Artikel cepezed kwr en leefmilieu brussel ar 03 04 2015

Page 1

Foto Léon van Woerkom Leefmilieu Brussel (b)

Techniek Gebouwen die opgaan in hun omgeving Over het werk van Cepezed kunnen we blijven schrijven. Een oorzaak daarvoor moet gezocht worden in het feit dat het Delftse architectenbureau zich ten doel stelt om bij elk project de bakens een stukje verder te verzetten wat betreft techniek, efficiëntie en duurzaamheid. Om het aantal artikelen binnen de perken te houden, ditmaal een dubbelbespreking van twee gebouwen: het kwr Watercycle Research Institute in Nieuwegein en het Leefmilieu-gebouw in Brussel. In een bespiegelend artikel gaan de projectarchitecten van beide gebouwen in op de connectie van hun creaties met cultuur en natuur. De details en foto’s laten zien hoe maximaal architectonisch effect behaald kan worden door technische prestaties te vatten in uitgekiende detaillering.

de Architect, april 2015 | 85


Techniek KWR-gebouw, Nieuwegein en Leefmilieu Brussel (b)

Projectpresentatie

“ Alsof het gebouw er niet is” KWR Watercycle Research Institute, Nieuwegein en het Leefmilieu Brussel (b) Kan een gebouw zo immaterieel zijn dat het opgaat in de omgeving? Een interessante vraag. Architecten Jan Pesman, Frederique van Alphen en Jan Houtekamer van cepezed geven een toelichting op twee recent opgeleverde gebouwen. KWR Watercycle Research Institute, Nieuwegein en het Leefmilieu Brussel. Twee gebouwen waarbij vooral de omgeving een belangrijke rol speelt. Tekst

Leo Oorschot Beeld

cepezed, Léon van Woerkom

Het minimaliseren van cultuur ten aanzien van de natuur. “Want”, zo betoogt Pesman, “als ik op de Coolsingel loop, is het niet dat ik niet naar die gebouwen kijk, maar ik word nog blijer van een wolk staartmezen in de bomen.” Bij de twee onlangs opgeleverde gebouwen zijn er overeenkomsten, maar het is vooral de context, de ecologie van de verschillende omgevingen, die de

twee gebouwen een diepere betekenis geeft. Een betekenis die afhankelijk is van de omgeving. Paviljoen in het groen: KWR Watercycle Research Intitute Voor de medewerkers van het kwr staat water centraal. Volgens Pesman vatte de opdrachtgever zijn ambities voor dit gebouw als volgt samen:

Beide gebouwen hebben een rechthoekig grondplan en drie beuken. De middenbeuk is een ruim atrium, de zijbeuken bieden plaats aan kantoren volgens Het Nieuwe Werken en laboratoria. Materialen zijn glas, beton, staal, aluminium en hier en daar nog iets anders. Het wisselende licht van de noordelijke landen maakt de gebouwen tot lichtpaleizen. Soms straalt de zon diep het gebouw in, soms domineert het diffuse winterse licht. Altijd is buiten voelbaar. Het kwr Watercycle Research Institute is een paviljoen in een park in wording. En het gebouw van Leefmilieu Brussel is een paviljoen in een vooralsnog nog nauwelijks gedefinieerd stadslandschap. De omgeving spiegelt zich in het glas en dringt door naar binnen. Ecologie van het (stads)landschap “Een belangrijk thema in het werk van cepezed is de tegenstelling en het zoeken naar balans tussen cultuur-natuur”, zegt Jan Pesman. “Onze immateriële en paviljoenachtige gebouwen staan voor cultuur. Natuur is de ecologie van de omgeving. Dat laatste kan een ruig landschap zijn, een min of meer gecontroleerd natuur- of cultuurlandschap of een echt stadslandschap. De omgeving is door transparantie en immaterialiteit altijd heel dichtbij. De bomen, struiken en andere gebouwen spiegelen zich in het glas. Buiten is voelbaar en bijna aanraakbaar. Het is net alsof het gebouw er niet is”, laat Pesman zich ontvallen over het kwr-gebouw. Het spanningsveld tussen de zuiverheid van het rechthoekige gebouw en de ecologie met de (bio) diversiteit is altijd aanwezig in de ontwerpen van cepezed. Deze diversiteit is weer geworteld in lokale omstandigheden. Pesman refereert aan zijn huis in Spanje waar steeneiken en rotsen een geheel eigen ecologisch systeem hebben, geheel anders dan in Delft. Terwijl de gebouwen in zichzelf lijken te zijn gekeerd. De gebouwen van cepezed zijn in zeker zin autistisch, in zichzelf gekeerd. Het enige wat bij de

86 | de Architect, april 2015

gebouwen belangrijk is, is dat ze evolueren; vanaf het eerste gebouw van cepezed naar het laatste is het een zoeken naar de meest perfecte manier van maken. Net zoals bij het werk van Renzo Piano, waar de kunst van het maken het allerbelangrijkste is. Misschien speelt er meer mee bij cepezed en gaat het om het zoeken naar de meest perfecte manier om deze paviljoens immaterieel te maken.

Cepezed streeft naar immaterialiteit, hier in het atrium van het kwr Watercycle Research Institute.

de Architect, april 2015 | 87


Techniek KWR-gebouw, Nieuwegein en Leefmilieu Brussel (b)

Projectpresentatie

Vergelijk met ESIC De cepezed-kenner ziet wellicht overeenkomsten tussen Leefmilieu Brussel en het European Space Innovation Centre in Noordwijk (2011). De schaal van Leefmilieu is heel anders, zodat constructief andere keuzen zijn gemaakt. Waar esic licht werd geconstrueerd met staalplaatbetonvloeren, heeft Leefmilieu gewoon kanaalplaatvloeren. Verder heeft het atrium in Brussel een schuine lijn, loopt de dakcurve anders en is het ontwerp op een andere manier tot stand gekomen.

De twee zijbeuken van het kwr-gebouw zijn generiek en op beide verdiepingen geschikt voor zowel labs als kantoren. Beide verdiepingen zijn hoog genoeg en alle vloeren zijn trillingsvrij. De labs bevinden zich nu op de eerste verdieping om de begane grond zo open mogelijk te houden, zodat de labs zo dicht mogelijk bij de luchtbehandelingkasten liggen, wat scheelt in

1

15

het leidingwerk. Dat de grote luifel de bovenste verdieping extra beschaduwd, maakt die ook extra geschikt voor de labs.

2

16

3

17

4

6 5

Geveldetail verticaal   1 beglaasde luifel   2 sedumdak   3 kanaalplaatvloer   4 samengestelde stalen ligger

6

5 metalen plafond verdekt bevestigd   6 stalen kokerprofiel

18

7 gietvloer op dekvloer met vloerverwarming   8 geperforeerde staalplaat voor luchtafvoerkanaal  9 e lektrisch bedienbare lichtwering van

7

kassendoek

19

10 vliesgevelsysteem zonder klem- of deklijsten 11 s tructurele isolerende dubbele beglazing vierzijdig verlijmd

8 17

9

12 persrooster

20

13 isokorf console met koudebrugonderbreking 14 drainagebuis 16 staalconstructie 17 stalen pet-ligger

3 4 1

11

15 glazen atriumdak

6

10

2

18 glazen balustrade met rvs handrail

5

7

19 inklemming balustrade

12

20 glazen binnenwand

Langsdoorsnede kwr-gebouw 1 werkplaats, 2 opslagruimte, 3 daktuin, 4 cascaderende atriumvloer, 5 restaurant, 6 technische ruimte, 7 terras

7 “Betrouwbaar als de ah, duurzaam als de Triodos Bank en mooi als een Apple.” Het gebouw is grotendeels van glas en ligt in een parkachtige omgeving. Dit park is door West 8 ontworpen en wordt vooral geen aangeharkte grasvlakte met geknipte en geschoren struiken. Het gaat hier om een ecologische tuin met grote biodiversiteit. Een tuin voor mezen en dagpauwogen, en ingericht met inheemse planten en bomen. Projectarchitect Frederique van Alphen: “Het

88 | de Architect, april 2015

bijzondere van het kwr is dat het boven de aarde zweeft.” Het gebouw staat op een betonplaat ongeveer een meter boven het maaiveld. Als een terras loopt deze plaat rond het gebouw. Ook de enorme luifel is bijzonder. Deze steekt naar alle kanten fors uit en filtert het zonlicht in de zomermaanden. Vervelende dakopbouwen met installaties wist men te beperken: het grootste deel werd handig weggewerkt in heuvels in het landschap. Het gebouw kreeg twee zijbeuken van twaalf meter

diep. Deze zijn generiek en opgezet volgens het onverbiddelijke 1800-stramien. Alle ruimtes zijn kolomvrij en daardoor flexibel indeelbaar. Op de verdieping liggen de laboratoria met kantoren en op de begane grond de kantoren met overige functies. In principe zijn beide verdiepingen geschikt voor beide functies. Laboratoria liggen zo dichter bij het dak met de luchtbehandelingskasten en afvoer van zuurkasten. Ook profiteren de laboratoria extra van de schaduw van de uitstekende luifel.

13

14

de Architect, april 2015 | 89


Techniek KWR-gebouw, Nieuwegein en Leefmilieu Brussel (b)

Projectpresentatie

Sheddak Een sheddak, zaagdak of zaagtanddak is een dakvorm die vooral bij uitgestrekte fabriekshallen werd toegepast. Bouwkundig gezien betreft het een reeks evenwijdige zadeldaken met ongelijke schilden. De nokken zijn oost-westgericht. De schilden zijn voorzien van vele ramen. Het op het noorden gerichte schild is veel steiler dan het op het zuiden gerichte schild. Het gevolg van dit alles is dat de gehele hal gelijkmatig verlicht wordt.

In het atrium is een brede trapzone die naar het dak voert. Een trap die ingericht is om erop te verblijven, elkaar te ontmoeten, koffie te drinken of te vergaderen met het team. Op het dak gaat de trap nog een stukje door en eindigt als terras te midden van een groene sedumdakbedekking. “Een hoog romantisch idee!”, merkt Van Alphen op. De zijbeuken hebben een sedumdak, het atrium een sheddak van glas en staal. Hier is ook ruimte om in de zomermaanden de pauzes door te brengen. In het atrium is het wisselende Nederlandse licht direct merkbaar. De ronde kolommen die de open dakliggers dragen, gaan van vloer naar dak. Ze geven de atriumruimte gevoelsmatig een maat. Bijzonder zijn de glazen binnenwanden naar de gangen zonder stijlen en dorpels, ook de buitengevels zijn zonder stijlen en dorpels. Landschap en interieur lijken zo te vervloeien tot een ruimte. Een evolutionaire stap bij het kwr zijn de verdiepingshoge, te openen delen in de gevel die met speciale scharnierdetaillering doorvalveilig te openen zijn. Binnen langs de randen van de trap stroomt door twee kanalen water naar beneden. “Voor de dames en heren van het Watercycle Research Institute verreweg de grootste attractie. Iedereen bemoeit zich met de kwaliteit van het water en de stroomsnelheid”, aldus de architecte.

Een betaalbaar duurzaamheidsicoon: Leefmilieu Brussel Het gebouw voor Leefmilieu Brussel ligt in een ongedefinieerd Belgisch stadslandschap aan de noordwestzijde van het oude Brussel. De hutspot aan naamgevingen van het terrein onderstreept het indifferente. ‘Tour et Taxis’ in het Frans of in het Nederlands ‘Thurn en Taxis’, beide een verwijzing en verbastering van de naam van het Duitse adellijke geslacht ‘Thurn und Taxis’. Het gaat hier om een belangrijke herontwikkeling van een oud stuk stad bij de havens en het kanaal, net buiten de poort van Brussel. In de toekomst moet een park de poort verbinden met de negentiende-eeuwse wijken verderop. Het cepezed-gebouw ligt in deze toekomstige groene zone. Een paviljoen in het toekomstige groen. “Wat er om en bij het gebouw komt, hangt af van luimen van de markt”, aldus projectarchitect Jan Houtekamer. Aanvankelijk betrof het een prijsvraag met spraakmakende architecten in de eindronde, zoals Neutelings Riedijk, Jean Nouvel en Renzo Piano. De projectontwikkelaar vroeg een iconisch gebouw, maar niet te duur. Het moest binnen de 1.200 euro per vierkante meter blijven. De opdrachtgever zonk de moed in de schoenen bij de presentatie van de architecten. Die avond belde men Jan Pesman met de vraag of hij niet iets kon voor dat geld. In een weekend schetste men bij cepezed het idee. Het

Het Leefmilieu Brussel heeft grote open delen over de volledige verdiepingshoogte en is doorvalveilig door een speciale scharnierdetaillering.

Het atriumdak van het Leefmilieu Brussel is het eerste in België met koud gebogen glas.

90 | de Architect, april 2015

de Architect, april 2015 | 91


Techniek KWR-gebouw, Nieuwegein en Leefmilieu Brussel (b)

Projectpresentatie

Entrepot Royal Het Koninklijk Pakhuis in Brussel werd tussen 1904 en 1906 gebouwd op basis van een ontwerp van architect Ernest Van Humbeek (1839-1907). Het was bedoeld voor langdurige opslag van goederen, onder toezicht van de overheid. Het is een fraai voorbeeld van functionele architectuur. Zalmkleurige baksteen en blauwe hardsteen wisselen elkaar af.

werd een succes. Op website architectura.be is het geschaard onder de meest spraakmakende projecten van 2014. Er zijn twee ankerpunten op het terrein, zo meent Houtekamer. Het fraaie fin de siècle Entrepot Royal en de Shed-hallen, gebouwen waar tegenwoordig kleine werkplaatsen en winkels zijn gevestigd. Om orde te brengen in de ongedefinieerde stedelijke ruimte kreeg het gebouw een gebogen dak aan twee zijden waarvan het laagste deel naar twee oude gebouwen is gericht. Dat is ook de zijde waar het atrium aan de gevel ligt. Dit atrium heeft een trapeziumvormige plattegrond waarvan de brede zijde naar het plein voor de oude gebouwen is gericht. De drie andere zijden zijn omsloten door

bouwmassa’s. Door de ruimtevorm van dit atrium ontstaat er een samenhang met de twee andere gebouwen. Het gebouw is acht verdiepingen hoog, maar door de kromming van de bouwmassa valt dat niet op. De bouwmassa’s liggen aan drie zijden langs het atrium. Dit atrium is sowieso een Brusselse noviteit. Na een brand twintig jaar terug is de Belgische brandweer zeer huiverig voor het goedkeuren van atria. De goedkeuring was dan ook geen sinecure. Het brandveiligheidsontwerp met onder meer sprinklers en de belangrijkste vluchtwegen in de kantoorzones, rookwarmteafvoer in het atrium en de afwezigheid van vuurlast in het atrium is beoordeeld en goedgekeurd door een Landelijk Derogatie

comité, dat gelijkwaardigheid ten opzichte van de regelgeving woog. Het gebouw moest een icoon van duurzaamheid worden. Gebruiker Leefmilieu Brussel ambieerde Breeam Excellent. Echter, de Brusselse overheid wenst voor haar openbare gebouwen een Passief Certificaat, beloond met een subsidie. Om deze ambitie daadwerkelijk te realiseren werd de opdracht verleend als Total Engineering. Architecten en ingenieurs werken integraal aan het ontwerp. In de ontwerpfase werd cepezed bijgestaan door bouwfysici van dgmr, constructeurs van Ingenieursbureau Smit Westerman en installatieadviseurs van Flow Transfer International. De uitvoeringsfase werd door Brusselse ingenieurs van Samyn and Partners ter

12

9 10 3 4

1 13

14

Langsdoorsnede

7

5

1 entreezone

8 fietsenstalling

2 infobalie

9 koffieterras

3 restaurant

10 kantoorzone

4 tentoonstellingsruimte

11 overlegruimte

5 auditorium

12 technische ruimte

6 boeteloket

13 parkeergarage

7 expeditie

14 sprinkler basin

8

12

10

6 11 2

1

Het Leefmilieu Brussel is acht verdiepingen hoog, maar door de kromming van de bouwmassa valt dat niet op. De bouwmassa’s liggen

4

9

10

12

aan drie zijden langs het atrium.

3 Begane grond

92 | de Architect, april 2015

Zesde verdieping

de Architect, april 2015 | 93


Techniek KWR-gebouw, Nieuwegein en Leefmilieu Brussel (b)

Projectpresentatie

3

4

5

6

7

13

1 2 14 hand genomen. Het gebouw werd een uiterst efficiënt compact kantoor met een zeer goed geïsoleerde schil en lage energievraag. De wens van de gebruiker en opdrachtgever om gebruik te maken van lowtech mogelijkheden kreeg door de passiefbouw een belangrijke impuls. Immers bij deze bouwwijze gaat het vooral om het ontwerp en de materiaalkeuzen, en veel minder om geavanceerde installatietechnieken. De lowtech aanpak verleende het interieur een stoer uiterlijk van geoliede betonnen vloeren en betonnen plafonds met betonkern activering. In plafondeilanden werden voorzieningen voor geluidsabsorptie, verlichting, sprinklers en luchttoevoer opgenomen. Het gebouw is uiteraard voorzien van

een zeer goed geïsoleerde schil. Driedubbel glas, zonwering, warmtekoudeopslag, warmteterugwinning en duizend vierkante meter pv-panelen, weggewerkt in de huid van het gebouw. In Nederland was het al eerder toegepast, maar een noviteit in België is het koud gebogen dubbele glas van het atriumdak en het gebogen glas van de pv-panelen. Een fraai stukje techniek dat de expressie van dit gebouw mogelijk en sprekend maakt. Het is nog niet duidelijk wat ‘de markt’ in de toekomst gaat brengen in Brussel. Wel is helder dat het ensemble van de Entrepot Royal, Shed-hallen en Leefmilieu Brussel de entree aan deze kant van Brussel in schaal en kwaliteit tot een echte stadspoort maakt.

Betekenis van een gebouw Voor de gebouwen van kwr en Leefmilieu Brussel is Pesmans typering “alsof het gebouw er niet is” eigenlijk te bescheiden. De betekenis van een gebouw hangt in hoge mate af van de omgeving. Behalve de spanning en balans tussen gebouw en ecologie van de omgeving zijn deze gebouwen vooral deel geworden van de ecologie van de omgeving. Ook als een gebouw in zichzelf is gekeerd, kan de betekenis voor de omgeving groot zijn. Vooral als deze omgeving tekortschiet, of juist prachtig is.

11

De glazen binnenwanden van het Leefmilieu Brussel zijn zonder stijlen en dorpels. Dit is al eerder gedaan, maar doordat de buitengevels ook zonder stijlen zijn, is optimale transparantie gerealiseerd en zijn landschap en gebouw zo veel mogelijk met elkaar verweven.

15 16

8 12

17

9

10

Dak- en vloerdetail, verticale doorsnede

Dak- en geveldetail, verticale doorsnede

6 binnenzonwering van kassendoek

10 miniconvector

2 waterkerende aluminium felsplaat

7 tweevoudig koudgebogen glas

11 d ubbel glas systeemwand gevat

3 aanlijnvoorziening

8 b etonnen druklaag met betonkeractivering

4 d akgoot van verzinkt stalen zetwerk met resolschuimisolatie

12 v loerrandafwerking van zetwerk met

zetwerktegels

regelwerk 14 dakrand van stalen zetwerk

in stalen profielen

9 v loergoot met afdekking van rvs

5 persrooster

15 vliesgevel

microperforatie en ingesealde,

16 screens buitenzonwering

geluidsabsorberende minerale wol

17 drievoudig glas

KWR-gebouw Groningenhaven 7, Nieuwegein

Programma kantoren, laboratoria, ondersteunende

Adviseur constructie SmitWesterman, Gouda

Opdrachtgever KWR Watercycle Research Institute

functies

Adviseur constructie lokaal Ingenieursbureau Meijer,

Architect architectenbureau cepezed bv

Datum voorlopig ontwerp mei 2012

Edegem (b)

Medewerkers Jan Pesman, Frederique van Alphen,

Datum definitie ontwerp september 2012

Adviseur installaties Flow Transfer International, Brussel

Christiaan de Wolf, Paul Oehlers, Mark Wieringa

Datum oplevering november 2014

Adviseur akoestiek DGMR, Arnhem Aannemer Van Laere, Zwijndrecht (b)

Adviseur constructie Pieters Bouwtechniek, Amsterdam

94 | de Architect, april 2015

13 staalplaat plankprofielen op stalen

1 pv-panelen

Adviseur installaties DWA, Ede

Leefmilieu Brussel Havenlaan 86c, Brussel (b)

Landschapsarchitect Studiebureau Jouret, Sint-Niklaas (b)

Adviseur akoestiek DGMR, Arnhem

Opdrachtgever Tour & Taxis

Bruto vloeroppervlakte 19.690 m2

Aannemer Aqua Redivivus (Van Wijnen, Arnhem / Alkonder,

Architect architectenbureau cepezed b.v.

Netto vloeroppervlakte 18.604 m2

Hengelo / Kuijpers, Den Bosch / Mourik, Groot-Ammers)

Medewerkers Jan Pesman, Menno Rubbens,

Programma kantoren, bezoekerscentrum, auditorium,

Interieurarchitect Fokkema & Partners Architecten, Delft

Jan Houtekamer, Jochem Paauwe, Frans Rooijakkers,

laboratorium

Landschapsarchitect West 8, Rotterdam

Bart van Hoek, Frederique van Alphen, Sander Veenstra

Datum voorlopig ontwerp december 2009

Bruto vloeroppervlakte 6.370 m2

Architect lokaal Philippe Samyn and Partners architects

Datum definitie ontwerp april 2010

Netto vloeroppervlakte 5.984 m2

& engineers, Brussel (b)

Datum oplevering maart 2014

de Architect, april 2015 | 95


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.