REIS – Het loslaten

Page 1

SOORT ARTIKEL

REIS

NAAM ACHTERNAAM

NAAM ACHETRNAAM

Het loslaten

#3 2021 SEEDERDEBOER

REISDAG 201


REISDAG 202


SOORT ARTIKEL GEDICHT

IGOR NAAM ODRIOZOLA ACHTERNAAM

NAAM ACHETRNAAM UNSPLASH / AUTOBAHN

REISDAG 203


SEEDERDEBOER

Sanne Vorstermans – van Rumpt

Managing Consultant bij SeederDeBoer REISDAG 204

REIS / LOSLATEN

#3 2021


EDITORIAL

SANNE VORSTERMANS

DUCO DE VRIES

‘Het bleek te hoog gegrepen. En het was fijn dat iemand anders dat voor mij besloot’

A

ls kind had ik een behoorlijke lijst van beroepen die me wel aan stonden. In het vriendenboekje van een klasgenoot schreef ik op dat ik kapper, juf of dokter wilde worden. Ook advocaat leek me spannend, hoewel ik geen idee had wat dat precies betekende. Op de middelbare school moest ik wat serieuzer nadenken over mijn toekomst en schreef ik tijdens Nederlands een fictieve sollicitatiebrief voor de functie van kinderarts. De zorgsector trok me steeds meer: fysiotherapeut leek me ook wel wat. Maar over één ding schreef ik nooit: stiekem wilde ik graag schrijver worden. Ik had alleen geen idee hoe. Inmiddels heb ik een baan die nooit op mijn lijst stond: consultant. Onverwacht kwam SeederDeBoer op mijn pad en bleek het een goede match: een organisatie waar ik me thuis voel dankzij fijne collega’s en uitdagende projecten. En de zorg, waar ik mijn opdrachten uitvoer, past bij mij. Maar het schrijven van verhalen, opstellen en betogen vond en vind ik heerlijk. Ik tikte stukjes voor het maandblad van de sportclub. En als gastschrijver blogde ik een tijdje op een lifestylesite over de verschillende uitdagingen die ik aanging: van elke maand minimaal één boek lezen tot een week lang de dag beginnen met yoga. Ondertussen bleef ik dromen van het échte werk. Misschien hoopte ik dat er een dag zou komen waarin ik een briljante ingeving zou krijgen voor een boek, dat ik tussen de bedrijven door even zou schrijven. Of dat de hoofdredacteur van een vooraanstaand magazine me zou bellen voor een column. En die zou ik dan natuurlijk zo uit mijn mouw schudden. Dat het zo niet werkt, heb ik inmiddels wel ontdekt.

Het begon met een tof idee: voor de tweede editie van REIS zou ik een column schrijven over het thema Richting. Ik zag het al helemaal voor me: mijn column in een magazine. En zo moeilijk kan het schrijven van een column niet zijn dacht ik: het is maar één pagina en moet vooral een beetje leuk zijn. Dat viel flink tegen. Ik deed verschillende pogingen, maar was over geen enkele column tevreden. Soms zat er een goede alinea tussen, maar meer ook niet. Met tegenzin stuurde ik het op naar onze hoofdredacteur. Binnen een paar uur kreeg ik het retour, met opmerkingen en aanpassingen. Er kwam een tweede versie, waarover ik weer niet tevreden was. Waarom lukte het niet? Dit moest ik toch kunnen? Tot mijn grote opluchting kwam na de derde versie het verlossende woord: mijn column ging het magazine niet halen. Het bleek te hoog gegrepen. En hoewel ik dat zelf ook wel aanvoelde, was het fijn dat iemand anders voor mij besloot dat ik deze ambitie los moest laten. De hoofdredacteur stelde me wel gerust: een column schrijven is niet voor iedereen weggelegd. Het is een aparte en lastige discipline. Maar, zei ze ook: lukt het schrijven van een column niet, dan betekent het niet dat je helemaal niet kunt schrijven. De mislukte column is niet het einde van mijn droom. Als ik binnenkort in iemands vriendenboekje mag schrijven, vul ik in dat ik later schrijver wil worden. REISDAG 205


‘Ik verander niemand’ Adiós, Facebook Meesters in loslaten

‘Het gaat ook over accepteren wat er is’

REISDAG 235

REISDAG 228

REISDAG 217

REISDAG 208 REISDAG 206

#3 2021 REIS / LOSLATEN SEEDERDEBOER


‘We voegen leven toe aan de dagen’ Letters from Utopia

Het is beter zo

De grootste uitdagingen van de 21ste eeuw

REISDAG 277 REISDAG 207

REISDAG 261

REISDAG 253

REISDAG 243

NAAM ACHETRNAAM NAAM ACHTERNAAM SOORT ARTIKEL

IV

105


SEEDERDEBOER

REISDAG 208

REIS / LOSLATEN

#3 2021


INTERVIEW

DOMINIQUE HAIJTEMA

DUCO DE VRIES

Ik vind het lastig Hij heeft een hekel aan structuur en stappenplannen. En als zijn energie op is, heeft partner Jurgen Schut van SeederDeBoer het nodig om op de fiets te kunnen stappen.

om ergens bij te horen’ REISDAG 209


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

#3 2021

Wat versta jij onder loslaten? ‘Goeie vraag. Eerlijk gezegd weet ik niet zo goed wat loslaten is of hoe dat moet. Als ik kijk naar loslaten in relaties, denk ik dat het een soort strijd is tussen gevoel en verstand. Betrek ik het loslaten op de relatie met mijn zoon, dan weet ik rationeel dat ik hem steeds meer de ruimte en het vertrouwen moet geven zodat hij dingen zelf leert. Terwijl ik hem emotioneel soms het liefst de hele dag bij me houd. Laat ik hem dan echt los, of zeg ik dat alleen omdat ik vind dat ik dat moet doen? Ik denk het laatste. Het is geforceerd loslaten, in het belang van mijn zoon. Loslaten van zakelijke relaties vind ik eenvoudiger. Ik bekijk het met een meer klinische blik en kan mijn oergevoel in dit geval wel uitschakelen. Maar heet dat dan loslaten, of ga je het gewoon niet aan of ga je uit de weg? Mijn beste vriend overleed jaren geleden, maar ben ik daar los van? Ik heb nog steeds herinneringen, hij blijft een wijze raadgever en ik mis hem nog steeds. Ergens ben je altijd verbonden met anderen, zelfs als iemand er letterlijk niet meer is.’

‘Je bent altijd verbonden met anderen, zelfs als iemand er niet meer is’

Wat maakt relaties verbreken lastig? ‘Dat je leven, je toekomst weer open ligt en je niet weet waar het naartoe gaat. En ook: de angst om alleen achter te blijven en de consequenties van jouw besluit ten opzichte van de ander. Die ander moet ongewild ook bewegen. Als je zegt dat je vertrekt, kan de ander niet zeggen dat hij of zij juist dichterbij wil komen. Zakelijk ligt dat anders dan privé. Dan loopt wellicht een deel van je omzet weg.’ Vind je het belangrijk om te leren loslaten? ‘Het gaat ook over accepteren wat er is. Het is spannender om te voelen wat er is in plaats van ervoor weg te lopen. En als jij je onderdeel voelt van iets wat groter is dan jezelf, is het makkelijker om kleine irritaties of problemen los te laten. Dan ervaar je dat het vooral je eigen ego is dat in de weg staat. Meestal zijn persoonlijke problemen gerelateerd aan gedachten en die gedachten zijn dan weer niet zo interessant of relevant. Ik had een groot inzicht in 2012 bij een film van Peter Senge voor bestuurders. Het ging over de grote vraagstukken van deze aarde. De meeste feiten, zoals gebrek aan schoon drinkwater en de scheve verdeling van welvaart waren al bekend, maar ik zag het licht toen het over de crisis van menselijkheid ging. In het decennium voorafgaand aan de lezing zijn meer mensen aan zelfmoord overleden dan aan oorlog en criminaliteit. En de grote vraag die daar, in mijn herinnering, werd gesteld is of je zeker weet dat jij hier niet aan bijdraagt. Dat kwam hard binnen. Ik had daar geen antwoord op. Ik denk dat ik in die tijd mensen eerder minder in plaats van meer ruimte gaf. Het besef dat je ergens levens vernietigt met je manier van REISDAG 210


INTERVIEW

DOMINIQUE HAIJTEMA

DUCO DE VRIES

handelen was confronterend. Ik wist vooral hoe ik mezelf kon uitwonen door hard te werken en me overal verantwoordelijk voor te voelen. Dat was zeker niet voedend.’ Wat voedt jou? ‘Het samenzijn met anderen, hoe klein dat ook mag zijn. Het kan al een kort contact met de caissière in de supermarkt zijn. Dat je elkaar even ziet en verbinding voelt.’ Dat is opmerkelijk voor iemand die zichzelf omschrijft als einzelgänger. ‘Ik wil me graag verbonden voelen met anderen en tegelijk is het mijn grootste angst. Als je defensiemechanismen verdwijnen, kun je overal geraakt worden. Dat is fijn en pijnlijk tegelijk. Als veel beschermlagen, zoals status, wegvallen word je geconfronteerd met de vraag: Wie ben ik dan? Ik kan wel opnoemen dat ik partner, vriend of vader ben, maar wat als dat allemaal niets waard blijkt te zijn? Dat er niets overblijft? Dan ben ik bang om niemand te zijn.’ Waarom besloot je om tussentijds bij de organisatie te vertrekken? ‘Alles liep op rolletjes, maar ik kreeg twijfels over mijn toegevoegde waarde. Deed het ertoe wat ik deed? Ik realiseerde me dat er nog zoveel meer te beleven is buiten mijn vertrouwde context. Eerst dacht ik mijn werk nog prima te kunnen combineren met een halve dag per week wat anders. Totdat ik tijdens een training een boodschap hoorde die me intrigeerde: hoeveel moet je weten om een eerste stap te durven zetten? Stap 1 wist ik al: dat ik los moest komen, zonder te weten waarvoor en waarheen. Mijn vertrek had ook te maken met mijn eerder genoemde inzicht in 2012. Ik had toen het gevoel dat ik weg moest om op eigen benen te staan. Ik wilde weten wie ik was als professional. Het was een beetje alsof ik uit huis ging en volwassen werd. Ik heb me altijd moeilijk kunnen voegen in een groep, wilde mijn eigen plan trekken en vond ergens écht bijhoren ingewikkeld. Zo hing ik al op school rond bij alle subgroepen. Ik zag eruit als een kakker, maar kon net zo goed bij de hardrockers in de hoek staan. Een veilige positie waarin ik de grip op mezelf kan houden. Het zit in mijn aard om alles zelf uit te willen zoeken in de wereld. Een nadeel van deze positie is dat ik een diepe verbinding met anderen mis en me soms eenzaam kan voelen.’ Hoe was het om ‘los’ te zijn? ‘Ik deed eerst een sapkuur en dacht daarmee het een en ander opgelost te hebben. Dat was natuurlijk niet zo. In de tweede week zat ik al achter mijn laptop omdat ik vond dat ik bezig moest zijn. Ik wist twee dingen zeker: ik wilde nooit meer ergens in dienst en ik wilde mijn eigen bedrijf starten. Een jaar lang leidde ik een soort kluizenaarsbestaan. Ik was gescheiden, mijn zoon was er regelmatig maar voor de rest van de tijd was ik veel alleen. REISDAG 211


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

#3 2021

‘Het is spannender om te voelen wat er is, in plaats van ervoor weg te lopen’

REISDAG 212


SOORT ARTIKEL INTERVIEW

NAAM ACHTERNAAM DOMINIQUE HAIJTEMA

DUCO NAAM DE ACHETRNAAM VRIES

Ik deed niets om anderen te benaderen en beantwoordde niet alle inkomende oproepen. Ik gaf mezelf de tijd om te wachten tot het licht doorbrak. Dat gebeurde. Na een jaar zag ik in dat mijn denken en intuïtie altijd twee verschillende werelden waren geweest. Tot dusver had ik mijn gevoel tijdens mijn werk uitgeschakeld. Ook kwam een van de grootste en lastigste klussen in mijn loopbaan op mijn pad. Ik werd, zonder groot bureau achter mijn naam, programmadirecteur bij het Erasmus MC. Natuurlijk wist ik inhoudelijk waar het over ging, maar niemand kende mij daar. Tijdens de gesprekken was er wel meteen ruimte en veiligheid om elkaar te vertrouwen dat er ook lastige dingen moesten gebeuren.’ Wat is voor jou de belangrijkste eigenschap van een consultant? ‘Kunnen reflecteren. Als je jezelf niet kunt overzien of daar geen poging toe doet, houdt het op. Dat kun je vrij gemakkelijk te weten komen door de vraag te stellen hoe je iets hebt gedaan. Je kunt zeggen dat je een strategische workshop goed hebt gedaan omdat het inhoudelijk bij de koers past, maar je moet ook de vraag kunnen stellen wat een bestuurder die avond thuis vertelt over de dag of hoe een deelnemer in zijn vel zat. Het gaat om overzicht hebben over alle verschillende aspecten.’ Maakt de vaardigheid om buiten een groep te blijven jou een goede consultant? ‘Waarschijnlijk wel. Ik kan bijna tegelijkertijd in en uit een groep stappen en zien en voelen wat er gebeurt op die verschillende posities.’

Wat is jouw beste eigenschap? ‘Ik zoek het gaatje op om er achter te komen of het echt gaat waar het over moet gaan. Daarmee daag je anderen uit. Dan kun je leren dat er vaak meer in jezelf zit dan je denkt.’ Over jou wordt gezegd dat je veel ruimte geeft en tegelijkertijd kunt micromanagen en op de kleinste details let. ‘Het heel kleine is het enige waar het echt over gaat. Het microdeel is een uiting van hoe iemand is of iets heeft gedaan. Een verkeerd detail betekent dat je aandacht er niet helemaal bij was. En als je dat als professional niet wilt leren of daarop kunt reflecteren, hoef je niet bij mij in de buurt te komen. Dan ga ik geen tijd in je investeren. Veel mensen roepen dat ze willen leren, maar dat is lang niet altijd zo.’

REISDAG 213


SEEDERDEBOER

Jurgen Schut studeerde bedrijfskunde en werkte als consultant bij EY en KPMG. In 2006 werd hij partner bij SeederDeBoer. Jurgen woont samen en heeft een zoon uit een eerdere relatie.

REISDAG 214

REIS / LOSLATEN

#3 2021


INTERVIEW

DOMINIQUE HAIJTEMA

DUCO DE VRIES

Dat is opmerkelijk voor een consultant, is jullie werk niet juist het beïnvloeden of verbeteren van processen?

Hoe omschrijf je jouw rol tussen de andere partners van SeederDeBoer? ‘Daar stap ik ook in en uit. Ik heb daar een soort deal dat ik weg kan gaan als ik maar weer terugkom. Dat geeft veel lucht. Ik heb echt ruimte nodig. Als mijn energie bijvoorbeeld in de middag op is, moet ik op de fiets kunnen stappen. Wanneer iemand aan mijn hoofd gaat zeuren of mij begrenst, gaat er een rode knop aan en klap ik dicht. Het is wat anders als iemand mij nodig heeft. Dat vind ik wel fijn. In een vergadering dwaal ik soms af. Ik word onrustig bij overleggen met een duidelijke agenda en een besluit aan het eind. Ik denk namelijk dat “het besluit” een uur later alweer anders kan zijn. Want eigenlijk weet niemand precies waar hij mee bezig is. Denken dat je de beste dienstverlener bent, is bijvoorbeeld een illusie. En het wordt echt gevaarlijk als je in illusies gaat geloven en denkt dat je de beste bent. Ik voorkom dat er dogma’s ontstaan. Veel organisaties denken dat ze goed bezig zijn, terwijl dat al een tijd niet meer zo is. Bij een groep horen bepaalde aannames en regels, daar kan ik angstig van worden. Het kan uiteraard zinvol zijn om een besluit te nemen en te kijken hoe dat uitpakt. Maar het kan net zo handig zijn om na een uur al te reflecteren of het wel de juiste keuze is. Een afspraak is niet heilig, er zijn vaak processen gaande die veel groter zijn dan wijzelf. Als je het probeert te beïnvloeden gaat het niet altijd goed.’

‘Daar geloof ik niet in. Dat vind ik de meest domme manier. Ik vraag me soms ook af wat we onze klanten aandoen. Je verkoopt soms een illusie als je een stappenplan voor drie jaar bedenkt. Je kunt je beter afvragen of je wel de goede dingen doet. Is er goed leiderschap? Wordt dat optimaal ingezet? En als dat niet zo is, hoe sturen we onszelf dan weer bij? Ik geloof in kleine stapjes en het begint altijd met de eerste stap. En als je ergens begint, kom je over een paar jaar zeker niet uit op het punt dat je van tevoren hebt bedacht. Ik geloof in richting en keuzes, maar niet in de richting of keuzes als de waarheid zien. Dat is ook een beetje de ziel van ons bedrijf. We willen een betere wereld creëren door jezelf goed te kennen en zorg te hebben voor de ander. Maar wat de betere wereld dan precies is, daar kom ik zelf niet uit. Het gaat er vooral om dat je de juiste omstandigheden creëert en erachter komt wat voor elkaar dienend is. Dan ga je samen een stap zetten. Dat is de kern van ons werk, hoe groot een vraagstuk of verandering ook is. Het zijn steeds kleine momenten die bepalen of het nuttig is wat je aan het doen bent. Als het nergens toe dient kom je ook nergens.’ Maar hoe verkoop je jullie dienstverlening als niet duidelijk is wat je gaat doen? ‘Dat gaat ook wel eens mis. Bij een pitch voor een grote organisatieontwikkeling vroeg ik de secretaresse om een half uur in te plannen bij de voorzitter voor een kop koffie. Daar was hij niet blij mee. Ik maakte duidelijk dat ik hem eerst wilde leren kennen voordat we aan de pitch beginnen of zelfs gaan samenwerken met elkaar. Hij begon over concurrentievervalsing, maar ontdooide wel. Toen ontstond een mooi gesprek. REISDAG 215


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

Sommige klanten worden onrustig van mij, maar hebben me wel leren lezen. Ik ben heel loyaal, maar je moet niet bij mij zijn als het gaat om structuur en procedures. En dat hebben sommigen juist nodig als houvast. Ik heb wel hoge eisen als het gaat om eigen verantwoordelijkheid, vragen stellen en de vaardigheid om te reflecteren. Er zijn klanten met wie ik kan lezen en schrijven, maar ook klanten die mij niet trekken. Ik heb lang geprobeerd om wel gestructureerd over te komen, maar ik kan daar de energie niet meer voor opbrengen. Daar ben ik eerlijk en helder over. Als 24-jarige maakte ik nog ruzie over een assessment bij Ernst & Young, waar toen al uitkwam dat ik niet gestructureerd was. ’ Het bedrijf groeit de laatste tijd best hard. Hoe houd je jullie werkwijze overeind? ‘Onze visie blijft overeind in de zin dat we complexe vraagstukken aankunnen en niet geloven in gedetailleerde plannen. Onze klanten selecteren zichzelf ook steeds meer uit, we krijgen bijna geen aanvragen meer voor klussen waar we zelf niet in geloven. En voor de werving geldt hetzelfde: als je grote meeslepende planmatige trajecten wilt, moet je niet bij ons zijn. We hebben wel verschillende manieren van werken natuurlijk. De een gaat helemaal op in een traject, de ander blijft wat meer op afstand.’

REISDAG 216

#3 2021

De partners zijn witte hoogopgeleide mannen. Wat is het effect van deze vorm van homogeniteit? ‘Het beeld is natuurlijk killing. Het heeft bepaald gemak gebracht: je begrijpt elkaar goed. Althans, dat denk je. Je houdt een heleboel gedoe buiten de deur, maar daarmee ook een boel inspiratie. Alles wordt vlakker. Meer diversiteit is dan ook van levensbelang voor het bedrijf.’ Wat moeten de partners bij SeederDeBoer loslaten? ‘Dat zit vooral in de opvatting of norm hoe je leert. We komen grotendeels uit de leerschool van oprichter René Seeder. En dat betekent je agenda volplempen met verantwoordelijkheden. En als je verdrinkt, kom je wel weer bovendrijven en word je geholpen. Dat is wel veranderd. Niet iedereen wil op deze manier leren. En het past ook niet bij iedereen. Je kunt wel degelijk verzuipen. Wat niet betekent dat je dan geen goede professional bent.’


PORTRET

DOMINIQUE HAIJTEMA

MALOU VAN BREEVOORT

Meesters in loslaten

Jezelf vrijmaken van pijn, verdriet, dogma’s of niet ingeloste dromen gaat lang niet altijd gemakkelijk en zeker niet vanzelf. Drie ervaringsdeskundigen over de lessen die ze leerden. REISDAG 217


SEEDERDEBOER

REISDAG 218

REIS / LOSLATEN

#3 2021


PORTRET

DOMINIQUE HAIJTEMA

Marieke van der Weiden (43) is oprichter van uitvaartonderneming Funeral Rockstars ‘De markt is best krap’ ‘Vijf jaar geleden overleed een goede vriend. Hij was mijn sparringpartner, een heel creatieve man. Maar zijn uitvaart paste niet bij wie hij was. Zijn ouders zijn religieus, terwijl hij een extravagante vriendenclub had. Toen we na afloop buiten stonden, besloten we een uitvaartfeest in een kerk te organiseren. Dat werd waanzinnig gaaf, met onder meer mensen die huilende wolven nadeden. Omdat onze vriend zo bekend was, hadden diverse bedrijven aangeboden om een en ander te sponsoren. Daardoor bedacht ik dat het niet gek was als meer bedrijven hun marketing ook op uitvaarten zouden richten. Is het raar als IKEA boekenkasten levert om doodskisten van te maken? Of de ANWB een gids uitbrengt waar je in Nederland as mag strooien? Voorlopig richt de meeste marketing van bedrijven zich op jonge en gezonde mensen. Daar past de dood totaal niet bij. Merken zijn onze nieuwe religie. Die bepalen onze identiteit. Zo ken ik iemand die met tweehonderd Marlboropakjes zijn eigen uitvaartkist in elkaar lijmde. Iedereen gaat dood, iedereen krijgt er mee te maken. Wat dat betreft is de dood een prima businessmodel. Alleen willen mensen niet aan hun eigen dood denken of van tevoren hun uitvaart regelen. Ik krijg soms kritiek dat ik niet respectvol met de dood omga. Funeral Rockstars is het enfant terrible in de uitvaartbusiness. We doen de styling en ook de afterparties bij begrafenissen. We bieden betovering op uitvaarten.

MALOU VAN BREEVOORT

Mijn andere bedrijf, Uitvaart van de toekomst, is een platform waar blogs en informatie te vinden zijn. Daarnaast adviseren wij andere uitvaartondernemers. Er zijn maar 150.000 doden per jaar, dus de markt is best krap. In lezingen vertel ik dat er een nieuwe generatie nabestaanden aankomt. Als ik nu een uitvaart voor bijvoorbeeld mijn vader moest organiseren, zou ik aandacht besteden aan zijn verleden en het tijdperk waarin hij leefde. Alle ouderen zijn jong geweest – stel ze eens wat vragen over vroeger. Mijn vader is als de dood voor de dood, maar we hebben het er wel over. Een uitvaart is het vieren van het leven. Het is zeker niet allemaal showbusiness, het gaat ook om mooie, ingetogen rituelen. Ik doe dit uit mijn hart om mensen recht te doen en dichter bij elkaar te brengen. Een trend is dat we meer gebruik maken van hologrammen, waarbij je als het ware op je eigen begrafenis de mensen toespreekt. Maar er zijn ook kleinere apparaten waarbij je iets kunt inspreken wat je nabestaanden dan tijdens hun bruiloft of andere gelegenheden kunnen beluisteren. Ook kun je een hologram van je huisdier maken. De technologie ontwikkelt razendsnel, zo kun je al deep fakes maken van iemand die er helemaal niet is. Digitaal ben je straks volledig terug te brengen. Dat is dus het tegenovergestelde van loslaten, het zou voor psychische problemen kunnen zorgen als je alsmaar tijd doorbrengt in een virtuele wereld. Lezingen of tours doe ik weinig online, ik doe het liefst alles fysiek in kleine groepen. Als iemand zegt dat er geen locatie is, gaan we gewoon in een bus zitten en rondrijden. Voor alles is een oplossing. Juist het experimenteren maakt het gaaf. Ik had vroeger weinig geld, dan word je vanzelf creatief. Ik denk dat er een tweedeling komt waarbij mensen opgaan in de digitale mogelijkheden en mensen die juist weer teruggaan naar de natuur en als een soort viking het vlot met de kist in de fik steken. Mijn ultieme droom is een eiland waar iedereen naartoe mag komen om op te laden en misschien zijn eigen uitvaart te oefenen.’ REISDAG 219


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

Jan Geurtz (70) is schrijver en leraar Tibetaans boeddhisme ‘Het denken is een hardnekkige verslaving’ ‘Ik ben een leerling in loslaten. Als je zoals ik veel boeken over loslaten hebt geschreven, ben je daar kennelijk niet zo goed in. Anders houdt het je niet bezig. Al mijn boeken gaan over mijn eigen shit, zoals het omgaan met verliefdheid waardoor je ego in de knel kan komen. Een liefdesrelatie is een levenslange heftige oefening in loslaten. Bij problemen zijn we geneigd om er op dezelfde manier over na te denken. Maar Einstein zei al dat het onmogelijk was om problemen op te lossen binnen hetzelfde denksysteem waarmee ze zijn gecreëerd. Het is het denken zelf dat het eigenlijke lijden creëert, niet de omstandigheden. Het zijn gedachten als ‘Waarom overkomt mij dit?’ die problematisch zijn. Het is lastig om de werkelijkheid te ervaren zoals die is en niet zoals we denken dat die is. Voordat ik met spiritualiteit aan de gang ging, hield ik me bezig met wetenschapsfilosofie. Hoe ontstaat kennis? Op grond van hypotheses ga je op onderzoek uit om die te bewijzen. Dat is het voorbeeld van de witte zwanen. Als je probeert te bewijzen dat alle zwanen wit zijn, kom je die alleen maar tegen. Mocht je al een zwarte zwaan zien, dan vind je dat geen echte zwaan. Dat gebeurt ook binnen religies. Als je ziek bent bid je tot God en als die jou dan niet geneest, wordt het idee van God toch niet in twijfel getrokken. Het is het beschermen van je hypotheses tegen de feiten. Kennis is een conceptueel bouwwerk, het speelt zich af in het denken. Maar in welke mate is dat gerelateerd aan de werkelijkheid? Het wordt alREISDAG 220

#3 2021

gemeen geaccepteerd dat je over de werkelijkheid an sich niets kunt zeggen. In de westerse filosofie is dat een eindpunt. Ik ontdekte dat al mijn filosofisch gepieker een vlucht voor mezelf en mijn relatieproblemen was, en ging in therapie. Daar kwam ik in aanraking met spiritualiteit en ging het weer over de vraag wat werkelijkheid is. Dat het denken hier geen antwoord op vindt, is in de oosterse filosofie juist het beginpunt. Alles is bewustzijn en daarom is het lastig dit als zodanig te herkennen. Het gaat om het rechtstreeks ervaren van de werkelijkheid. Dat is waar meditatie over gaat: ontdekken wie of wat je werkelijk bent. We zijn op zoek naar geluk en willen iets kopen of doen wat ons gelukkig maakt. Alleen is dat steeds van korte duur, en dan moet er weer iets anders komen. In het boeddhisme noemen ze dat ‘samsara’, het ronddraaien in kringetjes. Alles slijt, alles verandert. Je verknalt je geluk door het te willen vasthouden en verlengt je lijden door het te bestrijden. Ook als je het spirituele pad opgaat, zul je soms teleurgesteld raken. Denk je alles goed te doen en voldoende te mediteren, ben je nog niet blijvend gelukkig. Tegenwoordig heb je veel ‘wellness-meditatie’ waarbij je met oceaangeluiden ontspant. Maar daarvoor kun je ook naar de sauna gaan. Dan wil je nog steeds van je rotgevoelens af en je vooral lekker voelen. Wellicht ontdek je dat meditatie gaat over het ontwikkelen van bewustzijn en het herkennen van jouw patronen. Je leert de werkelijkheid te ervaren zonder die te willen veranderen. Ook al voel je bijvoorbeeld eenzaamheid of jaloezie. Het is best lastig om te ontspannen in wat er is. Voor het ego is het immers duidelijk: lijden is objectief klote en het is logisch dat je er vanaf wilt. Terwijl het lijden juist ontstaat doordat je niet wil ervaren wat je ervaart. Dat is lastig als iemand ziek is of echt pijn heeft, maar ook dan moet je onderscheid maken tussen fysieke pijn en psychisch lijden. Terwijl je pijn hebt, hoef je er niet ook nog aan te lijden. Maar het denken is een hardnekkige verslaving. Het is ook best een paradox: je best doen om niet langer je best te doen.’


SOORT ARTIKEL

NAAM ACHTERNAAM

NAAM ACHETRNAAM

REISDAG 221


REISDAG 222


PORTRET

DOMINIQUE HAIJTEMA

Lieke van Velzen (29) heeft sinds haar 16de een hoge dwarslaesie. ‘Ik kan goed genieten van kleine dingen’ ‘Op vakantie in Italië dook ik in zee. Ik raakte de bodem en brak mijn nek. Mijn tante zag mij duiken en dacht eerst dat ik een spelletje deed. Ze vond alleen wel dat ik erg lang bleef liggen. Ze is arts, dus had snel daarna door wat er aan de hand was. Mijn vader was in paniek, maar ik voelde me heel kalm. We probeerden elkaar gerust te stellen. In het Italiaanse ziekenhuis had ik een van de donkerste periode uit mijn leven. Ik kon met niemand communiceren omdat ik aan de beademing lag en mijn ouders mochten maar twee keer een kwartier per dag langskomen. Mijn ouders spreken geen Italiaans. Toen ze buiten het ziekenhuis stonden te huilen, kwam een oudere man op ze af en vroeg wat er aan de hand was. Hij regelde iemand die een beetje kon vertalen. Maar pas in Nederland werd duidelijk dat ik nooit meer kan lopen. Tijdens mijn revalidatie werkte ik hard om van liggen naar zitten en naar een elektrische rolstoel te gaan. Ik heb eigenlijk alles opnieuw moeten leren. Nu kan ik mezelf redden in mijn handbewogen rolstoel. Ik durfde niet zo goed te gaan slapen omdat ik bang was voor mijn dromen. Daarom volgde ik traumatherapie en begon te praten over wat er was gebeurd. Dat hielp om alles positiever in te zien. Van nature praat ik niet gemakkelijk over mijn gevoelens. Het revalidatiecentrum was anderhalf jaar een beschermde omgeving waar iedereen van alles mankeert. Dat gaf rust. Natuurlijk had ik momenten waarbij ik dacht ‘Waarom moet mij dit overkomen?’, maar over het algemeen nam ik de situatie zoals die was.

MALOU VAN BREEVOORT

Een aantal dromen moest ik opgeven. Zo wilde ik met mijn vriendinnen samenwonen en reizen. En ik wilde meubelmaker worden of interieurstylist. Maar met mijn handen werken is geen optie meer. Het hielp wellicht dat ik een puber was, ik had nog geen leven opgebouwd met een gezin of carrière. En was nog kneedbaar, had geen ontwikkeld karakter. Net als mijn vriendinnen wilde ik op de middelbare school een bijbaantje. Zo kwam ik in contact met Emma at Work – dat toekomstperspectief biedt aan jongeren met een chronische aandoening of ziekte. Zij hielpen me aan een bijbaan als administratief medewerker en een stage bij het AMC-ziekenhuis. Eindelijk ging het niet alleen over mijn beperking, maar over mijn mogelijkheden. Daardoor kreeg ik meer zelfvertrouwen. Ik kan goed genieten van de kleine dingen in het leven, zoals lekker eten. Het hoeven geen grote reizen meer te zijn. Ik ben ook wel eens boos, vooral als ik me eenzaam voel. In de coronatijd kun je nog minder doen. Ik kan kwaad worden als mensen zeggen dat ze het begrijpen. Ze begrijpen het helemaal niet: ze hebben het niet meegemaakt. Ik vind het woord ‘beperking’ of ‘handicap’ ook vreselijk. Het is wat het is, maar daar hoeft niet steeds de nadruk op worden gelegd. Ik probeer niet te veel aan de toekomst te denken. Dat maakt me ongelukkig. Stel dat er iets met mijn ouders gebeurt? En ik geen geld kan verdienen? Iedereen in mijn omgeving trouwt, gaat samenwonen of koopt een huis. Ik wil ook graag mijn eigen boontjes doppen. Ook lastig om los te laten is mijn behoefte om me te bewijzen. Dat ik bijvoorbeeld mentaal nog van alles kan bereiken. Dat ik niet dom ben. Ik zou meer schijt willen hebben aan wat anderen van mij denken. Ik zou ook graag een relatie willen, maar vind het moeilijk mezelf bloot te geven. Ik zit nu op datingapps, maar hoe en wanneer vertel je over je beperking? Op mijn profiel heb ik nu foto’s dat ik in een rolstoel zit. Er is vast wel iemand te vinden die mij neemt zoals ik ben.’ REISDAG 223


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN #3 2021

GEDICHT FERNANDO PESSOA

UNSPLASH SEEDERDEBOER

REISDAG 224

REIS / LOSLATEN #3 2021


REISDAG 225

REISDAG 224

REISDAG 225

NAAM ACHTERNAAM

Each autumn that comes brings us closer to what will be our last autumn; the same could be said of late spring or summer, but autumn, by its very nature, reminds us of the ending of everything, so easy to forget in kinder seasons. It is still not yet quite autumn, and the air is not yet filled with the yellow of fallen leaves or the damp sad weather that will eventually turn to winter. But there is an anticipation of sadness, some intimate grief dressed and ready for the journey, in one’s sense of being aware, however vaguely, of the diffuse colour of things, of a different tone in the wind, of an ancient quiet which, as night falls, slowly invades the unavoidable presence of the universe.

SOORT ARTIKEL NAAM ACHETRNAAM


SEEDERDEBOER

REISREISADVIES / LOSLATEN

#3 2021

REIZEN IS: BREKEN MET PATRONEN. DOOR JE ROUTINE LOS TE LATEN EN JE TE VERBINDEN MET DE MENSEN OM JE HEEN. ZO WORDT LOSLATEN EEN VORM VAN ONT-MOETEN. GIJS DE VRIES Professioneel toezichthouder en executive coach bij NGL-International REISDAG 226


SOORT ARTIKEL

N

NAAM COLUMN ACHTERNAAM

aast me huppelt een klein meisje in een roze prinsessenjurk met glitters door de winkelstraat. Zij heeft geen last van de stromende regen en straalt van plezier. In haar hand heeft ze een toverstaf. ‘Opa, ik ben getransformeerd!’ roept ze opgewonden. Ik moet lachen en denk aan het nummer Magnificent van de Engelse band Elbow: And there she stands, throwing both her arms around the world. The world that doesn’t even know how much it needs this little girl. Opa is minder blij. ‘Doe even normaal,’ zegt hij vermanend. Ze stopt. De glimlach verdwijnt. Ik wil naar het meisje roepen dat ze nooit normaal hoeft te doen, dat ze niet naar chagrijnige opa’s moet luisteren en prinsessenjurken aantrekt als ze daar zin in heeft. Ik ben alleen de laatste jaren zelf een mopperende bejaarde geworden. Eentje die overal wat van vindt en bevestiging zoekt voor wat-ie toch al weet. Verwondering is slechts een herinnering. Met leeftijd heeft het niets te maken. Mijn lievelingsmonnik Anselm Grün is ver in de zeventig en heeft nog steeds de fonkelende ogen van een kind. Hij voedt zijn nieuwsgierigheid door te blijven lezen, praten en schrijven. Voor hem is het cruciaal om je best te blijven doen om zelf te denken en niet klakkeloos te volgen wat anderen vinden. Het geheim van ‘mens-zijn’ willen ontsluiten betekent nooit tevreden zijn omdat er geen definitieve antwoorden zijn, aldus Grün. Dat houdt hem levendig. Ik bekeek volwassenheid vroeger met afgrijzen, net als schrijver Julian Barnes in het boek Het enige verhaal. ‘Ten eerste was ik er niet van overtuigd dat volwassenheid ooit te bereiken viel. Ten tweede: als die al te bereiken viel, dan was ik er nog niet van overtuigd dat het ook wenselijk was. Wat wantrouwde ik in de volwassenheid? Kort gezegd: het gevoel recht op dingen te hebben, het besef van superioriteit, de veronderstelling dat je het beter, zo niet het beste wist, de banaliteit van volwassen opvattingen, de emotionele zelfgenoegzaamheid en nog veel meer.’

DOMINIQUE NAAM ACHETRNAAM HAIJTEMA

Sommige mensen, en dan vooral mannen in mijn leven, legden graag uit dat ik weinig van het normale leven begreep. Dat je niet zomaar kunt doen waar je zin in hebt. De hond in pyjama uitlaten bijvoorbeeld. Alleen op vakantie gaan? Liever niet samenwonen? Zo min mogelijk verplichtingen? Ja, dat gaat zo maar niet. Een vriend legde zijn kinderen tijdens een etentje uit dat ik nog steeds woonde in een soort La-La-land, dit was nog voor de gelijknamige musical. In de ‘grotemensenwereld’ moesten wij ons nou eenmaal aanpassen. Ik knikte instemmend. Dat klonk verstandig. En zo zat ik alsnog in de sneltrein naar station volwassenheid. In de winkelstraat herinner ik me opeens het etentje van een paar jaar gelden. Ik was een belangrijke opmerking vergeten. De jongste zoon zei zo zacht dat bijna niemand hem kon horen: ‘Ik wil eigenlijk ook liever in La-La-land wonen.’

DOMINIQUE HAIJTEMA is psycholoog, journalist en schrijver

REISDAG REISDAG 227 227


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

#3 2021

t ee w on ij zijn g t. o B h ex s als opze iet: L list ter i ount ar n met a urn et be -acc et ma hap o J t h ok h sc da cebo lukt iend jt. Fa toch ijn vr t kwi En wil z nie h i j c ia n o Lu

Adiós, Facebook REISDAG 228


ESSAY

LEX BOON

TSJISSE TALSMA

H

ola’, zegt de telefoniste van het callcenter, en ik vraag of ik kan worden doorverbonden met mijn vriend Luciano. Ze spreekt alleen geen Engels en ik geen Spaans. De stroom aan woorden die volgt, versta ik niet. Wellicht denkt ze dat ik gebruik wil maken van de aanbieding die sólo unos días geldt en die ik groot op de site had zien staan: bestel voor twintig euro een doos met zes flessen rode Señorío de los Llanos en je krijgt zes flessen witte gratis. Klinkt goed, maar op dit moment heb ik nog geen interesse in wijn. Het enige wat ik wil: Luciano eindelijk eens spreken. Ik probeer de vrouw duidelijk te maken dat ik écht bevriend ben met haar baas, de plaatsvervangend directeur van het wijnhuis. Zonder succes. Het was de betovergrootvader van Luciano die in 1890 in de Spaanse regio Murcia was begonnen met het produceren van wijn, had ik onlangs ontdekt. Nu, 130 jaar later, is García Carrión uitgegroeid tot het grootste wijnbedrijf van Spanje en een van de grootste producenten ter wereld. Ze hebben negentien verschillende wijnmerken, doen zaken in meer dan 130 landen en verkochten vorig jaar meer dan een miljard liter wijn. Luciano – mijn vriend, vijfde generatie García Carrión – vormt samen met zijn vader de leiding van het bedrijf. Hij zal wel druk zijn, wellicht dat hij daarom niet reageert op mijn berichten. De laatste keer dat ik iets van hem hoorde, was bijna een jaar geleden. Op mijn verjaardag, zoals dat gaat met Facebook.

Het bericht doet me nog steeds glimlachen. De kapitalen en het kwistig gebruik van emoticons is classic Luciano. Hij schrijft zoals hij ook op al zijn foto’s staat. Vol vreugde en energie. Als ik hem in mijn tijdlijn voorbij zie komen, is het altijd breed lachend – zijn tanden twee rijen bloot, de lippen zo ver mogelijk uitgerekt. Als een omgekeerde duckface, met de wenkbrauwen juist omhoog en zijn ogen zo groot dat zijn pupillen er bijna uit lijken te springen. Soms heeft hij een duim omhoog, soms houdt hij een coffee to go in de lucht en nog veel vaker heeft hij een glas of fles wijn in de hand. Ook is er een foto waarin hij een bordje vasthoudt met any friend of wine, is a friend of mine. In de bijbehorende post schreef hij:

Ik vind wijn ook best lekker, maar dat was toch niet de enige reden dat hij op 18 december 2014 om 15.27 uur op ‘accepteren’ klikte en onze vriendschap bezegelde?

REISDAG 229


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

Dat ik het exacte tijdstip van het ontstaan van onze vriendschap nog weet, komt door het knopje activiteitlogboek, dat wat verborgen zit in het menu van Facebook. Alles, echt alles, wat ik ooit heb gedaan op het sociale netwerk is bewaard gebleven. Iedere like, reactie, statusupdate, getagde foto, vriendschapsverzoek en zoekopdracht is opgeslagen en chronologisch geordend – als een confronterende samenvatting van mijn leven in de afgelopen tien jaar. Mijn account maakte ik aan in het voorjaar van 2009. MySpace en Hyves waren inmiddels vergane glorie, en het vijf jaar eerder door een groepje Harvard-studenten opgerichte Facebook was het snelst groeiende sociale netwerk ter wereld. Er waren al tweehonderd miljoen mensen lid. Als eerste voegde ik twee studiegenoten toe, die me hadden aangemoedigd om een profiel te maken. Daarna volgden een heel reeks aan oude bekenden uit het buitenland, die ik anders nooit meer sprak. Lex!!! It’s been such a long time. How are you doing?? Yeah my lost Love!!!!!!!!!!!!!!!! Where have you been? LEX!!! Good to hear from you buddy, how have you been? Het moet een warm bad geweest zijn, die beginperiode van Facebook. Alsof je een café binnenstapte vol oude bekenden. Maar terwijl ik door mijn activiteitlogboek scroll zie ik dat het binnen een paar jaar misging. Er kwamen klasREISDAG 230

#3 2021


ESSAY

LEX BOON

genoten bij van lang, lang geleden. Oud-collega’s werden opeens vrienden. Ooms en tantes voegden me toe, ik kreeg willekeurige updates uit het leven van neefjes en nichtjes. Mensen met wie ik in hetzelfde gebouw werkte, maar wie me bij het koffiezetapparaat amper groetten, stuurden wel vriendschapsverzoeken. Facebook zelf kwam met voorstellen: dit zijn toch ook vage bekenden? En iedere keer klikte ik maar op ‘ja’ en ‘accepteren’ – als het tenminste niet een gebruikersnaam als Ibnu Salik Pithoriqil Ilmi was met als bio Bekijk mijn sexy live uitzending, open de link op mijn profielfoto. Een bekende theorie in de antropologie is het nummer van Dunbar. In de jaren negentig deed de Britse evolutionair antropoloog Robin Dunbar onderzoek naar het groepsgedrag van verschillende primaten. Hij ontdekte dat hoe groter het brein van een dier was, hoe groter de sociale kring om hem heen. De formule die hij creëerde, liet hij vervolgens los op de mens. De uitkomst: ongeacht hoe sociaal verschillend mensen ook zijn, ze kunnen maximaal 148 vriendschappen onderhouden – een getal dat vaak wordt afgerond tot 150 (waarvan vijf echt intieme vriendschappen, tien goede vrienden, 35 kennissen en de rest contacten). Tot meer vriendschappen is ons brein simpelweg niet in staat, aldus Dunbar. Toch heb ik op dit moment 740 vrienden op Facebook. Als ik door de lijst heen scroll zie ik mislukte dates die ik na die ene avond nooit meer heb gezien, maar van wie ik wel weet waar ze afgelopen jaren op vakantie zijn geweest. Er zitten mensen tussen die ik niet eens echt aardig vind, maar van wie ik wel weet dat ze afgelopen weekend zijn wezen uitwaaien op het strand. Er zijn Facebook-vrienden van wie ik meer persoonlijke details weet dan van vrienden met wie ik daadwerkelijk wel eens afspreek. Aan de hand van hun

TSJISSE TALSMA

posts, foto’s, gedeelde berichten en likes in de afgelopen jaren weet ik precies met wie ze nu in bed liggen (en met wie vorig jaar), waar ze wonen, wat voor werk ze doen, op wie ze stemmen en wat hun – vaak voorspelbare mening – is over [vul hier een willekeurig nieuwsfeit in]. Helemaal opmerkelijk is dat ik van een heel groot deel van mijn vrienden niet eens weet wie ze precies zijn. Toen ik een paar jaar na het aanmaken van mijn Facebook-profiel begon te werken als journalist, bleek Facebook een goed middel om met bronnen in contact te komen. Bij ieder verhaal waar ik aan werkte kreeg ik wel weer een nieuwe vriend. Ik vond het allemaal prima, want zelf post ik toch zelden iets. Op Facebook ben ik een lurker, die alleen maar alles leest, bekijkt, oordeelt en op een incidentele like na helemaal niets bijdraagt. Gelukkig geeft het activiteitlogboek niet weer hoeveel zinloze uren ik hieraan heb besteed. (Vooruit, een voorzichtige schatting: 4284 dagen geleden maakte ik mijn profiel aan x vijftien minuten per dag = 64.260 minuten. Dat staat gelijk aan meer dan 133 volledige werkdagen – een half jaar fulltime werk.) Het is niet dat ik het nooit heb geprobeerd om mijn Facebook-account op te zeggen. Het is een executie die kan worden uitgevoerd met zeven klikken, het invoeren van je wachtwoord en nog een allerlaatste klik: Weet je zeker dat je je account permanent wil verwijderen? Behalve de kostbare tijd en de vele posts van mijn vele, vele tantes zijn er de afgelopen jaren ook nog wel andere redenen geweest om mijn account op te zeggen. Mijn timeline staat vol met fake news en Facebook is regelmatig betrokken bij grote privacyschandalen – zoals die keer dat privégegevens van 87 miljoen gebruikers werden misbruikt om psychologische profielen te creëren, die werden ingezet voor gerichte politieke advertenties. Het zijn nieuwsberichten

REISDAG 231


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

die ik half lees. Met dezelfde reden dat ik het kijken van de documentaire The Social Dilemma steeds uitstel. Daarin wordt duidelijk gemaakt wat ik eigenlijk, ergens, al weet. Dat ik niet de gebruiker, maar het product ben van Facebook. Samen met de inmiddels twee miljard andere gebruikers – een kwart van de wereldbevolking. Tot in detail weten de systemen hoe we ons gedragen op het platform, waardoor ons gedrag kan worden gemanipuleerd. Het doel: zoveel mogelijk inkomsten te genereren via de adverteerders. Het ongewenste effect is dat dit verdienmodel zorgt voor polarisatie. Haatzaaien en het vergroten van tegenstellingen leveren kliks en omzet op – het is inmiddels de kurk waarop Facebook drijft. Als ik de documentaire kijk, of me echt verdiep in de privacyschandalen, dan weet ik dat ik er niet langer onderuit kan. Dan wordt het tijd om na zeven klikken, het invoeren van mijn wachtwoord, eindelijk ook die allerlaatste blauwe knop in te drukken. Maar wil ik dat ook? Het is niet zonder reden dat opzeggen me nog niet gelukt is. Facebook is bijna al een derde van mijn leven een guilty pleasure. De ergernis over updates van familieleden, de inkijkjes in de levens van oude bekenden of totale vreemden, de grappige filmpjes – ik geniet er ook van. Het is een fijn idee om honderden mensen binnen handbereik hebben, die ik op ieder moment van de dag een bericht zóu kunnen sturen. De angst om iets te missen, is groot. Zonder Facebook verdwijnt een groot deel van mensen die ik ooit gekend heb definitief uit mijn leven. En potentiële echte vriendschappen help ik om zeep. Zoals met Luciano, bijvoorbeeld. Mijn vriendschap met Luciano begon zoals zoveel van mijn Facebook-vriendschappen: ik stuurde hem een contactverzoek omdat ik iets van hem

REISDAG 232

#3 2021


ESSAY

LEX BOON

wilde weten. In dit geval over een Spaans landbouwproject waar zijn familie aan meewerkte. Hij reageerde niet en verdween in mijn lijst met vriendschappen. Maar in de loop van de jaren werd Luciano een karakter aan wie ik me begon te hechten. Er was niemand in mijn vriendenkring die zo van het leven leek te genieten als hij. Luciano was als een levende emoticon: altijd lachend en stuiterend van enthousiasme. Van al mijn honderden vrienden werd hij mijn favoriet, van alle online felicitaties op mijn verjaardagen koesterde ik die van hem het meest. Eigenlijk, dacht ik vaak, zou ik met Luciano wel écht vrienden willen zijn. Dus waarom zou ik geen poging wagen? ‘Hola? Hola?’ hoor ik de stem aan de andere kant van de lijn zeggen, vanuit het callcenter in Madrid. Dit was mijn plan geweest: ik zou na al die jaren eens proberen om echt contact te krijgen met Luciano. Misschien konden we eerst eens bellen, om te kijken of we daadwerkelijk vrienden zouden kunnen zijn. Misschien klikte het. We zouden met elkaar kunnen appen. En op een gegeven moment zou ik mijn vriend eens kunnen opzoeken in Spanje, om samen een avond in bodega met een goede fles wijn door te brengen. Er was nog wel een plekje vrij in mijn inner circle van 35 kennissen, of misschien kon Luciano zelfs in mijn top 10 vrienden komen.

TSJISSE TALSMA

Alleen lukte het niet om contact met hem te krijgen. Hij was dan wel WORKING FROM NINE TO WINE waarom lukte het niet om op mijn berichten te reageren? Ik veranderde zelfs mijn geboortedatum op Facebook, in de hoop een felicitatie van hem te krijgen, maar dat was tevergeefs (ik kreeg er wel tientallen anderen). Toen ik hem googelde ontdekte ik pas dat hij niet zomaar wat met wijn deed, maar leiding had over een van de grootste wijnbedrijven ter wereld. De supermarkt bij mij om de hoek bleek zelfs zijn flesjes tempranillo te verkopen. Terwijl ik met een glas van Luciano’s wijn in mijn hand zijn Facebook-pagina eens goed bekeek, drong het tot me door. Facebook had de afgelopen jaren geleerd dat er een ding was dat ze konden doen om mij steeds terug te laten komen: mij iedere update uit het leven van Luciano prominent voorschotelen. Dat betekende alleen niet dat het ook wederzijds was. Hij had de informatie over het aantal vrienden afgeschermd, dus wellicht had hij nog veel en veel meer vrienden dan ik. En aangezien ik zelden iets postte had hij misschien niet eens echt een idee van wie ik was. Had hij ook maar gewoon op ‘ja’ geklikt, zoals ik dat ook zo vaak had gedaan. ‘Hola?’ Nu ik zelfs het callcenter van zijn bedrijf moet bellen, in een poging hem te spreken, begin ik het te beseffen. Ik had de afgelopen jaren genoten van de berichten die Luciano enthousiast de wereld in slingerde. Tijdens het scrollen was hij een vertrouwd gezicht geworden. Zijn enthousiasme was inspirerend, als mijn persoonlijke influencer. Maar het was eenrichtingsverkeer. Wat was onze Facebook-vriendschap eigenlijk waard? Het antwoord had ik graag van zelf van Luciano willen horen, maar weet ik eigenlijk al: helemaal niets. Hola? Hola? Hola!’ hoor ik de stem aan de andere kant van de lijn zeggen. Ik probeer nog een ‘Hello? Hello!’ maar de verbinding wordt al verbroken. Misschien is het tijd om Facebook nu echt op te… Nou ja, Luciano te ontvrienden. Nog 739 mogelijke echte vriendschappen te gaan. REISDAG 233


SEEDERDEBOER

REIS REISADVIES / LOSLATEN

#3 2021

OM LOS TE LATEN MOET JE VERTROUWEN HEBBEN, IN JEZELF EN IN DE TOEKOMST. HET IS EEN VOORWAARDE VOOR VERNIEUWING EN VOORUITGANG. ROELIEN RITSEMA VAN ECK lid Raad van Bestuur van woningcorporatie De Alliantie REISDAG 234


SOORT ARTIKEL INTERVIEW

NAAM ACHTERNAAM DOMINIQUE HAIJTEMA

HANS NAAM DE ACHETRNAAM KORT

‘Ik verander niemand’ Zenmeester Arnaud de Waij laat niets achterwege om het maximale bij zijn cursisten te bereiken. Vroeger voelde hij zich afgesneden van alles en iedereen. Elke afwijzing kwam keihard binnen omdat hij toch al weinig eigenwaarde had. Totdat hij zijn grootste vijand ontmoette: Hijzelf.

REISDAG REISDAG 235 235


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

#3 2021

Wat leren deelnemers in de zen-training?

Lopen deelnemers wel eens weg?

‘De zoektocht begint bijna altijd met verwarring en een gevoel van verloren zijn omdat je geen antwoord hebt op de vraag wie je bent. We willen ergens bij horen. Maar het allermooiste wat je kunt bereiken is dat je hoort bij jezelf. Kan ik mezelf in het midden van de storm staande houden zonder mezelf geweld aan te doen? En recht doen aan wie of wat ik ben? Het zoeken naar erkenning of gezien worden door anderen zorgt voor afhankelijkheid op een minder gezonde manier. Dat is de vergiet van het leven proberen te vullen met water. Ik laat niet iedereen toe. Het is niet voor iedereen geschikt. De discipline tijdens de training is strikt. We beginnen om zes uur in de ochtend en dan gaan we soms door tot elf uur ’s avonds, drie dagen achter elkaar. Dat is een beetje de sadist in mij… maar het valt best mee. In Japan beginnen we om vier uur.’

‘Zelden. Maar als ze eenmaal vertrekken, komen ze niet meer binnen. Ze waren van tevoren bekend met de condities. Het zijn meestal mensen met hogere functies in het bedrijfsleven die het niet prettig vinden hoe ze worden toegesproken. Dan zeg ik: “Dat begrijp ik, maar het werd wel hoog tijd hè?” Arrogantie is een bescherming, net als het niet kunnen verbinden met anderen. Dat kun je wel leren, ook al zit je op hoge posities.’

Wat doen jullie tijdens de trainingen? ‘Je werkt steeds in tweetallen waarbij je om de vijf minuten van rol wisselt en de ander steeds weer een vraag stelt, zoals: “Wie ben je?” Je mag de ander niet non-verbaal beïnvloeden of sturen, maar wel terughalen als je ziet dat hij ontsnapt door weg te kijken of te lang nadenkt. Als je emotioneel wordt, is het moeilijker om de ander aan te blijven kijken. Zo leer je echt te luisteren en er voor een ander te zijn. Gaandeweg ben je door alle antwoorden heen. Dan komt de stilte en het echte antwoord op de vraag wie je bent. Dan ontstaat iets moois: een combinatie van je innerlijke kracht en jouw kernwaarden. Ik houd iedereen bij de les. Als ik van deelnemers kwalificaties krijg als “klootzak!”, weet ik dat ik mijn werk goed doe. It is the teacher‘s job to insult your ego. Ik laat niets achterwege om het maximale te bereiken; een shift in the mind. Soms is daar een shock voor nodig.’ REISDAG 236

Hoe is je eigen ontwikkeling gegaan? ‘Ik voelde me vroeger afgesneden van alles en iedereen. Elke afwijzing van een ander kwam keihard binnen omdat ik mezelf toch al niks vond. Ik ontmoette de vijand en dat ben ik zelf. Ik had geen goed zelfbeeld of diploma’s om datgene te doen waar mijn hart lag: het ondersteunen van mensen. Ik dacht: wie ben ik om dat te willen doen? Later leerde ik dat diploma’s vooral handig zijn voor mensen die behoefte hebben aan bewijs en daarmee werkelijke kwaliteiten over het hoofd zien. Dat kom je bij hr-afdelingen tegen als zij trainingen willen inkopen. Ik praat er liever niet mee. Hr wil steeds iets nieuws, iets spectaculairs en kiest dan uiteindelijk weer voor de veilige, bekende weg. Een hr-manager vroeg wat voor opleiding ik had gedaan. Ik zei: “BOVOS en de eclectische school.” Dat verzon ik ter plekke. Ze was gerustgesteld. Maar BOVOS staat voor Boerenverstand Oude Stijl en voor eclectisch kun je van alles invullen. Ik heb een aantal Rolex-horloges, dat vond ik vroeger belangrijk. Ik moest namelijk vóóral mijzelf overtuigen dat ik succesvol was. Ik had carrière gemaakt als vertegenwoordiger bij een bedrijf dat handelde in zink en lood. Dat ging met tonnen tegelijk. Ik vond dat allemaal prachtig en ontwikkelde me tot business development director bij een grote holding waar ik verantwoordelijk was voor de Aziatische markt.


REISDAG 237


SEEDERDEBOER

REISDAG 238

REIS / LOSLATEN

#3 2021


INTERVIEW

DOMINIQUE HAIJTEMA

Rond mijn veertigste werd ik steeds allergischer van de manier waarop mensen met elkaar omgingen. Net iets te hard lachen of een arm om elkaar slaan terwijl je een hekel aan iemand hebt. Dan neem je jezelf, maar ook anderen glashard in de maling. Commercie is vaak het vlaggenschip van de vloot. Mensen in de buitendienst krijgen veel aandacht. Daar had ik steeds meer moeite mee. Want wie was ik dan zonder de mensen die daadwerkelijk met de producten werkten of de backoffice die ons ondersteunde? Dan was ik eigenlijk niemand. Waarom was het zo belangrijk om steeds te laten zien dat we leidinggevenden waren? Hoezo persen we mensen in functieomschrijvingen die geen recht doen aan wie ze zijn? Ik kreeg een bore-out, verveelde me te pletter. Daar was in die tijd nog geen aandacht voor. In mijn vrije tijd deed ik van alles wat ik leuk vond zoals persoonlijke ontwikkeling. Mijn werk deed ik met twee vingers in mijn neus. Dat was een spagaat aan het worden. Maar wat is een spagaat? Op zijn Amsterdams gezegd: dat je kunt uitscheuren en voor de rest heb je er niets aan. Als je geen gebruik kunt maken van je talenten loop je risico om een burn- of een bore-out te krijgen. Bij een burn-out geef je te veel van wat je eigenlijk niet meer of onvoldoende hebt. Bij een bore-out wordt geen beroep gedaan op je talenten. Dan ga je over je grenzen heen en raakt je energievoorraad op. Iedereen die dit meemaakt, weet al lang dat het niet goed gaat, maar doet er niets aan. Je houdt krampachtig vast aan iets terwijl je jezelf aan het verliezen bent.’ Waarom doen we dat? ‘We vinden het moeilijk om anderen om hulp te vragen. Dat wordt nog steeds gezien en gevoeld als zwak. Dan kan ik het dus blijkbaar niet. Vroeger had je in sommige auto’s een knopje waarmee je de reservetank kon openzetten als de benzine op was. Maar als je ook de reservetank leeg laat lopen en niet naar het tankstation gaat, loop je vanzelf tegen problemen aan.’ Wat kunnen organisaties anders of beter doen? ‘Leidinggevenden moeten meer investeren in “onderhoud van het team”. Eerst correctief on-

HANS DE KORT

derhoud, dan regulier en vervolgens preventief. Het gaat om eerst begrijpen en dan begrepen worden en om vragen stellen in plaats van opdragen. Een goed argument heeft geen harde stem nodig. Ik denk dat leidinggevenden ook vaker van plek mogen veranderen, waardoor ze bijvoorbeeld meer begrip hebben voor hun klanten. Zo zei ik tegen de chirurgen in het ziekenhuis - waar ik een paar keer lag - dat ze zelf ook maar eens geopereerd moesten worden. Ook al mankeerden ze niets. Dan konden ze ervaren hoe het voelt als er in je gesneden is.’ Uit onderzoek blijkt dat het zelfbeeld van managers niet overeenkomt met het beeld dat medewerkers van ze hebben. Herken jij dat? ‘Zeker. Als managers zeggen dat hun deur altijd open staat en niemand naar binnen komt, is het tijd om je af te vragen waarom dat niet gebeurt. Iedereen weet dat je leidinggeeft, alleen jijzelf blijkbaar niet. Dan ben je in je hok aan het bewijzen dat je de functie waard bent ten koste van je teamleden. Dat leidt soms tot lullig gedrag. Ik ben in bedrijven geweest waar medewerkers zelfs in de achteruitkijkspiegel keken of ze niet gevolgd werden. Zo onveilig was het. Bedrijven kunnen in dat opzicht leren van paarden. Die zijn uiterst sensitief en voelen of je te vertrouwen bent. En of ze jou willen volgen. Bij een kudde staat de leider in het midden en niet daarbuiten. De leider is de merrie, niet de hengst. Velen kennen de beelden van de reddingsactie in 2006 toen een grote groep paarden in Friesland wereldnieuws was. De bijna tweehonderd dieren waren een paar dagen omringd door water in het buitendijkse gebied bij Marrum. Tientallen paarden waren uitgeput, enkele al verdronken. De hulpverleners en reddingsdiensten faalden omdat ze dachten als hulpverleners. Toen het water iets zakte, werden lokpaarden ingezet. Vier jonge ruiters liepen door het water naar het eiland. Vlak voor het eiland draaiden ze om en liepen terug. Alle paarden volgden. Een mooi inzicht voor organisaties: leer denken in kwaliteiten en talenten en niet in functies en competenties.’ REISDAG 239


REISDAG 240


INTERVIEW

DOMINIQUE HAIJTEMA

Wat gebeurt met de deelnemers tijdens de training? Zijn er herkenbare patronen? ‘Er is intens verdriet over waar ze in terecht zijn gekomen of wat ze zichzelf hebben aangedaan. Het bekende verhaal van de held die demonen en draken moet verslaan en dan thuiskomt. Waarom komt hij terug? Omdat hij zichzelf heeft leren kennen. Iedereen heeft een innerlijke code waaraan nooit en te nimmer concessies worden gedaan, als je in je kracht staat. Bij helden zijn die innerlijke codes bekend. Die van Mandela was gelijkwaardigheid, bij de Dalai Lama was vredelievendheid zijn code en die van moeder Teresa was naastenliefde. We hebben allemaal zo’n code, maar de meesten van ons kennen hem niet. De innerlijke code in combinatie met je grootste verlangen leidt tot persoonlijk leiderschap omdat het kracht geeft om te doen wat je te doen staat. En dat staat los van de omstandigheden. De andere kant is je grootste angst en arrogantie. Beide leiden tot diverse overlevingsstrategieën waarbij je uiterst succesvol kunt zijn. Maar er blijft altijd een gemis. Dat gemis gaat over jezelf, over een nog onbekend innerlijk verlangen dat niet wordt vervuld.’ Kun je persoonlijk leiderschap zelf aanleren, zonder een cursus? ‘Ik verander niemand. Mijn cursussen veranderen niemand. Dat kun je alleen maar zelf doen. Iedereen heeft de potentie om persoonlijke groei door te maken. Dat kan alleen maar vanuit een persoonlijk verlangen en niet omdat je werkgever of omgeving dat oplegt. Het gaat om het intrinsieke verlangen om een beter mens te worden. Het is ongekend hoe weinig aandacht we voor elkaar hebben in het dagelijks leven. Hoe vaak gebeurt het niet dat iemand de deur voor je neus laat dichtvallen of naar binnen gaat als een ander er nog uit moet? Een leuke oefening om daarmee bewust om te gaan, is om van de Dam naar het Centraal Station (of een andere drukke route in je eigen stad) te lopen en iedereen in de ogen te kijken en te voelen wat ze bij je oproepen. Dat gaat van lust tot totale afwijzing, terwijl

HANS DE KORT

‘Je moet jouw meester overstijgen om zijn gelijke te worden’ je die mensen niet kent. Het zegt dus iets over jou. Dit soort momenten kun je pas ervaren als je aandacht hebt voor jezelf. En als je dat lukt, heb je ook aandacht voor anderen. Een voorbeeld: als ik iemand een opdracht geef en dan vraag of diegene mijn vraag begrijpt, krijg ik vaak een heel ander antwoord. In plaats dat ik iemand op die ‘fout’ wijs, vraag ik hoe iemand tot die beslissing is gekomen. Het gaat er namelijk om of diegene er iets van leert. Dan durf je pas fouten te maken. Het begint al in onze jeugd. We horen te pas en te onpas wat we wel en niet moeten doen. Met de boodschap dat je anders niet deugt. En dan begint het lange pad op weg naar erkenning. Van wel deugen. Het gaat om het aanscherpen van je kwaliteiten zonder jezelf te diskwalificeren.’ Hoe kunnen we dat doen? ‘Focus hebben. Stel, je gaat naar de Olympische Spelen. Wat wil je daar bereiken? Een medaille? Wat voor medaille? Welke kleur? Iedereen wil een gouden medaille. Daar focus ik me niet op. In plaats daarvan denk ik aan hoe ik Koning Willem Alexander tijdens de bitterballensessie ga vertellen hoe ik de medaille heb gewonnen en hoe ik dat heb bereikt. Focus gaat over verder denken dan wat je wilt bereiken. Tijdens coachingssessies vertel ik altijd dat je jouw meester moet overstijgen om zijn gelijke te worden. Er is niets mis met een streber willen zijn om daarmee het maximale te bereiken. Tegelijkertijd moet je wel kunnen omgaan met de weerstand die dat oproept. Een prachtig Japans gezegde luidt: hoe zuiverder het water, hoe minder vissen. Het helpt dan om een loner te zijn, als je dat maar niet vertaalt naar alles alleen willen doen. ’ REISDAG 241


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

Je hebt ook een oefening waarbij mensen dingen moeten meenemen die ze absoluut niet kwijt willen. ‘Ik gaf een pillendoosje weg dat van mijn moeder was geweest, het laatste wat ik van haar had. Degene die het pakte was geschokt dat ik het weggaf. Maar de herinnering aan mijn moeder zit niet in dat doosje. Ik heb het doosje niet nodig om aan mijn moeder te denken. Ze zit in mijn hart. De gehechtheid zit in de kwalificatie die wij er aan geven. That’s the twist of mind. Natuurlijk mag je aan spullen gehecht zijn of dingen mooi vinden, maar het is de afhankelijkheid die ervoor zorgt dat we ongelukkig worden als we het kwijtraken. Je ontvangt als deelnemer ook een gift van emotionele waarde van een ander. Daar breng je in waar je afstand van doet, waar je afscheid van neemt in je leven, wat je niet meer nodig hebt. Het is ongelooflijk hoe de cadeaus steeds weer blijken te passen bij wat mensen kwijt willen. Zo ontving iemand die wilde trouwen de trouwring van een ander die net in scheiding lag. Bij de afronding gebruik ik een Japanse techniek die The stone of bitterness heet. Mensen leggen daar iets in wat ze kwijt willen. Zoals de schaamte over hun lichaam of homoseksualiteit. Een directeur van een bedrijf gaf het geboortekaartje weg van zijn overleden kind. In totale ontreddering vertelde hij dat hij de moordenaar van zijn kind was omdat hij degene was die had besloten de behandeling te stoppen. Het kind was niet meer levensvatbaar en werd kunstmatig in leven gehouden. Zijn vrouw kon het niet loslaten. Ik zei: “Heb je ooit bedacht hoe groot je liefdevolle daad was in het belang van je kind? Je hebt haar de vrijheid gegeven om te gaan of te blijven.” Daar brak hij nog een keer. Vervolgens moest hij langs alle deelnemers lopen, zijn naam zeggen en vertellen dat hij zijn dochter in liefde had laten gaan.’ REISDAG 242

#3 2021

Wat doet dat met jou als trainer? ‘Ik heb veel bewondering en liefde voor de deelnemers. Dat ze de moed hebben om dit aan te gaan en niet meer weg willen kijken. Het is een wake-up call. Maar voor mij is het ook een uitputtingsslag. Daarom geef ik de training maar twee keer per jaar. Er is me vaak gevraagd om een boek te schrijven, maar alles over persoonlijke ontwikkeling of leiderschap is al gezegd of geschreven. Ik heb niets toe te voegen. Bijna elke leidinggevende die ik spreek weet dit; het ligt niet aan hun gebrek aan kennis maar aan hun moed om het in praktijk te brengen. We zijn op zoek naar antwoorden en denken dat wij dan klaar zijn. Nou, dan heb ik nieuws; dan begint het pas. Het gaat steeds om de vraag: wat wil je dat er in mij wordt gezien? Als je mensen vraagt wat ze willen bereiken gaat het vaak om iets groots, iets megalomaans. Ze willen de wereld veranderen. Maar waar het écht om gaat is dat je trouw bent aan jezelf. Dat je ervaart wat zich aandient. En als je jezelf durft te laten zien, geef je daarmee anderen ook toestemming om zichzelf te laten zien. Leidinggevenden die ik spreek weten dit, maar doen het niet. Het gaat om je hart durven volgen, ongeacht de consequenties. Wees als een kaars die licht en warmte geeft. Eén kaars kan duizend kaarsen “lichten” zonder afbreuk te doen aan het karakter van de kaars.’

Fotograaf Hans de Kort werkt met zogeheten natte platen, een fotografische techniek uit 1851. Zwarte metalen platen worden lichtgevoelig gemaakt, meteen belicht en ontwikkeld voordat ze opdrogen en hun gevoeligheid kwijt raken. De beelden van Arnaud De Waij zijn bijzonder scherp geworden. ‘Dat komt omdat hij tien seconden extreem goed heeft stil gezeten, dat maak ik zelden mee’, aldus de fotograaf.


INTERVIEW

DOMINIQUE HAIJTEMA

UNSPLASH

De grootste uitdagingen van de 21ste eeuw P INTERVIEW MET OTTO SCHARMER

‘Als je wacht tot iets gebeurt, ben je te laat’

REISDAG 243


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

#3 2021

Lessen trekken uit het verleden heeft volgens Otto Scharmer – een van de bedenkers van Theorie U – weinig zin omdat de toekomst gaat over onverwachte gebeurtenissen. 2020 was een goede voorbode voor wat er deze eeuw staat te gebeuren. ‘Een aanval op de democratie toont hoe gebroken wij zijn als samenleving.’

D

isruptie vindt volgens Otto Scharmer op alle gebieden plaats: technologie, demografische ontwikkelingen, het milieu of de toenemende ongelijkheid. ‘Het makkelijkste is om over die veranderingen te praten, het moeilijke is om de verbinding met alle stakeholders in stand te houden en de ongemakkelijke waarheid onder ogen te zien. Ik denk dat niet de planeet, maar de hele mensheid, het grootste gevaar loopt.’

COVID-19 ‘Corona toont hoe afhankelijk we van elkaar zijn en hoe verbonden alles is. Het virus is als een leraar over onze onderlinge afhankelijkheid. Opvallend is hoe weinig Europa leert van Azië als het om de aanpak van het coronavirus gaat. “Ja we zijn geen dictatuur”, hoor je dan. Maar dat is behoorlijk racistisch. Azië is niet alleen maar China, de meeste landen zijn democratisch. En door hun aanpak hebben ze nu aanzienlijk meer vrijheid dan wij. In Europa mopperen we over mondmaskers en afstand houden als een gigantische inbreuk op onze vrijheid. Dat is belachelijk. In plaats van te leren van anderen, denken wij het, als zogenaamd “verlichte” landen, beter te weten. REISDAG 244

Dat is steeds de grote vraag: ben je in contact met de realiteit of laat je alles maar gebeuren en probeer je er dan doorheen te worstelen? COVID-19 is geen situatie waar je even doorheen worstelt, het vraagt om een systemische wereldwijde aanpak.’

Black Lives Matter ‘Bij Black Lives Matter gaat het om structureel geweld. Het maakt duidelijk dat het niet volstaat als jij van jezelf vindt dat je geen racist bent. Je denkt ten onrechte dat er geen problemen zijn als jij geen vooroordelen hebt. Vanuit het perspectief van leiders moet je in staat zijn om naar de schaduwkanten te kijken van onze beschaving en geschiedenis. De schaduwkant is geen probleem dat opgelost moet worden, maar een bron van transformatie.’


INTERVIEW

DOMINIQUE HAIJTEMA

De bestorming van Het Capitool ‘Een aanval op de democratie toont hoe gebroken wij zijn als samenleving. In de Verenigde Staten zie je veel ontkenning van ongemakkelijke waarheden zoals stemresultaten, het coronavirus of de klimaatcrisis. Een oplossing is om je beter te verhouden tot de realiteit. De essentie van wetenschap is: laat de data tot je spreken. Dat moeten we cultiveren en verdiepen. Voor leiders betekent dat dieper leren luisteren. En niet alleen luisteren binnen je eigen bubbel, maar naar de randen gaan en met betrokkenen praten die wellicht juist door jouw systeem benadeeld worden. Kun je voelen wat zij voelen? De basis voor collectieve vernieuwing en vooruitgang is volgens mij een architectuur van verbinding creëren waarbij je elkaar werkelijk kunt horen en voelen.’

Klimaatverandering ‘Er is een groot collectief gat tussen weten en doen. We kennen alle feiten en toch gebeurt er vrij weinig zoals op het gebied van klimaatverandering. Het gaat om het ontwikkelen van action confidence, het zelfvertrouwen om in onbekend terrein te stappen en niet alleen maar reageren op de omstandigheden zoals die zich voordoen. De vaardigheid om diep te luisteren is niet iets wat je meteen kunt, het vereist oefening en een omgeving die hiervoor de ruimte biedt. Het vraagt om commitment. Dat we soms te laat feedback ontvangen over onze handelingen, maakt het moeilijker om te leren. We moeten soms hard tegen een muur aanlopen voordat een verandering op gang komt. Het is cruciaal dat we de resultaten ervaren voordat het te laat is. En daarvoor heb je een hele samenleving nodig en niet alleen de overheid of het bedrijfsleven.’

UNSPLASH

Leiderschap ‘Leiderschap is het overbruggen van de kloof tussen de gigantische uitdagingen voor de benodigde transformatie en het gebrek aan vaardigheden om dat te realiseren. Er zijn overal kleine hoopgevende initiatieven te vinden, maar pas als we op grotere schaal en multidisciplinair kunnen aanvoelen wat er nodig is, kan grootschalige verandering plaatsvinden. Het potentieel is aanwezig, maar zit vaak op slot. Je hebt eigenlijk steeds meer twee soorten bedrijven: een bedrijf waar je trots bent om te werken of een bedrijf waar jij je voor schaamt. Bedrijven als Facebook en Google begonnen ooit idealistisch, maar ondermijnen nu de democratie.’

Technologie ‘Technologie heeft gigantisch potentieel om verandering te realiseren. De vraag is dan: maak jij of je organisatie de wereld beter? Of juist slechter? De machtsgreep van technologiebedrijven is een van de belangrijkste uitdagingen van de 21ste eeuw. De mogelijkheid om ons gedrag als gebruikers collectief te manipuleren, is als het ware het product van die bedrijven. En dat is potentieel het einde van democratie.’

Economie ‘En wat is volgens ons de essentie van economie? Gaat het om het maximaliseren van de winst van een paar bedrijven of om het welbevinden van ons allen? Bij het laatste moet er een radicale omwenteling plaatsvinden. We onderschatten onze vaardigheid om onze toekomst te beïnvloeden. Ik denk dat we wel degelijk alle uitdagingen het hoofd kunnen bieden. Maar het is een fragiele situatie waar we ons in bevinden. Ik denk dat niet de planeet, maar de hele mensheid, het grootste gevaar loopt.’ REISDAG 245


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

#3 2021

Om een blijvende verandering te realiseren heb je een voedende omgeving nodig, stelt leiderschapsdeskundige Marian Goodman. ‘Het begint met mensen uit hun vertrouwde omgeving halen’.

REISDAG 246


ACHTERGROND

T

DOMINIQUE HAIJTEMA

UNSPLASH

Loslaten is de ultieme test van moed

heorie U is een van de bekendste leiderschapsmodellen om verandering te realiseren. Het Presencing Institute geeft al vijftien jaar wereldwijd trainingen en seminars over de materie. De Zuid-Afrikaanse trainster en deskundige Marian Goodman verzorgde leiderschapstrainingen in de Afrikaanse wildernis toen ze Theorie-U-grondleggers Otto Scharmer, Peter Senge en Joseph Jaworski (zie kader, red.) in de Verenigde Staten leerde kennen. Ze was meteen onder de indruk. ‘Het was een intense ontmoeting. Het resoneerde op een fundamentele manier; alsof mijn praktijk haar theorie ontmoette. Ineens was er een theoretische basis voor iets wat ik al jaren deed. Er zijn zoveel leiderschapstheorieën, maar die hebben niet altijd praktisch nut.’ Uit de bubbel

Het zijn steeds drie stappen die Theorie U kenmerken. Het begint met mensen uit hun vertrouwde omgeving halen, legt Goodman uit. ‘Bankiers bijvoorbeeld, moeten hun kantoor verlaten en de samenleving ingaan. Daar ontmoeten zij mensen uit andere sectoren of culturen die ze normaal niet snel tegen zouden komen. Dat zorgt er voor dat zij zich realiseren hoe beperkt hun kijk op de wereld is. Het gaat om de bereidheid om uit je eigen bubbel te stappen. Wat is er nou werkelijk gaande op het moment? En dan niet meteen naar oplossingen gaan, maar terugkeren

naar jezelf en je afvragen wat jouw wijsheid je vertelt. Wie ben je en wat kun je bijdragen? Wat wil je achterlaten? Wat is je roeping? Retreat and reflect noemen we dat.’ Pas daarna komt de laatste stap en onderneem je actie. En daarvoor is volgens Goodman altijd verbinding nodig. ‘Geen enkele sector of industrie kan de wereldwijde problemen zoals de klimaatcrisis alleen oplossen. Het is belangrijk om het gesprek tussen bedrijven en overheid en de samenleving te organiseren zonder dat het een gevecht of conflict wordt.’ REISDAG 247


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

#3 2021

Van ego naar eco Haar Belgische collega Julie Arts beschrijft Theorie U als raamwerk om organisaties te helpen van een ‘egosysteem’ naar een ‘ecosysteem’ te gaan. Zij is een van de oprichters van de U. Academy en senior medewerker aan de faculteit. ‘De onderliggende principes gaan bijvoorbeeld over de kracht van intentie. En het vermogen om met een verse blik te kijken en los te laten wat niet toekomstbestendig is. Dit is actueler dan ooit omdat de complexiteit en onzekerheid sterk zijn toegenomen. Organisaties kraken momenteel echt omdat ze niet weten hoe ze om moeten gaan met het-niet-weten.’ Theorie U is ook een proces en methode waarbij je door bepaalde stappen en oefeningen veranderingen kunt realiseren. Maar het is zeker geen stappenplan met gegarandeerd resultaat. ‘Het is zowel systemisch als zeer persoonlijk werk’, vat Arts samen. ‘De kwaliteit staat en valt met de kwaliteit van degene die een interventie toepast. Wie je bent, is bijna belangrijker dan wat en hoe je iets doet.’ Zelfbewustzijn en zelfkennis zijn volgens haar bij leiders cruciaal omdat ze in dienst staan van anderen of een resultaat. De capaciteit om in het nu te staan en te ervaren wat er gebeurt zonder terug te vallen op oude defensiemechanismen. Alleen door volledig in het nu te zijn kun je in contact komen met toekomstige mogelijkheden. ‘Dat wordt lastiger naarmate we ouder worden, maar is zeker niet onmogelijk als je het bewustzijn traint. Ons lichaam is zeer intelligent en fungeert als antenne voor informatie uit de omgeving, alleen zijn we verleerd om het te gebruiken en dat is echt een gemiste kans’, zegt zij. Letting go and letting come, is een steeds terugkerend principe. Eerst moet je een aantal zaken loslaten of afleren voordat iets nieuws kan ontstaan. ‘We zijn soms te rigide in wat wij “professioneel” en “intelligent” noemen. Ratio en analyse wint vaak. Emoties of fysieke sensaties worden minder serieus genomen terwijl die net zo veel informatie bevatten. We denken dan ten onrechte dat je intelligent bent als je het antwoord weet en niet als je de goede vraag stelt. Het kan heel krachtig zijn om te erkennen dat je het niet weet.’ REISDAG 248

PRESENCE EN THEORIE U De Amerikaanse managementdenker Peter Senge zocht in de klassieke bestseller ‘Presence’ samen met Otto Scharmer, Joseph Jaworski en Betty Sue Flowers, naar antwoorden op de vraag hoe diepgaande collectieve verandering plaatsvindt. Bij een lerende organisatie is het volgens hen van belang om van het vertrouwde downloading naar presencing te gaan. Dat betekent bewust het hier en nu ervaren in plaats van het oude, bekende te gebruiken. Echte blijvende verbetering is alleen mogelijk door samenwerking buiten de grenzen van de eigen organisatie of het eigen belang. De schrijvers presenteren hiervoor het U-model. Hoe dieper je gaat, des te dieper de transformatie of verandering. Het begint met een andere manier van kijken waarbij je veronderstellingen opzijzet en het grotere geheel probeert te zien. Dan daal je af naar je innerlijk om daarna gezamenlijk te kunnen handelen.

DE 5 PROCESSTAPPEN VAN THEORIE U 1. 2. 3.

4. 5.

CO-INITIATING: gezamenlijk doel. CO-SENSING: ga naar buiten en luister met open mind. PRESENCING: trek je terug, bekijk oude en nieuwe ideeën en bepaal oplossingsrichting. CO-CREATING: werk samen aan de oplossing. CO-EVOLVING: ontwikkel samen door.

Dit proces kunnen faciliteren is wat Otto Scharmer de essentie van leiderschap noemt. Meer informatie over het ‘Presencing Institute’: presencing.org


ACHTERGROND

DOMINIQUE HAIJTEMA

UNSPLASH

‘Het gaat om de laag onder geluk, zoals betekenis en bestemming vinden’ Wij versus zij Hoe moeilijk het kan zijn om oude patronen los te laten blijkt bijvoorbeeld uit de omgang met de coronacrisis zoals de toegang tot coronavaccins in verschillende landen. Marian Goodman noemt de aanpak een goed voorbeeld van problemen oplossen op de meer traditionele manier. ‘Het gaat te vaak over wij versus zij of ik en de ander, goed en fout. Terwijl een crisis ons allemaal aangaat en de oplossingen voor iedereen, voor het collectief moeten werken. Dat is voor mij de essentie van Theorie U: het collectieve welbevinden. En als je dan doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg. Er is een shift in bewustwording nodig om uitdagingen gezamenlijk het hoofd te kunnen bieden.’ Het gaat om het ontdekken van de blind spots, aldus Goodman. ‘In organisaties richten we ons vaak op resultaten, maar niet op degene die de resultaten levert of waar de resultaten vandaan komen. Door bijvoorbeeld de aandacht op de leiders zelf te richten, kun je realiseren dat juist jij als leider precies de patronen veroorzaakt of in stand houdt die jij graag wilt veranderen.’ Veel leiders met wie Goodman werkt, hebben het gevoel dat ze soms moeten doen alsof ze ergens verstand van hebben terwijl ze geen idee hebben wat er gaande is. ‘Het is zo duidelijk dat oude manieren niet meer werken. Er zijn zoveel meer burn-outs en er is zoveel meer wanhoop dan ooit tevoren. Maar soms voelt het beter om aan een klif te blijven hangen dan los te laten en geen idee te hebben wat er dan gebeurt. Dat is te risicovol. Voor leiders van bedrijven is er ook niet altijd voldoende veiligheid of steun om blijvend

te kunnen vernieuwen. En welke kant moet je op? Een stap in het onbekende zetten gaat tegen onze natuur in.’ Het gaat niet om geluk Er is wel meer aandacht voor geluk in bedrijven. Onderzoeken tonen aan dat gelukkige medewerkers productiever zijn, maar het gaat dan volgens Goodman nog steeds om het onafhankelijke individu en niet om de onderlinge afhankelijkheid van elkaar. ‘We hebben allemaal last van de klimaatverandering, of jij nou mediteert of iets anders doet. Het gaat om de laag ónder geluk, zoals betekenis en je bestemming vinden. En dat in een context, in samenhang met anderen. In Afrika heb je het concept van Ubuntu: “Ik ben omdat wij zijn.” Niemand bereikt iets in zijn eentje. Alles is met alles verbonden. En daarin hebben we een verantwoordelijkheid. Het maakt behoorlijk uit als jij je realiseert dat alles wat jij doet effect heeft op iets of iemand. Dan maak jij wellicht andere keuzes.’ Goodman werkt met leiders van een investmentbank die op de rand van overspannenheid waren. Als reactie op alle onverwachte veranderingen en externe druk gingen zij nog meer en nog harder werken om het bij te kunnen houden. Zelfs met burn-out of hartaanvallen tot gevolg. Tot iemand opstond en zei: “Dit slaat nergens op, ik kan niet nog meer uren in een dag persen of nog minder slapen.”’ De vragen die de bankiers stelden, veranderden gedurende het traject. Eerst ging het over kwartaalcijfers, daarna over de vraag wat de functie van een bank is in de samenleving. Vervolgens REISDAG 249


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

kwamen er vragen over de impact van een bank op armoede, en hoe zij kunnen zorgen dat wat zij doen, iedereen helpt. En als zij dat niet doen? Hoe lang zullen zij dan overleven als bank? Of de bank al wezenlijk is veranderd? Dat niet, maar ze zijn in elk geval onderweg, vertelt Goodman. De systeemdruk is niet te onderschatten. ‘Toen Paul Polman van Unilever aankondigde dat hij geen kwartaalcijfers meer wilde geven, hield iedereen zijn adem in. Dat is niet hoe het systeem werkt, krijg je dan te horen.’ Abseilen Verandering vindt volgens Goldman alleen plaats in een voedende omgeving. Zij vertelt over haar leiderschapsreizen in de wildernis waar de deelnemers ook aan abseilen en bergbeklimmen deden. ‘Ik kan me mijn eerste keer abseilen nog zo goed herinneren. Je staat op de top aan de rand. De trainer legt uit hoe veilig het is, dat er niets verkeerd kan gaan. Alleen is je limbische respons (reptielenbrein) zo sterk dat alles in je roept dat het verkeerd gaat als je achteruit stapt. Het is geen logische gedachte. Het is dus zeer moedig als je wel loslaat omdat je daarmee je eigen brein overwint.’ De bron om het wel te doen, komt volgens Goodman blijkbaar ergens anders vandaan. ‘Ergens waar je de moed hebt of het verlangen om te ontdekken wat er gebeurt. Het vertrouwen dat je geholpen wordt en niet doodgaat.’

Er zijn soms voldoende externe redenen dat je in beweging moet komen. ‘Dat betekent alleen nog niet dat het gebeurt: je kunt ook je kop in het zand steken en niets doen. Bevriezen en hopen dat het allemaal voorbijgaat. Of je leunt achterover en wilt dat het zo wordt zoals het was (Make America Great Again). De laatste optie is vooruit leunen, dat is waar de echte moed gevraagd wordt. Dat is als abseilen. Er is geen duidelijke route. Je stapt in het onbekende. Loslaten is de ultieme test van moed.’ Goodman denkt dat we door alle crisissen vanzelf steeds verder richting de klif worden geduwd. ‘We hebben bijna geen andere keuze dan een stap naar voren te maken. En de kracht van de volgende steen te testen en dan de volgende, enzovoort. Het hoeft zeker geen strategie voor de komende dertig jaar te zijn.’ Of zij hoopvol is over de toekomst? ‘Wat jammer is, is dat de stem met de minste hoop het hardst klinkt. Kranten of televisies brengen nieuws dat hoop de grond in boort. Maar er zijn ook een heleboel afzonderlijke stemmen – ook al zijn ze zachter – die gezamenlijk een oorverdovend geluid zouden maken. Die hoor en zie je alleen veel minder. Er zijn miljoenen mensen bezig om op kleine en grote schaal positieve verandering te bewerkstelligen. En dat brengt een kracht met zich mee waar je ook rekening mee moet en mag houden.’

‘Het kan heel krachtig zijn om te erkennen dat je het niet weet ’ REISDAG 250

#3 2021


SOORT ARTIKEL

NAAM ACHTERNAAMREISADVIES

LOSLATEN IS ALS UIT HUIS GAAN. DAT IS SPANNEND, MAAR ALS JE WEGGAAT BETEKENT HET NIET DAT JE NIET MEER THUIS MAG KOMEN. DAT THUISGEVOEL NEEM JE MEE OP REIS. ANNETTE MOSMAN Voorzitter Raad van Bestuur bij pensioenuitvoerder APG


COLUMN

I

KATINKA POLDERMAN is cabaretière en columnist

REISDAG 252

KATINKA POLDERMAN

k ben een kind van de jaren tachtig, dat heerlijke decennium waarin niet kinderachtig werd gedaan over een weekmaker meer of minder in ons speelgoed. In de lente vernevelde een sproeivliegtuig vrolijk wat pesticiden boven de akkers en onze aanpalende huizen en zandbakken. Dat was geen enkel probleem. Mierzoete kinderzuiveldrankjes waren gezond, roken niet zo slecht en drinken was gezellig. We maakten ons niet al te druk over wat plastic in struiken of vogelmagen, dus wanneer er voor kinderen iets te vieren viel, betekende dat automatisch: ballonnenwedstrijd. Toen in ons dorp een nieuwe speeltuin feestelijk werd geopend, kregen alle kinderen een heliumballon. Op het kaartje dat eraan hing stond het adres van onze school, onze eigen naam moesten we erbij schrijven. We zouden de ballonnen allemaal tegelijk oplaten, als één grote vrolijke wolk. En wiens kaartje vanaf het verste land zou worden teruggestuurd, won. Ik was de eerste met een ballon en terwijl de nog ballonloze medekinderen zich verdrongen om de tafel met ballonnenmoeders, speelde ik met de mijne. Ik pakte het touwtje vast vlak onder de ballon, liet mijn vingers uiteengaan waardoor hij omhoogging en greep dan telkens net op tijd het eindje van het touw vast. En nog eens. En nog eens. En nog eens, totdat mijn hand zich te laat sloot en ik mijn ballon hoger en hoger zag stijgen en hem uiteindelijk als een gekleurd stipje eenzaam uit het zicht zag verdwijnen. Prompt voelde ik me net zo eenzaam en klein als die ballon. In de drie decennia na het ballonnenwedstrijdfiasco heb ik van verschillende dingen afscheid moeten nemen en heb ik een nieuwe gepatenteerde methode ontwikkeld: die van het juist zo laat mogelijk loslaten. Er waren lieve mensen die stierven, mijn fijne eenpersoonsbovenwoning waaraan ik zo verknocht was verruilde ik voor een keurig en praktisch gezinsvriendelijk rijtjeshuis. Er waren wilde levensfases die wat mij betreft nog jaren hadden mogen duren, maar die niet geschikt bleken voor mensen van boven de dertig omdat ik met de alcoholinname die bij die fases hoorde de veertig waarschijnlijk niet zou halen. En op al die dingen die een verstandig mens ooit moet proberen los te laten, pas ik mijn beproefde methode toe: ontkennen. Ik kan jarenlang ontkennen dat ik mensen nooit meer zal zien, of mezelf voorhouden dat het nooit te laat is om een compleet ander vak te kiezen en daarin uit te blinken. Met volle overtuiging zeg ik tegen mezelf dat ik, als ik maar zou willen, vanavond nog rokend en drinkend in een kroeg sta, klaar voor avonturen tot aan het ochtendgloren. Ergens weet ik wel dat dat niet kan, het nachtleven combineert nu eenmaal buitengewoon slecht met de zorg voor twee jonge kinderen, maar toch blijf ik geloven dat het wel kan. Zo slijt week na week, maand na maand, jaar na jaar het verlangen naar mensen, dingen, mogelijkheden en gewoontes die er niet meer zijn. Het restje verlangen dat uiteindelijk na al die jaren overblijft kan ik laten gaan, makkelijker dan de grote brok waarmee ik begon. Het nieuwe loslaten is de boel laten sudderen tot het verdampt is.


ESSAY

ERIK JAN HARMENS

AUTOBAHN

REISDAG 253


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

D

e Amerikaanse zanger Bonnie ‘Prince’ Billy schreef een liedje getiteld I See A Darkness, dat vooral bekend werd toen het werd gecoverd door Johnny Cash. Een prachtlied met een prachttitel. Ik heb zelf ervaren dat je het donker kunt zien. Dat was ruim acht jaar geleden, toen ik al had besloten dat ik zou stoppen met drinken. De daad hoefde nog niet bij het woord, ik had het me alleen nog maar voorgenomen. Voor ik vanuit Amsterdam-Noord naar de stad fietste, stopte ik een halve liter bier in elke jaszak. Die waren op toen ik twintig minuten later de pont nam naar het centrum. In café’s rond de Nieuwmarkt stelde ik me voor aan mensen die ik allang bleek te kennen. Ik wilde een meisje omhelzen, maar greep mis en viel in de armen van iemand die daar niet van gediend was. Van de fietstocht terug naar huis weet ik niets meer. Ik moet hebben geslapen terwijl ik fietste. Toen zag ik het donker. Een sprei van lood die over me heen werd getrokken en nauwelijks lucht doorliet. I see a darkness and did you know how much I love you is a hope that somehow you can save me from this darkness... Ik kon niet gered worden uit dat donker. Naar buiten toe deed ik alsof ik nog steeds in het licht leefde. Na die nacht rond de Nieuwmarkt stond ik vroeg op. Wankelend maar ik stond. Ik vertelde aan iedereen dat ik een heerlijke avond had gehad. Ik las sms’jes die ik die nacht had genegeerd (‘Je was ineens weg!’) en antwoordde iets luchtigs terug, maar onder die luchtigheid ging iets zwaars schuil. De drank had happen uit mijn geheugen genomen, ik had mensen gekwetst, trof blauwe plekken aan op mijn lichaam die ik niet kon thuisbrengen, met als resultaat dat ik mijn waardigheid verloor. Ik voelde me meer zombie dan sterveling. Eind jaren zeventig vertrok mijn vader en liet hij jarenlang niets meer van zich horen. Dat betekende niet dat hij niet meer met ons verbonden was. Ik zat op handbal en scande bij iedere wedstrijd de tribune waarop hij niet zat. Zo verwachtingsvol was ik, dat ik ’m eerst zag zitten, pas daarna ontwaarde ik dat het stoeltje leeg was. Zijn ontbreken was als de rimpels in de bank waarop de visite heeft gezeten: iemand is weg, maar nog niet echt. Na zijn vertrek omklemde mijn moeder mij, haar jongste zoon, en zei tegen me: ‘Jij blijft altijd bij mij’. Dat was geen bevel, maar een gegeven. Ik was negen en bewoog mijn hoofd van boven naar beneden. ‘Ik blijf altijd bij jou’, bevestigde ik, maar het woordje ‘altijd’ was beperkt houdbaar. Tien jaar later ging ik studeren en op kamers. Mijn moeder was ontroostbaar, maar na tien, twaalf, veertien bier vergat ik haar. REISDAG 254

#3 2021


SOORT ARTIKEL ESSAY

NAAM JAN ERIK ACHTERNAAM HARMENS

NAAM ACHETRNAAM AUTOBAHN

Toen mijn vader ons verliet, zei mijn moeder: ‘Het is beter zo’. Als vriendjes me naar mijn vader vroegen, antwoordde ik, als een muntje dat je in een jukebox gooit, ‘Het is beter zo’. Het werd mijn standaardreactie op alles. Als iemand me duwde of mijn knikkers afpakte. Toen ik een keer mijn boodschappentas te hard op de grond zette en een pot bruine bonen in stukken brak. Toen ik met mijn dronken hoofd op het dek van het IJveer in slaap was gevallen en werd wakker geschud door de kapitein. Toen ik na het stukgaan van mijn huwelijk maandenlang in een stacaravan woonde. Het is beter zo. Het is beter zo. Toen ik de sleutels van die stacaravan kreeg, was ik net gestopt met drinken. Dat kon de verhuurder niet weten; de schat had als welkomstcadeau vier flesjes Hertog Jan in de koelkast gelegd. Daar heb ik in die maanden veel naar zitten kijken. Steeds nam ik plaats voor de geopende koelkastdeur en bestudeerde de kroonkurken, de vochtdruppeltjes op de etiketten en het koolzuurgas in de pils. Steeds weer opnieuw moest ik zien wat ik had verloren, tot ik erachter kwam dat ik juist iets had gewonnen. Ik kon niet geloven dat ik aan de winnende hand was, aangezien ik alles kwijt was. Mijn huwelijk was kapot, ik had geen geld, geen geliefde en zag niemand. Ik maakte eindeloze eenzame wandelingen door het veld, keek vogels na waarvan ik de naam niet kende. ’s Nachts scharrelde een zwaan rond de stacaravan die klonk als een inbreker. Soms hield ik mijn handen wijd gespreid voor me, alsof ik me er elke keer weer van moest vergewissen hoe leeg ze waren. Hoe kun je victorie kraaien als je de bodem hebt bereikt? De reden waarom ik aan het winnen was, was dat ik niet dieper kon zakken. Mijn leven bevond zich al op het laagst mogelijke punt, het kon alleen maar zo blijven of beter worden. Als ik ’s avonds nog wat nadacht met een kopje goede nachtrust-thee aan mijn formicatafeltje, neuriede ik het jaren 80-liedje van Yazz: The only way is up! Baby! For you and me now! Een andere reden waarom ik won, was dat ik door niet te drinken eindelijk ergens voor had gekozen, in plaats van dat ik me dingen liet overkomen. Mijn vader was daar minder goed in. Hij had na zijn scheiding een poosje in een hotel langs het spoor gewoond en daar maximaal gebruikgemaakt van de minibar. Hij bouwde alsnog een leven op, maar kon het roken en drinken niet laten. Op zijn 62ste overleed hij en zowel uit wraakzucht als uit liefde besloot ik een nieuwe standaard neer te zetten. Niet alleen zou ik mijn kinderen niet verlaten, ik zou door gezonder REISDAG 255


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

te leven misschien ook wat ouder worden dan hij. Gebeurde dat laatste onverhoopt niet, dan had ik het in ieder geval geprobeerd. Nog een reden waarom ik in de stacaravan voelde dat ik won, was dat ik alles meemaakte. Ik stond midden in het leven. Al was dat leven nog niet erg plezierig. Ik was immers alles kwijt, maar dat besef dronk ik niet langer weg. Ik registreerde alles als door het oog van een camera. Ik bezat nog niets, maar er lag wel weer iets in het verschiet. Nog in die stacaravan dacht ik: ik moet dit opschrijven, notities maken. Maar ik schreef niets. Ik zat er nog teveel middenin. Het licht was nog te licht. Vijf jaar geleden zag ik een filmpje waar ik nog steeds af en toe op klik. Op de beelden uit februari 1912, staat de Oostenrijks-Franse kleermaker Franz Reichelt op de eerste etage van de Eiffeltoren. Hij doet mee aan een uitvindwedstrijd en draagt een raar fladderpak dat eenmaal uitgevouwen als parachute moet fungeren. Reichelt zet één voet op de reling en daarna nog een, waarna hij naar voren valt en als een blok beton ter aarde stort. Ik kijk heus niet al vijf jaar lang naar die doodsmak, dat zou luguber zijn en ook pervers. Wat mij fascineert is wat ervóór gebeurt, als Reichelt nog niet richting reling gaat. Op die eerste rondgang van de Eiffeltoren staat een tafel met daarop een stoel en hij staat óp die stoel. Er zijn twee mannen bij hem, eentje sjort voor de vorm een beetje aan Reichelts gear. Reichelt zet één voet op de reling, de andere nog niet en het gaat om die paar seconden. Het is koud die dag, als Reichelt lucht uitblaast zie je een wolkje. Net voor zijn sprong zie je de wolkjes frequenter, een teken dat de uitvinder kortademiger wordt. Er is die dag naar verluidt veel op hem ingepraat; waarom is Reichelt zelf proefkonijn voor zijn uitvinding? Waarom liet hij niet eerst een pop naar beneden gaan? Hij volhardde en stierf, maar op YouTube kan ik steeds weer terugspoelen. Dan staat hij weer gewoon met één voet op de reling, wolkjes waaieren uit zijn mond. Met één muisklik maak ik hem weer levend. REISDAG 256

#3 2021


SOORT ARTIKEL ESSAY

NAAM JAN ERIK ACHTERNAAM HARMENS

NAAM ACHETRNAAM AUTOBAHN

Toen ik de deur van de stacaravan met de vier flesjes bier in de koelkast achter me dicht kon trekken en eindelijk weer in een echt huis kon wonen, vond mijn moeder het nodig om eens in de zoveel tijd onaangekondigd langs te komen om de ramen te lappen. Ze was klein van stuk en mijn ramen zijn hoog. Om bij het bovenste deel te kunnen, bouwde ze een constructie van een salontafeltje met daar bovenop een kruk, vergelijkbaar met Franz Reichelt op de Eiffeltoren. Ze moest op haar tenen staan om bij de bovenkant te komen en steeds zag ik voor me hoe ze net als de kleermaker de diepte in zou storten. Maar dat gebeurde nooit. Misschien had ik door zo bang te zijn geweest, haar val bezworen: de vrees als remedie. Ik zou haar val niet terug kunnen spoelen; dit was geen YouTube-filmpje, dit was echt. Terwijl mijn moeder daar stond te wiebelen, zag ik niet alleen voor me hoe ze zou vallen, maar hoorde ik ook hoe haar nek zou breken als een tak. Zoals vrienden op Franz Reichelt inpraatten om toch verstandig te zijn, probeerde ik mijn moeder te overtuigen: ‘Mama, kom van die kruk af.’ Toen ze bleef weigeren, verbood ik haar nog langer de ramen te lappen. Ze belde nog wel aan, maar ik had de emmer en zeem op het balkon verstopt en het salontafeltje en de kruk in de berging gezet. Niet alleen bleef mijn moeder nu heel, ook hoefde ik niet meer voor me te zien hoe ze zou vallen zonder dat ik haar met één muisklik weer tot leven zou kunnen wekken. Mijn moeder reageerde teleurgesteld op mijn sanctie, ze pruilde als een kind. Ik moest denken aan Grizzly Man, een documentaire over Timothy Treadwell van de Duitse regisseur Werner Herzog. Treadwell was een amateur-dierenbeschermer die in 2003 samen met zijn vriendin in een nationaal park in Alaska werd opgegeten door een wilde beer. Maar liefst twaalf zomers had hij onbeschermd doorgebracht tussen de wilde dieren, maar de dertiende zomer ging het mis. De fatale aanval van de beer is vastgelegd op camera. Er is niets van te zien, want de dop zat op de lens, maar wel te horen. Werner Herzog kreeg de opnames in handen en koos ervoor om de kijker er geen deelgenoot van te maken. In plaats daarvan zien we beelden van de regisseur die met koptelefoon luistert naar de audio-opname. Op een gegeven moment zet hij de opname

REISDAG 257


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

geschokt weer af en hoewel je als kijker niets hebt gehoord, ben je net zo ontsteld. Come out here! I’m being killed out here! schijnen Treadwell’s laatste woorden te zijn geweest. Ik denk niet dat hij verzocht om een menselijke interventie, maar dat hij de andere beren om hulp riep. Red mij, ik word hier doodgebeten. Maar de beren hoorden hem niet, of ze hadden er schijt aan. Alles had hij voor de beren overgehad en hij had er niets voor teruggekregen, zoals mijn moeder mij smoorde met liefde, waarna ik als dank zei: ‘Mama, kom van die kruk af.’ Een van de bekendste liedjes van de Amerikaanse band The Byrds is Mr. Spaceman, begint met de regels: Woke up this morning with light in my eyes and then realized it was still dark outside Dat liedje van The Byrds gaat eigenlijk over iemand die drugs gebruikt, maar ik haal er iets anders uit. Namelijk hoe ik, toen ik het donker zag, óók het licht al zag. Ik wist waar ik heen wilde en ook waar ik uit wilde: een duister leven vol zelfdestructie. Alleen wist ik het nog maar pas en uit een soort baldadigheid ging ik ’m eerst nog een paar keer flink raken. Ik wilde het duister nog even heel goed bekijken voor ik echt op weg naar het licht ging. In het nieuwe huis waarin ik na de stacaravan ben gaan wonen, stond op een van de muren de tekst Don’t Worry, Be Happy. Het stond er echt. Het eerste wat ik deed toen ik de sleutels kreeg was die plakletters er met een plamuurmes afkrabben. Daarna verfde ik alle muren wit. Vervolgens kocht ik vier flesjes Westmalle, twee dubbels en twee tripels, en legde die in de koelkast. Toen ik voor de open koelkastdeur ging zitten kijken, proefde ik in gedachten weer het romige schuim en de zachtbittere afdronk. Inmiddels heeft mijn visite de vier flesjes opgedronken, maar ook nu nog, acht jaar na mijn laatste glas, kan ik de smaak ervan zo oproepen. En ook wat het mijn hersenen doet. Alles wordt weker. Het is een aantrekkelijke gedachte, om het daarboven weker te maken. Zachter, trager. Het trekt aan als een magneet en ik ben de spijker of paperclip die dapper weerstand biedt. Had ik al vermeld dat mijn moeder niet meer leeft? Dat ben ik vergeten, maar oké: ze overleed twee jaar geleden. Zolang ik niet zeg dat ze dood is, is ze levend. Dat is wat taal vermag. Als ik niet schrijf dat ze er niet meer is, is ze er nog. Ik mis haar en ik mis mijn vader en ik mis de drank. Ik ben er niet bang voor om dat te zeggen. Ik ben niet eu-

REISDAG 258

#3 2021


SOORT ARTIKEL ESSAY

NAAM JAN ERIK ACHTERNAAM HARMENS

NAAM ACHETRNAAM AUTOBAHN

forisch over mijn nuchtere bestaan, omdat het lang niet altijd makkelijk is. Leven zonder demping betekent dat alles keihard binnenkomt. En alles is wat veel voor één hoofd. Bovendien ben ik bang dat grote vreugde me minder scherp maakt, ik wil alert blijven. Bacchus is een tegenstander van formaat. Daarom blijf ik drank in huis halen en blijf ik naar de flesjes kijken. Als ik thuis geen drank had, zou ik bang zijn om naar buiten te gaan, naar daar waar de alcohol alomtegenwoordig is. Iedereen laaft zich, om het leven te kunnen dragen. Ik probeer het zonder te doen. Toen mijn vader vertrok, zei mijn moeder: ‘Het is beter zo’, maar dat was een stoplap: vier woorden om maar iets te zeggen. Het zou niet beter worden, en ook niet slechter. Mijn vader verdween uit beeld en later werd hij weer zichtbaar, maar op zijn 62ste verdween hij weer. Timothy Treadwell dacht dat hij in zijn eentje alle beren in Alaska kon redden: ‘I’m the only protection for these animals!’ riep hij kort voor zijn dood uit in een videodagboek. Mijn moeder verwachtte hetzelfde terug van mij als Treadwell van de beren: loyaliteit. Jij blijft altijd bij mij. Maar ik bleef niet. Sinds ik niet meer drink, kies ik voor leven. Ik zorg voor een lichaam, het mijne. Ik ben gaan sporten en ik ben bloeddonor geworden. Ik geef dus zelfs leven dóór. Steeds vaker voel ik vrede. Het is een vrede die mijn moeder nooit heeft gekend en mijn vader slechts deels. Het is een vrede die ik ze wel enorm had gegund, maar ik kan dat niet alsnog met een muisklik doen. Hun leven is voorbij, in tegenstelling tot het mijne. Ik leef onverdoofd en neem alles waar. Ik schrijf over mijn leven, maak er literatuur van. Ik schreef al dat ik in de stacaravan waarin ik woonde dacht: ik moet dit opschrijven en dat ik niets schreef, omdat het licht nog te licht was. Ik kon er nog niet van een afstandje naar kijken. Afstand is essentieel voor het schrijven van een goed verhaal. Men schrijft ook niet tijdens de oorlog, dat gebeurt erna. Ik was nog aan het strijden en nu is het gedaan. Het licht is voldoende gedimd, ik kan weer zien. Het is beter zo.

Erik Jan Harmens publiceerde vijf dichtbundels en vijf romans, waarvan het autobiografische Hallo muur over zijn alcoholverslaving de meeste bekendheid genereerde. Hij is columnist voor Het Parool en maakt podcasts over onbedwelmd leven, getiteld: Onverdoofd. Op dit moment werkt hij aan een boek over de plaats waar hij vandaan komt: De Grote Alphense Roman.

REISDAG 259


SEEDERDEBOER

REISREISADVIES / LOSLATEN

#3 2021

EEN CRISIS IS SOMS ZO SLECHT NOG NIET:ALLES KOMT IN BEWEGING, JE HEBT ELKAAR NODIG. IK KIJK MET BEWONDERING NAAR DE VEERKRACHT, CREATIVITEIT EN FLEXIBILITEIT VAN MENSEN. PATRICIA ESVELD Voorzitter Raad van Bestuur GGZ-organisatie Pro Persona REISDAG 260


DAAN PAANS

DAAN PAANS

m o r f U s r

ia top

Lette

BEELDVERHAAL

Voor zijn project ‘Letters from Utopia’ onderzoekt Daan Paans mensen die er alles aan doen om onsterfelijk te worden.

REISDAG REISDAG 261 261 105

IV


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

#3 2021

IV

V

102

REISDAG 262

120

Cryostat for tissue samples, with

In the early 1990s, Dr. Chein discovered that the telomere, found in the DNA, controls human aging and that telomerase, which controls the length of the telomere, is in turn controlled by bio-identical hormones (not designer hormones). Dr. Chein parlayed this discovery into Total Hormone Supplementation Therapy. He then collaborated on a study with Dr Cass Terry of the Medical College of Wisconsin, testing 1,000 human subjects by replacing and balancing the hormones in their bodies to optimal, youthful levels. The study showed that the method was safe, that human body systems and functions which deteriorate with age can be restored, and that biological age can be reversed. They also found that age-related conditions such as elevated cholesterol, increased body fat, and decreased energy, stamina, immunity, and sexual function, can all be eliminated. He subsequently renamed the treatment Telomerase Activating Therapy.

The extension of an individual’s life expectancy is not the only objective of the Life Extension Institute, the therapy is also intended to maintain the youthfulness of its clients. In this way the malleability of the human body is developed without artificial body parts or other substitutes being applied to the body.

[ Life Extension Institute website ]


DAAN PAANS

^-- De verlenging van de levensverwachting van een individu is niet de enige doelstelling van het Life Extension Institute, de therapie is ook bedoeld om de jeugdigheid van haar klanten te behouden. Op deze manier is de maakbaarheid van het menselijk lichaam ontwikkeld zonder kunstmatige lichaamsdelen of andere vervangingsmiddelen die op het lichaam worden aangebracht.

BEELDVERHAAL DAAN PAANS

121

V

REISDAG 263


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

#3 2021

91

REISDAG 264

IV


BEELDVERHAAL

DAAN PAANS

DAAN PAANS

--^ Dick ‘Sinds 2000 ben ik onder behandeling van het Life Extension Institute. Ik heb er veel artikelen over gelezen en het lijkt mij veilig. Sinds de behandelingen van Dr. Chein ben ik gestopt met drinken. Ik was een zware drinker en ging graag naar bars aan de New York Lower East Side. Later ging ik naar champagnefeesten hier in Palm Springs Ik maakte me nooit zoveel zorgen over mijn levensduur. Lichamelijk is het leven nu veel beter sinds ik patiënt ben. Mijn oog-hand coördinatie is verbeterd zodat ik weer kan tennissen. Ik hou van het leven, dus waarom zou ik het

Dick (1940) client of the Life Extension Institute.

niet de kans geven om het uit te breiden?’

133

REISDAG 265

V


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

#3 2021

es S. Jones, Wildbrook, Michigan, USA ]

ugh cryonics, at a certain time in the e, I expect to become immortal. I estimate umans can overcome mortality within o 200 years. I base this view on the The Singularity is Near by the futurist nventor Ray Kurzweil. In the book, 2045 ected to be the turning point at which ology and computer intelligence overtake n intelligence. This shall be a turning for society as we know it.

--> Cryonics institute, hoofdkamer. Een rij cryostats waarin tien mensen per cryostat zijn ingevroren.

ociety will have changed over 150 to years. I don’t see that as a threat. could perhaps be difficult is that humans, s time, might look very different. ology shall play a much larger role than s now. You should look at it this way, k: the form adapts itself to the function human body’s the same. We won’t use uscles anymore; robots will be doing e physical work. Our muscles will shrink, eads will get bigger, our eyes will become light sensitive and our fingers will be r and much more precise to be able erate machines. I imagine the ‘survivors’ our time will form a group, so as to le to be accepted in the society of --> Charles ture.”

Charles S. Jones (in his sixties), Wildbrook, Michigan, USA.

k that cryonics is a safe bet to take – dn’t take it if it weren’t.

95

IV

‘De samenleving zal over 150 tot 200 jaar zijn veranderd. Ik zie dat niet als een bedreiging. Wat misschien moeilijk zou kunnen zijn, is dat mensen er tegen die tijd misschien heel anders uitzien. Technologie zal een veel grotere rol spelen. Je moet het zo bekijken: de vorm past zich aan de functie aan - het menselijk lichaam is hetzelfde. We zullen onze spieren niet meer gebruiken; robots zullen al het fysieke werk doen. Onze spieren krimpen, ons hoofd wordt groter, onze ogen lichtgevoeliger en onze vingers langer en veel preciezer om machines te kunnen bedienen. Ik stel me voor dat de ‘overlevenden’ uit onze tijd een groep zullen vor-

80

men, om geaccepteerd te worden in de samenleving van de toekomst.’

REISDAG 266


BEELDVERHAAL

DAAN PAANS

DAAN PAANS

81

IV

REISDAG 267


^-- Aantekeningen uit het persoonlijk archief van futurist Esfandiary; notes; “Does it finally matter figF.M. 9. Esfandiary ‘Maakt het uiteindelijk uit of uw lichaamsdelen zijn gemaakt vanyour eiwitten whether body parts are made of proteins en vetten of van plastic en aluminium?’ and fats or of plastics and aluminium?”

SEEDERDEBOER

REISDAG 268

REIS / LOSLATEN #3 2021

63

III


GEDICHT SEEDERDEBOER

REISDAG 269

MARION REIS WOODMAN / LOSLATEN

UNSPLASH

#3 2021

REISDAG 269


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

#3 2021

Een bos bloemen, een vrolijk welkomstwoord: aan de eerste werkdag van een nieuwe collega wordt vaak veel aandacht besteed. Hoe anders is dat soms bij iemand die vertrekt. Zonde. Want een halfslachtig afscheid is niet alleen pijnlijk voor de betreffende medewerker, het is schadelijk voor de bedrijfscultuur.

REISDAG 270


ACHTERGROND

MILOE VAN BEEK

UNSPLASH / AUTOBAHN

Het begint met een goed einde Z

elf je baan opzeggen en dan afscheid nemen, dat is niet altijd gemakkelijk. ‘Hoe kun je ons verlaten?’, is soms de reactie. Consultant Esther Diederen vond in 2009, na vier jaar SeederDeBoer, een baan bij een olie- en gasmaatschappij in Schotland. ‘Er was verontwaardiging en boosheid. Ik was een van de eerste medewerkers die vertrok en had niet aangegeven dat ik om me heen aan het kijken was.’ Voor Diederen was die reactie een contrast met het warme welkom dat ze bij SeederDeBoer had ervaren, en dat ervoor had gezorgd dat ze zich meteen thuisvoelde bij het toen nog kleine consultancybureau. ‘Ik leerde veel, mocht mee naar afspraken. Wel voelde ik me soms een broekie vergeleken met de meer ervaren intellectuele powerhouses. Ik bleef bij klanten daarom veelal op de achtergrond. Wie ben ik nou helemaal, dacht ik, ik kom net kijken.’ Bij Diederen leefde de wens om een tijd naar het buitenland te gaan al langer, ze wilde bovendien meer uitvoerend werk gaan doen. Redenen waar in eerste instantie niet echt begripvol op werd gereageerd. ‘Al snapte ik later dat die reactie vooral werd ingegeven door teleurstelling over mijn vertrek.’ REISDAG 271


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

Vertrek als vlucht Als het offboarden niet zorgvuldig gebeurt, kan de vertrekkende collega vaak maar moeilijk wennen aan en integreren op een nieuwe werkplek, is de ervaring van SeederDeBoer-partner Justin Vosveld. Toen zijn mentor en manager Guido Kilsdonk in 2008 van Capgemini overstapte naar SeederDeBoer, ging hij mee. ‘Guido was een soort vaderfiguur. Ik was jong en onrustig, mijn relatie was verbroken, mijn vader was overleden. Het vertrek van Capgemini naar SeederDeBoer was een vlucht.’ Het bleek lastig om zich met zijn nieuwe werkgever te verbinden. ‘Ik had geen doel of ambitie, de relaties met collega’s bleven oppervlakkig.’ De partners waren in die tijd druk met het op de kaart zetten van het bureau, en zo zat Vosveld in zijn eerste zomer veel in zijn eentje op kantoor. ‘Ik zonderde me steeds meer af.’ Toen Capgemini belde of hij terug wilde komen en een goed aanbod deed, voelde dat vertrouwd. ‘Het was achteraf gezien de makkelijke keuze.’ Zijn vertrek leidde tot onbegrip en teleurstelling, wat Vosveld snapte. ‘Maar terugkijkend denk ik ook dat het laten landen van mij in de organisatie iets meer aandacht had mogen krijgen.’ Geef er woorden aan Merel Poulisse, managing consultant bij SeederDeBoer, ziet dat haar werkgever vooral goed is in, zoals zij dat noemt, ‘de voorwaartse doe-energie’. ‘Jonge medewerkers komen terecht in een warm bad, ze worden meteen onderdeel van een familie, er is veel betrokkenheid. Een al dan niet gedwongen afscheid wordt daarentegen nog wel eens weggemoffeld. Dat voelt als falen, de familie heeft iemand er niet bij kunnen houden. Daardoor wordt er soms te weinig over gesproken, alsof het dan niet bestaat.’ Poulisse leerde in haar eerdere functies, onder meer voor de Gemeente Rotterdam, hoe belangrijk het is om stil te staan bij een vertrekkende collega. ‘Terugkijken, reflecteren op wat je hebt gedaan en geleerd, bezinnen en de pijn ervaren die afscheid nemen met zich mee kan brengen. Het zijn belangrijke rituelen om iets af te kunnen sluiten. Sla je dat over en gaat iemand via de achterdeur weg, dan wikkel je het niet goed af. Dat kan tot gevolg hebben dat binnen een organisatie verwarring ontstaat, of verhalen over die persoon de ronde blijven doen.’ Ze pleit daarom voor een duidelijk afscheidsmoment, bijvoorbeeld in de vorm van een lunch of borrel waarbij woorden worden gegeven aan iemands vertrek. ‘Dat maakt het expliciet.’ Meer aandacht voor afscheid is ook goed voor de bedrijfscultuur, meent ze. ‘Consultants werken veelal in tijdelijk verband. Als die projecten duidelijk worden afgerond, met een evaluatie of eindgesprek, helpt dat bij de start van een volgende klus.’ Ook REISDAG 272

#3 2021


ACHTERGROND

MILOE VAN BEEK

UNSPLASH / AUTOBAHN

Jakob van Wielink, mede-oprichter van De School voor Transitie, benadrukt het belang van stilstaan bij het afscheid, vrijwillig of niet. Hij werkt als transitiecoach en begeleidt directies, teams en organisaties bij het ontwikkelen van leiderschap. ‘Om goed afscheid te nemen moet je eerst verbinding kunnen maken’, zegt hij. ‘Afscheid nemen is altijd een emotioneel proces. Daar willen we vaak niet aan omdat je dan de pijn onder ogen moet zien. Ons brein haat pijn en doet er alles aan om dat te vermijden. Vertrek triggert vaak een diepe angst om er niet meer bij te horen of er niet meer toe doen.’ Veiligheid creëren Leidinggevenden horen echter een secure base te zijn voor medewerkers. Dat betekent dat ze verantwoordelijkheid moeten nemen en veiligheid dienen te creëren. Het zijn de belangrijkste voorwaarden voor groei. Van Wielink: ‘Als je bijvoorbeeld pijn veroorzaakt door een reorganisatie, hoor je dit verlies in de ogen te kijken en het bespreekbaar te maken met de medewerkers – zowel degenen die vertrekken als de medewerkers die achterblijven. Als we onvoldoende rouwen om onze geleden verliezen, kunnen we bevriezen en ons vervolgens moeilijk opnieuw verbinden met anderen. Met elkaar die rauwheid van de rouw verkennen, bevordert de veerkracht van zowel medewerkers als de organisatie.’ Het vraagt lef om van iemand afscheid te nemen en dat persoonlijk te doen, niet via de telefoon of online. Of het uit te besteden aan de hrafdeling. ‘Tegenover iemand gaan zitten en hem of haar aankijken is het grootste respect dat je iemand kunt tonen. Ook al is dat moeilijk. Wie niet gezien wil worden als de leider die moeilijke gesprekken uit de weg gaat, zal dat simpelweg moeten leren.’ Een afscheid wegmoffelen is dus geen goed idee. Dat heeft niet alleen een negatief effect op de vertrekkende medewerker, maar ook voor de organisatie is het niet goed. ‘Als je op een goede manier afscheid neemt van medewerkers, worden zij ware ambassadeurs van je organisatie. Dat gaat echt niet over de vertrekpremie, maar over hoe er met jou als mens is omgegaan.’ REISDAG 273


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

#3 2021

‘Het vraagt lef om van iemand afscheid te nemen en dat persoonlijk te doen, niet via de telefoon of e-mail’

Afscheid nemen betekent niet dat je niet meer terug kan komen. In 2013 keerde Justin Vosveld weer terug naar SeederDeBoer. Na zes jaar werken bij andere consultancybureaus, concludeerde hij tijdens een camperreis door Nieuw-Zeeland dat hij het lege bestaan waarin hij steeds maar doorrende, zat was. ‘Ik wilde aan de slag met persoonlijke ontwikkeling. En dan het liefst bij een betekenisvolle organisatie waar het niet alleen draaide om marges en omzet.’ Inmiddels kan hij zeggen dat hij meer zichzelf is en dat ook durft te laten zien. ‘De kasteelmuren bij Seeder De Boer zijn dunner geworden. Dat zorgt voor diepgaandere relaties met collega’s.’ Vosveld stimuleert jonge trainees om vooral te doen waar ze energie van krijgen, ook als dat buiten de organisatie is. ‘Er is veel aandacht voor het welkom heten van jonge medewerkers, maar wie met meer ervaring binnenkomt, krijgt al snel vrijheid. Dat zouden we beter mogen balanceren door er sturing aan te geven.’ Vosveld denkt dat het goed is om, zoals hij dat deed, om je heen te kijken en te werken in verschillende omgevingen. ‘Maak daarna een bewuste keuze en sluit die periode goed af, zodat je ergens anders een fijne start kunt maken.’ REISDAG 274


ACHTERGROND

MILOE VAN BEEK

UNSPLASH / AUTOBAHN

‘Als projecten duidelijk worden afgerond, met een evaluatie of eindgesprek, helpt dat bij een volgende klus’


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

#3 2021

‘We voegen leven toe aan de dagen’ Wie ongeneeslijk ziek is en niet thuis kan of wil sterven, kiest er soms voor om zijn laatste weken door te brengen in een hospice. In De Bilt is zo’n plek waar mensen het leven in alle rust kunnen loslaten. REISDAG 276


SOORT ARTIKEL REPORTAGE

NAAM ACHTERNAAM MILOE VAN BEEK

NAAM ACHETRNAAM NYNKE THIEN

<-- Rick van der Linde

REISDAG 277


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

#3 2021

‘Kroepoek en jenever wilde hij nog. Hij heeft er uren aan geknabbeld’ ‘Patiënten kunnen hier elke avond samen eten. We zorgen dat de tafel mooi is gedekt en steken de kaarsen aan.’ Verpleegkundig specialist Cathelijne Verboeket wijst naar de lange houten tafel in de sfeervolle huiskamer van Academisch Hospice Demeter. De comfortabele banken, de piano, de boeken en spelletjes: ze geven de kamer het thuisgevoel dat het hospice graag wil zijn. ‘Het is hier geen stervenshuis’, zegt Verboeket beslist. ‘Daarom vieren we bijvoorbeeld ook alle feesten, versieren we de ruimtes met Kerstmis en Pasen, en is er gebak op Koningsdag. We voegen leven toe aan de dagen in plaats van dagen aan het leven.’ Behalve ’s avonds samen dineren, kunnen de patiënten in de huiskamer ook elke ochtend om half elf samen koffiedrinken. Daarvoor hebben ze een op maat gemaakt ontbijt op hun kamer gekregen. In de grote, landelijke keuken van het hospice is altijd wel een van de tientallen vrijwilligers aan het koken. Want wie in zijn of haar laatste levensfase zit, kan vaak niet meer veel eten, maar heeft meestal wel duidelijke wensen. Een spekpannenkoek bijvoorbeeld. ‘We maken dan vaak een hele kleine portie, en serveren dat op een klein bordje zodat het er niet verloren uitziet’, legt Verboeket uit. Ze vertelt over een patiënt die alleen nog maar een paar sterke smaken proefde. ‘Hij wilde heel graag kroepoek en jenever. Dus hebben we hem een klein borrelglaasje jenever en een kroepoekje op een bordje geserveerd. Hij heeft er uren aan geknabbeld.’ REISDAG 278

Groen geeft troost Hospice Demeter is gevestigd in een oude boerderij in De Bilt en biedt ruimte aan maximaal zeven patiënten. Ze hebben een gemiddelde levensverwachting van maximaal drie maanden. Veel terminaal zieken vinden het moeilijk om naar een hospice te gaan, een opname voelt als het begin van het einde. Maar áls ze er eenmaal zijn, zien de medewerkers dat ze zich overgeven en tot rust komen. ‘Als je wordt behandeld tegen een ziekte, heb je ergens nog controle’, zegt directeur en huisarts Toosje Valkenburg. ‘Hier komen ze tot het besef: ik kan er niets meer aan veranderen, het is wat het is, ik moet terug naar mezelf.’


REPORTAGE

MILOE VAN BEEK

NYNKE THIENS



REPORTAGE

MILOE VAN BEEK

NYNKE THIEN

REISDAG 281


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

#3 2021

‘Het is hier geen stervenshuis, daarom vieren we alle feestdagen’

Het hospice wordt omringd door een grote tuin, het contact met de natuur is een belangrijke reden voor patienten om hun laatste levensweken in dit hospice door te willen brengen. De vijf kamers beneden grenzen aan het groen, de twee boven kijken kijken erop uit. ‘De natuur staat voor het leven, wie in Demeter komt te liggen, wordt steeds meer toeschouwer van dat leven. Ervaren dat het doorgaat, ook als zij er niet meer zijn, geeft troost. De cadans van de natuur, de seizoenen: het helpt om sterven klein en tastbaar te maken’, zegt Valkenburg. De glazen tuinkamer is een van de meest geliefde plekken van het hospice. Veel patiënten brengen er uren door, alleen of met familie. ‘Een vrouw die vanuit het verpleeghuis bij ons kwam, zat er elke dag urenlang. Ze was zo blij dat ze de lucht weer kon zien’, vertelt geestelijk verzorger Koosje Vos. Bij Demeter hebben ze daarom speciale rolstoelen waarmee ze ook verzwakte patienten comfortabel naar buiten kunnen brengen. Wie wil kan zelfs buiten sterven, zoals onlangs een patiënt die dat graag wilde bij het geluid van de vogels. Omdat het stortregende, stond Valkenburg naast haar, REISDAG 282

in een geïmproviseerd tentje. ‘Ze ging alleen nog niet dood, dus op een gegeven moment moesten wij zeggen dat we heel graag aan haar laatste wens tegemoet wilden komen, maar niet elke dag buiten in een tentje konden wachten.’ Valkenburg moet er terugkijkend om lachen. ‘Soms hoor ik mezelf dingen zeggen die op dat moment normaal zijn maar als ik het navertel, best absurd. Dat maakt dit werk zo bijzonder.’ De meeste laatste wensen van patiënten zijn eenvoudig: nog een keer eten met familie in de tuinkamer, met de kleinkinderen een rondje wandelen door het park, badderen in het verrijdbare bubbelbad. Soms nemen de begeleiders zelf initiatief om iets te organiseren. Zoals voor de patiënt zonder naasten die zo snel mogelijk wilde sterven. Geestelijk verzorger Koosje Vos besloot een speciaal ritueel in de tuinkamer te houden. Ze versierde de ruimte samen met vrijwilligers met bloemen en kaarsen, trok haar toga aan, schonk een glaasje wijn in en vertelde een mooi verhaal. ‘Het was spannend of hij het zou waarderen, maar het pakte goed uit. Zo hopen we een kroontje te zetten op een wat schraal leven.’


REPORTAGE

MILOE VAN BEEK

NYNKE THIEN

REISDAG 283


SEEDERDEBOER

REISDAG 284

REIS / LOSLATEN

#3 2021


REPORTAGE

MILOE VAN BEEK

NYNKE THIEN

‘Wij laten u niet in de steek’, zeg ik altijd. Dat vertellen, helpt al’

Oog voor detail Om het leven los te kunnen laten, is rust belangrijk. Dat wordt bijvoorbeeld gecreëerd door uit te zoeken wie iemand was voor hij of zij ziek werd. ‘Dat gaat niet om vorm, buitenkant of status’, zegt verpleegkundige Cathelijne Verboeket. ‘Alle maskers vallen af, er blijft over wat echt is. Alles waar in het dagelijks leven niet veel over wordt gepraat, kan niet meer ontkend worden. In de eerste fase, na de opname in het hospice, maken patiënten zich vaak nog veel zorgen. ‘Hoe zal het met me gaan?’ is de vraag die Toosje Valkenburg vaak krijgt. ‘Soms zijn mensen bang dat ze de weg naar het sterven toe alleen moeten afleggen, soms zijn ze onzeker omdat ze niet weten waar ze aan zullen sterven. “Wij laten u niet in de steek”, zeg ik altijd. We kunnen ze niet vertellen hoe het precies gaat omdat het een individueel proces is, maar hebben het wel bij talloze mensen gezien. Dat vertellen, helpt al.’ Patiënten houden in een dagboek hun pijnklachten bij, dit wordt besproken in het wekelijkse overleg tussen geestelijk verzorger, verpleegkundige en arts. De verpleegkundigen hebben behalve medische kennis ook oog voor details en geluiden. ‘Niet iedereen zegt iets over pijn, maar we zien veel aan hoe iemand ineens het laken vastgrijpt, een grimas maakt of steeds korter van stof is’, vertelt Verboeket.

Wie gaat sterven, keert in zichzelf. ‘Als iemands blik leeg wordt, is dat een teken dat hij of zij zich kleiner maakt, een eigen weg gaat’, zegt Verboeket. Naast goed kijken en luisteren, moeten medewerkers van een hospice ook oordelen los kunnen laten. Directeur Valkenburg leerde dit tijdens een stage in Schotland. ‘Ik ontmoette daar een jonge vrouw met baarmoederhalskanker. “Doe niet of je het begrijpt”, zei ze. “Je weet niet wat er met je gebeurt als je zo ziek wordt.” Nog steeds leert ze dit van patiënten, zoals laatst iemand met een tumor in zijn schildklier die in haar ogen erg benauwd was. ‘Ik wilde daar als dokter graag wat aan doen, ik wilde het oplossen. Maar hij had er zelf niet zo’n last van. Dan realiseer ik me dat de vraag “Wat heeft u van mij nodig” de belangrijkste is.’ Ze vertelt ook regelmatig aan de naasten van de gasten in het hospice dat het soms lijkt of een stervende pijn heeft, maar hij of zij het heel anders kan ervaren. Dat helpt haar als jonge mensen afscheid moeten nemen van hun kinderen. ‘Het lijkt ondoenlijk, maar ik weet dat zij er vrede mee kunnen hebben. Als je lijf zo ziek is, geef je je op een gegeven moment over. In die zin heeft ziekte en teloorgang een functie, het helpt in het proces van loslaten en afscheid nemen.’

REISDAG 285


SEEDERDEBOER

REIS / LOSLATEN

#3 2021

Voer het gesprek Wie boos is over zijn ziekte of zichzelf verwijten maakt, kan moeilijker loslaten. Koosje Vos probeert concreet te krijgen wat iemand dwars zit. ‘Als een patiënt zichzelf verwijt dat het leven ze is ontglipt, probeer ik dat te duiden. Wat is je concreet ontglipt en kun je daar liefdevoller naar kijken? Je kunt het verleden niet ongedaan maken, maar wel je blik erop. Zo probeer ik mensen uit het verhaal te halen dat ze zichzelf hebben verteld, zodat ze deze gevoelens los kunnen laten.’ De geestelijk verzorger moedigt mensen aan om met elkaar het gesprek te voeren, bijvoorbeeld over hun werelden die gaan scheiden, over dingen die hen nog dwars zitten, boosheid die er nog is. Soms zet ze iemands woorden op papier, bijvoorbeeld als er echt problemen zijn in de familiesfeer. ‘De naasten moeten na het overlijden verder en als er iets tastbaars overblijft, kan dat helpen en troosten.’ Goed afscheid nemen is sowieso een belangrijke waarde in Demeter. Directeur Valkenburg zal daarom altijd het gesprek aangaan met mensen die binnenkomen met een euthanasieverklaring. ‘Zelfbeschikkingsrecht is een groot goed, maar het is heftig en zwaar om te beslissen dat je leven mag stoppen en daar de weg naar een natuurlijke dood mee af te sluiten.’ Als de stervensfase eenmaal is gemarkeerd, betekent dit dat het overlijden binnen 72 uur wordt verwacht. Door middel van sedatie, waarbij slaapmiddelen en pijnstilling worden toegediend wisselen slapen en waken elkaar af. ‘Dan zie je een natuurlijke cadans van sterven. We doen dit zo lang het contact nog iets toevoegt. REISDAG 286

Zelfs als iemand al best ver in slaap is, kunnen er nog waardevolle momenten zijn’, vertelt Valkenburg. Zo geeft Koosje Vos bijvoorbeeld in zo’n slaap-waakfase vaak nog een ziekenzegen. ‘Ik benoem waar we dankbaar voor zijn, de handen die ons gekoesterd hebben, die voor ons gekookt hebben, ons liefde hebben gegeven. Ik vraag of kinderen of naasten ook iets fijns willen benoemen. Als ze dat doen, zie je ook bij een diep slapende patiënt soms ineens een glimlach. Iedereen blijft gevoelig voor liefdevolle dingen.’

Stichting Academisch Hospice Demeter Demeter is een van de 174 hospices die Nederland telt. Wie ongeneeslijk ziek is, kan hier tot aan de dood worden verzorgd. In sommige hospices is 24 uur per dag medische zorg aanwezig, in andere spelen vrijwilligers en thuiszorgmedewerkers een belangrijke rol. Overal draait het om zo goed mogelijke palliatieve zorg door pijnverlichting en psychische of spirituele hulp. Bij Demeter draait het om de ‘gouden’ waarden: respectvol, deskundig, vernieuwend en huiselijk. Samen met het Kennis- en expertisecentrum Palliatieve Zorg Utrecht van het UMC Utrecht wordt actief gewerkt aan onderzoek en kennisontwikkeling rondom kwaliteit van leven, sterven en rouwen.


REPORTAGE

MILOE VAN BEEK

NYNKE THIEN

REISDAG 287


MEDEWERKERS

REIS / LOSLATEN

#3 2021

Losmakers Erik Jan Harmens (1970) publiceerde dichtbundels en romans. Hij schreef het essay over het loslaten van zijn alcoholverslaving. ‘Ik vind loslaten net zoiets als vasthouden. Het werkt alleen als je het blijft doen. Stoppen met drinken is elke dag opnieuw niet meer drinken. Dat is in het begin onvoorstelbaar, maar inmiddels leef ik al acht jaar onverdoofd. Het gaat om zijn wie je werkelijk bent. Ieder mens is bang dat die persoon niet goed genoeg is. Daarom doen we ons anders voor dan we zijn. We leven dubbellevens: een buitenleven en een leven aan de binnenkant. Ik onderzoek wat het betekent om dat dubbelleven te halveren.’ Lex Boon (1983) is freelancejournalist voor onder andere Het Parool. Hij schreef het essay over Facebook. In 2019 debuteerde hij met zijn nonfictieboek Ananas. ‘Het leven schijnt een stuk makkelijker te zijn als je dingen kan loslaten. Ik kan dat alleen slecht. Het voordeel is dat het mijn werk soms ten goede komt. Als journalist loont het om iets níet los te laten. Nieuwsgierigheid, vastberadenheid en obsessies kunnen de mooiste verhalen opleveren. Gelukkig zijn er deadlines. En staat een verhaal op papier, dan lucht het op. Voor even is het klaar. Voor heel even, want later denk je altijd: hoe zou het nu gaan?’ Malou van Breevoort (1974) fotografeerde de geïnterviewden in de serie ‘Meesters in loslaten’. ‘Loslaten is iets waar ik mijn hele leven moeite mee had. Ik ben een control freak die alles tot in detail plant en praktisch niets aan het toeval overlaat. Na een flinke burn-out heb ik min of meer geleerd de touwtjes wat losser te laten en meer te vertrouwen op mijn intuïtie en het universum. Daardoor ben ik ook losser gaan fotograferen. Dingen komen vrijwel altijd goed, je moet er alleen wél in geloven. Ik heb nu creatieve vrijheid die mij tot een betere beeldmaker maakt.’ Eva Schuurmans (1979) is freelance bladenmaker, ze werkt ook voor tv. Voor dit nummer deed ze de eindredactie. ‘Om te zeggen dat ik een hoarder ben, gaat wat ver. Maar aan elke werkafspraak knoop ik een bezoek aan een kringloopwinkel. Ik kan altijd wel iets verzinnen wat ik nodig heb. Niks mis mee, mits je heel groot woont of Marie Kondo-achtige kwaliteiten hebt. Helaas wringt het op beide punten. Door een verbouwing moest ik vorig jaar dozen van zolder doorspitten. Speelgoed, brieven, babykleertjes van mijn zoon: het duurde úren voor ik had beslist wat er weg mocht. Het melancholische gevoel hield even aan, maar daarna ontdekte ik een paar lege hoekjes waar toch écht weer iets leuks moet staan.’

REISDAG 288


Colofon Colofon Hoofdredactie Dominique Haijtema / Jurgen Schut Eindredactie Paulien de Jong / Eva Schuurmans Ontwerp & art direction Autobahn •

Tekst Miloe Van Beek / Lex Boon Dominique Haijtema / Erik Jan Harmens Igor Odriozola / Katinka Polderman Sanne Vorstermans – Van Rumpt •

Fotografie Malou van Breevoort / Daan Paans Anoek Steketee / Nynke Thien Unsplash / Duco de Vries Hans de Wit Illustraties Tsjisse Talsma / Autobahn •

Lithografie Djeeks ‒ Jan Harmen Lieftinck Drukwerk CEP ‒ Maarten de Graaf

SeederDeBoer De Ruijterkade 125 1011 AC AMSTERDAM +31 (0)20 854 6556 seederdeboer.nl •

Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd, opgeslagen en of openbaar gemaakt worden, hetzij elektronisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder overleg met SeederDeBoer.

REISDAG 289


SEEDERDEBOER

REIS / CONFRONTATIE

#4 2022

Volgend nummer: De Confrontatie

REISDAG 290

REISDAG 290


<-- Levi van Veluw Cloud 2014 (detail) Charcoal on paper 50x40cm Courtesy of Galerie Ron Mandos

REISDAG 299



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.