Het Nieuwe Werck Veerssteiger / Blauwpoortsplein / Buiten Walevest / Binnen Walevest (Noordzijde)

Page 1

HET NIEUWE WERCK

DEEL I

VEERSTEIGER / BLAUWPOORTSPLEIN

BUITEN WALEVEST / BINNEN WALEVEST (NOORDZIJDE)

2
Plattegrond van Dordrecht door Ludovico Guicciardini naar Braun en Hogenberg ca. 1572 met het nog onbebouwde Nieuwe Werck aan de rivierzijde begrensd met een stadsmuur STADSZEGEL MET DE TOLTOREN
3 Inhoud Inleiding ..................................................................................................................................... 5 Het ontstaan van het Nieuwe Werck .......................................................................................... 6 Een nieuw woongebied ............................................................................................................ 11 De Veersteiger 12 Veersteiger 1-5 ......................................................................................................................... 14 De Buiten Walevest .................................................................................................................. 20 Buiten Walevest 2 21 Buiten Walevest 3 .................................................................................................................... 22 Buiten Walevest 4 27 180 jaar houtloodsen op de Walevesten 35 Buiten Walevest 5-6 ................................................................................................................. 38 Buiten Walevest 7-8 44 Buiten Walevest 9 .................................................................................................................... 46 Buiten Walevest 10 .................................................................................................................. 49 Buiten Walevest 11 52 Buiten Walevest 12 .................................................................................................................. 55 Buiten Walevest 13 60 Buiten Walevest 15 64 Buiten Walevest 16 (oostzijde) ................................................................................................ 68 Buiten Walevest 16 (westzijde) 70 Buiten Walevest 74 t/m 121 ..................................................................................................... 73 De Benthienkazerne ................................................................................................................. 79 Het verdwenen herenhuis naast de Blauwpoort 88 Buiten Walevest 122-123 ......................................................................................................... 95 Buiten Walevest 124-125 en 126 98 Buiten Walevest 127 102 Buiten Walevest 128 .............................................................................................................. 106 Buiten Walevest 129-130 109 Buiten Walevest 131-132 ....................................................................................................... 114 Het Blauwpoortsplein ............................................................................................................. 117 Blauwpoortsplein 1-4 118 Blauwpoortsplein 5-14 ........................................................................................................... 120 Hotel Blauwpoort 127 Blauwpoortsplein 15-16 131
4 Binnen Walevest .................................................................................................................... 137 Binnen Walevest 1-23 ............................................................................................................ 138 Binnen Walevest 25-99 141 Binnen Walevest 115 ............................................................................................................. 144 Binnen Walevest 117 145 Binnen Walevest 157-165 146 Binnen Walevest 167 t/m 185 ................................................................................................ 148 Binnen Walevest 167 150 Binnen Walevest 169 151 Binnen Walevest 171 ............................................................................................................. 152 Binnen Walevest 173 153 Binnen Walevest 175 ............................................................................................................. 154 Binnen Walevest 177 ............................................................................................................. 155 Binnen Walevest 185 159 Binnen Walevest 275 ............................................................................................................. 160 Register 165

Inleiding

In het jaar 2000 zijn Angenetha Balm en Jan Willem Boezeman gestart met systematisch historisch huizenonderzoek in het Dordts havengebied en in het bijzonder naar het gedeelte dat vanaf de laatste decennia van de zestiende eeuw ‘Het Nieuwe Werck’ wordt genoemd. Het bevat de kade van de Nieuwe Haven, de Hoge Nieuwstraat, de Binnen- en Buiten Walevest, de Veersteiger, het Vlak en het Blauwpoortsplein.

Het was de eerste grootschalige stadsuitbreiding buiten de middeleeuwse stadsmuren, die vanwege de enorme toevloed aan geloofsvluchtelingen uit de zuidelijke Nederlanden van belang was want er waren veel huizen nodig. Omdat de stad bij het graven van de Nieuwe Haven een in de rivier liggende zandplaat had opgehoogd, kwam dit aangewonnen land voor woningbouw beschikbaar. De eerste huizen verrezen er in de jaren tachtig van de zestiende eeuw en tegelijkertijd werd er een brugverbinding naar het centrum gemaakt.

Eigenlijk is de situatie vergelijkbaar met de ontwikkeling van het recent ontwikkelde stadsdeel genaamd ‘De Stadswerven’, wat een op de rivier gewonnen schiereiland is en eveneens op steenworp afstand van het oude centrum ligt. Ook hier biedt een nieuwe brug de bewoners een korte route naar het centrum. En ook tegenwoordig is er vanwege de komst van vluchtelingen sprake van een groot tekort aan woningen, alhoewel het niet aannemelijk lijkt dat deze op de Stadswerven gevestigd gaan worden Dat zegt iets over de sociale status van de geloofsvluchtelingen uit de tijd van de Reformatie en die van tegenwoordig.

Werkgroep ‘Het Nieuwe Werck’, zoals Balm en Boezeman zich noemden, verzamelde uit het stadsarchief alle denkbare historische gegevens over de ongeveer 150 panden en hun eigenaren die in het onderzoeksgebied staan. Of dat een oud huis is of een recent gebouwd appartementencomplex maakte daarbij niet uit, want waar sprake was van ‘nieuwbouw’ is er zonder uitzondering ‘oudbouw’ voor afgebroken en voor de werkgroep is ook die bouwhistorische en eigenarengeschiedenis van belang. Van een flink aantal huizen verschenen onderzoeksverslagen in boekvorm en er werd gepubliceerd in hun digitaal tijdschrift ‘Achter de Blauwpoort’, de voorloper van het cultuurhistorisch E-zine Dordrecht Monumenteel. Van het merendeel van de onderzochte huizen zijn de gegevens echter niet gepubliceerd en aangezien de onderzoekers er niet jonger op worden vinden zij het tijd om hier alsnog toe over te gaan. Om pragmatische reden is besloten om hiertoe een drietal boeken samen te stellen, waarin ieder huis op het Nieuwe Werck met beperkte informatie de revue passeert

Voor u ligt het eerste deel, dat informatie bevat over de bebouwing en eigenaren van panden aan de Veersteiger, Buiten Walevest, de noordzijde van de Binnen Walevest (de oneven huisnummers) en het Blauwpoortsplein. Deel II zal gaan over de zuidzijde van de Binnen Walevest, de noordzijde van de Hoge Nieuwstraat en het Vlak. Deel III behandelt de huizen op de kade van de Nieuwe Haven en de zuidzijde van de Hoge Nieuwstraat.

Angenetha Balm-Kok

Jan Willem Boezeman

5

Het

ontstaan van het Nieuwe Werck

Tot 1409 was dit deel van de stad niets meer of minder dan een zandplaat die in de Merwede (nu de Oude Maas) lag. De noordzijde van de oude stad werd begrensd door een stadsmuur die tussen de Varkenmarkt en de Knolhaven stond. In dat jaar werd de Nieuwe Haven gegraven en met het daaruit afkomstig zand en slib werd de in de rivier liggende zandplaat verhoogd. Het duurde een kleine 140 jaar voordat de opgehoogde zandplaat zodanig was ingeklonken dat het stadsbestuur plannen kon maken om hier een nieuwe stadswijk van te maken. In die tijd waren er in het gebied wat kleine scheepsreparatiewerfjes en waren er lijndraaiers actief.

Bouw van de stadsmuur

Rond 1544 begon men op het tegenwoordige Blauwpoortsplein met de bouw van een bolwerk, een stadspoort en een vestingmuur. Die muur eindigde bij een ander bolwerk op de locatie van de in de negentiende eeuw gebouwde sociëteit De Harmonie, het grote wit gepleisterde pand dat nog steeds parallel aan de Veersteiger staat en nu de wooneenheden Binnen Walevest 25-99 herbergt

Op de stadskaart van Van Deventer van 1558 komt de stadsmuur in haar geheel voor, inclusief de Blauwpoort en de twee bolwerken. Omdat de bouw van de verdedigingswerken rond 1544 is gestart zou hieruit kunnen worden afgeleid dat de bouwperiode, inclusief de bouw van de Blauwpoort, ten hoogste veertien jaar heeft geduurd.

Er is maar één kaart bewaard gebleven van het Nieuwe Werck, waarop door de stadsbouwmeester opgemeten kavels te zien zijn en de Blauwpoort te zien is. De kaart dateert uit 1586.

Voor het historisch huizenonderzoek was dit een uiterst belangrijke vondst, want aan de hand van de bij de kavels aangegeven maten was precies na te gaan wat de oorspronkelijke perceelbreedten op het Nieuwe Werck zijn geweest. Hiermee werd het mogelijk om latere samenvoegingen van huizen te kunnen terugvoeren naar de oorspronkelijk uitgegeven kavels. De maatvoering op de oude kaart is in roeden, voeten en duimen, die vrij eenvoudig naar de tegenwoordige maten te herleiden is.

6
Fragment stadskaart Van Deventer 1558 Gebouw ‘De Harmonie’

Perceelkaart met stratenplan uit 1586.

Onderzoek toont aan dat de vroegere loop van de stadsmuur op dit gedeelte van het Nieuwe Werck exact klopt met deze tekening. In het bouwdossier uit 1911 van de Engelenburgerbrug wordt door aannemer Schotel melding gemaakt over restanten van de muur, precies op de locatie zoals op de foto op de volgende pagina wordt aangegeven. De foto is gemaakt tijdens de renovatie van de brug in 2020-2021, waarbij er op grote diepte enorme hoeveelheden puin zijn aangetroffen, die de renovatie ernstig heeft vertraagd. Naar alle waarschijnlijkheid was dit het puin van de afgebroken verdedigingswerken. Bij de bouw van de woon-winkelpanden aan het Blauwpoortplein (met de blauwe dakpannen) werd in 1933 in de bouwput van dat complex eveneens een deel van de stadsmuur aangetroffen, op een locatie die overeenkomt met de loop van de muur op de kaart uit 1586.

Bij de bouw van de Benthienkazerne trof men al in 1881 op de Binnen Walevest restanten van de stadsmuur aan. De muurrestanten zaten zo diep, dat uitgraven geen optie was. Naast de muur werden grondboringen gedaan om er zeker van te zijn dat het onderheien voor een boogconstructie, waarop men de gevel van de kazerne wilde bouwen, haalbaar was.

7

En zo vervolgt het restant van de stadsmuur zich heden ten dage nog steeds diep onder het maaiveld richting Veersteiger, waar ze in het hoekhuis Veersteiger 6 zelfs nog zichtbaar is in de kelder van dat pand. Een enkel huis aan de noordzijde van de Binnen Walevest heeft last van zettingscheuren, omdat men bij de bouw een restant van de stadsmuur als fundering heeft gebruikt. Dit heeft men bij de bouw van de Benthienkazerne in 1882 weten te voorkomen met de hiervoor genoemde onderheide boogconstructie.

De gele stippellijn geeft weer hoe de stadsmuur volgens de kaart uit 1586 heeft gelopen, wat op een drietal punten is bevestigd bij bouwactiviteiten. (1882 Benthienkazerne, 1910 Engelenburgerbrug en 1933 de panden aan het Blauwpoortsplein)

Het stratenplan

De tegenwoordige Lange IJzerenbrugstraat werd in de zeventiende eeuw het ‘Herenstraatje’ genoemd omdat er in de Hoge Nieuwstraat lieden van gegoede komaf woonden, zoals bijvoorbeeld pensionaris Jacob Cats. Daar tussenin woonden ambachtslieden, zoals ijzersmeden en een mastenmaker. Ook kunstschilder Nicolaes Maes kwam er wonen, nadat hij als leerling bij Rembrandt zijn start als kunstschilder in Dordrecht maakte.

De Hoge Nieuwstraat ligt hoger dan de kade van de Nieuwe Haven omdat er ooit een aarden verdedigingswal heeft gelegen. In 1595 stonden er 25 woonhuizen in de Hoge Nieuwstraat en 17 aan de Nieuwe Haven, waaronder enkele grote herbergen. Aan de kade woonden veel beurtschippers die hun schip voor de deur hadden liggen. De Venlostraat is genoemd naar de herberg Venlo, die daar op de hoek met de kade stond. Later zou dat het Lamstraatje gaan heten, genoemd naar de op de Hoge Nieuwstraat gevestigde brouwerij ‘Het Lam.’

8

Van bouwkavels tot stadswijk

De allereerste huizen op het Nieuwe Werck verrezen in de Cruysstraete, zoals de Lange IJzerenbrugstraat in de jaren ’80 van de zestiende eeuw werd genoemd. Die straat liep van de Nieuwe Haven tot aan de stadsmuur op de Walevest en ‘kruiste’ de Hoge Nieuwstraat dat later het ‘herenstraatje’ werd genoemd Vervolgens bouwde men vanaf deze kruising verder, allereerst naar het westen richting Engelenburgerbrug en vervolgens naar het oosten richting het tegenwoordige Vlak.

Door de vele geloofsvluchtelingen die zich hier vestigden groeide het Nieuwe Werck snel. In 1604 werden de bewoners aangeslagen voor het haardstedegeld, een belastingheffing op het aantal aanwezige vuurplaatsen in hun huizen. Er stonden toen 76 huizen, waaruit volgt dat er in negen jaar tijd 34 bij zijn gebouwd, wat voor die tijd een stevig aantal was Bij een verponding in 1619 worden er 107 bewoners aangeslagen wat weer een groei met 31 huizen laat zien. In 1685 werden de bewoners aangeslagen voor lantaarngeld.

De straatverlichting moet dagelijks handmatig worden aangestoken en daar moest door de bewoners voor worden betaald. Er was toen sprake van ongeveer 150 huizen, waarmee het gebied volledig vol was gebouwd Al met al heeft het ongeveer zestig jaar geduurd om Het Nieuwe Werck van een opgehoogde zandplaat tot een nieuwe woonwijk te transformeren

9

Fragment van de kaart van Jan Willemsz. Blaeu uit 1645. Het Nieuwe Werck ten zuiden van de stadsmuur is volgebouwd. De enige ruimte die er beschikbaar is zien we aan de rivier, ten noorden van de stadsmuur Nadat de stadsmuur is afgebroken (ca. 1699) zou dit gebied de ‘Nieuwe Uytlegginge’ genoemd gaan worden en worden verkaveld.

Het leger bouwde daar het Generaliteitsmagazijn, dat er nog steeds staat, nu bekend als appartementencomplex ‘De Pontonnierskazerne’. Hiernaast waren het vooral houthandelaren die zich hier met hun pakhuizen zouden vestigen. In 1882 bouwde men voor de Pontonniers de Benthienkazerne, die de te klein geworden oude kazerne verving en inmiddels is vervangen door Residence Walevest, een grootschalig appartementencomplex. De houtloodsen van Vriesendorp maakten uiteindelijk plaats voor woonhuizen De ‘Nieuwe Uytlegginge’ kreeg uiteindelijk de naam Buiten Walevest en veranderde stapje voor stapje in een nieuw woongebied.

10

Een nieuw woongebied

Na het afbreken van de stadsmuur heeft het nog twaalf jaar geduurd voordat de stad het beschikbaar gekomen land aan de rivier in percelen opdeelde en aan belangstellenden aanbood Waarom dit zo lang heeft geduurd is niet duidelijk Waarschijnlijk moest het worden opgehoogd, waartoe het puin van de afgebroken stadsmuur haar diensten zal hebben bewezen. Waarschijnlijk is dat puin gebruikt bij de ingang van de Nieuwe Haven, waar de kade werd verbreed en een nieuw veerhoofd naar Zwijndrecht is gemaakt.

Gerekend vanaf het voormalige bolwerk aan de Veersteiger werden er ongeveer 35 erven uitgegeven met een perceelbreedte was 7 tot 7,5 meter en een diepte van 35 tot 40 meter.

De percelen liepen door vanaf de noordzijde van de Binnen Walevest (daar waar de stadsmuur had gestaan) tot aan de Buiten Walevest.

Op deze kaart de situatie in 1832. Enkele percelen hebben hier nog de oorspronkelijke breedte. Zie als voorbeeld de gele pijl bij het eerste perceel, hoek Buiten Walevest-Veersteiger dat hier al grotendeels is bebouwd met een fors koetshuis. De gele stippellijn geeft aan waar de stadsmuur heeft gestaan en waar gedeeltelijk nog funderingsresten aanwezig moeten zijn. Al bij de eerste uitgifte kochten sommige partijen meerdere percelen naast elkaar. Zo kregen de kooplieden Roeland Kuijter en Gijsbert de Lengh voor hun houthandel samen acht percelen in bezit. Daar staan tegenwoordig de huizen Buiten Walevest 5 t/m 13 en Binnen Walevest 157 t/m 185. De Staat kocht vier percelen naast elkaar, waarop het Generaliteitsmagazijn werd gebouwd. Nu is dit het appartementencomplex Buiten Walevest 15 en 15 a t/m g.

Zowel van de recent gebouwde als van oudere panden beschrijven we per pand de bouw- en eigenarengeschiedenis. We werken van oost naar west en beginnen bij de Veersteiger, waarna we via de Buiten Walevest naar het Blauwpoortsplein gaan. Vervolgens gaan we vanaf de Wolwevershaven over de Binnen Walevest weer richting Blauwpoortsplein.

11

De Veersteiger

De Veersteiger dankt haar naam aan het veer naar de Oostkeetshaven in Zwijndrecht, dat als hulpveer diende voor het reguliere Zwijndrechtse veer bij de ingang van de Nieuwe Haven. In de zeventiende eeuw maakten de veerboten al gebruik van een steiger bij de Blauwpoort, die tot in de twintigste eeuw in gebruik zou blijven.

In 1630 werden er reep- of kabelponten in gebruik genomen, die met touwen naar de overkant werden getrokken. Het touw liep op rollen langs de zijkant van de pont, waarmee ze uit het water werd getild. De veerman liep dan met een haak van voor naar achter en trok de pont aan het touw voort. Als er schepen moesten passeren, dan liet hij het touw vieren zodat het naar de bodem kon zinken, waarna hij het weer omhoogtrok.

Na de komst van de auto nam de drukte op het veer enorm toe. Het verkeer tussen Zuid- en Noord-Nederland liep dan ook geregeld in een door het Dordtse centrum slingerende file vast. Met de opening van de verkeersbrug in 1939 kwam daar een eind aan, maar dat betekende tegelijk dat de middenstand, hotels en pensions rond het Blauwpoortsplein hun klandizie grotendeels kwijt raakten. Een voorbeeld is bakkerij van Herk, nu gevestigd aan de Riouwstraat, maar feitelijk een non-stop voortzetting van een bakkerij die al in 1708 aan het Blauwpoortsplein was gevestigd. Het is daarmee het oudst nog bestaande bedrijf van Dordrecht.

Ongeveer op de locatie van de voormalige sociëteit De Harmonie woonde ene Bernard van Santen in een kolossaal huis, waarvan de bovenverdieping op deze tekening te zien is. Het grote huis links is het nog bestaande pand Vlak 2, dat vanwege de beeltenis boven de daklijst Vader Tijd wordt genoemd. Van Santen was een zeer vermogend koopman; agent van de koning van Pruisen en schout-baljuw van Hooge en Lage Zwaluwe.

Toen de langs zijn huis lopende stadsmuur werd afgebroken kreeg het pand naast de zijtuin een stuk braakliggende grond. Van Santen was bang dat de stad die grond zou verkavelen en dat er naast zijn tuin door anderen gebouwd zou gaan worden. Op 25 augustus 1712 richtte hij daarom een brief aan de stadsbestuurders, waarin hij verzocht om hem een perceel ter breedte van 24 voet ter beschikking te stellen om dat als extra tuin in gebruik te nemen. De Veersteiger als straat bestond nog niet, langs zijn huis liep een slop naar de rivier, dat vermoedelijk toegankelijk was via een deur in de voormalige stadsmuur.

Request van heer Bernard van Santen.

Verthoont reverentelijck Bernard van Santen, coopman. Dat hij suppliant genegen is aen de zuijtwest-sijde van sijn huijs staende ende gelegen aende nieuwe plantagie binnen dese stadt de houte zijde van sijn voorsegd huijs wegh te nemen ent selve met een steene muijr met cosijne

12

en Engelse glasen te betimmeren, ‘twelck een ciraat aen de stadt sal sijn. Dogh dewijle den verthoonder bedught is dat U edel Groot Achtbaren het erff naast sijn verthoonders huijs gelegen soude uijtgeven omme betimmert te werden, waer door sijn nieuw te maecken werck t‘eenemael soude werden geruineert. Redene waeromme den verthoonder was te raade gewerden sich bij desen te addresseren tot U edel Groot Achtbaren met vorige reverentie versoeckende, dat welgemelte U edel Groot Achtbaren hem verthoonder het erff neven sijn huijs gelegen ter breete van 24 voeten en ter lenghte soo als alle de erven aldaer gelegen door U edel Groot Achtbaren bij doen affteeckenengelieve te vergunnen, omme ‘t selve bij den verthoonder te werden omheijnt en tot een thuijn geapproprieert. Sijnde den verthoonder te vreden, in cas de andere erven naast aen gelegen bij U edel Groot Achtbaren werden uijtgegeven en betimmert hij verthoonder alsdan het gemelte erff van vooren gelijcxs sijn huijs oock naer ordre te betimmeren. t welck doende. 1

Van Santen kreeg wat hij vroeg en werd daarmee een van de eersten die beschikking over een perceel nieuwe stadsgrond kreeg.

Apostille op de requeste van Bernard van Santen. Vergunnen ende accordeeren bij desen het erff gelegen op de Walevest naast aen des suppliants huijs ter breete van 24 voeten ende ter lengte van 143 voeten stadtsmate, streckende tot aen de rivier, omme hetselve erff tot sijn gebruijck te mogen approprieeren, mits dat den suppliant gehouden sal sijn te betale jaerlijcxs de somme van 15 £ ten behoeve deser stadt ende kaij te onderhoude ten sijnen lasten ten keure van haer edel Groot Achtbaren. Onder expresse conditie indien haer edel Groot Achtbaren Heren borgemeesteren het voornoemde erff ten dienste deser stadt, hetsij tot een stadtspoort ofte tot eenige ander gebruijck soude van nooden hebben, dat den suppliant in soodanig geval ‘t voorsegd erff gehouden sal sijn aen dese stadt te cederen sonder eenige de minste vergoedinge van dien opstalt ofte gemaeckte oncosten te connen pretenderen. Actum 25 augustus 1712.

13
1
RAD 3.847.54v

Veersteiger 1-5

We maken een sprong in de tijd van bijna 130 jaar, naar 1840. Zeilmaker Jan Wouter van Herwaarden koopt dan een perceel dat dan als volgt wordt beschreven:

Een uitmuntend hecht, sterk, ruim en wel onderhouden koetshuis en stalling voor vijf paarden met steenen kribben en hangende schotten, groote hooi- en stroozolder, haver en koetsierskamertjes, verder voorzien van ruime tuigenkast, haverkist, zandhok, grondpomp en verdere gemakken, met achterplaats en gemetselde mestput staande en gelegen aan de Binnen Walevest op den hoek van het slop bij ‘de Harmonie’ en strekkende tot aan de Buiten Walevest, met een steenen muur omringd 2

Hiermee is duidelijk dat het gaat om een perceel dat loopt van de Binnen Walevest tot aan de Buiten Walevest, dus het besloeg het de gehele westzijde van de Veersteiger. Het hier beschreven koetshuis stond op de locatie van het tegenwoordige huis Veersteiger 5. Rond 1860 zou het koetshuis worden vervangen door het huis dat er nu staat. Tegelijk kocht Van Herwaarden de twee daarnaast liggende percelen aan de westzijde, die op dat moment in gebruik waren als een tuin met daarop een tuinhuis. In die tijd waren tuinen in de overvolle binnenstad schaars, dus was het een geliefd bezit. Meestal vertoefde men in tuinen buiten de stadsmuren aan de zuidzijde van de stad, zoals rond de Zandweg (Singel), de Vrieseweg en het gebied ten zuiden van het Kromhout.

Direct na de aankoop van deze drie percelen vraagt Van Herwaarden op 23 april 1840 een bouwvergunning aan voor een zeilmakerij en een woonhuis:

Jan Wouter van Herwaarden, zeilmaker is voornemens een woonhuis en zeilmakerij te doen bouwen aan de Walevest naast het slop bij de Harmonie en gaande naar de deur der stalling uitkomend in dat slop, welke deuren thans naar binnen openslaan, aanvrager wil ze naar buiten open laten slaan; vraagt fiat voor het plaatsen van blinden voor de ramen en om een stoep te leggen met twee vleugeltjes. 3

14
2 RAD 569 inv. 44 3 RAD 218.42
Veersteiger 1-2 Veersteiger 3-4 Veersteiger 5

Links de kadastrale kaart uit 1832 (het gaat om perceel 42 en 43). In het midden de situatie in 1841, nadat Van Herwaarden het huis Buiten Walevest 2 en de zeilmakerij op de locatie van Veersteiger 1-4 had gebouwd. Geheel rechts de situatie in 1861, nadat de oude panden zijn vervangen door de gevelrij zoals we die nu kennen, ontworpen door architect Van Brederode De zeilmakerij kwam op de locatie van de tegenwoordige panden Veersteiger 1 t/m 4 en het in 1840 gebouwde woonhuis is het nog steeds bestaande pand Buiten Walevest 2, het kantoor van Lugten Malschaert Architecten. In 1859 werden zowel het koetshuis als hun zeilmakerij door Van Herwaarden vervangen door de panden, zoals die er tegenwoordig nog steeds staan.

De familie van Herwaarden verhuurde een gedeelte van de nieuw gebouwde panden als woonruimte en, nadat men de zeilmakerij had gestaakt, werd ook hun bedrijfsruimte verhuurd.

Uit deze advertentie in de Dordtechtsche Courant van 15 mei 1893 blijkt dat er een timmerwinkel in het pand was gevestigd. Op enig moment heeft de timmerwinkel plaatsgemaakt voor andere bedrijfsactiviteiten. In het Dordrechtsch Nieuwsblad van 15 maart 1898 wordt verslag gedaan over hetgeen zich toen in het pand heeft afgespeeld:

Zaterdag j.l. brachten wij door den heer Kriebel daartoe in de gelegenheid gesteld een bezoek aan zijn pand aan de Veersteiger alhier. Hetgeen wij hier te zien kregen overtrof verre onze verwachting. In het groote pakhuis beneden vindt men eene volledige collectie werktuigen voor landbouw-, zuivelbereiding, enz. melktransportbussen, melkemmers etc. etc. te veel om hier op te noemen. Uit dit pakhuis kwamen wij in het bactologisch laboratorium, dat speciaal, zoo als de naam aanduidt, is ingericht voor scheikundig onderzoek van melk, boter en hetgeen daarmede in verband staat, en verder voor alle andere wetenschappelijke onderzoekingen van voedingsmiddelen, grondsoorten enz. Een aardige aanblik was vooral een inrichting tot mechanisch roeren, schudden en dergelijke bezigheden bij een onderzoek of het maken van praeparaten noodig, gedreven door een heete-luchtmotor. Een afzonderlijke tafel was geheel ingericht tot het distilleeren. Op de meest practische wijze was voorzien in den aanvoer van gas voor verwarming der kolven en den toe- en afvoer van koelwater.

15

Hierna begaven wij ons naar de eerste etage, waar verschillende zuivelbereidingswerktuigen opgesteld staan, alle van de nieuwste constructie. Vooral werd onze aandacht getrokken door een stoomcentrifuge, stoomboterkneder, pasteuriseerapparaat, voorwarmers, in ’t kort , de complete inrichting voor eene stoomzuivelfabriek.

Na dit lokaal bezochten wij een vierde, op de 3e etage gelegen, en wel het lokaal waar de verschillende instrumenten aanwezig zijn, die op Gymnasia, Hoogere burgerscholen en Landbouwscholen en cursussen voor het onderwijs worden gebruikt. Hiervan eene beschrijving te geven is, wegens de groote verscheidenheid, eene onmogelijkheid. Wij kunnen alleen zeggen dat het verre boven de voorstelling is die wij ons van gemaakt hadden en raden iedereen, die er belang in stelt, aan den heer Kriebel een catalogus aan te vragen waar alles op voorkomt.

Het laatste lokaal op dezelfde etage is wel het interessantste. Hier zagen wij naast een voorraad leermiddelen als op het vorige, eene collectie preparaten op spiritus van alle mogelijke in- en uitheemsche dieren, stillevens uit het insectenleven etc. en last not least eene complete inrichting tot het verkrijgen van de in den laatsten tijd zooveel besproken en beschreven Xstralen ontdekt door professor Röntgen.

Om alles tot in de bijzonderheden op te sommen zou ons bericht te lang maken en geven wij daarom slechts eene eenvoudige beschrijving van hetgeen wij zagen; het nut en de noodzakelijkheid van eene inrichting als deze, waar de meest uiteenloopende zaken, betrekking hebbende op landbouw, zuivelbereiding, veeartsenijkunde en onderwijs te verkrijgen zijn, zal door ieder wel worden ingezien en eindigen wij onze mededeeling met den wensch dat er een ruim gebruik van zal worden gemaakt.

Op 28 december 1900 gaat het mis want er breekt brand uit. De Dordtechtse Courant meldt hierover het volgende:

Gisterenavond te ruim half 11 brak een zware binnenbrand uit in de magazijnen der Maatschappij van kunstmeststoffen, landbouwwerktuigen enz. Nederland, aan den Veersteiger alhier. Vermoedelijk is in een der aan het scheikundig lab grenzende vertrekken, waar flesschen met benzine, ether, salpeter en meer dergelijke stoffen bewaard werden en daarom nooit met vuur gekomen werd, een dier flesschen gesprongen en de inhoud door zelfontbranding in vlam geraakt. Een der buren althans beweert twee ontploffingen te hebben gehoord.

Het onheil werd echter eerst ontdekt, toen de gesloten deur van dat vertrek vernield was. De vensterruiten sprongen en een dikke rook naar buiten drong. In het vertrek waar de brand blijkbaar ontstaan is, stonden ook eenige ledige lijnkoekkisten opgestapeld, zoodat het vuur daar ruimschoots voedsel vond. Weldra was de

16

zoldering doorgebrand en deelden de vlammen zich mede aan de keuken der woning van den direkteur, den heer Kriebel, die sinds een paar dagen met zijn gezin uit de stad was, en vervolgens aan het dar boven gelegen magazijn van kunstmeststoffen, waar het vuur weder voedsel vond in allerlei houtwerk, ledige flesschenhulzen enz. Gelukkig bleven een aantal daar staande flesschen met scheikundige preparaten op alkohol gespaard, anders was er zeker aan geen blusschen te denken geweest.

Zware chemische dampen en rook drongen echter door het gansche gebouw en bedekten daar alles met een laag vettig bruin en zwart. Opmerkelijk echter is, dat die dampen niet in de woning van den heer Kriebel doordrongen; blijkbaar heeft een dik wolen tochtgordijn ze tegengehouden.

Tegen 11 uur was de politie met haar slangenwagen ter hulp gesneld en spoedig daarna kwamen ook de spuiten van den betrokken en aangrenzenden kring, maar eerst toen ook de drijvende stoomspuit van het Papendrechtsche veer was aangekomen, kon er genoeg water in de vuurzee worden geworpen om die te blusschen. Eene afdeeling van het korps pontonniers was daarbij ijverig behulpzaam. Omstreeks half 2 was men het vuur meester, maar nog geruimen tijd moest er voortdurend water worden geworpen in het telkens weer opvlammende puin.

De inhoud der magazijnen is voor een groot deel beschadigd, terwijl ook het aangrenzende woonhuis aan de Buiten Walevest, welks bewoners eveneens uit de stad zijn, veel waterschade is aangericht. De gebouwen hebben weinig geleden Alles was verzekerd.

Er werd onderzoek naar het ontstaan van de brand gedaan. Dit resulteerde op 3 april 1901 in het volgende rapport.

Het pand is van steen opgetrokken met pannen gedicht genummerd 1. Het staat aan den Veersteiger te Dordrecht en wordt gedeeltelijk voor woonhuis en gedeeltelijk voor pakhuis gebruikt. Het benedengedeelte is ingericht voor pakhuis van pakhooi, manden en cisten en voor werkplaats, terwijl nog een gedeelte als kantoor gebruikt wordt. De eerste verdieping is gedeeltelijk ingericht voor wooning en pakkamers en de tweede verdieping voor bergplaats van machinerieën. Eigenaar: Elisabeth de Groot, weduwe van Jan Wouter van Herwaarden, wonende te Rotterdam. Huurder: Karel Johannes Kriebel en Melis Prins. waarde huisraad ƒ 5500, en goederen ƒ 30.800,

De brand ontstond ten ongeveer 10 ½ uur in den avond en werd door voorbijgangers ontdekt, die dadelijk aan de politie kennis gaven, die daarop met een slangenwagen verscheen en geholpen door eenige burgers met de blussing een aanvang maakte. De brand heeft gewoed in werkplaats, pakhuis en aan de achterzijde van het pand tot in de bergplaatsen in de woning op de eerste en tweede verdieping. Binnen korten tijd waren een vijftal spuiten, waaronder die der pontonniers aanwezig, benevens een stoombootje van den havendienst en was de brand die aanvankelijk een ernstig aanzien had ten ca. 1 uur onder de knie. nadat ook nog gebruik was gemaakt van eenige brandslangen op de waterleiding. De bewoners waren niet in het pand aanwezig toen de brand uitbrak. Met uitzondering van eenige personen, die zich bij het inslaan

17

van ruiten niet ernstig aan de handen bezeerden, kwamen geen persoonlijke ongelukken voor. Autoriteiten waren aanwezig. De orde werd door de politie gehandhaafd en niet verstoord. 4

Voor de familie Van Herwaarden was het na 60 jaar genoeg. Ze verkochten Veersteiger 1 t/m 4, samen met het woonhuis van de weduwe Van Herwaarden, Buiten Walevest 2 Zoon Nicolaas Willem van Herwaarden bleef hierna nog tot 1911 op nummer 5 wonen. De nieuwe eigenaren Johann Arnold Mötter en Theodoor Johann Hasselo lieten de voormalige zeilmakerij ombouwen tot een koffiehuis. Aangezien Hasselo ook bierhuishouder was, zal hier niet alleen koffie zijn geschonken. Op deze tekening uit 1901 de situatie na de brand.

Vermeldenswaardig is dat in het pand voor de Marokaanse gastarbeiders de eerste moskee was die in Dordrecht werd gevestigd. Deze foto uit

1982 toont een medewerker van de Culturele Raad bij de Moskee. In 1972 ging de eerste Marokkaanse gastarbeider van Dordrecht, El Miloud Doubli, in de Hoge Nieuwstraat wonen in een huis dat op het fundament staat van het woonhuis van Jacob Cats. Zijn weduwe woonde er tot haar overlijden in 2022. 5

Eigenaren Veersteiger 1 t/m 5

1712 Bernard van Santen, koopman

1740 Johan Gevaert, burgemeester

1777 Hendrik Onderwater van Puttershoek,

1818 Johanna Onderwater, weduwe Abraham Pompe van Meerdervoort

1840 Jan Wouter van Herwaarden, zeilmaker

1858 erfgenamen Jan Wouter van Herwaarden

1867 Jan van Herwaarden, zeilmaker

4 RAD 6.1682.1 no 11

5 Zie de Canon van Dordrecht, venster ’t Huys in de Veilige Haven 1572-1972

18

Eigenaren Veersteiger 1 t/m 4

1901 Johann Arnold Mötter en Theodoor Johann Hasselo, agent van sleepboten

1917 Vereeniging Nederlandschen Militairen Bond

1943 Hendrik van Pelt, koopman

1944 Willem Lodders, landbouwer

1946 Vereeniging Nederlandsche Militaire Bond

1950 Diaconie der Hervormde Gemeente te Dordrecht

1959 Simon de Jong

1975 Stichting Opvang en begeleiding van Buitenlandse werknemers (Veersteiger 1, 2 en 3)

1975 Andrea Vaudo, straatmaker (Veersteiger 4)

Eigenaren Veersteiger 5

1867 Nicolaas Willem van Herwaarden, kassier

1911 Theodoor Johann Hasselo, agent van sleepboten

1914 Jacobus Hendrik Camman, zeilmaker

1940 Gerardus Johannes de Bruin, zeilmaker

1959 Elisabeth Janneke Pietronella de Bruin

1977 Leo Dirk de Haan, architect

1983 S. Duits B.V.

1988 Jacob Jan Goudsblom, hoofd personeelszaken,

2001 Gert Pieter Loomeijer

19

De Buiten Walevest

De Buiten Walevest is een bewoonde kade die direct aan de rivier de Oude Maas ligt. De westzijde van deze kade loopt langs de monding van de Nieuwe Haven richting Blauwpoortsplein. De kade wordt gebruik door de binnenvaart en in het toeristenseizoen meren er vrijwel dagelijks passagiersschepen af, die bijdragen aan een levendige historische binnenstad. De via het water aangevoerde dagrecreanten worden daar door stadsgidsen afgehaald; wandelen op eigen gelegenheid de stad in of stappen op een met het schip meegevoerde fiets richting Biesbosch of Kinderdijk.

Wonen aan de Buiten Walevest is alleen al vanwege het prachtige uitzicht op de rivier voor de bewoners een voorrecht. Er is altijd wat te zien en soms komen er de meest bijzondere schepen en transporten voorbij, die de bewoners dan snel naar een verrekijker of fototoestel laten grijpen. In decembermaand verzamelen schippersfamilies zich er met hun binnenvaartschepen, die dan rijen dik aan elkaar liggen zodat de familieleden na een jaar hard weken met elkaar de feestdagen kunnen doorbrengen in aanwezigheid van hun schoolgaande kinderen, die tijdens het schooljaar in de schippersinternaten wonen.

Zo heel lang is de Buiten Walevest nog geen woongebied. Tegenwoordig telt de straat inclusief de nieuwe appartementen ruim honderd woningen, in 1850 waren dat er slechts vijf en aan het eind van de achttiende eeuw stond er maar één woonhuis aan de kade. Pas vanaf het einde van de negentiende eeuw werd de straat door kleinschalige bouwprojecten geleidelijk aan tot een woonomgeving getransformeerd. Sinds de Benthienkazerne plaatsmaakte voor het appartementencomplex Residence Waleveste en het voormalige Generaliteitsmagazijn een woonfunctie kreeg is er sprake van een redelijk omvangrijke woonomgeving

20
Luchtfoto ca. 1930- 1935.

Buiten Walevest 2

Dit huis in 1840 gebouwd in opdracht van zeilmaker Jan Wouter van Herwaarden, die zijn zeilmakerij en stal om de hoek aan de Veersteiger had. Het perceel liep oorspronkelijk door tot aan de Binnen Walevest. De zeilmakersfamilie Van Herwaarden heeft hier decennialang gewoond en gewerkt.

In 1901 bouwde Johann Arnold Mötter in de achtertuin van het huis, aan de zijde van de Binnen Walevest, twee huizen die hij zou gaan verhuren. Ze werden in 1912 en 1918 verkocht (zie verder onder Binnen Walevest 115 en 117). In 1918 is het pand Buiten Walevest 2 in gebruik genomen door Dordtse architecten, die er aanvankelijk woning en kantoor aan huis hadden

115 jaar later is het nog steeds een architectenbureau. Nu is dat nu Lugten Malschaert Architecten, die hun initialen op de gevellijst hebben geplaatst en daarmee menig stadsgids een plezier doet door de toeristen in zijn groep dit ‘Romeins jaartal’ te laten ontcijferen.

Eigenaren

1721 Balthazar Repelaer, lid van de oudraad

1742 Dirk van Eeten, kapitein van het stapel

1743 Obbe de Heer, schipper

1744 Petrus Hering, apotheker

1755 Herman Hering, apotheker

1816 Adriaan Kluit, apotheker

1840 Jan Wouter van Herwaarden, zeilmaker

1867 Jan van Herwaarden, zeilmaker

1890 erven Jan van Herwaarden

1901 Johann Arnold Mötter, agent van sleepboten

1918 Bernardus van Bilderbeek, architect

1955 Hendrika Brigitta van Meurs, doctor in de wis- en natuurkunde, weduwe

Bernardus van Bilderbeek

1956 Cornelis Casper Basters, architect

1974 erfgenamen Cornelis Casper Basters

1977 Hendrik Johannes Basters, architect en Willemijntje Basters

1982 Willemijntje Basters

1989 De Vries, Lugten, Malschaert Architecten B.V.

1992 Lugten Malschaert Architecten B.V.

21
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.