
7 minute read
Schrijverstoernooi 2022
SCHRIJVERS
Op 20 augustus 1672 werden de Dordtse helden Johan en Cornelis de Witt in den Haag gelyncht door het woedend gepeupel. Deze lieden waren opgehitst via een onophoudelijke stroom ‘pamfletten’ vol verzinsels, valse beschuldigingen en wat we nu ‘fake news’ zouden noemen. Die pamfletten werden geschreven door schrijvers die nu bekend staan als trollen, twitteraars en influencers.
Advertisement
Precies 350 jaar later op 20 augustus 2022 hadden 29 vaderlandse schrijvers hun jaarlijkse tennisuitje naar Dordrecht: het Siebe Huizinga Schrijvers Tennistoernooi op de banen van DLTC-Thialf. Geen wanklank gehoord. Of was het nog mooier geweest als ze postuum excuses hadden gemaakt voor wat hun vroege voorgangers destijds hadden aangericht? Geintje natuurlijk. De schrijvers waren als altijd welkom op ons park en zullen doorgaan tot ze erbij neervallen, zo kon je horen. Dat gezegd hebbend: het aantal geblesseerden neemt hand over hand toe. Zo viel al bij het inspelen de eerste zweepslag te noteren (Niek Waterbolk), ze zijn uiteraard allemaal ongetraind. De vaste gasten zeggen netjes tevoren af vanwege malheur aan hun achillespees (Jan Donkers), schoudergewricht (Mensje van Keulen) of hart (Jolijn Teevel: “ik zeg met pijn in het hart af”). Anderen hadden het na twee setjes wel gezien. Maar dat mocht de pret niet drukken.
Er werd ouderwets gestreden, gevloekt, gezucht en gerommeld voor de winst. Hoewel: welke winst eigenlijk? Organisator Tjerk van Duinen legde het tijdens de met drank overgoten nazit uit: “Sport is het meten van oneerlijkheid” (Tim Krabbé in De Veertiende Etappe, 2015), en daarom (?) zijn de winnaars niet degenen met de meeste punten of het product van een algoritme zoals bij ons Krukkentoernooi. Nee, bij dit toernooi wordt de kampioen ‘benoemd’. Uitvinder van dit ontransparante proces was natuurlijk onze eigen Siebe Huizinga die dit dik 25 jaar geleden op hilarische wijze in praktijk bracht. Zijn verre opvolgers Tjerk van Duinen en Yolanda de Rijke zijn de huidige bekonkelaars. Naar hun mening verdiende dit jaar Diederik Gerlach de trofee: een plastiek, voorstellend een boek met een tennisbal.
Alvorens we uitkomen bij de winnende dame, eerst een zijweggetje. Wie of wat is een schrijver. De Dikke van Dale: iemand die er zijn werk van maakt of de gave heeft boeken te schrijven. Dan vallen talrijke deelnemers van het SHSTT af. En waarschijnlijk daarom moet iedere (mannelijke, oei!) winnaar voor het volgende jaar een boekje schrijven: een cahier. Deze cahiers worden ieder jaar tentoongesteld op de grote boekentafel, ons afgedekte biljart, zie de bijgaande foto. Voor de goede orde: dichters zijn ook schrijvers. Om aan het SHSTT te mogen deelnemen zijn echter ook columnisten, journalisten en stukjesschrijvers welkom. Wij van Spoorslags zijn dus ook welkom, vandaar dit stukje, maar buiten mededinging.

Elk jaar een nieuw cahier: hier bijeen op de biljarttafel
De winnaars en de organisatoren: v.l.n.r. Diederik Gerlach, Tjerk van Duinen, Yolanda de Rijke en Belinda Noorland De DLTC-Thialficatie van het SHSTT
De winnende dame dus: onze eigen Belinda Noorland, die volgens Tjerk van Duinen een ‘foutloos parcours’ had gelopen, genoeg om tot kampioen ‘benoemd’ te worden. De schrijver van dit stukje moest echter tegenover Belinda zelf erkennen dat hij niet wist welk boek Belinda had geschreven. Foei!? Als Ajax-supporter had hij toch moeten weten dat zij in 2007 het kinderboek “Cruyffie” had geschreven. Geen nood, het was een goede aanleiding Belinda te vragen volgend jaar tot de Redactie van Spoorslags toe te treden. Ze doet het: u gaat in de toekomst meer van haar schrijftalent merken.
Ook traditie is de gastcolumn die een van de deelnemers desgevraagd voor ons blad zal schrijven. Deze keer viel de keus op Paul Roos wiens bijdrage u hiernaast treft. Paul is de zoveelste loot van de Propria Cures-stam, net als bij voorbeeld Guus Luiters, de patriarch van het Schrijverstoernooi. Paul vertelde dat Propria Cures ook een tennistoernooi voor oud-redacteuren heeft, maar dat is lang zo leuk niet als ‘ons’ toernooi dus hij had al meerdere oud-PC-ers meegenomen.
Zo zien we naast de DLTC-Thialficatie van het SHSTT - vorig jaar won Marieke van Leeuwen, en ook voorzitter Sybe de Lint werd toen tot schrijver verheven - ook een Propria Curificatie van ons bijzondere toernooi. Toch een prestatie van dit 132 jaar oude, ooit dwarse, vuurrode, in rechtse studentenkringen beruchte studentenblaadje dat tegen alle heilige huisje aanschopte. Wie had dat ooit gedacht!

Sam Wytema
TOERNOOI 2022

Wie is/was Tjerk van Duinen ook weer?
Al enkele jaren is Tjerk van Duinen de ceremoniemeester van het Siebe Huizinga Schrijvers Tennis Toernooi. Met Yolanda de Rijke (en tot vorig jaar Iris van Steijn) vormt hij de organisatie, en heeft hij het ‘recht’ de winnaars te benoemen (zie het bijgaande artikel). Leden van de bloedgroepDLTC kennen Tjerk nog goed, hij was tot 2015 lid, en 6 jaar lang barcommissaris in het bestuur.
Toch is hij het toernooi trouwgebleven : “Het is een ontzettend leuke groep schrijvers met wie ik het hele jaar door contact houd. De meesten zijn ook nog erg geestig, het zorgt voor een fantastische sfeer, het is heerlijk om te organiseren. Ik ga er gewoon mee door, ook de ‘kletspraat’ aan het eind”.
Tjerk (63) woont al enkele jaren in Nieuwerkerk a/d IJssel. Hij tennist niet meer vanwege een evenwichtsstoornis als laat gevolg van gordelroos. Hij heeft een eigen bedrijf, VDCC (Van Duinen Content en Communicatie) dat vooral bouwgerelateerde vaktijdschriften, -artikelen, boeken, foto’s en video’s produceert. Ook een van zijn producties: het Cahier, dat elk jaar door een van de aan het SHSTT deelnemende schrijvers wordt geschreven. Inmiddels is dit na vele jaren een indrukwekkende verzameling tennisgeschriften geworden.
Sam Wytema

Het geheim van Dordrecht
Gast column Paul Roos
Mijn eerste deelname aan het Siebe Huizinga Schrijverstennistoernooi in Dordrecht was zo’n 15 jaar geleden. Ik was redacteur bij Propria Cures, toen ik hoorde dat schrijvende tennissers (of, in ieder geval, schrijvers met een tennisracket) jaarlijks bij elkaar kwamen in Dordrecht. Het klonk als een mysterieuze bijeenkomst, waarover het beste niet in het openbaar gesproken werd. Over de omstandigheden waarin ik het hoorde, en van wie, kan ik dan ook geen mededelingen doen. Ik ontving een datum en een locatie en ik mocht zelfgeschreven boeken meenemen, als ik die had. Ik herinner me weinig meer van de eerste editie, behalve dat Janneke van der Horst meedeed en dat zij met enige opwinding vertelde over de aanblik van een gezette schrijfster op leeftijd, die zonder handdoek of andere vorm van lichaamsbedekking de douche uit kwam lopen toen zij in de kleedkamer iets uit haar rugzak wilde pakken. En ook de toespraak van Siebe Huizinga, die tussen de voorbijdenderende treinen, de afmeldingen en excuusbrieven van de afwezige schrijvers declameerde, alsof hij aan het voordragen was op de Nacht van de Poëzie en de microfoon was uitgevallen. Een laatste vage herinnering was de weg naar huis. Iedere dag die eindigt in een verlaten treincoupé met een sixpack en een zingende Hans Ree en Guus Luijters is lastig te vergeten.
En zo begon een traditie: naast de vier Grand Slamtoernooien werd het Siebe Huizinga Schrijverstennistoernooi een ankerpunt op de tenniskalender. Een toernooi waar reizen, literaire optredens, prijsuitreikingen en medische ingrepen zoveel mogelijk omheen worden gepland. Met als voornaamste verschil met alle andere toernooien dat de beste tennisser vrijwel nooit de winnaar is en de winnaar oprecht verbaasd kan zijn dat hij gewonnen heeft. En dat het dus eigenlijk niet om de winnaar gaat.
Want het gaat in Dordrecht om heel veel, maar niet om de winnaar. Waar het wel om gaat, is voor iedere deelnemer verschillend. De meer competitief ingestelde deelnemers schouwen hun tegenstanders om te bepalen wie er het afgelopen jaar het minst achteruit (of in enkele gevallen zelfs vooruit) is gegaan. De meer literaire deelnemers houden de boekentafel in de gaten om te zien welke boeken het afgelopen jaar zijn verschenen en welke boeken als ramsj worden aangeboden. En de rest beschouwt het toernooi een sportieve familiereünie voor mensen die geen familie zijn en die zelf ook niet precies meer weten hoe en waarom ze er zijn beland, maar alleen dat ze er zijn en dat ze er ook volgend jaar weer willen zijn. En zoals ik op ooit om duistere redenen werd uitgenodigd voor het toernooi, zo voelde het dit jaar alsof een onzichtbare hand mij opdroeg om te zorgen voor nieuwe deelnemers. Het Propria Cures tennistoernooi fungeerde als kweekvijver voor tennissende schrijvers. Ik nodigde twee nietsvermoedende redacteuren uit, Melle Maré en Tessa Sparreboom. Net zoals ik vijftien jaar geleden, hadden ze geen idee waar ze aan begonnen. Ze vroegen naar de loting – die was er niet. Ze wilden weten hoe laat hun eerste wedstrijd begon – die tijd stond niet vast. Ze zeiden dat ze zich verheugden op een dagje samen dubbelen – ze wisten niet dat de indeling wisselde per wedstrijd. Maar wat er wel gebeurde, daar kan ik dus niet veel over zeggen. Alleen dat ze nu al hebben toegezegd dat ze er volgend jaar weer bij zullen zijn.
Melle en Tessa Paul Roos