, vriend’lijk zonlicht straalde mild op halm en aar. A.C.W. Staring

( 19


Een jongen van Jan de Witt ‘In ’t Jaer ons Heeren 1618, den 28.December, ben ick, Willem IJsbrantsz. Bontekoe van Hoorn, Tessel uytghevaeren voor schipper, met het schip ghenaemt: Nieu-Hoorn, ghemant met 206 eters, groot omtrent 550 lasten, met een Oosten-Wint …’

Zo begint het journaal van een ‘schipper naast God’ die in de Gouden Eeuw de avontuurlijke en gevaarlijke zeereis naar Indië maakte. Zo begint ook het boek De scheepsjongens van Bontekoe van Johan Fabricius. Het speelt in de tijd van de Tachtigjarige Oorlog, een periode waarin helden als Willem van Oranje en Michiel Adriaenszoon de Ruyter opstaan. De geuzen nemen Den Briel in en Piet Hein verovert de zilvervloot. Het is de tijd van de jongens van Jan de Witt, kranige Hollanders die voor geen kleintje vervaard zijn. Ze zijn nuchter, eenvoudig en recht door zee. Wakkere mannen, zoals Bontekoe, die taai en zonder opsmuk hun levenstaken vervullen. Een saaie man ‘Ik ben misschien een beetje een saaie man.’ De zin hangt even in de lucht. Piet Colpaart is soms wat lang van stof, maar dat is niet hetzelfde als saai. Of het moet zijn dat je je laat misleiden door zijn rustig voortkabbelende stem. Maar als je luistert, hoor je het relaas van iemand die veel werk verzet. Een geanimeerde vertelling over een avontuurlijk leven met beeldende anekdotes en scherpe inzichten in de drijfveren van de mens. Over een man die een ander niet belemmert, maar aanvult. Een man met een gestage, eerlijke en directe mentaliteit die zo nodig pas na jaren tot bloei komt. De resultaten zijn ernaar. Piet is een ondernemer in de ware zin van het woord. Saai? Onmogelijk! Dit is een jongen van Jan de Wit!

Een leergierige man ‘Als jongen had ik het eigenlijk te druk voor school. Tafeltennis, volleybal, voetbal, dammen – alle vrije uren gingen op aan sport. Ik heb daarnaast ook heel wat uurtjes huiswerk gemaakt, maar het leren wilde gewoon niet lukken. Vooral de talen zorgden ervoor dat ik bijna de dubbele tijd nodig had om de HBS af te ronden.’ Het is meer dan goed gekomen met Piet Colpaart. Als uitvoerder van grote bouwprojecten heeft Piet veel kennis opgebouwd en veelomvattende verantwoordelijkheden leren dragen. In de avonduren heeft hij uiteindelijk zelfs de HTS-opleiding bouwtechniek voltooid. Zijn lerend vermogen heeft echter weinig van doen met schoolbanken, maar veel meer met zijn bereidheid om hard te werken, te luisteren, van een ander te leren en in zijn hang naar alles wat hij nog niet kent. Voeg daar een flinke dosis reislust aan toe en het plaatje van een leergierige persoon is compleet. ‘Een mens is nooit uitgeleerd. Ik leer nog dagelijks nieuwe dingen. Soms doe ik er wat langer over dan een ander, maar léren doe ik het.’

Het boegbeeld: de ziel Dit is mijn lot; gebeeldhouwd voor den boeg, den scheepsromp achter mij te moeten volgen; mijn zegetocht over knielende golven aan ’t schip te moeten danken dat mij droeg.

Ik zal nooit van een houden, zijn van alle even witwoedend, even snel weer grijs. Ik lok, zij streelen, laat ze los, zij vallen in met het koor, dat sterft achter mijn reis.

Wel leef ik ’t zwerven liever dan het vaster landlijk geluk, dat wortelt als een boom in één trouw, voor één einder; mijn driemaster draagt me in de drift van iedren wereldstroom.

Geen vrouw leed liefde zoo gelijk bewogen in drift, als ik de zee: zijn ademtocht houdt mij beurtlings bukkend en opgetogen, geen man heeft machtiger zijn bruid bezocht.

Liefkoozingen van alle golven schuimen over mijn borst en bevlekken mij niet. Volgende reinigen van voorge, zij ontruimen mij snel, mijn vreugd blijft vrij van hun verdriet.

Jan Jacob Slauerhoff

20 )


( 21

Een bescheiden man ‘Een vroegere leraar bouwkunde vertelde me onlangs dat hij het zonder meer zou hebben geloofd als ik nu achter de ijscokar had gelopen. Dat ik op school alleen maar plezier wilde hebben in de dingen die ik deed. Op zichzelf had de man gelijk, zij het dat niemand wist hoeveel energie ik in het schoolwerk stopte. Ik was nergens goed in. Net als vroeger wil ik plezier hebben in mijn bezigheden, maar hard werken doe ik eveneens nog steeds. Ik verwacht dat trouwens ook van een ander. Mijn mensen houd ik voor dat ze meer mogen verdienen dan ik, maar dat de inzet er dan ook naar moet zijn. Je hebt elkaar nodig, moet willen samenwerken om tot een resultaat te komen. En wat mij betreft, krijgt iedereen daarvoor de kans. Ik doe met plezier een stapje terug als dat nodig is.’

terug. Binnen zijn bedrijf, waar hij bijvoorbeeld alles in het werk stelt om iemand te laten studeren, en in de keuzes die hij in zijn privé-leven maakt. Je hoort het in zijn verhalen over jongeren die via de sport een armoedig milieu ontgroeien. En je ziet het in zijn aanmelding, als vrijwilliger, om na afronding van zijn laatste bouwproject, zijn expertise in te zetten voor ontwikkelingslanden.

Een sociale man Piet Colpaart is geboren voor het verenigingsleven. Als zestienjarige richtte hij zijn eerste organisatie op: een wandelclub in Zeeuws-Vlaanderen, zijn geboortegrond. Het verenigingswerk is zijn lust en leven. Zelfs in de tien jaar dat hij op de Antillen woonde en werkte, was hij betrokken bij sport en verenigingswerk. Zijn contacten reiken tot Olympisch niveau. Sociale interesse en logistieke vaardigheden vormen de grondslag voor zijn succesvol functioneren in bestuursverband. In zijn handelen vind je betrokkenheid overal

‘Jawel, ik ben zeker trots. We werken er hard voor, maar vinden dat eigenlijk vanzelfsprekend. Het is fijn als plannen goed uitpakken.’

Een trotse man Op zijn gemak smeert Piet zijn vijfde boterham. Eet zijn dagelijkse tomaat omdat dit goed voor hem is. Zijn toon verandert nauwelijks als hij verhaalt over spectaculaire projecten, enorme resultaten en sociale overwinningen, klein en groot.

Behalve dat hij vakbekwaam is en bereid huis en haard te verlaten om elders in de wereld te werken, zit zijn grote kracht in logistieke processen. Hij zet die vermogens gaarne in als bijdrage aan de maatschappij, zoals hij zelf zegt. Deze ‘gewone’ avonturier vol verhalen is een man van eer. Veerkrachtig en volhardend. Deze jongen van Jan de Witt heet Piet. ) Piet Colpaart


Wat is geluk

Omdat het geluk een herinnering is bestaat het geluk omdat tevens het omgekeerde het geval is,

ik bedoel dit: omdat het geluk ons herinnert aan het geluk achtervolgt het ons en daarom ontvluchten wij het

en omgekeerd, ik bedoel dit: dat wij het geluk zoeken omdat het zich verbergt in onze herinnering en

omgekeerd, ik bedoel dit: het geluk moet ergens en ooit zijn omdat wij dit ons herinneren en dit ons herinnert.

Rutger Kopland

22 )


Verbond tussen pijn en geluk De avondlucht is bijna zwoel, maar op de wind zweven al de prikkelende tonen van het najaar. Het zijn de zinnelijke geuren van een traag wijkende zomer en van bomen die, nog enigszins onwillig, raken ontdaan van het kleurende blad. Aroma’s van fruit, zoet en rijp, en van kastanjes die met een diepe glans uit de prikkelige groene bolsters rollen. Van struiken vol felgekleurde bessen die tot ver in de winter zichtbaar zijn. Dit is het seizoen van de voltooiing. Met kleur en kruidigheid creëert het een verleidelijke overgang van de grillige glorie van de zomer naar de vastberaden winterse ingetogenheid. Het is een seizoen dat alles lijkt te kennen, elke emotie, elke charme, elke toon.

‘Intens houden van kent ook de pijn van loslaten en afscheid nemen. Het is de keerzij van liefde en geluk die je kwetsbaarheid blootlegt. De angst voor een groot verdriet maakt dat je niet onbezorgd gelukkig kunt leven. Maar het is diezelfde angst die ervoor zorgt dat het houden van zich verdiept. Een pact van levensverrijkende emoties.’ Boeiend en nieuw Erna ten Have kende een lange loopbaan als manager van verpleeg- en verzorgingshuizen. Een nieuwe uitdaging is haar huidige functie als bestuurder van Riwis Zorg & Welzijn. Vanaf het eerste moment was ze geboeid door de sociaal-maatschappelijke problematiek, maar ook geschrokken van het intense leed dat schuilgaat in deze wereld. Nieuw voor haar is de zorggroep jeugd. Moeilijk opvoedbare jongeren, autisten, tienermoeders, kinderen die dreigen te ontsporen, slachtoffers van huiselijk geweld. Sommigen van hen hebben in hun leven niets anders leren kennen dan pijn en het letsel dat hun is toegebracht. Als moeder van vier kinderen treft het leed van een ernstig beschadigd kind haar vol in het hart. ‘Zo’n kind heel je nooit meer. Je kunt het hoogstens leren omgaan met de pijn en de moeilijkheden. Maar alles wat je doet, schiet tekort. Dat gegeven stelt hoge eisen aan mijn inzet, maar is tegelijkertijd ook uitdagend en mooi! Het stimuleert me om al mijn capaciteiten en mogelijkheden in te zetten.’

Veranderingsmanagement ‘Autoritair? Ja, soms. Maar arrogant ben ik nooit. Ik ben wel direct en bied waar mogelijk een alternatief waarmee alle partijen vooruit kunnen. Als bestuurder is de zorg voor de ander de basis van mijn bestaan en maakt mij tegelijkertijd kwetsbaar. Ik ben een gevoelig mens. Als de ander niet loyaal blijkt, is dat voor mij een intens verdrietige ervaring. Ik ben een manager die op basis van gelijkwaardigheid een organisatie aanstuurt en keuzes maakt.’ ‘Begin bij jezelf, ken je bagage en weet waarom je dingen anders wilt. Dat is het begin van grote veranderingsprocessen. Als manager maak je soms keuzes die voor een ander onprettig zijn. De menselijke maat blijft echter steeds het uitgangspunt. Je kunt een ander mens gemakkelijk beschadigen, maar ook gewoon ‘heel’ houden.’ Intens leven ‘In niets ben je zo kwetsbaar als in de liefde voor je kinderen. Ons gezin is levendig en bij het opgroeien maken ze alle vier hun eigen moeilijke tijden door. Om dan te ervaren dat je, zelfs als professional, niet bij machte bent om je eigen kind in die zoektocht te helpen, doet pijn. Als ouder kun je vaak niet meer doen dan er zijn.’

Balans ‘Ik ben moeder, echtgenote en professional. Dat brengt, naast een rijk leven, een overvolle agenda met zich mee. Er zijn avonden dat ik compleet uitgeput thuis kom. Als moeder en echtgenote heb ik dan niet veel meer te bieden. Daarover kan ik me heel schuldig voelen.’

‘De laatste jaren lukt het me steeds beter om te beschouwen en dingen een plek te geven. Toch word ik nog steeds wel eens gek van mezelf. Ik doe veel, wil het liefst nog meer en heb weinig prikkels nodig om betrokken te raken. Ik weet ook dat ik niets wil missen. De intensiteit waarmee ik elke dag ervaar, met zowel liefde als verdriet, beschouw ik als pure rijkdom.’

‘Het is niet altijd eenvoudig en soms ondoenlijk om mijn energie goed te verdelen. Ik ben een sociaal bewogen mens, altijd geïnteresseerd in de ander en heb vaak het gevoel dat op mij een appél wordt gedaan. Het zorgen is me met de paplepel ingegoten. Mijn moeder heeft een heel zorgzaam karakter en zorgen voor een ander was en is een vanzelfsprekendheid voor haar. Anderzijds heb ik van mijn vader de onstuitbare drang om ondernemend te zijn, dingen tot stand te brengen, iets te willen betekenen. Ik ben nieuwsgierig, leergierig en kan niet anders dan me voor de volle honderd procent inzetten. Te weinig neem ik de tijd om te aarden, voor een moment van meditatie of de rust om na te denken, te genieten, een evenwicht te zoeken. Soms moet ik me zelfs bedwingen om me niet nog meer werk op de hals te halen. Er is zoveel boeiends om ons heen!’

Wie durft Het leven is om te doorléven, te overtreffen, te trotseren. Om te tarten en te overstijgen. Het aan te durven om alle emoties, die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, te beleven. Soms angstig, onzeker of zelfs verlegen, maar altijd intens en voluit. ) Erna ten Have

( 23


Stoutmoedige vriend Het kost even tijd om alle geluiden te filteren. Remmende treinen laten de rails kermen en knarsen. Een straatveger neemt kortstondig maar oorverdovend bezit van de straat. Drie kinderen, in de leeftijd van twee, vier en zes, laten zich door niets afleiden in hun luidruchtig spel. En als de zon het water van het zwembad in de tuin voldoende heeft opgewarmd, is het vrolijke rumoer, de verontwaardiging bij een onverwachte koude spat, het gespetter en geplons een openbaar zwembad waardig.

Voor vader o vader wij zijn samen geweest in de langzame trein zonder bloemen die de nacht als een handschoen aanen uittrekt wij zijn samen geweest vader terwijl het donker ons dichtsloeg. waar ben je nu op een klein ritje in de vrolijke bries van een groene auto of legde de dag haar handschoen niet op een tafel waar schemering en zachte genezing zeker zijn in de toekomst. mijn lippen mijn tedere lippen dicht. Hans Lodeizen

Pal tegenover het station wonen ze. Achter de voordeur schuilt verrassend meer ruimte dan de gevel doet vermoeden. Als woning in de negentiende, ambulancegarage in de twintigste en andermaal woning in deze eeuw is dit een doorleefd pand. Een ruim en prettig thuis voor een groot gezin. De vierde telg is inmiddels geboren en met deze nieuwe wereldburger is het gezin compleet. Een gewenst compromis tussen een groot en een nog iets groter gezin. Het gezin van Boudewijn Solen.

Winst en verlies ‘Een vriendin van me is vermoord. Toen we elkaar leerden kennen, werd ik verliefd op haar. Een goede vriendschap bleef over. Haar echtgenoot heeft haar omgebracht. Na zijn daad is hij gevlucht en heeft hun dochtertje meegenomen. Kort daarop overleed mijn beste vriend aan kanker. De ziekte had een dramatisch en snel verloop. Binnen twee jaar was ik twee beminden kwijt en voor mijn gevoel twintig jaar van mijn leven.’

Thuis zijn Langzaam went de overmaat aan geluiden en ontvouwt zich een zekere rust. De rust van oude muren rondom de tuin. Van een moeder die haar kroost een duwtje in de goede richting geeft. Van een vader die ontspannen en breeduit geniet van zijn gezin. Van de, naar eigen smaak, te schaarse momenten dat hij dit alles kan beleven.

‘Het gemis blijft. Misschien juist daardoor kan ik nu ongelooflijk genieten van wat ik heb. Van de liefde in mijn gezin. Van mijn familie, vrienden en collega’s. Het verdriet heeft me veranderd. Ik sta nu dichter dan vroeger bij het geloof. Ik ben ervan overtuigd dat er een eeuwig leven is en dat ik mijn verloren vrienden ergens weer zal ontmoeten. Maar meer dan iets anders heb ik leren relativeren.’

‘Wanneer ik thuis ben, ben ik er ook helemaal. Ik kan goed schakelen en een avond voor de tv op de bank hangen, vind ik heerlijk. Het lijkt daardoor wel eens dat ik zonder veel moeite door het leven rol. Dat alles me in de schoot wordt geworpen. Maar dat is natuurlijk niet zo. Ik werk hard, weet wat in mijn bestaan belangrijk is. En dat is: samen gelukkig zijn, bij elkaar zijn. Daarin ligt mijn betekenis.’

Katholiek in de gereformeerde kerk ‘Aline komt uit een traditioneel gereformeerd nest, ik ben katholiek opgevoed. We willen graag één religieuze richting voor onze kinderen en voor mij was het gemakkelijker om de overstap naar een ander kerkgenootschap te maken. Dus loopt er nu een katholiek rond in de gereformeerde kerk. Ik leer van hen en zij leren van mij. Door andere zienswijzen te respecteren en goed naar elkaar te luisteren. Het geloof heeft geen invloed op mijn diepste wezen. Ik ben en blijf gewoon mezelf. Wars van hiërarchie en indoctrinatie.’

24 )


‘Traditionele normen en waarden zijn mooi in de kerk, maar daarbuiten roert zich wel het echte leven dat om souplesse vraagt. De andere wang toekeren is een mooie gedachte, maar als mijn dochter Anna voor haar broertje opkomt als hij gepest wordt, dan ben ik daarover trots en blij.’ Vader of zoon ‘Mijn vader is baas, directeur, scheidsrechter en dat is hij altijd en overal. Een nobel mens, maar hij stopt nooit met werken, wil altijd meer bereiken dan hij al heeft gedaan. Zo heeft hij ons ook grootgebracht.’ ‘Ik ben een veel minder consistente vader, maar ga consequent om met de ruimte die ik mijn kinderen geef om vooral zichzelf te mogen worden. In mijn werk als aanbestedingsjurist ben ik precies. Geen perfectionist, maar ik wil het graag goed doen. Ik zou het mezelf misschien gemakkelijker kunnen maken, maar net als mijn vader wil ik veel en zit mijn hoofd vol plannen en ideeën. De druk is soms groot en de overerfelijke drang om mezelf te bewijzen zit me af en toe in de weg.’ ‘Ik zou graag zien dat mijn vader meer afstand neemt van de stress en de enorme hoeveelheid werk. Meer tijd neemt voor zichzelf, zijn kleinkinderen, studie en wijsheid. Rollen verschuiven. De zoon wordt vader, de vader grootvader. Dat vraagt tijd en aandacht en die gun ik hem en onszelf heel erg.’ Boudewijn Met een eigenheid, even groot als hijzelf – kilo’s die overbleven uit de studietijd – en met veel gevoel voor pathos vertelt deze man, beginnend ondernemer, gespecialiseerd jurist, vader en echtgenoot met een hartverwarmende oprechtheid over zijn dagelijks leven. Op een bijna aandoenlijke manier en met soms grote woorden doet hij zijn naam eer aan. Boudewijn is een Germaanse naam en betekent stoutmoedige vriend. Dapper en stoutmoedig is hij. Een kameraad, een makker, een partner, een geliefde. Iemand die de moed heeft zichzelf onder ogen te zien en ruiterlijk omgaat met de ander. Geen mens die conflicten zoekt, maar wel een gedreven beschermer van zijn gezin. Een rondborstig mens. Een vriend van het leven. ) Boudewijn Solen

‘Samen gelukkig zijn, bij elkaar zijn.

( 25

Daarin ligt mijn betekenis.’


Autonomie in kleur De dag is grijs. Het industrieterrein, met een keur aan bedrijven en leegstand, doet saai en rommelig aan. De remise van de tram en de nabije volkswijken met lange rijen flats bevestigen de indruk aan de uiterste rand van de stad te zijn. Het strakke kantoorgebouw geeft aan de buitenkant niet meer dan een fletse indruk prijs. Des te verrassender is de ontmoeting met een palet aan kleur, bezieling en onafhankelijkheid. Op drie hoog, bij de Stichting Anton Constandse, voorheen RIBW Den Haag.

‘De kosten van deze locatie verschillen nogal met die van de A-locaties in de stad. Bovendien zijn we hier goed bereikbaar vanaf de snelweg. Een groot aantal woningen van onze cliënten bevindt zich wél in het centrum. Het geld dat we hier besparen, besteden we daar.’ Het is direct duidelijk waar Lidy Zaat, directeur van de Stichting Anton Constandse, haar prioriteiten legt. Een belangrijk deel van haar leven besteedt ze aan de vervulling van haar taken. Haar werk is zodoende uitgegroeid tot levensbestemming en inspiratiebron. De dagelijks terugkerende verantwoordelijkheid levert waardering op en een grote diversiteit aan sociale contacten, welke in hoge mate bijdragen aan haar levensgeluk. Voorzitter ‘Als voorzitter van de alliantie van directeuren van RIBW-instellingen in Nederland heb ik een interessante portefeuille. Den Haag biedt mij een ingang bij landelijke organisaties en bestuurders. Ik geniet van het me in die kring bewegen en van de mogelijkheden die daardoor ontstaan. Echter, de opbouw, vanaf het begin, en het directe contact met cliënten

en medewerkers is hetgeen me de meeste voldoening schenkt. Ik kan met beide voeten stevig op de grond staan, terwijl we inmiddels een grote organisatie zijn. Ik ben trots op wat we bereiken en mijn eigen rol in dat proces.’ Type straatvechter ‘Ik ben een mens van de stad. Ik vind het prachtig hoor, natuur, met al die bomen en zo, maar hier ben ik thuis. Ik ben ook wel een type straatvechter. Ik ga recht op mijn doel af en moet blind op de ander kunnen vertrouwen. Als iemand meent een spelletje met me te moeten spelen, dan draai ik me om en zoek een andere weg. Ik stop mijn energie niet in hypocrisie of onechtheid, heb wel wat beters te doen. Daarentegen kan ik tot het uiterste gaan als ik de indruk heb dat er onrecht wordt gedaan. Ik maak het mezelf daarmee niet altijd even gemakkelijk.’ Zelfstandig ondernemen in zorgland De hoge mate van vrijheid die ze voor zichzelf en de organisatie creëert, heeft op Lidy een grote aantrekkingskracht. ‘Veel grote instellingen binden zich met handen en voeten aan hiërarchie

en regels. Wij hebben een tamelijk platte organisatie met zo min mogelijk regeldruk voor medewerkers en cliënten. De woonhuizen zijn zelfredzaam, hebben een eigen budget en de ruimte om dit naar eigen inzicht te besteden. Daardoor kan ieder huis doeltreffend inspelen op wensen en mogelijkheden van de bewoners. Als beginnend verpleegkundige voorvoelde ik al dat ik ooit een eigen organisatie en huis zou hebben. Het zijn er meer dan honderd geworden.’ Stichting Anton Constandse Anton Constandse was een vrijdenker en strijder voor menselijke waardigheid. Het nieuwe, kleurrijke logo van de stichting staat voor de diversiteit aan mensen en hulpvragen die zij onder de paraplu heeft. ‘Het logo komt voort uit een vormgeving die uitdaagt en mensen verleidt om actief te zijn, zich te ontwikkelen. Dit vraagt respect en oog voor de samenhang binnen onze maatschappij. We hebben een voortrekkersrol in het signaleren van en inspelen op nieuwe problemen. Dat vraagt veel van onze medewerkers. Ik doe vaak en met plezier een beroep op het lerend vermogen van mens en omgeving. Mijn ervaring is dat met de hakken in het zand alle beweging eruit vloeit. En dat terwijl beweging een voorwaarde is om jezelf te kunnen ontplooien en actief te participeren in ontwikkelingen. Bezieling De onderzoekende ogen van Lidy Zaat kijken doorgaans rustig en vriendelijk om zich heen. Donker en fel wordt haar blik als het over vrijheid en onafhankelijkheid gaat. ‘Onze voorouders hebben gevochten voor die vrijheid. Voor het recht zelf te mogen nadenken, zonder dwang van religie of politiek! Je daarvan bewust zijn, is onvoldoende, het vraagt om actieve, persoonlijke inzet.’ Met een glimlach leunt ze achterover. De rust is onmiddellijk weer terug. ‘En die vrijheid van denken en te mogen zijn wie je bent, vind je bij ons terug. In de manier van werken en in de woonvormen. We leren met zijn allen om mee te bewegen en omgaan met die ander, ook als die afwijkt van wat we gewend zijn. Overal kom je pareltjes tegen, mits er de ruimte is om er een te zijn.’ ) Lidy Zaat

26 )


Spinoza Een fotografie lens, schaakmat Met een schaakspel van Glas D’r op-Uit !! Het standbeeld van Spinoza fotograferen met je Digi-cam, Een Haags burger En een echte mensenrechten activist Toch zijn er weinig boeken zo mooi als Spinoza’s: ‘Ethica’ Geschreven door een machtig Brein, net zo wiskundig als een Glazen Schaakspel Zijn invloed raakt concreet De eeuwigheid zo groots Het is of de eeuwige wijsheid ’Schaakmat’ is gezet.

Eduard W. Gerdes ( 27


Ode aan de zachtmoedigen Midden in een woonwijk, tussen hoge flats, ligt een keurig groene grasmat. Omvang en doelpalen verraden de functie van voetbalveld. Het veld hoort bij de ernaast gelegen school, maar wordt ook gebruikt door Scheidsrechtersvereniging Deventer en Omstreken. Uit de geblindeerde deur van een soort garageloods stapt Gerhard Langenkamp, voorzitter in hart en nieren, naar buiten. De ogen kijken ferm in het rond, de warme handdruk is vriendelijk, de mond verraadt een gevoelig karakter.

‘Goed aanvoelen wat er om je heen gebeurt

is van meer belang dan de baas spelen.’

28 )


Achter de geblindeerde façade van de loods bevindt zich een verrassend grote en gezellige kantine. Het 3-0 feest van de vorige avond, na de EK-wedstrijd Nederland-Italië, waart nog enigszins verschaald rond tussen de oranje vlaggetjes en vermengt zich met de geur van verse koffie. Scheidsrechter ‘Ik houd van de voetballerij. Ooit was ik keeper, maar blessures dwongen me daarmee te stoppen. Mijn vrouw bracht me toen op het idee om een opleiding tot scheidsrechter te gaan volgen. De rol van scheidsrechter paste me als gegoten. Wedstrijden fluiten is niet gemakkelijk, er zijn veel regels en nog veel meer manieren om daarmee om te gaan, maar het werd mijn lust en mijn leven. Versleten knieën dwongen me uiteindelijk ook hiermee op te houden. Nu ben ik al weer geruime tijd bestuursvoorzitter van de Scheidsrechtersvereniging en zet me op lokaal niveau voor de scheidsrechters in. Er zijn er veel te weinig en de aanwas onder jongeren is gering, terwijl het toch een prachtig vak is! Ik geloof in de kracht van verenigingen, maar dan wel met inzet van de leden. In deze tijd bloedt een vereniging sneller dood dan wat dan ook. Wij doen het hier in Deventer goed. Zelf werk ik er misschien wel eens te hard voor.’ Met respect ‘Ik voelde me nooit thuis in de schoolbanken. Mijn vader was al vroeg overleden en mijn moeder had in haar eentje de zorg voor inkomen en gezin. Ik maakte gebruik van de ruimte die daardoor ontstond en was meer buiten dan binnen de school te vinden. Toch heb ik in mijn werkende leven nog heel wat opleiding genoten. Op mijn vijftigste werd ik tot mijn verrassing aangenomen als werkbegeleider bij Justitie. Dit werk had ik tien jaar eerder moeten gaan doen. Eindelijk was ik op mijn plek. Mijn hele leven had ik gewerkt in de metaal en nu zat ik ineens tussen mensen met een ‘kras’. Bij Justitie moest ik er opnieuw aan geloven. De theorie- en praktijklessen vielen me zwaar. Ik verdenk ze ervan bij het examen zelfverdediging een oogje te hebben dichtgeknepen. Die jonge knullen konden me gemakkelijk de baas. Ik heb die zelfverdediging trouwens nooit nodig gehad. Tijdens mijn jaren bij Justitie is geen onvertogen woord gevallen of een vinger naar me uitgestoken. Ik heb wel eens een collega helpen ontzetten die werd aangevallen, maar ben zelf altijd met respect behandeld.’

( 29

Jezelf zijn ‘Ik kan niet goed verwoorden waarom mijn omgeving mij deze mate van respect betoont. Het is altijd zo geweest. Op het veld als scheidsrechter, als voorzitter van de Scheidsrechtersvereniging en in mijn werk bij Justitie. Mensen strijden niet met mij. Ik kan gewoon vriendelijk zijn, zoals ik ben, en de leiding nemen zonder gezag uit te dragen. Ik maak goede afspraken, baken verantwoordelijkheden af en zorg dat de neuzen dezelfde kant op staan. Goed aanvoelen wat er om je heen gebeurt is van meer belang dan de baas spelen. Soms heeft iemand ruimte nodig om zichzelf te zijn. Gééf hem of haar dan ook die ruimte.’ ‘Ik vind ruzie verschrikkelijk. Afgelopen week zag ik een stel dat herrie had op straat. Hij ging ontzettend tekeer en zij maar huilen. Ik weet niet waarom het ging en of het terecht was, maar ik vond het erg naar om te zien en kon zelf wel meehuilen. Sinds mijn vrouw is overleden, reageer ik op dit soort dingen nog emotioneler dan voorheen. De tranen zitten me snel hoog en bij een verdrietige film schiet ik al vol. Vroeger probeerde ik dit te verstoppen, maar nu ik ouder ben zit het me niet meer zo in de weg. Gevoeligheid is geen zwakheid.’ Kalme moed ‘Je leven kan ineens in duigen vallen. Het was vlak voordat ik zou stoppen met werken en geheel onverwacht. Toen ik thuis kwam zat ze aan tafel. Dood. Het hart was stil gaan staan. Met de jaren slijt het verdriet, maar eigenlijk gaat er nog steeds geen dag voorbij dat ze niet in mijn gedachten is. Ik ben niet op zoek, maar mocht ik nog eens iemand tegenkomen waarmee ik samen kan optrekken en dingen ondernemen, dan zou ik daar heel dankbaar voor zijn. Ik heb het er nooit over, red me prima, maar voel me soms wel alleen.’ Het woord zachtmoedig krijgt bij Gerhard Langenkamp een speciale klank. De klank van moed en doorzettingsvermogen. Van toegankelijkheid en gevoel voor wat een ander nodig heeft. Je realiseert je welke kracht er schuilgaat in vriendelijkheid, voorkomendheid en lankmoedigheid. Ode aan dit mens. ) Gerhard Langenkamp

Huis van bewaring Ik hoor de stilte zwijgend uit. Geluiden stemmen met mij in, schrijven het witboek langzaam zwart. Hagel tegen de harde ruit. De tikmachine slaat in punt na contrapunt de regels dicht. En dit het teken aan de wand: de spiegel, enige getuige, slaat met de klok op mijn gezicht. F.L. Bastet


30 )


‘De waarde die het leven voor mij heeft; al die dingen om me heen die mij ontroeren en inspireren, die wil ik vastleggen. Ik wil ze delen met de mensen om me heen en overdragen aan degenen die na mij komen. Ze bewaren omdat ze waardevol zijn. Iets mooiers kan ik niet geven.’

Theo Solen

( 31


Anna Een warme, tinkelende lach rolt speels langs de dijk en vervliegt in de vochtige warmte van de vroege zomerdag. Het open landschap van de IJssel is licht en uitnodigend. Even gaat het hoofd schuin in een pose van rust. Een kuiltje in de wang verschijnt zodra de frons in het voorhoofd verdwijnt. Verhalen dringen zich naar voren en onmiddellijk is de uitdrukking van concentratie terug. Onverstoorbaar, bijna laconiek klinken de woorden. Zonder hapering bereiken ze het hart.

‘Ik was woest op die kerel toen hij er zo plotseling tussenuit was gestapt. We waren samen op reis in Australië toen het gebeurde. De eerste weken wisselden verdoving, onmetelijk verdriet en heldere momenten elkaar af. Daarna kwam de boosheid. Zeven jaar waren Meine en ik getrouwd. We hadden nog zoveel plannen.’ Het overlijden van haar man is een kwetsuur die een plek kreeg in Anna’s leven. Een plek naast andere verdrietige ervaringen, zoals de scheiding van haar eerste man. Ze schetsen de contouren van het leven en stellen haar in staat haar eigen ervaring actief om te zetten in het ondersteunen van anderen. Mensen die eveneens een verlies hebben te dragen. Bewust laat ze mensen afscheid nemen, bijvoorbeeld met een brief of gedicht, zodat het rouwproces vloeiender op gang komt en verloopt. Opnieuw Anna Anna de Vries is zestig en inmiddels gestopt met werken. Niet altijd was ze Anna. Wel bij haar geboorte, maar als roepnaam

paste het niet goed bij haar. Anna werd Anneke. Anneke trouwt, heeft een lang werkzaam leven, gaat scheiden en trouwt opnieuw. Anneke groeit in haar pioniersfunctie als personeelsfunctionaris bij de RIBW in Apeldoorn, thans Riwis Zorg & Welzijn, en groeit ook als mens. Langzaam groeit de gedachte dat Anna een naam is om trots op te zijn en daagt het besef dat Anneke weer Anna is. Ruimte ‘Privé en werk zijn altijd belangrijk voor me geweest. Toen mijn man overleed, bleek het niet gemakkelijk om de draad van het werk weer op te pakken. Uiteindelijk heeft het me goed gedaan. Nu heb ik op een fijne manier afscheid genomen van mijn werk en de ruimte om het leven te nemen zoals het zich aan me voordoet. Voorheen verplichtte ik mezelf om alles precies te doen zoals ik me had voorgenomen. Nu benauwt me dat. Ik voel me ook steeds meer aangetrokken door openheid en ruimte in een landschap. Ik vind het heerlijk, die weidsheid.’

Onvermijdelijke besluiten ‘Mijn moeder heeft een vorm van dementie. Ze vindt het verschrikkelijk om te verhuizen naar het verzorgingshuis. Op mijn beurt ben ik boos dat deze ziekte mijn moeder treft. We ruziën samen wat af. Over meubels die ze mee wil hebben, maar waarvoor geen plek is. En over dingen die ze zelf nog wil regelen, wat niet meer kan. Centraal staat het pijnlijke gevoel haar in de steek te laten.’ ‘Ik ontkom niet aan het thema afscheid, in alle facetten. Als ik me had gerealiseerd hoeveel pijn en verdriet de scheiding van mijn eerste man teweeg zou brengen, weet ik niet of ik de stap had durven zetten. Achteraf is het goed. We hebben een fijn contact en zijn daar gelukkig mee. Het was een juiste en niet te vermijden beslissing.’

‘Ik voel me steeds meer aangetrokken door openheid

en ruimte in een landschap. Ik vind het heerlijk, die weidsheid.’

32 )


Eindigheid Anna beweegt zich van nature, maar ook gevormd door eigen ervaring, onbevangen op de scheidslijn van leven en dood. Een doelgerichte en praktische training heeft haar geleerd hoe ze een ander daarbij kan ondersteunen. ‘Niemand wil dood. De wereld gaat door en als je dood gaat, doe je niet meer mee. Het is een onwerkelijk idee dat je er niet meer bent en onvoorstelbaar dat je geen dingen meer samen doet. Maar het leven is eindig en dat is een gegeven. De dood maakt deel uit van je bestaan. Je weet alleen niet wanneer het zover is.’ Hier en nu Anna is een vrouw die het vermogen heeft om in het hier en nu te leven. Iemand die ruimte maakt om op het juiste moment te reageren en haar kennis en energie weet in te zetten tot steun van anderen. Ze kan haar medemens ertoe aanzetten en stimuleren om bewust een rouwproces in te gaan; je niet weg te stoppen in verdriet, maar bewust en open afscheid te nemen, omdat het maar één keer mogelijk is. Kalm staat ze stil bij emoties en vragen. Met aandacht en concentratie doet ze wat daarbij past. Praktische dingen mogen daarbij op een charmante manier soms even naar de achtergrond verdwijnen. De handtas gaat bijna binnenstebuiten − ‘Waar heb ik die sleutels nou toch?’ Dit is een verhaal over persoonlijke groei die nooit ophoudt. Over een kind, moeder en vrouw. Strijdvaardig, melancholiek, zacht. ) Anna de Vries

( 33

Je liet iets na verschijnen en verdwijnen in en uit dit leven vluchtig als een regenboog als wolken aan de hemel als echo van een lied stemt minder droevig als je vol aandacht een regenboog zag langs de hemel met wolken reisde je eigen lied in de wereld zong Margriet van der Meulen


De heuvel We lopen de heuvel op, mijn vrouw en ik, we zijn even oud. Het licht is onsterfelijk, de aarde moederlijk en murw, de nacht nietsvermoedend van gruwel en vuur, maar wij lopen samen de heuvel af, eeuwen oud. Guillaume van der Graft

34 )


Akte van vertrouwen Het brede, statige bospad strekt zich glooiend naar de heuvel uit. Daglicht speelt met het blad van frisgroene beuken. Vanaf de eeuwenoude hellingen van de Lemelerberg spiegelt de horizon zich aan de grijze lucht. Helder is het paars van de bloeiende rododendron en donker rijst de jeneverbes omhoog uit de hei. Hoeveel wandelaars zijn hier al voorbij gekomen? Hoeveel levens heeft dit landschap gezien en hoeveel zullen er nog volgen?

‘Ik wandel bijna nooit, loop niet rond zonder doel. Maar voor deze omgeving hebben we gekozen. Mijn vrouw en ik willen hier leven en onze voetstappen voegen bij al die voetstappen die hier al zijn gezet. Het is een mooie plek, met rust en ruimte. Kinderen kunnen hier in bomen klimmen en over de paden rennen. Kijk eens naar de kracht van deze mooie oude eik. Die ziet eruit als de hand van een reus. Wijs en levenskrachtig.’ Een lang sterk lijf en een bedachtzame manier van bewegen. Daarboven een guitige kop met een glimlach die steeds opnieuw een verrassend spel speelt. Iwan Solen beweegt zich ogenschijnlijk kalm door het leven. Laat niet snel het achterste van zijn tong zien, maar vertelt aandachtig over zijn drijfveren, keuzes en gevoel. Een jonge knul en wijze man weten zich in hem te verenigen. Bakens ‘Het voelt alsof ik nog steeds aan het begin sta, al is het met het zoeken gedaan. Vanaf mijn studietijd vaar ik een eigen koers. Vol vertrouwen en met de zekerheid dat er mensen zijn die van me houden.’ ‘Die routepaaltjes langs het pad zijn als de bakens van mijn leven. Herkenningspunten en zo nodig toetsstenen bij de wegen die ik insla en de keuzes die ik maak. Het is fantastisch om van die route onderdeel te zijn. Ik weet dat er mensen zijn waarop ik kan terugvallen. En op mijn beurt sta ik mensen bij wanneer dat nodig is.’

Balans ‘Niemand weet hoe het leven zal verlopen. In mijn werk als leidinggevende in de geestelijke gezondheidszorg zie ik voortdurend mensen die alle zekerheden kwijtraken: geliefden, een veilig thuis, een zinvolle dagbesteding. Mensen die door erfelijke factoren ernstig uit balans raken. Mensen die zoveel verdriet te verwerken krijgen dat de last te zwaar is om te dragen. Mensen die aan de zelfkant van de maatschappij terechtkomen. Wij zijn allen kwetsbaar, maar hebben ook kansen en mogelijkheden. De kern van ons doen en laten ligt in het evenwicht.’

‘We zien en spreken elkaar in de familie regelmatig. Vaak gaat het ogenschijnlijk over niets bijzonders. Het is een contact dat weinig woorden behoeft en zich manifesteert als een wederzijds gevoel en onderlinge verbondenheid die ik als uiterst waardevol beschouw.’

‘Ik ben me terdege bewust van de broosheid van ons bestaan. Dat sterkt me in het besef gelukkig te zijn met de liefde en vriendschap die ik ervaar. Natuurlijk wil ik graag goed worden betaald voor mijn werk en prettig leven. Maar het kapitaal van privé en het grote fortuin van het welzijn van mijn dierbaren heeft voor mij zonder meer prioriteit. Daar kies ik voor.’

Jong en sterk ‘Ik ben intens gelukkig. Er zal wellicht een periode komen met minder voorspoed of zelfs verdriet. Dat zal dan zo moeten zijn. Ik voel en herken in mezelf de kracht om te dragen en waar mogelijk helpt die kracht niet alleen mezelf, maar ook een ander door moeilijke tijden heen.’

Sensibel en sensitief ‘Ik herken veel van mijn ouders in mezelf. Wel heb ik het gevoel dat ik op een andere manier dan zij mijn keuzes maak. Dat dit ook kán omdat mijn ouders er voor me zijn en de onderlinge band in de familie sterk is. Maar tevens omdat ik in mijn huwelijk en vriendenkring andere dingen leer en ervaar dan zij. En wellicht eveneens omdat de tijd gewoon anders is. Dingen zijn zoals ze zijn en hebben zodoende een zekere vanzelfsprekendheid.’

‘Ik ben ambitieus, wil graag doorgroeien in mijn werk als leidinggevende in de ggz en zie daar ook zeker mogelijkheden toe. Samen met mijn vrouw Mirjam wil ik graag een gezin met kinderen opbouwen.* Maar wat ik eigenlijk het liefste wil, is een veilige basis en een baken voor de mensen in mijn omgeving zijn. Omdat ik samen met hen over het levenspad loop. Omdat ik nu beschik over de kracht om te binden en te ondersteunen.’

‘Ik handel vaak vanuit mijn gevoel. Uiteraard overleg ik met mezelf en mijn omgeving over de juistheid van mijn keuzes. Ik kan prima uitleggen waarop ik mijn wijze van handelen baseer. Een soort gevoelsmatige ratio, waarbij de sensibiliteit eveneens een grote rol speelt.’

Langzaam maakt de uitdrukking van concentratie plaats voor het begin van een prachtige glimlach. Een brede grijns breekt door. ‘IJsje?’ ) Iwan Solen *Noot van de redactie: inmiddels zijn de zoons Thomas en Julian geboren.

( 35


‘Als bestuurder van een grote organisatie als IrisZorg, instelling voor verslavingszorg en maatschappelijke opvang, sta ik voor veel verschillende uitdagingen. Als vader, echtgenoot, huisman en buurman eveneens, maar met dát verschil dat ik op mag gaan in de rust en vertrouwdheid van thuis. Echter, zowel thuis als op het werk ben ik mezelf en dat is, behalve essentieel, misschien wel de grootste en uiteindelijk enige opgave.’

Aankomst Na lange dagen door storm geteisterd en somtijds uit de kooi gesmakt te zijn, door ’t leven van ’t zacht Lisboa nog verbijsterd, vind ik mij zittend op het zonnig plein. Geleund in de uithoek van een balustrade, zie ik als over hemelsbreed kozijn ’t beproefd schip dat klein stilligt aan de kade, de gele stroom, de kleurge oeverlijn. Beneden karren raatlen, kranen kreunen, hier is het stil, terwijl alleen gitaren een oude fado traag en droef opdreunen, en of karvelen weer de Taag opvaren. Jan Jacob Slauerhoff

Talent voor zorg ‘Van huis uit heb ik meegekregen dat er altijd mensen zijn die het minder hebben en dat het goed is voor die mensen je talenten in te zetten. Mensen te helpen die hulp nodig hebben. Maar als jongen wilde ik varen. Mijn voorouders waren zeelieden en ook ik wilde het water op. Wiskunde was echter niet mijn sterkste kant en zodoende vervloog mijn droom om naar de zeevaartschool te gaan. Toen ik achttien was, overleed mijn vader en raakte ik mijn beste maatje kwijt. Het gemis en verdriet over zijn sterven deed me besluiten naar de sociale academie te gaan. De zorg en ik, het klikte.’ Ambitie zonder eerzucht ‘Al in mijn stagetijd solliciteerde ik naar een functie als teamleider. Bij wijze van proef en waarschijnlijk omdat er niemand anders was, kreeg ik in de resterende leertijd de taken van een teamleider toebedeeld. Met oogkleppen op (en uiteraard niet geaccepteerd door het team) deed ik zo mijn eerste managementervaring op. Daarna wilde ik, ambitieus als ik was, alleen nog maar als leidinggevende aan de slag. Op het Hoogeland in Beekbergen, bij de zorg en opvang van verslaafden en zwervers – de landlopers van weleer – vond ik mijn plek. Als directeur ben ik inhoud en vorm gaan geven aan enerzijds mijn gedrevenheid om wat te betekenen voor de maatschappelijk zwakkeren en anderzijds de ontwikkeling van mijn vaardigheden als manager. Misschien is het gek, maar persoonlijke eerzucht heeft daarbij eigenlijk nooit een rol gespeeld. Geld en macht zeggen me nog steeds heel weinig.’ Recht- door- zee ‘Ik word onzeker van mensen die veel macht uitstralen. Ik ben een leidinggevende met een meer dienstbare manier van managen. Ik heb leren inzien dat werkelijk gezag ligt in de kunst om anderen te ondersteunen en op te leiden.

36 )


Ethiek op de bestuursstoel Een zeemansfamilie met vierhonderd jaar geschiedenis. Het water dat nog immer trekt. Een carrière als zeeman die er toch niet in zat. Een huisvader die graag kookt en soms droomt van een eigen restaurantje. Een man, geboren in Harderwijk, die in Rome zou willen wonen en wiens wortels in Beekbergen liggen. Een bestuurder. Een persoon met veel ambitie en weinig eerzucht. Een mens, bezig met de ethische vraag of hij zichzelf de juiste vragen stelt. Het hoort allemaal bij één man. Ontmoet Wim Foppen.

Verscheidene mensen hebben overigens moeite daarmee. Vaak reageer ik niet rechtstreeks op een onderwerp of voorval, maar richt me in mijn manier van werken vooral op processen. Ik doe dat zo transparant mogelijk, wil aanspreekbaar zijn op wat ik initieer. Openheid, eerlijkheid en integriteit behoren tot mijn persoonlijke stijl. Soms ben ik daarin onhandig en dan is goede respons een geschenk. Als bestuurder ervaar je dat mensen vaak geneigd zijn je naar de mond te praten.’ Manager van grote lijnen ‘Mijn vrouw vindt me dikwijls veel te slordig. En van mijn zoon kreeg ik onlangs te horen dat hij toch echt ophield me dingen te vertellen, aangezien ik toch niet luisterde. De meeste weerklank krijg ik binnen mijn gezin. Mijn focus richt zich op de hoofdlijnen, details boeien me minder. Ik ben vaak met zoveel verschillende onderwerpen bezig, dat ik snel ben afgeleid. Toch weet ik dat wezenlijke verandering en groei vaak ontstaan op het niveau van details. Ik geloof in de grote kracht van kleine dingen die voortkomen uit enthousiasme en inzet van mensen en kan intens genieten van de successen.’

Leer eerlijk te zijn Ik weet dat ik voortdurend de afstand tot mijn medewerkers moet overbruggen. Precies weten wat er speelt bij de cliënt en zijn begeleider is de essentie van mijn werk. Onze cliënten zijn ‘moeilijke’ mensen en soms is het een hele opgave om ze menselijk te benaderen en voortdurend ondersteuning te bieden. Ik schaam me als cliënten niet correct worden behandeld. Ik schaam me ook indien een begeleider niet de ondersteuning krijgt die hij of zij verdient. Voor mij is er geen andere keuze dan integer en oprecht zijn. Geen andere optie dan eerlijk de confrontatie aan te gaan. Zowel met mezelf als met de ander. Keerzijde van macht ‘De keerzijde van macht is macht. Ik moet er niet aan denken dat mensen me bewust onderuit willen halen, proberen te beschadigen. Dat er een sfeer ontstaat waarin ik me gedwongen voel om te verharden en vanuit kwetsbaarheden te reageren. Ik kan alleen in goed vertrouwen mijn werk doen. Als je geen rol speelt en jezelf bent, heb je toegang tot je eigen kwaliteiten en die van de ander.

Stel de juiste vragen Kritische bezinning op het juiste handelen is voor Wim Foppen een terugkerend thema. Het gaat daarbij steevast om menselijke waardigheid en de ethiek van de dag. Er kan geen twijfel over bestaan dat al onze kennis begint met ervaring. (Immanuel Kant) ‘Naarmate je ouder wordt, vind je het steeds minder belangrijk wat de ander van jou vindt. Je bent minder snel geneigd in eigen angst te vluchten als zaken te dichtbij komen. Steeds beter lukt het me om kwetsbaarheden te herkennen en kwetsbaar te durven zijn. Je leert, tegen de stroom in, keuzes maken die achteraf de juiste blijken. Dat dwingt respect af, maar vraagt aanvankelijk moed en wijsheid. Je leert jezelf, door schade en schande, veel lezen en heel veel studie de juiste vragen te stellen.’ ) Wim Foppen

‘Ik geloof in de grote kracht van kleine dingen

( 37

die voortkomen uit enthousiasme.’


Men Dat men voor alles zichzelf is in zijn badkuip zijn oorlog zijn spiegel dat men voor alles zijn huis is met zijn inzicht zijn leesbril zijn spiegel dat men voor alles zijn uitzicht met zijn siertuin zijn sikkel zijn spiegel dat men voor alles zijn datum in zijn stilstand zijn afgang zijn spiegel dat men voor alles zijn ander in zijn halfheid zijn heelhuid zijn spiegel dat men voor alles van vlees is op zijn sofa zijn kladblok zijn bord – Gerrit Kouwenaar

38 )


De tijd leert, de tijd heelt Wees zuinig op elkaar, heb vertrouwen, kom je afspraken na. Wees eerlijk en heb respect voor een ander. Wees jezelf, denk na voor je iets doet. Wees betrouwbaar en help als dat binnen je mogelijkheid ligt . . .

Joke Solen hoeft niet lang na te denken over wat ze in het leven belangrijk vindt. Met groot gemak stromen de waarden en normen samen in haar verhalen en versterken elkaar in hun onderlinge dialoog. Als vanzelfsprekend nemen levenslessen de ruimte in waarna ze zich klem lijken te zetten tussen de varens en bloemen in de tuin. Er is geen plaats voor vragen, slechts voor de zekerheid van het weten. Zijn ‘Mezelf zijn is misschien wel het voornaamste wat ik in het leven heb geleerd. Ik vaar mijn eigen koers, maar vraag me vaak af of ik het wel goed doe. Wie goed doet, goed ontmoet. Toch doet een mens ook gewoon dingen voor zichzelf. Sommigen denken dat ik te sociaal ben, teveel doe. Ik ben er echter van overtuigd dat actief zijn goed is voor lichaam en geest en bewegen voor ieder mens heilzaam! Het is bepaald niet zo dat ik altijd lief en aardig ben. Oh nee! Als bij mij de pet verkeerd staat, zal iedereen het weten. Steevast denk ik dan achteraf dat het eigenlijk niet nodig was om zo te mopperen. Maar dat hoort ook bij mij. Daarentegen weet ik van mezelf dat ik zo goed als ik kan zorg voor wie mij omgeeft en het stukje aarde waarop ik leef. Je kunt niet zuinig genoeg zijn op wat je dierbaar is!’ ‘Ik ben ook zuinig op mezelf. Tot mijn 58e speelde ik, tot mijn grote trots en voldoening, in het eerste damesvoetbalteam. Actief sporten is voor mij een groot goed en een uitlaatklep voor het leven van alledag. Daardoor kan ik optimaal functioneren en voor anderen klaarstaan.’

( 39

Kunnen ‘We leven momenteel in een praatcultuur. Er wordt soms eindeloos gepraat! Ik kom uit een gezin met tien kinderen, daar was geen tijd om te praten. Met mijn eigen kinderen praatte ik wel en ik zie dat met de kleinkinderen nog meer wordt gepraat. Ik denk dat het goed is dat je voldoende aandacht geeft aan een opgroeiend kind. Maar er komt ook een moment waarop je gewoon aan het werk moet.’ ‘Als kind stotterde ik, net als een broer van me. Spraaklessen hadden in die tijd weinig effect. Ik vermeed elke conversatie, elke bijeenkomst, elk gezelschap en elk gesprek. Later, toen ik kinderen had, ontmoette ik een logopediste die me heeft geleerd hiermee anders en rustiger om te gaan. Ze is nog steeds een goede vriendin van me. Veel mensen merken niet eens meer dat ik stotter. En het doet er ook niet meer toe. Nu ik terugkijk, sta ik eigenlijk versteld van mezelf. Natuurlijk is er nog wel eens stress en ben ik nerveus, maar ik ga geen enkele confrontatie meer uit de weg. Mijn werk als journalist en surveillant in het onderwijs illustreert dat, denk ik, heel duidelijk. Ik herinner me nog goed dat ik me voor het eerst presenteerde in een groot gezelschap. Het ging perfect! Vanaf dat moment begon ik te praten. Veel te praten. Ik bemoeide me overal mee, moest heel wat jaren van stilte inhalen. Inmiddels heb ik een balans gevonden, maar het zwijgen is voorgoed voorbij.’

Doen In een kort moment van rust, waarin het vriendelijke gespetter van de fontein voorzichtig naar de voorgrond dringt en de vogels vrolijk kwetterend hun weg zoeken in de struiken, haalt Joke diep adem. ‘Stel niet uit tot morgen wat je vandaag kunt doen. Sta achter je keuzes en ga ervoor. Doe al wat je doet zo goed mogelijk en doe het nu. Ik ben zo trots op Theo en de kinderen. Niet alleen om wat ze zijn geworden, maar vooral om hóé ze dat zijn geworden. Mensen met een groot gevoel van eigenheid, maar eveneens met een groot vermogen tot mededogen en begrip voor de mensen om zich heen.’ ‘De tijd doet zo veel. Zij zorgt voor herstel en groei. Mettertijd leer je afstand nemen. Je gaat begrijpen wat leven en laten leven is. Je ziet in dat je soms niet verder kunt helpen, maar dat je er dan nog wel voor een ander kan zijn. Je ontdekt dat iedereen is zoals hij is en dat dit goed is.’ ) Joke Solen


De goden (fragment) Allereerst dan ontstond Chaos, maar vervolgens de aarde, Gaia met de brede borsten, een veilige woonplaats voor allen, en Eros, die, als schoonste onder de goden, hen de ledematen ontspant en in de borst van alle goden en alle mensen het verstand en het overleg overmant. Uit deze drie machten komt alles, wat zich in de kosmos bevindt, voort; uit de Chaos groeit de duisternis en de nacht en uit de nacht weer de heldere lucht en de dag, en Gaia, de aarde, brengt in spontane creativiteit de hoge bergen, de zee en de hemel, Ouranos, voort, Ouranos, zo groot dat hij de hele aarde kon bedekken en een vaste woonplaats zou zijn voor de onsterfelijke goden. Uit de vereniging van hemel en aarde, Ouranos en Gaia, van vruchtwekkende regen op vruchtdragende grond, groeit eerst het geslacht der goddelijke Titanen, stralende, verrukkelijk schone wezens, die in onderlinge huwelijken Gaia zullen voorzien van rivieren en bossen, Ouranos van zon, maan en sterren en hen beiden van de goden, kortom zij voltooien de kosmos, de geordende, wetmatige wereld. En alles wat tot die kosmos hoort is goddelijk en bezield. S.J. Suys-Reitsma

Strijd tegen verzuiling Twaalf goden wonen op de berg Olympus. Met hun aanwezigheid verklaren ze het leven en in hun samenspel met de mensen ontstaat het grootse epos van het bestaan. Volgens de Griekse mythologie is Pallas Athena, met ogen als de heldere klare lucht, de geliefde dochter van de oppergod Zeus. Ze is van grote betekenis als godin van kunsten, oorlog en vrede, handwerk, strategie en techniek. Maar wellicht heeft ze haar voornaamste taak als godin van de wijsheid en daarmee het vermogen om onder alle omstandigheden juist te oordelen en handelen. De helden die zich mogen verheugen in haar bescherming en inzet zijn de gelukkigen.

“Athena” heet ook de organisatie van Hester Jebbink. De naam is geen toevallige keuze. Eigenschappen van Pallas Athena vind je terug in de inzet, visie en praktische uitvoering van dit bedrijf dat zich toelegt op advies en begeleiding bij organisatieverandering en risicomanagement. Arbeids- en bedrijfsstrategie werden ooit opgetekend in grootse verhalen als de strijd om Troje, de zang van de sirenen en de listen van Odysseus. Coaching, positionering en verbetering van de arbeidsmotivatie zijn thema´s van déze tijd. De helden van nu zijn de cliënten, die zich mogen verheugen in de bescherming en inzet van het Athena van Hester Jebbink. Verzuiling ‘Onze maatschappij is nog steeds zo sterk verzuild!’ Met vaart en verve spreekt Hester Jebbink over dit sociologische begrip, waarbij ze de verticale structuur in de samenleving duidt als een relict uit het begin van de twintigste eeuw, toen het werd ingezet als middel om in een sterk verdeelde maatschappij enige samenhang te creëren. Iedere zuil had zijn eigen politieke partij, kerk, omroep, krant, vakbond, scholen, scoutinggroep, zorginstellingen, sportverenigingen, woningbouwvereniging en zelfs bedrijven. Sociaal-wetenschappelijke publicaties melden dat heden ten dage de verzuiling in Nederland zo goed als verdwenen is. Alleen restanten zouden nog zichtbaar zijn, in de vorm van enkele streng reformatorische dorpen en de grote verscheidenheid in het publieke omroepbestel. In haar werk ervaart Hester Jebbink dagelijks dat de praktijk weerbarstiger is. Door het ondersteunen van mensen en organisaties bij processen rond groei en ontwikkeling, merkt ze dat de verzuiling ons denken nog altijd zó sterk beïnvloedt, dat we nauwelijks in staat zijn om zelfstandig buiten de bestaande systemen te treden en daarnaar te handelen.

Oude en nieuwe paradigma’s ‘Om te ontwikkelen, resultaten te boeken en nieuwe kundigheid te doen ontstaan, moet je in staat zijn om naar het totaal te kijken. Van daaruit kun je daadwerkelijk nieuwe uitgangspunten formuleren en invloed uitoefenen op het grotere geheel.’ ‘We redeneren in vaste patronen; vanuit een denkkader dat niet alleen benauwend is, maar ons zelfs kan belemmeren in onze persoonlijke groei. Als we eigenwijs zijn, krijgen we straf; houden we ons aan de regels, ontvangen we een compliment. Het leven vervormt ons door talloze regels en systemen. Die maken het onmogelijk om tot je eigen kern, inhoud en kunde te komen. Een denkkader geeft houvast en veiligheid, maar soms is het goed als we in een ander patroon en met andere uitgangspunten een plan maken of probleem oplossen. Zo’n paradigmawisseling probeer ik altijd tot stand te brengen. Het is verrassend welke mogelijkheden en kennis er dan blijken te zijn.’ Gordiaanse knoop ‘Wie deze knoop losmaakt, zal meester over de gehele wereld worden.’ Aldus het orakel over de onontwarbare knoop aan een strijdwagen in de tempel van Zeus. Ben je eenmaal in staat om anders te kijken, dan kun je doelen stellen, samenhang creëren en van daaruit weer terugkeren naar de eenvoud. Zelfs de grootste chaos kun je op deze manier ontwarren en op een andere manier vormgeven. Ik heb een analytische geest, vind het heerlijk om verbindingen te leggen en daarbij aansluiting te zoeken bij verschillende wetenschappen. Een andere invalshoek draagt bij aan het vinden van eenvoudige oplossingen. Mijn zoon is heel technisch georiënteerd en dacht tot voor kort dat ik me bezighield met vage dingen. Inmiddels is hij wijzer en blijkt het heel boeiend met hem te praten over thema’s die te maken

40 )


hebben met menselijke emoties en gedrag. Mensen zoeken vaak de weg van de minste weerstand, alles in de natuur doet dat ook. Denk maar aan het ‘gedrag’ van wind en water.’ Strijd als levenswerk ‘Mensen worden dikwijls gedreven door angst. Ze vermijden dat onder ogen te zien, ermee bezig te gaan, te onderzoeken en te leren. Als de evenwichtsbalk op de grond ligt, is niemand bang erover heen te lopen. Hoe hoger de balk, hoe enger het is, terwijl de vaardigheden die je nodig hebt om er overheen te lopen niet veranderen.’ ‘Ik ben ervan overtuigd dat als mensen iets wíllen bereiken, ze dat ook kúnnen. Niemand doet iets wat niet binnen zijn mogelijkheden ligt. Wel moet je bereid zijn in de zoektocht van het leven je door eigen vaardigheden te laten inspireren, je perspectief durven wijzigen en in nieuwe situaties elke keer opnieuw je onbevangenheid proberen terug te vinden.’ De verhalen van de goddelijke, mythologische bewoners van de berg Olympus kregen vorm in een ver verleden. De kennis en kunde van Hester Jebbink en Athena richten zich op het hier en nu. ‘Mensen ondersteunen in hun opgave zich los te weken uit vaste denkkaders en een strategie ontwikkelen voor initiatie van veranderingsprocessen is mijn hedendaagse strijd en levensdoel. Je lééft nu en samen hébben we het nu!’ ) Hester Jebbink

( 41

‘Wel moet je bereid zijn in de zoektocht van het leven

je door eigen vaardigheden te laten inspireren.’

Foto: Chistian van der Meij


Heel andere wereld Deze wereld met al zijn pijn en leed en gelazer, zijn vuil en verdriet deze wereld die je voelt schrijnen deze wereld is mijn wereld niet

ik heb een heel andere wereld in mijn hoofd een heel andere wereld duizend keer mooier waar de mensen proberen om het niet te verklooien ik heb een heel andere wereld in mijn hoofd

deze wereld van douwen en grauwen van snauwen en klauwen, van angst op krediet deze wereld, misschien is het de jouwe maar dit is mijn wereld niet

42 )


noem me dom of na誰ef te onnozel, te lief of nog niet van illusies beroofd ik heb een heel andere wereld een heel andere wereld in mijn hoofd

ik heb een heel andere wereld in mijn hoofd een heel andere wereld duizend keer mooier waar de mensen proberen om het niet te verklooien

ik heb een heel andere wereld een heel andere wereld in mijn hoofd een heel andere wereld duizend keer mooier. Huub van der Lubbe

( 43


Hoe kreeg jij ooit een idee vroeg jij je dat nooit eens af? Het was de stem van een van ons die jou het inzicht gaf. De stem van iemand als wij onzichtbaar aan je zij zo luisterde jij toe. Je noemde het inspiratie adem van de geest. Uit “Joe, de Musical”

Aarde ‘Ik ben een praktisch mens. Mijn twee rechterhanden kunnen meestal zelf uitvoeren wat ik bedenk. Ik ben helemaal op mijn plaats in het ambacht van de communicatie, al lag daar voor mij niet het begin. Via de Renault 4 van mijn vader begon ik aan een studie autotechniek. De steeksleutel was leuk om in de hand te houden, maar ik voelde me niet thuis in dat typische mannenwereldje en besloot iets anders te gaan doen. Indertijd dacht ik dat ik via de normale procedure binnenkwam, maar vermoed nu dat het mijn vader was die een plaats regelde in Huize Norel te Epe, op een van de, destijds nog zeldzame, opleidingen voor activiteitenbegeleiding.’ ‘Na een heerlijke studie in een vrije leeromgeving volgde de militaire dienst. Ik was niet bereid te leren hoe ik mensen moest ombrengen, dus deed als erkend gewetensbezwaarde vervangende dienst. Met als beloning soldij en eens per vier weken gratis reizen naar huis ben ik aan de slag gegaan als activiteitenbegeleider in een verpleeghuis. Ruim tien jaar later kwam ik in aanraking met het toen nog nieuwe vakgebied van de communicatie. Hierin ben ik nu al geruime tijd werkzaam, de laatste jaren als communicatieadviseur bij Riwis Zorg & Welzijn. Een vak en een organisatie waar ik me volledig in mijn element voel.’ ‘Niet lullen, maar poetsen!’ Bart van Uitert is behalve een praktisch, ook een inventief mens. Iemand die een situatie weet in te schatten en naar zijn hand te zetten. Niet in de laatste plaats door hard te werken, betrouwbaar en loyaal te zijn. Maar er is meer.

44 )


Elke verandering, verplaatsing

Het vijfde element

Een trap voert naar de top van de begroeide aarden wal. De bodem is stevig, het gras vochtig van dauw. Met beide benen op de grond is het contact met de elementen een feest van herkenning. Gedachten springen vooruit, dansen door de lucht, laten zich dragen door de wind en houden het vuur van enthousiasme en ambitie brandend. Aarde, vuur, lucht en water zijn met elkaar verbonden. Verslingerd, solidair en verknocht aan het víjfde element: de geest. De ondoorgrondelijke, maar oh, zo zichtbare componenten vindingrijkheid en inspiratie.

‘What you see is what you get! Ik houd dingen graag eenvoudig. Het liefst schrijf ik geen dikke communicatieplannen, maar schets een hoofdlijn op ‘de achterkant van een bierviltje’. Het is niet voor iedereen even gemakkelijk om met flexibiliteit en vaardigheid aan de slag te gaan om vervolgens tot een praktisch plan te komen. Als dat lukt, creëer je samen een krachtige dynamiek. Die brengt je ver, soms verder dan je in eerste instantie voor ogen had.’ Vuur ‘Als ik het vuur heb, vlieg ik! Het voelt fantástisch om in een hoog tempo veel te bedenken en ontwikkelen. Het is alles of niets! Dit heeft niets van doen met prestatiedrang en het ‘puntjes op de ‘i’ zetten laat ik graag aan anderen over. Dat haalt de vaart eruit. Dan dooft het vuur en vind ik het niet leuk meer. Het is voor mij onmogelijk me half in te zetten. Na een uurtje sport kom ik altijd gebroken thuis. Ik geef alles wat ik heb. Als ik iets leuk vind, doe ik het even. Alleen is het nooit even . . .’ Lucht ‘Mijn gedachten staan nooit stil. Ik ben een creatieve denker en schakel snel. Het ene idee roept het andere op. Voor een ander lijkt het verband tussen de vele invallen soms zoek, maar ik filter eruit wat praktisch haalbaar is. Zo rol ik van het ene in het andere, verzin steeds iets nieuws. Bestaande structuren gaan regelmatig op de schop. Dan bedenk ik hoe het beter of anders kan en doe dat dan. Mensen worden wel eens gek van mijn wispelturigheid. Ik ontwikkel maar door, stop nooit uit mezelf. Dit is een soms vermoeiende rode draad in mijn leven. Ik zeg overal ja op, doe alles het liefste zelf, stort me er volledig in en krijg onherroepelijk teveel hooi op mijn vork. Pas als mijn lijf zegt dat

( 45

‘Aarde, vuur, lucht en water.

het genoeg is, moet ik gas terugnemen. Dan ga ik slapen, soms een dag lang, en ben er weer. Ik moet dan letterlijk ruimte maken in mijn hoofd. Ruimte voor nieuwe gedachten en nieuwe ideeën. Ruimte voor de geest.’ Water Het water stroomt, evenals onze intuïtie en emoties. De golven kunnen van elke mogelijke omvang zijn en van iedere mogelijke duur. Maar het water blijft zichzelf, ondanks de golven. ‘Ik vind het leuk om een compliment te krijgen, kan mezelf als persoon op de voorgrond zetten, maar sta verder niet graag in de spotlights. Ik richt me op het werk achter de schermen, verbind me aan een ander en ben loyaal; vind het belangrijk om betrouwbaar te zijn. Soms maak ik een hoop kabaal, maar evengoed zoek ik op andere momenten de weg van geleidelijkheid. Aanvankelijk lijkt dit misschien wat besluiteloos, maar tien kleine stapjes vormen samen één grote. Adem van de geest ‘Je kunt zijn wie je bent en dat zo goed mogelijk. Ik kijk, voel en ga dan aan het knopen en verbinden. Zie ik kansen, dan stem ik die af. Een half uurtje koffie drinken met de juiste persoon en ik weet waar het heen moet. Ik pak het ogenblik, zet mijn koers uit en word erdoor gegrepen. Op zulke momenten voel ik me super geïnspireerd. Een zondagskind.’ ) Bart van Uitert

of massa kan worden

herleid naar deze vier elementen

door ze te veranderen,

te mengen en te delen.’


Zijn Het is een maandagmorgen zoals er zoveel zijn. Een grijs wolkendek laat het daglicht mondjesmaat passeren. Een kille nevel houdt de nachtvorst in een greep van waterkou. De wegen zijn vol auto’s die zich in lange files tergend langzaam voortbewegen. Achter de autoruiten blikken bleke ochtendgezichten op een nieuwe werkweek vooruit. De bosgrond dempt de lichte voetstap van een jogger. Wolkjes stoom houden het ritme van zijn adem bij. Een blos van inspanning kleurt zijn verder ontspannen gezicht. De hardloper heeft het koude bos voor zich alleen en is daar blij mee.

‘De sneeuwrestanten maken het nu te glad, maar zodra het kan, ga ik het bos weer in. Elke maandag ben ik thuis. Het is dan te druk op de weg en ik kan mijn tijd beter besteden dan met in de file staan. ‘s Morgens ga ik hardlopen en voel me een fortuinlijk mens. Wie ben ík dat ik hier mag lopen? Met rust rondom en in mijn hoofd door het rennen. Ik geniet van de natuur, voel me gelukkig. Dat ik hier mag zijn, dat ik er ben.’

‘Mijn voornaamste taak bestaat uit

praten met mijn oren.’

Vechten voor je leven Voorheen liep Theo Mattijssen méér dan hard. Met marathons en triathlons vulde hij zijn vrije leven. Een streptokok in zijn bloed deed hem struikelen en kluisterde hem voor vele maanden aan een ziekenhuisbed. ‘Toen ik voor een marathontraining in België was, werd ik hevig ziek en kwam in een ziekenhuis terecht. Ik werd behandeld vanuit, achteraf gezien, een onjuiste diagnose, met verkeerde medicatie, en voelde me steeds verder wegglijden. Mijn organen hielden er een voor een mee op. Het is me nog gelukt een overplaatsing naar Nijmegen te bewerkstelligen, maar daarna weet ik niets meer. Ik raakte in coma en kwam daar pas zes weken later weer uit. Het was fijn er weer te zijn, maar de lange weg van herstel begon toen pas. Mijn buik lag open om vocht af te voeren en moest langzaam weer dichtgroeien. Ik deed alles zoveel mogelijk zelf, kon het niet goed velen dat anderen aan me zaten. Het was letterlijk vechten voor je leven.’

Traumahulp ‘Levensbedreigende situaties doen iets met een mens, vórmen hem. De invloed is onomkeerbaar. Ten tijde van de treinkaping woonde ik in Assen en was door mijn werk als psychiatrisch verpleegkundige betrokken bij de hulpverlening hieromtrent. Later, ik was inmiddels directeur van psychiatrisch ziekenhuis Wolfheze, vroeg men mij de traumahulp aan slachtoffers van de vuurwerkramp in Enschede mede vorm te geven. Opvang en begeleiding na trauma’s maakt, naast organisatieadvies en managementtraining, nog steeds een heel belangrijk deel uit van mijn huidige werk als zelfstandig consultant.’ Praten met je oren ‘De laatste jaren heb ik me gespecialiseerd in neurolinguïstisch programmeren. Ik heb ontdekt dat deze methodiek mijn mogelijkheden vergroot. Ik ervaar het als een uiterst waardevolle uitbreiding van mijn ‘gereedschapskist’. Toch blijft het belangrijkste instrument in de hulpverlening het mogen praten over en daarmee het kunnen delen van de traumatische ervaringen. Niemand kan alles alleen. Mijn voornaamste taak bestaat uit ‘praten met mijn oren’.’ Wat maak je ervan Professioneel en persoonlijk weet Theo Mattijssen hoe het is om de dood in de ogen te kijken. Nog niet zo heel lang geleden stapte hij, andermaal net op het nippertje, opzij. Een hartinfarct bracht hem opnieuw in een levensbedreigende situatie.

46 )


‘Het leven is allang niet meer vanzelfsprekend. Mijn flow bestaat uit gevoelens van geluk, maar ook uit de vraag wat ik van het leven maak. Ik heb diverse overlevingsstrategieën ontwikkeld en geleerd goed voor mezelf te zorgen. Mijn ervaringen maken me tot een eigenzinnig mens die zijn eigen weg zoekt. De zaken die de wereld om ons heen van belang acht en de eisen die men aan je meent te moeten stellen, hebben niet altijd mijn prioriteit. Ik heb een balans gevonden tussen mijzelf, er zijn en de dingen die moeten. Het vraagt een dagelijkse inspanning om dat evenwicht te bewaren. Het is een opgave, maar geeft ook een mooie dimensie en verdieping aan je leven. Ik kan genieten van elke minuut.’ De kracht van zijn ‘Zeilen in de zomer, bergtochten in de winter, zwerfstenen die ik vind en dan mee móeten naar huis, het huishouden dat ik voor een groot deel op me neem, bereikbaar zijn voor de slachtoffers van een overval, hout hakken voor de kachel.’ ‘Mijn gezin, mijn werk, mijn vrije tijd, de wereld om me heen; ze doen me ten volle beseffen dat ik er nog ben. Elke dag is een nieuwe dag die me laat ervaren welk een kracht het is er te zijn. Er voor een ander te zijn. Te zijn.’ ) Theo Mattijssen

Hij ligt er nog, de steen Hij ligt er nog, de steen: een jaar geleden heb 'k zelf hem daar gelegd; en ik herken heel goed de plek, vlak naast die scheve den, waar ’t zandpad, wit, loopt naar de hei beneden. 'k Dacht vaag: ‘Wat ’k doe, lijkt op wat farao’s deden; eenzelfde ontzetting vroeg in mij en hen: alles vergaat: ben ik niet, die ik ben, en was en blijven zal in eeuwigheden?’ – Ik was gaan liggen, ’t hoofd dicht bij de steen; en die, in ’t langzaam dieper donker, scheen een monument, egyptisch oud en groot. Een kleine ster erboven. 'k Dacht: ‘Zijn licht vertrok, toen ’t graf van Ramses werd gesticht.’ En 'k voelde duidlijk: 'k was zijn tijdgenoot. J.A. dèr Mouw

( 47


De blik verlegt zich naar twee onderling verbonden herenhuizen waar Linda Terpstra samen met collega Anke van Dijke werkt en waar ze woont met haar gezin en vrienden. De huizen stralen rust en een statige geborgenheid uit. De roos bij de muur doet dat niet. Ze prikkelt. Prikkelt het verlangen naar meer geur, meer schoonheid, meer alles. Ze haakt zich vast aan de zintuigen, brengt onvervulde verlangens tot bloei. Een veilig huis Binnen is het ruim en zijn de kleuren warm en krachtig. Daglicht valt vrijelijk door de hoge ramen en onderstreept het open karakter van werken en samenwonen met voldoende ruimte voor jezelf. Het is een veilig huis. De mobiele telefoon meldt zich. Een jonge vrouw in een van de opvanghuizen van Fier!Fryslân wordt ernstig bedreigd en deze crisissituatie vereist direct overleg met politie, justitie en hulpverleners. Fier!Fryslân is een organisatie, met diverse voorzieningen, die hulp biedt bij geweld. Linda Terpstra en Anke van Dijke vormen samen de directie. ‘We vrezen voor haar leven. Familie heeft kunnen achterhalen waar ze verblijft. Behalve aan deze vrouw moeten we ook bescherming bieden aan het personeel van de voorziening en aan mensen in de directe omgeving daarvan. Soms is de dreiging van geweld zo groot dat een nieuwe identiteit en een nieuw land om in te wonen noodzakelijk zijn. In dit geval is de familie ons net voor. De vrouw stond op het punt om te vertrekken.’

‘Je moet je als mens durven onderscheiden, proberen ertoe te doen.’

Het contrast tussen veilig en onveilig is schril. Vanuit de geborgenheid van haar eigen huis stelt Linda Terpstra alles in het werk om de vrouw bescherming te bieden. Een veilig huis is niet altijd of voor iedereen vanzelfsprekend. Linda maakt zich daar sterk voor. In haar werk en privé. Alles of niets De lucht zindert van de intensiteit die Linda Terpstra uitstraalt. Overtuigingen, gedachten, verhalen, dromen en dingen van alledag buitelen om en over elkaar heen. ‘Ik wil alles! De lat zo hoog mogelijk leggen en verantwoordelijkheid nemen met al wat ik in me heb! Half werk of met de Franse slag is voor mij onmogelijk. Ik zet me volledig in, zonder concessies aan kwaliteit of inhoud.’

48 )


Volg je droom! De zachtgele roos trekt de aandacht. Haar frisse geur en frêle schoonheid laten zich niet intimideren door het harde steen van de monumentale herenhuizen in de Utrechtse straat. Integendeel. Onuitgesproken, maar onmiskenbaar voegt ze wat toe. Misschien door haar vergankelijkheid. Of juist eeuwigheid, zo vol met knoppen als ze zit.

Met lef en inhoud De hoge eisen die Linda aan zichzelf en haar omgeving stelt, zijn soms moeilijk met elkaar te verenigen. Ook haar snelheid van denken en handelen legt een claim. ‘Als ik me geremd voel, kan ik heel ongeduldig zijn. Anderzijds kom ik juist door mijn gedrevenheid terecht bij de geschikte mensen. Mensen die me kunnen bijhouden, met me willen optrekken; die het lef hebben om zichzelf en de ander te ontmoeten. Mensen die durven onderzoeken en, met behoud van eigenheid, een gezamenlijke krachtsinspanning willen leveren. In de kern ben ik altijd op zoek naar een geestverwant.’ ‘In alles wat ik doe, is de inhoud leidend. Ik zie het als een levensopdracht om te komen tot de juiste focus en een diepere laag van inzicht en begrip in samenwerking. Pas dan kun je vorm geven aan nieuwe structuren en gezamenlijk werken aan oplossingen voor bestaande problemen. Pas dan ook heb je een boeiende bundeling van krachten, bedien je effectief je doelgroepen en komt er écht wat van de grond!’

Dochter Dochter, wees jij de ziel, ik het lichaam dat je voedt en verzorgt, kalmeert en kleedt maar nooit met zekerheid iets van je weet. Niet wijzer: ouder en geduldiger verlengt het ons aarzelend samengaan. Leven, dat heeft besloten ons langzaam met elkaar te vermenigvuldigen, doet een ongedurig product ontstaan. Eva Gerlach

( 49

Onvervulde verlangens ‘Wat goed en betekenisvol is, vraagt om verdieping. Ik voel me vrij om mijn verlangens daarin uit te spreken. Die staan voor mij in relatie tot liefde, vriendschap en verbintenissen. Ik ben daarin niet vluchtig. Een relatie ga ik aan voor het leven. Die band knip je niet meer door; die is voor altijd. Niet elke droom of elk verlangen vervul je, maar alleen al de wens geeft een positief gevoel. Die doet me intens de dingen van alledag beleven, laat me verlangen naar meer. ‘Ik heb twee dochters en dat zijn de meest geweldige mensen die ik ken! Ik had wel zes kinderen willen hebben. De meerwaarde van deze jonge mensen is zo groot! Ik kijk nu al uit naar de vijf kleinkinderen die ze me straks gaan geven, maar als ik dat hardop zeg, nemen ze me dat niet in dank af. Als moeder heb ik alles gedaan om, ondanks het vele werk, er altijd voor mijn dochters te zijn. En dat lukte ook. Toch krijg ik soms het verwijt dat ik er te weinig was. Dat ik wel thuis was, maar met mijn hoofd altijd bezig met mijn werk.’ Linda haalt wat beteuterd haar schouders op. ‘Het is niet leuk om dat te horen. Niettemin zijn mijn dochters krachtige mensen geworden en dat is heerlijk om te zien.’

Volg je droom Intens, aandachtig, geconcentreerd, krachtig, ingespannen, hevig, levendig, sterk. De superlatieven schieten te kort voor een vrouw die alles wat ze in zich heeft ook inzet. Linda Terpstra volgt haar droom en zal niet nalaten zich in te spannen om er alles aan te doen dat ook een ander zijn of haar droom kan verwezenlijken. En dat doet ze eveneens met alles wat ze in zich heeft. ‘Je moet je als mens durven onderscheiden, proberen ertoe te doen! Doe waar je goed in bent en word daar de beste in. Je hoeft niet gemiddeld te zijn, wel authentiek. Doe wat je hart je ingeeft, wat je gevoel je vertelt. Je mag afwijken, want het is jóuw droom. Vólg die droom.’ ) Linda Terpstra


De lof der zotheid (fragment) Hoe de menschen ook gewoonlijk over mij spreken, – en ik weet maar al te goed, in welk een kwaden naam de Zotheid zelfs bij de zotsten staat – beweer ik toch, dat ik en ik alleen door mijn goddelijke macht Goden en menschen vervroolijk. Hiervan is dit zeker een meer dan voldoend bewijs, dat, zoodra ik voor deze zoo talrijke vergadering was opgetreden om het woord te voeren, eensklaps uw aller aangezichten zoo blonken van een ongekende en ongewone vreugde, dat gij zoo plotseling het voorhoofd ontrimpeldet en mij met zulk een blijden en beminnelijken lach toejuichtet, dat gij allen, die ik hier uit alle hoeken der wereld voor mij zie, waarlijk niemand uitgezonderd, gelijk de Goden bij Homerus, te veel nectar met nephentes schijnt gebruikt te hebben, terwijl ge vroeger zoo bedroefd en bekommerd waart neergezeten, alsof ge nog pas uit Trophonius’ hol waart teruggekomen. Maar ’t gaat hiermede als wanneer de zon het eerst haar schoon en gulden gelaat aan ’t aardrijk vertoont of na een strengen winter de lente opnieuw den zoelen adem der westenwinden brengt: dan verandert aanstonds het voorkomen van alles, dan krijgt alles een nieuwe kleur en een geheel nieuwe jeugd en zoo veranderde ook dadelijk op mijn aanblik uw voorkomen.

‘Het is hier altijd prettig en de natuur is mooi. Ik wandel graag door de bossen van Paleispark Het Loo. Het is dichtbij, maar je bent toch even ver weg van alles.’ Hans van Dooren lijkt jonger dan hij is. Of is ouder dan hij lijkt. Maar met zijn achtenvijftig jaar stijgt hij langzaam boven de middelbare leeftijd uit. Hans is zich hiervan bewust, zeker nadat tien jaar geleden zijn vrouw Josephine een herseninfarct kreeg. Leven en de wijze waarop je daar tegenaan kijkt, krijgen met een ingrijpende gebeurtenis als deze een verscherpt profiel. Hans en Josephine leven door. Weliswaar met meer beperkingen dan voorheen, maar ze zijn gewone, gelukkige mensen. Hans maakt zich echter geen illusies. Van de ene op de andere dag kan je leven veranderen en deze wetenschap eist een plek op in zijn bestaan. ‘Een mens maakt deel uit van een groter geheel, zoekt zijn balans daarin op basis van kennis en ervaring. Voor mij spelen spiritualiteit, religie en wetenschap een belangrijke rol. Ik ben steeds bezig met vragen als waartoe dingen leiden en waartoe het leven ons leidt.’ Een Joods-Christelijke traditie ‘Dit jaar gaan we op reis naar Israël, hopen daar onze culturele en morele oorsprong te ontdekken. Ik kom uit een gereformeerd gezin, praktiseer het geloof allang niet meer zoals ik het van huis uit heb meegekregen, maar de oorsprong van de West-Europese identiteit ligt voor mijn gevoel zonder meer in de Joods-Christelijke traditie. Waarden als rechtvaardigheid, vergeving, vrijheid en hoop vinden hun oorsprong hierin. Waarden die overigens maar al te vaak met voeten worden getreden. Nu en in het verleden, zoals tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat doet echter niets af aan de grote betekenis ervan. Onze samenleving heeft, denk ik, haar meest recente vorm gekregen tijdens de Verlichting en de Reformatie.’

Desiderius Erasmus 50 )


Na de Lof der Zotheid Het grind kraakt onder de voeten. Felle zon licht diepe schaduwpartijen uit en schildert een patroon van scherpe contrasten. Loom laten geluiden vanuit het bos zich meevoeren op de warme lucht. Hoogzomer in Nederland kan heet zijn. Het doet er niet toe. Als een groene cocon overhuift het dichte bladerdak de paden en alleen op open plekken voel je de hitte pas echt. Beschut tegen de warmte en ver van stadse geluiden glijden de uren moeiteloos voorbij.

De Reformatie In De Lof der Zotheid, een satire uit het jaar 1511, stelt de Nederlandse humanist Erasmus allerlei menselijke dwaasheden aan de kaak. Directe aanleiding hiervoor was dat priesters, zelfs op kerkelijke feestdagen, dronken, gokten en dobbelden. De algemene verontwaardiging daarover resulteerde in het schrijven van dit werk. Op niet mis te verstane wijze maakte Erasmus de geestelijkheid erop attent dat het tijd werd voor een herbezinning. Behalve kerkelijke autoriteiten werden ook kooplieden, vorsten en wetenschappers bekritiseerd. Erasmus maakte hiermee de weg vrij voor de Reformatie. Mannen als Luther en Calvijn gaven vorm aan de kerkelijke hervormingen die plaats vonden in de periode daarna. Lof der Zotheid Zonder zichtbare verontwaardiging, maar met veel gevoel voor cynisme plaatst Hans de nodige kanttekeningen bij zijn eigen leven. Zoals over zijn indertijd verplichte diensttijd in het Nederlandse leger. ‘We waren een ‘staand’ massavernietigingsleger. Er was geen ruimte voor individualiteit, creativiteit en al helemaal niet voor innovatie. Geen idee wat we daar met zijn allen aan het doen waren. Ik was berichtenklerk. Ik weet niet waarom ik die functie had, maar er zat weinig uitdaging in. Je werd gewoon ergens ingezet. De leegte van de diensttijd was volkomen zot. Er gebeurde bijna niets en geld voor opleiding en studie was er nauwelijks.’ Een goede ervaring daarentegen waren de contacten met andere dienstplichtigen. Jongens die samen de eindeloze uren uitzaten en onvermijdelijk kennis maakten met lotgenoten uit andere milieus, met uiteenlopende achtergronden en gewoonten. ‘Een maatschappelijke stage, als onderdeel van de schoolopleiding, waar vooral dát aspect aan de orde komt, zou ook in deze tijd een goed idee zijn. Een gerichte oriëntatie op de samenleving en tegelijk een prachtige kans om iets voor de maatschappij te doen.’

Versus wetenschap Systematisch zoekt Hans antwoorden op vragen die hem bezighouden. Hij verzamelt kennis, ordent die op een wetenschappelijke manier en schept daarmee ruimte voor nieuwe vragen. Hij heeft een grote behoefte om te lezen, te leren van de grote thema’s in het leven en te begrijpen wat de mens beweegt. De keuze om in de psychiatrie te werken, heeft vooral te maken met zijn wens een rol te spelen binnen de gemeenschap en bij te dragen aan de ontwikkeling van de mens. In hoge mate is hij gefascineerd door wetenschappelijke vragen rondom de werking van het menselijke brein. Als sociaal-psychiatrisch verpleegkundige zoekt hij het ambulante werk op, de sociale psychiatrie. Voor Hans is het een verademing om te werken in een tolerante omgeving zonder dogma’s of het hiërarchische medische regime van een kliniek. Na veel verschillende functies te hebben vervuld, werkt hij tegenwoordig als secretaris van de Raad van Bestuur van Riwis Zorg & Welzijn en raakt steeds meer geboeid door beleidsvraagstukken, strategie en organisatie. Toch is er qua uitgangspunt niet veel veranderd. Hans voelt zich betrokken bij de cliënten van Riwis; bij de mensen die gebruik maken van de geestelijke gezondheidszorg. Treffer ‘Ik heb een geweer uit mijn eigen bouwjaar, 1950. Het is een wapen zoals dat door het Britse leger in de Tweede Wereldoorlog werd gebruikt. Niets bijzonders, maar treffend als metafoor voor een aantal zaken in mijn bestaan. Het herinnert me aan de grote zotheid en onmetelijke ellende van de oorlog, maar doet tegelijkertijd ook een beroep op mijn concentratievermogen en dan met name tijdens de schietoefeningen. De techniek boeit me zeer. Als bestuurslid van een schietvereniging ben ik ook op een andere manier bij de schietsport betrokken. Dit draagt bij aan vele vormen van kennis, waaronder zelfkennis.’ ) Hans van Dooren

Wetenschap is niets anders dan het getrainde en georganiseerde verstand, hiervan slechts verschillend zoals een veteraan van een nieuwe recruut; en wetenschappelijke methoden verschillen van die van het gezond verstand alleen in zoverre, als het schermen van een krijgsman verschilt van de wijze waarop een wilde zijn knots zwaait. T.H. Huxley (1869) Bioloog en voorvechter van het Darwinistisch denken

( 51


Op het kruispunt van waarden en wegen De zomer van 2008 miezert voort. Op de brokkelige, deels gerestaureerde muren van de oude stadswal rond Hanzestad Deventer groeit aarzelend wat bloeiend onkruid. De terrassen zijn winderig en fris, straatkeien glinsteren van regen. Onder de bomen langs de waterkant is het eveneens koel, maar droog voor wie buiten wil zijn. De weg langs de kade is vol auto’s en haastige fietsers. De spoorbrug over de IJssel laat elk half uur een trein passeren. Met regelmaat glijdt er een vrachtschip voorbij.

Op dit kruispunt van wegen vertelt Chantal Solen geconcentreerd over dingen die in haar leven betekenisvol zijn. Open spreekt ze over de weg die ze tot nu toe heeft bewandeld en de richting die ze van plan is in te slaan. Haar verhaal spitst zich toe op het voortdurende vraagstuk van het leren leven als mens in deze maatschappij en de opgave van het opvoeden. Beroepsopvoeder ‘Ik ben aan het werk gegaan als invaller op Arkelstein, een school voor praktijkonderwijs. Ik kwam net van de SPH, een HBO-opleiding voor sociaal-pedagogische hulpverlening. De eerste tijd op Arkelstein was chaotisch, met weinig begeleiding, maar het werk ging me goed af en na een korte onderbreking heb ik een vaste aanstelling gekregen. Inmiddels heb ik mijn onderwijsbevoegdheid gehaald, want dat was een voorwaarde. Ik werk met de eerste groep, dat zijn leerlingen in de leeftijd van twaalf tot veertien jaar die moeilijk leren. Bij mij krijgen ze de eerste leerfase aangereikt: algemene, praktische, sociale en communicatieve vaardigheden.’

Chantal vertelt vol overtuiging over haar werk als docent van een moeilijk te onderwijzen groep leerlingen. In haar stem klinkt de autoriteit van deskundigheid door, haar verhalen ademen een zelfvertrouwen dat moeiteloos een weg naar buiten vindt. Ze weet precies waarom ze dit werk doet en wat haar rol is in de begeleiding van jonge mensen die niet als vanzelfsprekend hun weg vinden in onze maatschappij. Een coach Het werk is echter geen appeltje-eitje en trekt een zware wissel op het incasseringsvermogen en de stressbestendigheid. Het werken met deze jongeren vraagt werk- en levenservaring en het opdoen van beide kost tijd. Een groot verantwoordelijkheidsgevoel en het verlangen alles zo goed mogelijk te willen doen, maken het voor Chantal niet altijd eenvoudig om afstand te nemen en een evenwicht te vinden. Hoofdpijn en ongewenste tranen zijn haar reactie op stressvolle situaties.

‘Ik vind het verschrikkelijk als ik huil op het werk, zelfs als er een goede reden voor is. Dan heb ik het gevoel de controle te verliezen en dat is niet prettig. Ik zie mezelf liever als een sterk of, zoals ze dat bij ons zeggen, stoer wijf! Sinds dit voorjaar heb ik op het werk een coach en dat is fijn. Hij geeft me het gevoel dat er eindelijk eens wat aandacht voor mij is. Samen kijken we naar de momenten die belastend zijn en welke vaardigheden ik nodig heb om de juiste balans te vinden. Hoe ik kan leren wat minder bezig te zijn met puinruimen en wat meer mee te bewegen met de gebeurtenissen van dat moment.’ Een eigen weg Chantal Solen is niet het type mens dat het zichzelf gemakkelijk maakt. Ze heeft het ook niet van thuis meegekregen. ‘Ik heb geleerd om voor het hoogst haalbare te gaan, stel hoge eisen aan mezelf en werk hard. Het is nooit goed genoeg, kan altijd beter, móét altijd beter. Mijn vader zou graag zien dat ik een universitaire opleiding deed. Dat vind ik op dit moment echter niet noodzakelijk. Ik maak mijn eigen keuzes en besteed daar mijn energie aan. Er zijn vele wegen die naar Rome leiden,

52 )


IJsselkade De Deventer Onder de Linden daar schrijdt het water langs, hoogzwanger in de winter en in de zomer slank.

diverse manieren om een doel te bereiken. Als kind kon ik het verbaal en fysiek nooit winnen van mijn broers, tot ik in de gaten kreeg dat als ik maar hard genoeg schreeuwde mijn broers uiteindelijk op hun kop kregen. Ook dat was een methode.’ ‘Ik zit eigenlijk nooit stil, heb altijd iets omhanden. Mijn moeder zette me vroeger verplicht een kwartiertje naast zich op de bank om tot rust te komen. Ik ging maar door en doe dat nog steeds. Stilzitten zit blijkbaar niet in onze genen, want als ik bij mijn ouders thuis kom, zijn ze ook altijd ergens druk mee in de weer.’ Waarden en wegen De verhalen over haar werk, huis, vrienden, vriendinnen, het dorp Heeten, waar Chantal al haar hele leven woont, en over hoe je je woning zo snel en goed mogelijk poetst, volgen elkaar in hoog tempo op. Steeds is er de schakel naar het proces van opvoeden, de vorming naar de normen van het ouderlijk huis, het aannemen van gewoonten en gedragingen van de streek waar je opgroeit. Gewoonten die verschillen van huis tot huis, van dorp tot stad, van noord tot zuid en van oost tot west, maar die, hoe dan ook, uiteindelijk overal en altijd een basis vormen voor het leven. ‘Wat je meekrijgt, geeft vertrouwen in de toekomst, ook voor mijn eigen rol als opvoeder. Het koekje bij de thee als ik uit school kwam, ga ik steeds meer waarderen. Ik koester traditionele waarden. Als het ons gegeven is, hopen mijn vriend Raymond en ik kinderen te krijgen. Ik wil er wel drie! Maar eerst trouwen we!* Soms is het goed om de dingen te doen zoals je ouders die deden en zoals hún ouders dat óók al deden. Het gaat er niet zozeer om wát je doet, maar om hóé je het doet en met welke inzet. Het is de toon die de muziek maakt. De moeder van mijn moeder, mijn oma, is nu al jaren dood, maar ik vermoed dat ze trots op me zou zijn vanwege de manier waarop ik mijn weg zoek langs nieuwe en oude wegen.’ ) Chantal Solen

Noot van de redactie: het huwelijk tussen Chantal en Raymond is voltrokken en het eerste kindje is op komst.

( 53

Maar 's zomers groeien de bomen tot hun manlijke kracht, Mozesnazaten, zonen van Aäron op wacht. Op wacht over de tuinen dicht bij de waterkant, want het water mag dan verdwijnen, het houdt met alles verband: Met de parmantige boten en met de overzij en met de vastbesloten bruggen en met mij. De bomen met ruisende kleren als bladgroene pastoors willen mij bekeren van mijn diepwaterkoorts. Guillaume van der Graft


54 )


Bloesem Oneindig zijn de vloeren van den nacht – en dromend bruinen vrede, deint, o akkeraarde, dit donkre nachtland in uw warmen schoot o, paarlen licht aan donkers zachte zomen schoort een verlaten boom den wankelenden boog der nacht. als gij den avond om uw schouders plooit, figuur, gekerfd uit nachtelijk ivoor, den droom der wimpers langs de luchten spant en scheemrend schrijdt blauwen uw ogen bloei en slaan de velden witten geur en wijn, die uw omdroomde schreden kostbaar siert; en firmamenten ruisen sterrenbloesems, die uwer handen tasten scheemrend dauwt. en door ons warme schrijden schrijdt de nacht. maar hoor, het wappren van haar grijzen mantel over den lomen stap der eeuwigheid. Hendrik Marsman

( 55


Afscheid Verbondenheid uiteen getrokken door brute kracht onwezenlijke stilte vandaag reikt het leven verder dan de dood rozen vullen de ruimte herinnering en weten een leven nog te gaan.

Marja Keus (12 juli 1943 – 16 oktober 2008)

56 )


Een leven nog te gaan De sprong moet goed zijn. Het gezicht staat strak van concentratie en de spieren spannen zich voor dat ene moment. Ogen vinden elkaar en voor heel even verzacht de schaduw van een glimlach de strakke trekken. ‘Het gaat lukken,’ lijkt die glimlach te zeggen. Onmiddellijk daarna is de concentratie terug, zet de bundeling van kracht zich om in een snelle aanloop en bereikt hoogte in de sprong. Het draaipunt is feilloos. Het neerkomen stabiel. Het hoofd gaat omhoog en een trotse blik kruist die van de ander. Het was goed!

Later wiebelen twee benen langs de stang van een fiets en staan twee andere op de trappers. Even slingert de fiets vervaarlijk onder de ongewone last, maar komt dan toch in beweging. Dicht bijeen klemmen twee paar handen zich om het stuur. Warme adem strijkt langs een wang. Verlegen en wat onwennig kijken twee paar ogen strak voor zich uit. Nog niet eerder waren ze zo dichtbij elkaar. Zij is eenentwintig, hij net achttien. Een knul die nog weinig gepresteerd heeft, maar blij en vol goede moed de liefde welkom heet. ‘Dit was het eerste grote draaipunt in mijn leven. Het geluk om bij de turnvereniging Marja te ontmoeten en samen met haar een leven te mogen leiden.’ Zwenken Het leven krijgt soms een zwiep, dan weer een nauwelijks waarneembaar duwtje. Dit verandert je koers. Soms is het meteen duidelijk dat je je op een keerpunt bevindt. Op een ander moment is dat níet zo goed herkenbaar en weet je niet welke keuze de juiste is. Of je bevindt je nog midden in de werveling van het moment, zonder richtingsgevoel. De ene keer doet het pijn, dan weer brengt het geluk of vreugde. Maar onmiskenbaar zijn ze er, die draai- of keerpunten in het leven, de momenten die je van richting doen veranderen. Kansen ‘Ik deed het slecht op school. De verwachtingen waren hoog gespannen, maar het werd een puinhoop. Wiskunde ging redelijk, maar het enige wat me echt goed afging, was sport. In mijn middelbare schooltijd gaf ik al met veel plezier les bij de turnvereniging en na zes jaar over de driejarige HBS te hebben gedaan, besloot ik op het CIOS een opleiding tot sportleider te gaan volgen. Ik kwam daar in een nieuwe omgeving, zonder het oude imago van slechte en lastige leerling, kon een nieuwe start maken. Vanaf dat moment ging het me prima af. Ik werd een goede leerling, voelde me thuis in de wereld van sport en spel, had fijne contacten. Ik vond het heerlijk op het CIOS en haalde mijn diploma met de prijs voor het beste resultaat.’

( 57

‘Ook in de jaren erna, toen ik ging werken, Marja en ik trouwden en een gezin stichtten, kreeg ik volop kansen en ruimte. Als onervaren sportleider organiseerde ik opleidingsactiviteiten, grote evenementen en leerde daarbij alles wat ik op dat moment nodig had. Ik had visie en dééd gewoon. Nu zeg ik op mijn beurt tegen anderen, vanuit mijn huidige adviserende rol: ‘Doe maar! Ga maar! Pak de ruimte!’’ Kennis ‘Ik was inmiddels al vele jaren aan het werk via de Stichting Spel en Sport en later, via detachering, bij Sportfondsen Nederland NV. Ondanks mijn aanvankelijke aarzeling ben ik verder gaan studeren. Veranderende werkzaamheden vereisten veel meer inhoudelijke kennis. Ik werkte projectmatig als opleider, ontwikkelaar, adviseur, pedagoog, bewegingswetenschapper, onderwijskundige en manager. Vanuit de bijzondere kennis en vaardigheden die ik in die veelheid aan functies heb opgedaan, begeleidden we, naast overheden en sportinstanties, steeds vaker ook andere organisaties bij (veranderings)trajecten.’ Manoeuvre ‘En toen viel ik van het dak af. Plat op mijn rug. Aanvankelijk leek er niets aan de hand, maar ik hield pijn. Zoveel pijn dat het niet meer wilde. Ik raakte vermoeid, uitgeput, kon zelfs mijn werk niet meer doen. Het was een nare periode. Uiteindelijk bleek dat er sprake was van een compressiefractuur in mijn rug. Het goede nieuws was dat er geen dwarslaesie was ontstaan, het slechte dat ik ‘plat’ moest om te herstellen.’ ‘Tijdens mijn herstelperiode namen collega’s de praktische uitvoering en aansturing van mijn werk voortreffelijk over en stuurde ik vanaf mijn ziekbed alleen op hoofdlijnen aan. Het ging prima zonder mij, eigenlijk hadden ze me niet echt meer nodig. De tijd leek rijp voor iets anders. Ik besloot om voor mezelf te beginnen. Een adviesbureau te starten, gericht op communicatie en deskundig in voorbereiding en implementatie van veranderingen in organisaties. Korte tijd later ging ik samenwerken met een inspirerende zakenpartner. We smeedden plannen, brachten mensen samen, vertaalden gedachten naar concrete ideeën en gaven processen vorm. Vanaf het begin liep het goed en hadden we volop waardevol werk. De val van het dak bleek opnieuw een draaipunt te zijn geweest.’

Afscheid Veranderingen brengen soms loodzware tijden met zich mee. Draaipunten rondom leven en sterven zijn misschien wel de moeilijkste van allemaal. Het verdriet van afscheid nemen doet een mens in zichzelf keren. Dagen samen worden dagen alleen. Familie en vrienden kunnen er zijn, maar de leegte niet vullen. Het verlies van een geliefde is een intense confrontatie van jezelf met ieder moment van de dag. ‘Het is nog maar kort geleden dat Marja plotseling overleed. Het verdriet beheerst nog het grootste deel van mijn leven. Een permanent gevoel van onlust en onrust zit vast in mij en de kleinste gebeurtenis of onbedoelde opmerking kan mijn hele dag ontwrichten. Ik voel me kwetsbaar, bén kwetsbaar. Alleen met een flinke krachtsinspanning op de fiets of met hardlopen op de hei kan ik mezelf even loslaten. We waren ruim eenenveertig jaar getrouwd en ik voel het gemis in alles. Het evenwicht in mijn leven is verstoord, laat zich niet makkelijk herstellen. En misschien moet dat ook zo zijn en heb ik die tijd nodig. Mijn eigen herinneringen zijn mijn ‘onvertekende werkelijkheid’, mijn tranen, mijn pijn. Maar het zijn ook tranen van weemoed en blijheid om de herinnering aan ons samen. Nu kan ik nog niet terugkijken. Het is nog niet helder waar dit me brengt. Maar ongetwijfeld zal ook dit draaipunt de richting van mijn leven veranderen. Mijn leven nog te gaan.’ ) Joop Keus


De idioot in het bad Met opgetrokken schouders, toegeknepen ogen, haast dravend en vaak hakend in de mat, lelijk en onbeholpen aan zusters arm gebogen, gaat elke week de idioot naar ’t bad. De damp, die van het warme water slaat maakt hem geruster: witte stoom… En bij elk kledingstuk, dat van hem afgaat, bevangt hem meer en meer een oud vertrouwde droom. De zuster laat hem in het water glijden, hij vouwt zijn dunne armen op zijn borst, hij zucht, als bij het lessen van zijn eerste dorst en om zijn mond gloort langzaamaan een groot verblijden. Zijn zorgelijk gezicht is leeg en mooi geworden, zijn dunne voeten staan rechtop als bleke bloemen, zijn lange, bleke benen, die reeds licht verdorden komen als berkenstammen door het groen opdoemen. Hij is in dit groen water nog als ongeboren, hij weet nog niet, dat sommige vruchten nimmer rijpen, hij heeft de wijsheid van het lichaam niet verloren en hoeft de dingen van de geest niet te begrijpen. En elke keer, dat hij uit ’t bad gehaald wordt, en stevig met een handdoek drooggewreven en in zijn stijve, harde kleren wordt gesjord stribbelt hij tegen en dan huilt hij even. En elke week wordt hij opnieuw geboren en wreed gescheiden van het veilig water-leven, en elke week is hem het lot beschoren opnieuw een bange idioot te zijn gebleven. M. Vasalis

58 )


Kweekgoed voor een betere wereld De loods staat vol. Een pakhuis afgeladen met vuilniszakken kleding, keurige rijen zelfgetimmerde kisten vol uiteenlopende materialen, pallets verbandmiddelen en dozen met allerlei andere medische benodigdheden. In een hoek staat een partij rolstoelen en in de grootste kisten zitten bedden. Dit is de opslagruimte van de Stichting Heetens Hulpgoederen Filippijnen of kortweg de H.H.C.P. (Heetens Helpgood Centre Philippines), een vrijwilligersorganisatie die hulpgoederen verzamelt en verstuurt naar de Filippijnen, maar ook naar andere plekken op de wereld waar tekorten zijn.

Doris, met zijn vierentachtig jaar de oudste van de grote groep vrijwilligers, staat met een olijke snoet lege dozen op te ruimen. Truus geeft wat aanwijzingen voor de werkzaamheden van vandaag. Met een kwinkslag over en weer begint de dagelijkse taak om de enorme hoeveelheid goederen te verwerken tot handzame en bruikbare pakketten voor de verscheping. Wereldreizigers ‘We zijn eigenlijk net weer terug uit de Filippijnen. Zes weken lang hebben we ons helemaal moegereisd langs een groot aantal eilanden. We hebben spullen door de douane heen gekregen, waar nodig containers helpen uitpakken en dwars door de rijstvelden gesjouwd om dozen naar families te brengen. Maar we hebben ook ontzettend genoten van de prachtige mensen en de schitterende natuur.’ Deze wereldreizigers, Truus en Jo Schoorlemmer, zijn ondanks hun gevorderde leeftijd en fysieke beperkingen, de drijvende krachten achter het Heetense hulpproject. Elk jaar gaan ze zelf naar de Filippijnen om ervoor te zorgen dat de hulpgoederen terechtkomen op de juiste plek, contacten te onderhouden, nieuwe te leggen en om heel verschillende projecten handen en voeten te geven, waaronder het opzetten van naaiateliers bij ziekenhuizen en projecten voor individuele scholing, die al voor meer dan honderd kinderen zijn gerealiseerd. ‘De broer van Jo was missionaris op de Filippijnen en probeerde de schrijnende armoede om zich heen wat te verlichten. Daarvoor schakelde hij ons in. Hij schreef ons wat hij nodig had en wij probeerden dat te regelen of te verzamelen. Hij is inmiddels overleden, maar de hulp is nog even hard nodig als toen hij begon.’ Een kip als dank ‘Dit keer hebben we veel gespecialiseerde medische apparatuur meegenomen, zoals echoapparaten, operatiematerialen en gynaecologische stoelen. Maar ook de prikpil voor een jonge vrouw. Geboortebeperking is zeer tegen de zin van de kerkelijke leiders en dus is goede anticonceptie op

( 59

de Filippijnen een probleem. En dat terwijl veel mensen zo arm zijn dat ze onmogelijk een kind kunnen grootbrengen, laat staan naar school laten gaan. We zien dezelfde kerkelijk leiders daar in blakende gezondheid, met een goede opleiding en voldoende middelen van bestaan. Wij zeggen wel eens tegen de mensen: ‘Ga dan ook maar naar de kerk voor een bordje rijst!’ De vrouw was zo blij met de pil dat we een enorme levende kip cadeau kregen. Met een touwtje om de poten, zodat we hem gemakkelijk konden meenemen.’ Meisje van de kwekerij Truus komt van een kwekerij. Ze vond het heerlijk tussen de bloemen. Werken met al die verschillende geuren en kleuren, naar de veiling met een vrachtwagen en koffie drinken met de jongens. Ondanks haar interesse was de kwekerij echter niet voor haar bestemd. Dat was indertijd niets voor meisjes. Haar vader zette haar wel op een ánder pad. Als klein kind werd ze samen met haar broers en zussen het dorp ingestuurd om te helpen bij ouden en zieken. ‘Je moet weten dat je onder de mensen woont en dat er allerlei soorten mensen zijn,’ zei mijn vader altijd. ‘Je moet leren het verschil te zien tussen arm en rijk. Als je rijk bent, kun je van alles kopen, behalve gezelligheid.’ Een pelgrimstocht Truus ging de ziekenverzorging in. Op haar eigen wijze, en niet altijd helemaal volgens de regels, deed ze met hart en ziel haar werk in het ziekenhuis. Ze organiseerde van alles, ook 's nachts, wanneer het toeziend oog gesloten was. ‘Als mensen stervende waren dan zorgde ik ervoor dat ze nog even afscheid konden nemen van hun kanariepietje, poes of hondje. Een onafzienbare stroom huisdieren is in de nachtelijke uren voorbij gekomen. Ik was eigenlijk altijd bezig met mensen helpen. Als ik vrij was ging ik mee met de Henri Dunant, de vakantieboot voor lichamelijk gehandicapten van het Rode Kruis, en met bustochtjes voor bejaarden. Ik ben zelfs mee geweest als verzorgster van zieken op een pelgrimstocht naar Lourdes. En ik vloek nota bene wel eens zo nu en dan...’

Soep uitdelen op de Wallen ‘Als ik niet in het werk voor de Filippijnen terecht was gekomen, dan werkte ik nu met zwervers en verslaafden. Ik heb regelmatig geholpen op de Wallen in Amsterdam en op Hoog Catharijne in Utrecht. Dan gingen we de straat op met de soeppan. Ik ben eens een hele vakantie aan het werk geweest voor de opvang van daklozen in Amsterdam. Er was een tekort aan hulp en ik deed het graag. We gingen de straat op voor primaire hulp. Ik stond in de gaarkeukens en hielp bij de nachtopvang. Ik vond alles leuk om te doen, geniet als ik onder de mensen ben.’ Nog nooit liep Truus om een zwerver heen. Altijd maakt ze even tijd voor een praatje. Directeur van de werkgroep ‘Nee hoor, ik ben geen baas. We doen het samen! Zonder elkaar krijgt niemand iets gedaan.’ Truus reageert verontwaardigd, maar Jo staat te lachen op de achtergrond. ‘We noemen Truus wel eens de directeur, ook al wil ze dat niet horen. Ze is de drijvende kracht achter het werk hier. Ze organiseert, geeft schouderklopjes, maakt gezelligheid, sust als het nodig is en weet iedereen aan te zetten tot grootse prestaties. Er is geen directeur die dat beter doet.’ Waar Truus Schoorlemmer zich vooral bezighoudt met de praktische taken, doet Jo het bestuurlijke en administratieve werk, inclusief alle correspondentie van het hulpproject. Het is arbeidsintensief en slurpt alle vrije tijd op. Het echtpaar Schoorlemmer doet het met overgave. Vanuit de harde realiteit, met een hart vol mededogen. Als hedendaagse missionarissen, niet gezonden door de kerk, maar misschien wel door God zelf. ) Truus Schoorlemmer


Belvédère Als je er oog voor hebt, is het uitzicht magnifiek. Weids, met een vleugje oneindigheid. De luwte koestert een voorjaarszon die haar warmte met je deelt. Het is hier zo mooi dat je er stil van wordt en met tranen van ontroering blijft kijken. In de rust vind je de ruimte om te zijn en eindeloos door je beleving te dwalen. In het sprankelende licht herken je een blijheid die je nooit meer wilt laten gaan. Je voelt je vrij, tevreden en gelukkig. Dit is een plek waar je wenst te zijn, waarvan je droomt, waarin je gelooft.

‘Ik geloof in God als de architect van onze schepping. Ik geloof in Jezus als mijn Verlosser en ik geloof in de hemel. Dit geloof is het fundament van mijn bestaan. Mijn uitgangspunt bij alle keuzes die ik maak, in mijn werk en privé. Mijn geloof is allesomvattend. Nu, maar ook later, na de dood. Deze wetenschap schenkt mij vrede, laat me met een ontspannen gevoel en een groot vertrouwen in het leven staan.’ Domineeszonen Getuig altijd van God, gebruik desnoods woorden.

‘Niet perfectie is het doel,

maar de zorg voor je medemens en omgeving.’

‘Bij ons thuis gingen er vroeger elke dag vijf kilo aardappels en drie liter pap doorheen. Ik kom uit een groot gezin. En alsof dat nog niet genoeg was, stond de deur altijd wijd open voor anderen. Week in week uit zat er bij ons, vader, moeder en acht kinderen, een gehandicapte aan tafel. Mijn vader was dominee en vervulde Gods opdracht zorg te dragen voor zijn gemeente soms wel erg nauwgezet. ‘Rap en Roet’ kwamen bij ons binnen. Het gezin en de omgeving waarin je opgroeit maken je tot wie je bent. Ik heb aan die volle tafel behalve gastvrijheid eveneens geleerd om nu en dan een grens te trekken.’ ‘Mijn vader heeft ons van zijn veelzijdige werk als predikant en zijn vele andere interesses allemaal wat meegegeven. Politiek, stoomtreinen en vogels zijn mijn passie geworden. Fred, mijn tweelingbroer, is predikant geworden en deelt mijn liefde voor treinen en de ornithologie. Mijn oudste broer studeerde geografie en Leo, een andere broer, heeft werk waarbij een briljant geheugen nodig is. Het zijn stuk voor stuk erfenissen van mijn vader. Mijn moeder zorgde grotendeels voor de opvoeding en organiseerde het enorme huishouden. Het was een goed geordende chaos met voldoende ruimte voor grote

aantallen vogels, vissen, katten, konijnen en cavia’s. Fred en ik bewogen ons onbekommerd temidden van deze bedrijvigheid. We hadden weinig moeite om voldoende aandacht te krijgen. Als hij wat wilde vertellen, ging Fred gewoon staan aan tafel. Dat werkte altijd. We experimenteerden dat het een lieve lust was. Toen we eens een houten terrarium hadden gevuld met water lag er de volgende dag een briefje van mijn moeder met het nuchtere doch dringende verzoek dit voortaan te laten. Ze bracht ons haar tradities en dankbaarheid voor het leven bij. Opgroeien met de waarden van het orthodox-christelijke geloof was voor ons vanzelfsprekend.’ Een volmaakte wereld Als het volmaakte komt, zal het onvolmaakte afgedaan hebben. (1 Kor. 13:10) ‘Ik denk niet dat de mens in staat is een volmaakte wereld te creëren. Integendeel. Wel zijn we altijd op zoek naar mogelijkheden om de wereld te verbeteren. Ik ervaar het als een opdracht om van de wereld waarin je leeft iets moois te maken. Niet perfectie is het doel, maar de zorg voor je medemens en omgeving. In mijn jongere jaren was ik recht-toe-recht-aan en zwart-wit in mijn denken over goed en kwaad. Mijn uitgangspunten liggen ook nu nog onveranderd verankerd in mijn geloof. Dit laat meestal weinig ruimte voor twijfel en ik doe m’n best te leven naar bijbelse waarden. Met veel respect en soms verwondering zie ik hoe mijn collega-wethouders vanuit een heel andere intrinsieke motivering vaak op eenzelfde uitgangspunt terecht komen als ikzelf vanuit mijn geloof. Christenen hebben geen monopolie op integriteit en correctheid.’

60 )


Weten Wetenschap zonder religie is kreupel, religie zonder wetenschap is blind. (Albert Einstein) ‘De wetenschap noemt de tijd als vierde dimensie. De wiskunde rekent hier tamelijk eenvoudig mee, maar in onze driedimensionale beleving is het toch een lastig begrip. We weten dat de tijd er is, maar kunnen die gevoelsmatig niet duiden. Er zijn genoeg aanwijzingen dat er nog meer dimensies zijn en de wis- en natuurkundigen proberen ze te ontdekken. Het is duidelijk dat er dimensies zijn waarvan we zelfs de schaduw niet zien. Onze beleving is eveneens te beperkt om God te beredeneren. God is oneindig veel groter dan wij kunnen bevatten.’ Geloven Wat is geloof? Het is de absolute zekerheid dat onze hoop ook werkelijkheid wordt en het is het bewijs van dingen die wij niet kunnen zien. (Hebreeën 11:1) ‘Elke dag leer ik bij. In mijn huidige functie als wethouder van Apeldoorn, voorheen bij mijn werk in de Tweede Kamer en daarvoor als voorzitter van de landelijke jongerenvereniging van de ChristenUnie. Ik heb geen enkele moeite mijn werk, ervaring en wetenschappelijke opleiding te combineren met mijn geloof. Velen kunnen dat niet begrijpen. Daarom heet het misschien ook geloof. Geloven en weten zijn voor mij niet tegenstrijdig. Geloven is voor mij: zéker weten.’ Een mooi uitzicht I know that my Redeemer liveth. (The Messiah G.F.Händel) ‘De belofte van eeuwig leven vervult me van rust, geluk en dankbaarheid. Ik ben heel blij met mijn leven, hier en nu, en óm te leven. Maar ik weet dat het hierna nog beter wordt. Dat vind ik een troostende gedachte. We doen ons best er iets moois van te maken, spannen ons in voor mensen die kansen hebben gemist. Maar het volmaakte ontstaat alleen door ingrijpen van God. Het vooruitzicht van de bescherming die ons wacht in die andere dimensie is als een belvédère: een mooi uitzicht op een soms onbevattelijk perspectief van hoop en licht. Een doorkijk naar een volmaakte wereld.’ ) Paul Blokhuis

( 61

Dit is mijn dag Vanochtend werd ik wakker in een droom van iemand die een huid van vlees bewoont. Ik kon niet vluchten, ik was geen Tsjwang Tse die had gedroomd dat hij een vlinder was en zich bij ochtendlicht afvroeg of hij, Tsjwang Tse, gedroomd had een vlinder te zijn of dat de vlinder droomde als Tsjwang Tse te ontwaken, nee, ik was een mens, een taai skelet met tweeëndertig tanden, twee handen en een tragisch intellect dat met een angst voor klokken was behept. Maar langzaam, bijna heilig, stond ik op, gaf mijn gezicht een hand en ritste mijn gedachten dicht. Dit is mijn dag, wist ik. Hier lonkt een spiegel naar verwonderd licht. Daar breekt een vlinder uit. En dat ben ik. Menno Wigman


De zeven werken De mooie, jonge heks Antanneke wordt veroordeeld om in een vergeetput te sterven, maar spreekt een toverspreuk uit om te ontsnappen. Hierbij vergist ze zich en valt voor een paar honderd jaar in slaap. Gewekt door een bliksemstraal weet ze uit de put te ontsnappen. Als wraak voor de heksenvervolging wil ze de “Harp met de zeven snaren” vernietigen, waardoor de zeven werken der barmhartigheid voorgoed uit de wereld zullen verdwijnen (naar: Suske en Wiske en de zeven snaren van Willy Vandersteen).

Heksen en tovenaars zijn van oudsher meest wijze mannen en vrouwen met een grote kennis van kruiden en uit overlevering bewaard gebleven Germaanse gebruiken. Traditiegetrouw vervullen vrouwelijke heksen de rol van priester en heelmeester en de strijd die de katholieke kerk tegen de hekserij voerde, was dan ook vooral tegen hen gericht. In de door epidemieën, angsten en onbegrip geteisterde Middeleeuwen kwam het dikwijls en op grote schaal tot een heksenjacht. Veroordeelde heksen belandden in een vergeetput of op de brandstapel. Bij velen kwam het niet eens tot een proces, omdat ze al stierven tijdens de heksenproef. De hongerigen spijzen ‘Ik wilde wat doen voor mensen die zichzelf niet kunnen helpen.’ Lieke van Horen is jong en energiek. Een enthousiaste druktemaker. Een blij kind, zoals ze zelf zegt. Ze heeft iets wat ze heel gewoon vindt en wat misschien ook heel gewoon zou moeten zijn: mededogen. Of misschien is barmhartigheid wel een beter woord. Niet alleen is ze begaan met het lijden van anderen, ook is ze bereid dat leed te verzachten als het kan. ‘En een paar maanden later zat ik als vrijwilliger op de grond grote hoeveelheden groenten te snijden voor de maaltijd van het weeshuis, samen met een groep Vietnamese vrouwen die me doorlopend voor de gek zaten te houden.’ De dorstigen laven ‘Geluk heb je gedeeltelijk zelf in de hand. Mensen zeuren vaak over wat ze ontberen, maar zouden zich beter kunnen richten op wat wel in orde is. Vrijwilligerswerk en het reizen door Vietnam, Laos en Cambodja hebben dat besef bij mij versterkt. Een dergelijke ervaring zou zinvol zijn voor iedereen. Te zien hoe andere mensen leven en een tijdje deel uitmaken van hun bestaan. Ervan doordrongen raken dat er op de wereld grote verschillen zijn. Dat je voor een ander van betekenis kunt wezen, iets goeds kunt doen. Dat het glas halfvol is.’ De naakten kleden ‘De relatie met mijn vriend liep stuk toen we ons nieuwe huis aan het inrichten waren. De hulp en steun die ik destijds ontving uit mijn omgeving deden me zo goed, dat ik iets daarvan wilde ‘teruggeven’ aan de wereld. Ook wilde ik graag reizen en kwam

zodoende in contact met een organisatie voor vrijwilligerswerk in weeshuizen te Vietnam. Ik zamelde geld in voor kleding en speelgoed en ontdekte tot mijn verbazing en vreugde dat ook nu weer veel mensen om me heen bereid waren me te helpen. Met een heleboel dollars op mijn buik ging ik naar Vietnam en kocht grote hoeveelheden kleding, eten en speelgoed. Met een afgeladen fiets kwam ik bij het weeshuis aan. Ik weet nog steeds niet wie er gelukkiger waren: die mensen of ik.’ De vreemdelingen herbergen ‘Mijn voordeur gebruik ik eigenlijk nooit. Ik vind het heerlijk als mensen binnen komen door de achterdeur en zich thuis voelen in mijn huis. Ik maak niet graag een strak omlijnd plan of takenlijstjes. Die plannen en lijstjes waren altijd al gedoemd te mislukken en ik voel me veel gelukkiger als ik me niet gebonden voel aan wat ik allemaal moet doen. Ik wil graag de ruimte hebben om samen met familieleden en vrienden dingen te ondernemen, ook en vooral wanneer dat spontaan gebeurt. Ik zou wel eens een tijd willen doorbrengen in een dorp waar westerse luxe afwezig is en de intermenselijke contacten op de eerste plaats staan. Ervaren hoe mensen met elkaar omgaan zonder de ruis van televisie, telefoon en internet.’ De zieken bezoeken ‘De kinderen in de weeshuizen van Vietnam hebben vaak ernstige verminkingen. Het ontbladeringsmiddel agent orange, dat in de Vietnamoorlog werd gebruikt, heeft ruim vijftig jaar na dato nog steeds een vernietigend effect. Pasgeborenen met ernstige handicaps worden soms in een doos voor de deur van het weeshuis gelegd. Armoede doet wanhopige ouders besluiten het kind te vondeling te leggen. Voor zorg en medische ondersteuning hebben ze domweg geen geld. Sommige verminkingen zijn zo ernstig dat de kinderen nooit buiten komen. Ze zien er te angstaanjagend uit.’

De gevangenen bezoeken ‘Bij mijn bezoek aan het weeshuis ontdekte ik in een hoek van een zaal een grote kooi met een kind erin. Toen ik de volgende dag terugkwam, mocht dat kind eruit. Daar was ik heel gelukkig mee. Weeshuiskinderen liggen soms vastgebonden op bed en er is, gunstige uitzonderingen daargelaten, voor hen vaak weinig zorg en aandacht. Eerst maakte dit me boos, maar zodra ik inzag dat daarmee de kinderen niet waren geholpen, was ik eigenlijk alleen nog maar bezig met de vraag hoe ik zelf, op dat moment, zo goed mogelijk voor hen kon zorgen en met ze spelen. Samen met andere vrijwilligers heb ik voor de kinderen een uitstapje naar een eiland georganiseerd. We namen lunch en speelgoed mee en zowel de kinderen als wij hadden een onvergetelijke dag. Voor veel van hen ging het om de eerste stapjes die ze buiten het weeshuis zetten.’ De doden begraven In de door epidemieën geteisterde Middeleeuwen was het moeilijke en gevaarlijke werk van ‘de doden begraven’ een handeling van belang. Vandaag de dag heeft die het karakter van een bij wet geregelde begrafenis of crematie. De laatste zorg, het verdriet en de rouw zijn echter onveranderd. Rond een overlijden staan mensen dicht bij elkaar en die nabijheid is van grote betekenis. Zeven werken der barmhartigheid Lieke weet persoonlijke ervaringen om te zetten in iets positiefs. Niet volgens een vooropgezet plan, vanuit een missie of religie, maar gewoon omdat het zo uitkomt. Het geeft niet als het daarbij gaat om een druppel op de gloeiende plaat, want alle kleine beetjes helpen. Misschien zijn het maar een paar kinderen waarbij ze een glimlach op het gezicht heeft getoverd, maar voor die kinderen heeft ze een verschil gemaakt. Rondom Lieke van Horen herken je de zeven werken der barmhartigheid. Dát is van een onschatbare waarde. ‘Soms zijn dingen eng om te doen, maar als je niets doet, dan gebeurt er ook niets.’ ) Lieke van Horen

62 )


Het raadsel Wie zal mij zoeken als ik niet kom? De winden lopen om en om. Er is een vraag die geen antwoord vergt, een glimlach die in zich een raadsel bergt. Ik heb de deuren opengedaan en zag het rode standbeeld staan. De donkere spieren glommen hoog, er schoot een straal uit het donker oog. De marmeren zaal was achter open. Daar was de tuin waar ik wilde lopen. Hoe er te komen? Ik zag me er dwalen. Hoe ik er kwam kan ik niet verhalen. Albert Verwey

‘Geluk heb je gedeeltelijk zelf in de hand.’

( 63


Spreuk bij het werk Als ik nu in dit land maar wat alléén mag blijven, dan zal de waterkant het boek wel voor mij schrijven. Dit is wat ik behoef en hiertoe moest ik komen, het simpele vertoef bij dit gestadig stromen. Het water gaat voorbij, wiss’lend gelijk gebleven, – het heeft stilaan in mij een nieuw begin geschreven. Ik weet met zekerheid, hier vind ik vroeg of later het woord dat mij bevrijdt en levend is als water. Ida Gerhardt

Een merel komt doelgericht aanhippen bij de ondiepe schotel met water en neemt met veel gespetter een uitgebreid bad. Een houtduif laat zich daarentegen met een verontwaardigd klapperen van de vleugels verjagen. De stille, beschutte tuin van het hoekhuis biedt veel ruimte, maar deze ongenode bezoeker brengt, naar de smaak van de gastvrouw, teveel rommel mee. Een blij mens Deze tot in de verste hoeken geordende lusthof is de plek waar Annelies de Jong tot rust komt. Hier laat ze zich inspireren, doet nieuwe energie op en kan de gebeurtenissen van de dag van zich afzetten. Net als de tuin is ook het huis verrassend ruim en keurig opgeruimd. Via de lichte serre loop je direct het terras op. Bomen en hagen omzomen het geheel en doen je de wereld daarbuiten vergeten. Ze bieden ruimte en rust; een warm en natuurlijk welkom. Zelfs een muisje durft, op zijn dooie gemak, midden op de dag op bezoek te komen. Annelies geniet zichtbaar van de kleine bezoekers in haar domein. ‘Ze helpen me relativeren; maken zelfs nare dagen tot iets moois. De vogels, de natuur, ze maken me blij. Ik kan hier nadenken en tot rust komen. Het leven is bijzonder en ik voel me een fortuinlijk mens met al dit geluk om me heen.’ Als de muren konden praten Deze warme en charmante vrouw heeft een bijzondere aantrekkingskracht. Alleen al door haar houding en de welgemeende, belangstellende blik van haar donkere ogen zorgt ze ervoor dat een ander zich bij haar thuis voelt. Mondjesmaat en druppelsgewijs geeft ze haar gedachten prijs. Annelies is geen grote prater maar wel een gezellige kletser en vooral een gevoelsmens.

64 )


Het komt goed! Het muisje trippelt vrolijk over het schelpenpad richting het emmertje, klautert er in een snelle beweging bovenop en zet zich aan een maal van graan en zaden. Het voer is bedoeld voor de gevleugelde tuinbezoekers, maar het muisje trekt zich daar niets van aan. Zorgvuldig zoekt het de lekkerste hapjes uit, houdt ze stevig vast tussen de voorpootjes en geniet zichtbaar. Het is ongewoon om een muisje zo midden op de dag te zien rondscharrelen.

‘Op het werk weten mensen mij te vinden. Als iemand zijn hart wil luchten, dan ben ik er voor die persoon. Als het nodig is, bied ik mijn schouder aan om uit te huilen. In de loop der jaren zijn in mijn kantoor zoveel verhalen verteld.’ Annelies glimlacht. ‘Misschien komen ze wel omdat het in mijn kantoor zo rustig is. Maar als muren konden praten...’ ‘Ik deel mijn persoonlijke verhalen en gevoelens met mensen die heel dichtbij me staan, zoals mijn man en kinderen. Velen denken me na jaren goed te kennen, maar ik betwijfel dat. Ik houd veel voor mezelf, stop mijn energie graag in de mooie momenten van de dag. En waarom ook niet. Laat mij maar zijn zoals ik ben.’ Een hechte band ‘De band met mijn kinderen is hecht, de binding met mijn eigen moeder was anders. Ze was veel onderweg en daardoor bleef er weinig tijd over voor het gezin. Misschien is dat de reden dat ik er altijd voor mijn man en kinderen ben. Maar ik vind het ook gewoon heerlijk. Ik ben graag betrokken, graag dichtbij. Met mijn dochter Marianne kan ik dagen kletsen en lachen, samen op vakantie gaan, met een boek op het strand zitten of met een fles rosé op een terras. We genieten daar mateloos van. Mijn zoon Paul is meer introvert. Als tienjarige kreeg hij griep. De complicaties waren hevig, zelfs levensbedreigend. Gelukkig is het goedgekomen. Sinds die tijd hebben we een bijzondere relatie. Zo’n ervaring vormt je voor de rest van je leven.’ Ouder worden Ouder worden brengt voor Annelies tegengestelde gevoelens met zich mee. Enerzijds vindt ze het heerlijk om te ervaren dat ze er bij het klimmen der jaren rustiger, wijzer en milder op

( 65

wordt. Dat ze zichzelf de tijd gunt om te genieten van het leven, de natuur en de mensen om zich heen; om na te denken en de dingen te doen die ze wil doen. Anderzijds is ze bang voor het ouder worden. Aftakeling en ziekte vindt ze verschrikkelijk. ‘Door het werk van mijn moeder bij hoogbejaarden heb ik als kind meer aftakeling gezien dan me lief was. Nog steeds heb ik een hekel aan tehuizen en aan ‘oud’. Nu ik zelf ouder wordt, neemt de angst voor de neergang van het leven steeds meer ruimte in. Mensen om me heen worden ziek en gaan dood. Ik vind het zo verdrietig als een leven in ziekte moet eindigen. Mijn vader is gestorven aan longkanker. Ik vond het vreselijk om te zien hoe deze fijne man steeds zieker werd en uiteindelijk overleed. Ik kan alleen maar wensen dat dit mijn kinderen bespaard blijft.’ Leef nu, leef vandaag Snel, bijna onopgemerkt keert de milde gezichtsuitdrukking terug. De verhalen gaan opnieuw over alles waar je op dit moment gelukkig en blij mee kunt zijn. ‘Je leeft nu, je leeft vandaag. Zolang er iemand is met wie je dingen samen kunt doen, kan je lachen en plezier hebben. Ik heb geleerd niet te klagen, niets op te kroppen. Ik probeer gewoon door te gaan en van de dag te genieten, wil gelukkig zijn.’ Annelies is een krachtige vrouw die in staat is om haar omgeving te vormen en beïnvloeden, zodat er ruimte ontstaat. Leefruimte voor iedereen in haar nabijheid en ruimte om tevreden te zijn. Ze is een warm en tegelijk introvert mens met een sterke, positieve inzet op elk moment. Omdat ze dat wil. En als Annelies iets wil, dan doet ze dat. Anders is het zonde van de dag. ) Annelies de Jong


66 )


De geest van vernieuwing Tot nieuw denken en geloven moet je ook inspiratie krijgen. Er zijn altijd nog mensen die denken dat alles conserveren ook inspiratie behoeft. Je trouw aan het oude houden, daar gaat het om. Semper idem: altijd hetzelfde. Dat lijkt me niet. En maar denken dat er niets verandert! Terwijl we weten dat er niets bestaat dat niet verandert. God ook? In ons beeld wel. Ons geloof verandert niet? Wel degelijk. We merken dat alles om ons heen andere paden en bronnen zoekt. Je kunt nooit tweemaal in dezelfde rivier springen, zei een filosoof eens. Alles stroomt, gaat voorbij, vernieuwt zich, krijgt een ander gezicht en ook een andere macht over ons. Vooral als je terugkijkt denk je wel eens: ik ben toch ook veranderd. Je wordt toch van je droesem afgegoten door de tijd, de levensomstandigheden, door een ziekte. Je durft jezelf steeds meer te bekennen dat veel van je oude geestesbezit niet meer werkt en je lijdt er niet onder. Je ervaart dat veel van wat vroeger ernstig waar was nu geparkeerd is, niks meer oplevert en dat je nieuwe piketpalen geslagen hebt. Als we steeds maar weer het oude bewaren willen, maken we meer kapot dan onze toekomst lief is. Een menselijke geest moet zich net zo intens vernieuwen als het menselijk lichaam doet. Anne van der Meiden

( 67


Tijd van vloek en tijd van zegen Tijd van vloek en tijd van zegen tijd van droogte tijd van regen dag van oogsten tijd van nood tijd van stenen tijd van brood. Tijd van liefde nacht van waken uur der waarheid dag der dagen toekomst die gekomen is woord dat vol van stilte is. Tijd van troosten tijd van tranen tijd van mooi zijn tijd van schamen tijd van jagen nu of nooit tijd van hopen dat nog ooit. Tijd van zwijgen zin vergeten nergens blijven niemand weten tijd van kruipen angst en spijt zee van tijd en eenzaamheid. Wie aan dit bestaan verloren nieuw begin heeft afgezworen wie het houdt bij wat hij heeft sterven zal hij ongeleefd. Tijd van leven om met velen brood en ademtocht te delen – wie niet geeft om zelfbehoud leven vindt hij honderdvoud.

‘Elke dag stap je in de auto en hoop je gezond weer thuis te komen. De momenten waarop je achterom kijkt en je afvraagt: ‘Hoe lang heb ik nog?’ leiden niet tot gedachten die me doen stilstaan. Integendeel, het besef van eindigheid motiveert me. Je beïnvloedt de hoeveelheid tijd die je is gegeven niet, maar kunt er wel zo goed mogelijk gebruik van maken. En als het op is, gaat het leven gewoon verder. Je leeft door in naam en herinnering van je kinderen en kleinkinderen.’ Verbindende factor ‘Mensen kennen me als een krachtig mens, met veel controle over uiteenlopende situaties. Maar net als ieder ander ken ik mijn gevoelig- en onzekerheden. Over te nemen of genomen beslissingen, zoals bij maatschappelijke ontwikkelingen die je naar je organisatie moet vertalen. Ik word intens verdrietig van oneerlijkheid en vind schijnheiligheid verschrikkelijk. Al mijn inzet ten spijt weet ik niet wat het leven me brengt. Ik kan het niet beïnvloeden, hoe graag ik het ook wil. Ik voel me machteloos als ik een situatie niet kan oplossen en ben bang voor eenzaamheid. Ik ben een trouw mens en heb in de loop van de jaren geleerd te denken in wij-concepten. Te handelen met begrip voor de ander en te spiegelen, dat wil zeggen: kijken en luisteren om te toetsen of dat wat je zelf vindt ook spoort met de ideeën van degene met wie je te maken hebt. Ik vertrouw mezelf, maar heb ook een groot vertrouwen in de ander.’ ‘Samenhang in je gezin en werken in een maatschappij met een grote diversiteit aan organisaties en culturen vraagt om veel persoonlijke inzet; met respect voor elkaar en verenigende elementen. Mijn kracht schuilt in het binden van personen en organisaties. Ik draag zorg voor een klimaat waarin mensen trouw willen en kunnen zijn aan elkaar. Dat een samenhang ontstaat waarin we kunnen groeien en waarop we kunnen voortbouwen.’

Huub Oosterhuis

68 )


Tot besluit Het moment is voorbij voor je er erg in hebt. Een fractie van een seconde bepaalt het verschil tussen leven en dood. De uren lijken voorbij te kruipen, jaren vliegen voorbij. Je beïnvloedt de snelheid niet en je kunt niet zonder. Het geeft je tijd van leven; tijd óm te leven, de tijd van je léven. Het ís het leven. Onbelangrijk, allesbepalend, beslissend, onbetekenend. Het is de tijd, de tijd zelf.

Genieten doe je samen ‘Samen met anderen genieten van de geneugten des levens is heerlijk. Graag kook ik een uitgebreid, smakelijk maal en laat daarbij een enorme puinzooi achter in de keuken. Aan het einde van de dag drink ik graag een goed glas wijn. De betekenis daarvan overstijgt het simpelweg lekker eten en drinken. De sfeer eromheen zorgt ervoor dat nare ervaringen en gevoelens een plekje krijgen, dat ik ermee kan omgaan en me prettig voel. Het biedt ook een moment van rust na een dag hard werken. Bovendien vier ik graag het leven en doe dat het liefst samen met de mensen om mij heen!’ Op eigen wijze ‘Je eigen wijsheid is je rijkdom, maar het gaat erom hoe je die exploiteert. Eigenwijs zijn heeft niet altijd een positieve klank, maar zeker positieve aspecten. Van een kleine vijftig medewerkers is onze organisatie uitgegroeid tot een met meer dan zevenhonderd. Zonder de dingen op mijn eigen wijze te doen, was dat niet gelukt. Met regelmaat ben ik lijnrecht tegen allerlei goedbedoelde adviezen ingegaan en heb mijn eigen koers gevolgd. Ontwikkeling van eigenheid en persoonlijkheid is van groot belang. Dat levert soms botsingen op, maar uiteindelijk stáát iedereen er: voor zichzelf, zijn familie, vrienden, collega’s en een gezamenlijke organisatie of doel. Mijn moeder zei op haar sterfbed tegen mij, die eigenwijze zoon die zijn eigen weg ging: ‘Het is toch nog goed met je gekomen. Je wás er.’’

Persoonlijke boodschappen ‘Als er een verandering aankomt, ga dan eerst voor de spiegel staan en sluit vrede met jezelf! Deze wijsheid heb ik ooit meegekregen van een supervisor en draag ik nog steeds dicht bij me. Die innerlijke dialoog helpt me de juiste keuzes te maken en in een steeds grotere en meer ingewikkelde wereld trouw te blijven aan mezelf. Tegenwerking krijg je altijd, soms is het zelfs vuiligheid wat er langs komt, maar die staat nooit in verhouding tot de positieve waardering.’ ‘Mijn bestuurskwaliteiten hebben mijn positie veranderd, maar niet mijn persoonlijke benadering. Ik sta dicht bij mensen en dat geeft binding en vertrouwen. Een persoonlijk woord, een persoonlijke boodschap heeft zóveel meerwaarde!’ ‘Eenmaal weg verandert een organisatie en zo hoort het ook. Jonge mensen, die stevig in het leven staan, nemen je plek in en doen dat met grote klasse. Goede mensen komen op de goede plekken terecht. Overigens vind ik het niet eenvoudig om af te bouwen! Je legt verantwoordelijkheden niet af als een jas. Bovendien neem ik niet graag afstand. Liever zie ik, van heel dichtbij, wat er gebeurt.’ Rijkdom van het leven zelf ‘Zoals je eigen wijsheid een waardevol bezit is, zijn de interacties tussen jou en je medemens een vermenigvuldiging daarvan. Symbool daarvoor staat de schat aan levensverhalen en poëzie in dit boek. Een parallel met het gewone leven, maar evenzeer een symbool, een betekenis, die door de persoonlijke toon tot wasdom komt. Een getuigenis van respect en waardering, zeker naar mijn gezin. Een document waarmee we om en vooruit kunnen zien door goede herinneringen, levenswijsheid en mooie gedachten.’ ‘Samen zijn we heel compleet en beschikken over een rijkdom waar we allemaal naar zoeken en die we zo graag willen bezitten. De waarde van hoe we onze tijd gebruiken, van onze goede wil, onze kennis en onze inzet. De wonderlijk mooie rijkdom van het leven zelf.’ ) Theo Solen

( 69


Alles stroomt mij toe, − gelijk het maanlicht schept een zee: haar eigen leven, − nu ben ik een beeld der volle vreugde. Paul van Ostaijen

Foto: Theo Solen


Bronnen Bastet, F.L.

Catacomben – Een keuze uit de gedichten

Querido, Amsterdam, 1980

Erasmus, D.

De lof der zotheid

Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen, 1980

Florizoone, G.

Verzamelde gedichten 1973 - 1986

Den Gulden Engel, Wommelgem, 1986

Gerhardt, I.

Verzamelde gedichten

Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam, 1992

Gerlach, E.

Voorlopig verblijf – Gedichten 1979 - 1990

De Arbeiderspers, Amsterdam, 1999

Graft, G. van der

Mythologisch – Gedichten, oud, nieuw en herzien

De Prom, Baarn, 1997

Graft, G. van der

Praten tegen langzaam water

De Prom, Baarn, 2007

Kopland, R.

Verzamelde gedichten

Van Oorschot, Amsterdam, 2006

Kouwenaar, G.

Totaal witte kamer

Querido, Amsterdam, 2003

Lodeizen, H.

Het innerlijk behang en andere gedichten

Van Oorschot, Amsterdam, 1986

Marsman, H.

Verzamelde gedichten

Querido, Amsterdam, 1995

Meulen, M. van der

Je liet iets na

Ten Have, Kampen, 2005

Mouw, J.A. dèr

Volledig dichtwerk

Van Oorschot, Amsterdam, 1986

Oosterhuis, H.

Gezongen liedboek – Verzamelde teksten

Kok Agora, Kampen, 1993

Oosterhuis, H.

Halverwege

Ten Have, Kampen, 2008

Ostaijen, P. van

Verzamelde gedichten

Prometheus/Bert Bakker, Amsterdam, 1996

Siebelink, J.

Knielen op een bed violen

De Bezige Bij, Amsterdam, 2005

Slauerhoff, J.J.

Verzamelde gedichten

Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 1998

Staring, A.C.W.

Verzamelde gedichten

A.P. ten Bosch, Zutphen, 1881

Suys-Reitsma, S.J.

Helleense mythos

Van Goor, Den Haag, 1976

Vasalis, M.

Parken en woestijnen

Van Oorschot, Amsterdam, 1983

Verwey, A.

Oorspronkelijk dichtwerk

Amsterdam/Santpoort, 1938

Warmond, E.

Persoonsbewijs voor inwoner – Verzameld werk

Querido, Amsterdam, 1991

Wigman, M.

Dit is mijn dag

Prometheus, Amsterdam, 2004

Het gedicht Afscheid van Marja Keus verschijnt in deze uitgave voor het eerst. De liedtekst Heel andere wereld is van Huub van der Lubbe en afkomstig van de cd Brussel van De Dijk (Universal Music, Baarn, 2008). De liedtekst Inspiratie is afkomstig uit Joe, the musical en te vinden op de cd Matilde Matilde van Mathilde Santing (Sony Music, 1997). Het fragment De geest van vernieuwing van Anne van der Meiden was in het voorjaar van 2009 te lezen als column op de website www.annevandermeiden.nl. Het gedicht Spinoza van Eduard W. Gerdes, een cliënt van de Stichting Anton Constandse, werd opgenomen in de verzamelbundel Poëzie op pootjes – Gedichten over het Haagse gevoel (R.G. Ruijs Stichting, 2008).

( 71


Colofon Concept & samenstelling Teksten & fotografie Tekstredactie Vormgeving Drukwerk Uitgever

Theo Solen Anneloes Gilles (fototxt.nl) Jan-Paul Rosenberg Bart van Uitert (detrab.nl) Drukkerij Ipskamp, Enschede Stichting Achterland, Postbus 911, 3700 AX Zeist, T 0343 552233, E info@achterland.nl

Met dank aan

Anna de Vries, Annelies de Jong, Bart van Uitert, Boudewijn Solen, Chantal Solen, Erna ten Have, Gerhard Langenkamp, Hans van Dooren, Herman Bos, Hester Jebbink, Iwan Solen, Joke Solen, Joop Keus, Lidy Zaat, Lieke van Horen, Liesbeth Keppel, Linda Terpstra, Mannie Klein Velderman, Paul Blokhuis, Piet Colpaart, Theo Amerongen, Theo Mattijsen, Truus Schoorlemmer en Wim Foppen.

De samensteller heeft van alle hem bekende rechthebbenden op teksten en afbeeldingen toestemming gekregen om deze af te drukken in deze publicatie. Indien andere mensen menen zekere rechten te doen gelden, wordt hun verzocht zich met hem in verbinding te stellen.

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigerlei wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopie of op enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Theo Solen.

ISBN 97890 74927 41 3 NUR 740 Maart 2011




Binnenkant omslag.


‘De waarde die het leven voor mij heeft;

al die dingen om me heen die mij ontroeren en inspireren, die wil ik vastleggen.

Ik wil ze delen met de mensen om me heen

en overdragen aan degenen die na mij komen.

Ze bewaren omdat ze waardevol zijn. Iets mooiers kan ik niet geven.’


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.