the
Interview
door Benno den Teuling
Een bouwrechtelijk onderwerp dat de laatste tijd veel aandacht krijgt, is de aansprakelijkheid van de aannemer na oplevering. Tijdens een voordracht in juni 2017 (gepubliceerd in TBR 2017/124) gaf Monica ChaoDuivis (directeur van het IBR en hoogleraar bouwrecht aan de TU Delft) aan dat het uitvoerend bouwbedrijf veel meer zou moeten instaan voor wat geleverd wordt. Hoe kijk jij daar tegenaan?
0128
MCM-BRD | februari 2018
Inge: Ik wil een onderscheid aanbrengen tussen het uitvoerend bouwbedrijf waarbij aanbesteder uitvraagt wat gewenst is en aannemer sec realiseert. In dit kader acht ik aanbesteder verantwoordelijk voor de uitvraag en is het niet persĂŠ aannemer diegene die meer zou moeten instaan voor het geleverde. Als de vraag niet juist is kan het antwoord dat niet herstellen. In het kader van de realiserende Opdrachtnemer die ook design verantwoordelijkheden heeft aanvaard, zou ik een lans willen breken voor risicodragende adviseurs / constructeurs. Opdrachtnemer gaat veelal samenwerkingsverbanden aan
met adviseurs /constructeurs ten behoeve van een Design & Construct Contract, waarbij de ontwerpende partner zich beroept op DNR 2011. Als elke partij in de keten staat voor wat deze waard is, wordt de samenwerking veel logischer en zijn de verantwoordelijkheden beter verdeeld: namelijk door degene die dat het best kan dragen.
In de civiele bouw wordt veel gewerkt met de UAVGC 2005. In de literatuur wordt wel gesproken over onderdelen van de UAVGC die bij een herziening