TIN Bulletin #2, 2010

Page 1

bulle Uitgave Theater Instituut Nederland – november 2010

Backstage Reizende educatieve tentoonstelling Code Culturele Diversiteit Column Noraly Beyer TIN Theater­ Prijzen 2010 de winnaars Bijlage Jean van Lingen, f­otograaf van dromen


Inhoud Roerige Tijden Voorwoord Henk Scholten.

TIN TheaterPrijzen De winnaars van de TIN TheaterPrijzen 2010.

Voor onze leden Nieuws van de Mediatheek.

Code Culturele Diversiteit

3 4 6 7 8 10 11 12 14 16

4

Oeuvre tentoonstelling Jean van Lingen, fotograaf van dromen.

Collectie: TIN CollectieSelectie

Eindredactie Dorinde van Helden

7

Column van organisatie adviseur Dirk Noordman

Educatie: Backstage

Educatieve tentoonstelling Backstage reist door Nederland

Internationaal: TIN Missies Op zoek naar contacten in het buitenland

Vooruit- en terugblik Ramses Shaffy leeft voort op eenlevenlangtheater.nl

Medewerking of bijdragen van Noraly Beyer Ellen Blom Dirk Noordman Robert Wilson Ontwerp en opmaak Atelier van GOG

11

Illustreert de ontwikkelingen van het Nederlands Theater

Hoe te bezuinigen in de kunsten

Dit BulleTIN is een uitgave van Theater Instituut Nederland Redactie Theater Instituut Nederland

Eind dit jaar wordt de Code Culturele Diversiteit gepresenteerd. Daarna is de sector zelf aan zet.

Bijlage:

Colofon

Fotografie Nellie de Boer (foto van voorstelling Dance (Fabián) van hetveem theater & producties), Mawgosia Bos (Backstage), Ellen Blom (TIN Missies), Experimental Jetset (illustratie affiche van voorstelling Zonder Pardon), Leendert Jansen (foto van Noraly Beyer), Jean van Lingen (coverfoto van voorstelling Zwanenmeer-Bijlmermeer van danstheater Don’t Hit Mama), Sanne Peper (foto’s bij voorstelling Van de burg af van Toneelgroep Oostpool), Leslie-Spinks (foto Robert Wilson) Drukwerk Drukkerij Spinhex & Industrie

12

Oplage 5000 Theater Instituut Nederland 020 551 33 00 Sarphatistraat 53 1018 EW Amsterdam www.tin.nl Postadres Postbus 10783 1001 ET Amsterdam Wilt u meer exemplaren van het BulleTIN ontvangen neem dan contact op met de afdeling Marketing & Communicatie 020 551 33 00.


Voorwoord

Roerige tijden Gisteren kreeg ik het bericht dat Evert de Jager is overleden, de directeur van het Nationale Toneel. Hij was 54 jaar. Ongeveer veertig jaar geleden speelden we samen in een schoolvoorstelling, in Amersfoort op het Corderius Lyceum. Het was een stuk van Friedrich Dürrenmatt, Er komt een Engel naar Babylon. Evert was Nimrod, ik Nebukad­ nezar, twee concurrerende keizers die beurtelings op de troon zaten en als voetenbank van de ander dienden. De held van het stuk is een bedelaar die ook muziek maakt. De machthebbers proberen hem tevergeefs monddood te maken en uiteindelijk krijgt niet de keizer maar de bedelaar het mooie meisje dat de Engel uit de hemel naar Babylon heeft gebracht. Uit wraak bouwt Nebukadnezar zijn toren die tot in de hemel moet reiken... Dat ik aan die voorstelling moest terugdenken was natuurlijk in de eerste plaats door het schokkende nieuws over Evert. Maar het komt ook omdat er met het aantreden van het nieuwe kabinet opnieuw een strijd lijkt te zijn losgebarsten tussen ‘de keizers’ en ‘de kunst’. De aangekondigde bezuinigingen op cultuur en in het bijzonder op de podiumkunsten klinken als een oorlogsverklaring, als een afrekening. Hoe anders valt te verklaren dat er op kunst en cultuur drie tot vier keer zoveel gekort wordt als gemiddeld? En als die verklaring is dat de gesubsidieerde cultuur meer eigen inkomsten zou moeten verwerven en voor een breder publiek toegankelijker zou moeten zijn, wie maakt dan op hetzelfde moment de kaartjes duurder door een verhoging van de BTW en jaagt scholieren het theater uit door afschaffing van de Cultuurkaart? Het zijn roerige tijden. De kunstwereld organiseert het protest en mobiliseert het publiek, maar tegelijkertijd moeten we vechten tegen een gevoel van lamgeslagen zijn, omdat we de omvang van deze bezuini­gingen eigenlijk niet begrijpen en werkelijk geschrokken zijn van de haast vijandige toon waarmee ze zijn afgekondigd. En toch zullen we met het nieuwe kabinet in gesprek moeten, om duidelijk te maken dat de kunstwereld natuurlijk die binding met de samenleving wil en daar al hard aan werkt; dat wij niets hebben tegen sponsoring en bijdragen van vermogende particulieren, integendeel, maar dat het tijd kost om die te werven; en dat het kabinet toch echt te weinig

oog lijkt te hebben voor het aantoonbare belang van kunst en cultuur voor onderwijs, toerisme, economie, innovatie, de internationale ­positie van Nederland en last but not least voor de sociale en etnische cohesie in eigen land. Als TIN doen wij voluit mee aan de kunstbrede actie om de omvang van de bezuinigingen terug te brengen tot aanvaardbare proporties en tegelijkertijd hard te werken aan het versterken van de maatschappelijke positie, rol en betekenis van in ons geval de podiumkunsten. In dit BulleTIN leest u over een aantal voorbeelden. Zo hebben wij ons ingezet voor het tot stand komen van een Code Culturele Diver­ siteit, om zo de culturele sector te stimuleren nog meer rekening te houden met en in te spelen op de veranderende culturele en etnische bevolkingssamenstelling. Een tentoonstelling met foto’s van Jean van Lingen, die samen een beeld geven van de ontwikkeling van het cultureel diverse theater in Nederland, vormt in dat kader een concrete bijdrage van het TIN. Ook onze reizende educatieve tentoonstelling Backstage, die de komende twee jaar in heel Nederland te zien zal zijn en waarmee we duizenden scholieren in aanraking brengen met de praktijk van theater maken, is een voorbeeld van hoe het TIN werkt aan de publieke waardering voor en kennis over theater. Evert de Jager was een van de architecten van het nog maar twee jaar geleden ingevoerde nieuwe theaterbestel, waarin van de stads- en regiogezelschappen wordt verwacht dat zij naast goed toneel maken ook werken aan publieksverbreding, talentontwikkeling, educatie en internationalisering. Wie kijkt wat er door die gezelschappen in korte tijd al is gerealiseerd heeft vertrouwen in de toekomst. Het theater is het aan zichzelf en aan Evert de Jager verplicht op die weg door te gaan en de resultaten nog meer publiek te maken. Als TIN staan we de sector daar graag in bij.

Henk Scholten Directeur Theater Instituut Nederland Reageren? hscholten@tin.nl www.nederlandschreeuwtomcultuur.nl

theater instituut nederland — 3


TIN TheaterPrijzen Tentoonstellingen

Grafische vormgeving, fotografie & scenografie

Drie bijzondere disciplines ‘Krachtig commentaar op de actuele sfeer in Nederland’, dat vond de jury van het affiche van grafisch buro Scherpontwerp, de winnaar van de TheaterAffichePrijs 2010. Zij ontwierpen deze voor de voorstelling Zonder pardon van Theo Maassen. De AffichePrijs is één van de drie prijzen die het TIN elk jaar uitreikt. De TheaterFotoPrijs ging dit jaar naar Nellie de Boer, zij fotografeerde de voorstelling Dance (Fabián) van hetveem theater & producties. De Wijnberg ScenografiePrijs bekroonde dit jaar het werk van Arien de Vries (kostuums), Marc Werning (decor) en Gé Wegman (licht). De uitreiking vond plaats op zondag 7 november in Pakhuis De Zwijger in Amsterdam.

Theater Affiche Prijs 2010

TheaterAffichePrijs

TheaterFotoPrijs

‘De geselecteerde affiches van dit jaar zijn van hoge kwaliteit, inventief en met een duidelijke boodschap’, aldus jurylid Martin Pyper. Intrigerend, een wervend karakter en een toonbare artistieke visie; allemaal ingrediënten van een goed affiche. Affiches waar je zo nieuwsgierig van wordt, dat je er bij wijze van spreken voor terugfietst. De jury nomineerde, uit alle 450 ingezonden affiches, de negen beste. Uiteindelijk kozen zij het affiche van Scherp­ontwerp (illustratie Experimental Jetset), dat zij maakten voor de voorstelling Zonder pardon van Theo Maassen, als winnaar.

Een theaterfoto vangt de sfeer van de voorstelling; vertelt wat er op het podium gebeurt. Ook is het gebruik van kleur, licht, perspectief en kadrering belangrijk. Uit de meer dan 200 inzendingen selecteerde de jury vier bijzondere foto’s. ‘Deze foto’s treffen de theatervoorstelling in één blik en ze zijn een goede afspiegeling van het theater van nu’, aldus juryvoorzitter Jan Gras. De jury koos de spelfoto van Nellie de Boer, die zij maakte van de voorstelling Dance (Fabián) van hetveem theater & producties, als winnaar.

De jury schreef: Het zwarte, bloedende Nederland op een affiche! Krachtiger kan een openbaar commentaar op de actuele sfeer in Nederland amper worden neergezet. Geheel in lijn met de bijtende stijl van Theo Maassen, die hiermee zijn cabaretvoorstelling ‘Zonder pardon’ aankondigde en varianten van het motief gebruikte in de overige publiciteit en het decor. Op het affiche anno 2009 krijgt het beeld een politieke en uitgesproken lading die het doorsnee cabaretposter node mist. Jurysamenstelling Voorzitter Arthur Oostvogel (directeur van Stadsschouwburg De Harmonie in Leeuwarden, ­Martin Pyper (grafisch ontwerper, me studio), Neske Beks (theater/filmmaakster) en Esther ­Cleven (conservator grafische vormgeving De Beyerd te Breda en bijzonder hoogleraar Moderne typo­grafie en grafische vormgeving aan de UvA)

4 — Bulletin November 2010

Theater Foto Prijs 2010

Uit het juryrapport: Hoewel het lijkt alsof de foto is genomen in een verstild moment, straalt de solist, Fabian Santarciel de la Quintana, zoveel kracht en emotie uit, dat het overduidelijk is dat hij danst. De beweging is uitstekend gevangen in een beeld dat ­verder bijna abstract lijkt. Het is een foto om steeds opnieuw te bekijken en nieuwe dingen in te ontdekken, gemaakt met een zichtbare liefde voor de dans. Jurysamenstelling Voorzitter Jan Gras (directeur van het Agora Theater Lelystad), Sabri Saad El Hamus ­(artistiek leider van Theatergroep DNA), ­Patricia Steur (fotografe), Hans Kemna ­(oprichter Kemna Casting en fotografie verza­ melaar), Esther Berger (assistent curator van Foam_Fotografiemuseum Amsterdam) en de ­winnaar van de TheaterFotoPrijs 2008 en 2009; ­Leo van Velzen.


in de spotlight TIN TheaterPrijzen

De TheaterPrijzen heeft het TIN in het leven geroepen om drie bijzondere, vaak onderbelichte, disciplines in het theatervak; grafische vormgeving (affiches), fotografie (spelfoto’s) en scenografie (kostuums, licht, decor) onder de aandacht te brengen. Deze beelden en ontwerpen vormen vaak de laatste tastbare resten van een theaterproductie en geven ook een beeld van de tijd waarin deze zijn gemaakt. Het gehele jury rapport en alle nominaties zijn terug te vinden op www.tin.nl/theaterprijzen

Wijnberg ScenografiePrijs

Wijnberg Scenografie Prijs 2010

De sceno­grafie van een theatervoorstelling is meestal een collectieve prestatie; verschillende ontwerpers van decor, licht en kostuums werken samen met de regisseur en de acteurs. Een goede scenografie tilt een voorstelling boven zichzelf uit en voegt andere betekenissen aan de voorstelling toe. Dan krijgt scenografie de allure van Kunst. De jury koos dit jaar als winnaars: Arien de Vries (kostuums), Marc Werning (decor) en Gé Wegman (licht) voor de voorstelling Van de brug af gezien van Toneelgroep Oostpool. De jury schreef: De scenografie van Van de brug af gezien laat zien hoe verschillende ­disciplines elkaar kunnen versterken vanuit één gedeelde visie. In de voorstelling vormen de kostuums, het decor en het licht een symbiose; hun samenspel geeft het klassieke toneelstuk van Arthur Miller een nieuwe, actuele betekenis. Vindingrijk en esthetisch overdonderend, maar tegelijkertijd beheerst en ingetogen. Deze prijs is vernoemd naar Nicolaas Wijnberg (1918 - 2006); één van Nederlands belangrijkste en meest vernieuwende ontwerpers van na de oorlog. Jurysamenstelling Voorzitter Dingeman Kuilman (voorzitter College van Bestuur ArtEZ en voormalig directeur van Premsela Dutch Platform Design),Gerardjan Rijnders (theatermaker en schrijver) Aziz Bekkaoui (modevormgever/kunstenaar), Sanne Danz (ruimtelijk ontwerper) en Ingrid van Frankenhuyzen (journalist).

Vijf vragen aan Robert Wilson Speciale gast bij de prijsuitreiking was de Amerikaanse theaterregisseur en scenograaf Robert Wilson (1941). Hij geldt als een van de grote theatervernieuwers van de twintigste eeuw en is o.a. bekend van de opera E ­ instein on the Beach en zijn werk met Lou Reed en Tom Waits. In Nederland was zijn werk te zien op Oerol en bij De Nederlandse Opera. Robert Wilson attendeert zijn publiek om op andere manieren naar theater te kijken en te ­luisteren. ‘Het centrale punt in Wilsons theater is een soort democratie in de esthetiek: de gelijkstelling van de elementen taal, licht, muziek, rekwisieten, meubels, choreografie. Er is bij hem geen hiërarchie van de theatrale kunsten, dus ook niet de traditionele onderwerping van alle elementen aan de tekst. Daarom zijn er bij Wilson ook zo ongelofelijk veel repetities met licht, ­die zijn voor hem ongeveer het belangrijkste’, aldus de Duitse theatermaker en dichter Heiner Müller (1927 - 1995).

1

Wie bewondert u het meest in de wereld van de kunst en/ of het toneel en/of de muziek? “Annette Coleman, Jimmy Scott, Antony and the Johnsons, Sharon Stone.”

2 3 4

Wanneer beschouwt u een productie als geslaagd? “Als ik er eerst 45 jaar over heb nagedacht.” U hebt vele volgelingen. Wat zou u hen willen meegeven? “Blijf vragen stellen bij wat je doet.”

Als u vanuit een internationaal perspectief terugkijkt op de scenografie van de afgelopen twintig jaar, vindt u dan dat er wereldwijde veranderingen of ontwikkelingen hebben plaatsgevonden? “In de jaren zestig was er in New York volgens mij meer kruisbestuiving tussen mensen uit verschillende hoeken en werd er gebruik gemaakt van meer media. Schilders in New York deden aan performance art, beeldhouwers musiceerden en filosofen op hun beurt schilderden weer. Het was een soort renaissancetijd. Donald Judd was zowel architectuurcriticus, meubelontwerper als beeldhouwer. Andy Warhol maakte films, schreef boeken, bepaalde de mode, richtte een tijdschrift op, tekende en schilderde. John Cage was schilder, dichter, ­filosoof, componist en uitvoerend kunstenaar tegelijk. ­Rauschenberg trad op, schilderde, beeldhouwde en ontwierp lichtinstallaties. Robert Morris en anderen deden hetzelfde. Tegenwoordig lijkt de Newyorkse cultuursector meer verdeeld in specialismen, waarbinnen musici, beeldend kunstenaars en anderen zich vooral tot één richting beperken.”

5

Als u terugkijkt op uw eigen werk vanaf bijvoorbeeld ­Einstein on the Beach tot aan uw meest recente project, bespeurt u dan een verandering in uw manier van werken en/ of uw stijl? “Ik heb net een project gedaan met Marina ­Abramovic. Dat was heel anders dan mijn huidige werk met Lou Reed. Bij mijn volgende toneelstuk ga ik samenwerken met Charlotte Rampling. Mijn werk is telkens weer anders, afhankelijk van met wie ik werk.”

theater instituut nederland — 5


Voor onze leden

Nieuws van de Mediatheek Zoeken naar beeld in de catalogus Hoewel inmiddels veel collectie materiaal gedigitaliseerd is, zijn lang niet alle afbeeldingen in onze online catalogus te zien. U ziet dan een rood kruis op het scherm. Vanwege auteurs- en gebruiksrechten mag het TIN vooralsnog bovengenoemd materiaal niet online zetten. Wel kunt u alle gescande afbeel­ dingen en gedigitaliseerd audio- en videomateriaal in de mediatheek bekijken en/of beluisteren.

Nieuwe pas Enige tijd terug is de nieuwe ledenpas in de aangepaste huisstijl verstuurd. Iedereen die als lid bij het TIN staat ingeschreven, heeft (als het goed is) deze pas ontvangen. Bent u wel lid, maar heeft u de nieuwe pas nog niet in huis, neem dan contact met ons op via: mediatheek@tin.nl. De oude passen zijn namelijk niet meer geldig

Collectie in de Mediatheek vitrine Dit keer in de vitrine aandacht voor twee schenkingen: kostuums van Tessa Lute voor Toneelgroep Amsterdam en een deel van een beschilderd doek uit de Stadsschouwburg Amsterdam uit de late 19e eeuw. Verder aandacht voor de reizende tentoonstelling Backstage, de genomineerden voor de TIN Theaterprijzen en voor de fototentoonstelling van Jean van Lingen.

6 — Bulletin November 2010

Lid blijven is voordeliger! Het TIN lidmaatschap kost het eerste jaar € 28,50 (tarief 2010). Vanaf het tweede jaar betaalt u het vervolgtarief van € 23,50, dus € 5,00 goedkoper! Voor studenten en CJP/Stadspas /65+ hanteren we een gereduceerd tarief van € 23,50/ € 18,50 per jaar.

In de mediatheek Naam: Sandy Pieterse Leeftijd: 24 jaar Woonplaats: Amsterdam Beroep/opleiding: Masterstudent ­Theaterwetenschappen, Universiteit van Amsterdam Lid sinds: 2005 Interesse: toneel en jeugdtheater Hoe ben je lid geworden? ‘In mijn eerste studiejaar kreeg ik een rondleiding in de mediatheek [2005, toen nog aan de Herengracht, red.], en ik was meteen verkocht. Ik werd lid en ben het nog.’ Waar kom je voor & waarom? Natuurlijk heeft theaterwetenschap een eigen afdeling in de Universiteitsbibliotheek. Maar ik ben altijd hier naartoe gegaan voor het lezen van naslagwerk en het lenen van toneelteksten. Ik kom hier graag. Het is het gemak van deze bibliotheek: alles staat bij elkaar en ik heb tot nu toe alles hier gevonden wat ik nodig had. En als ik iets niet kan vinden -ik raak echt altijd de weg kwijt- dan zijn de medewerkers van de TIN mediatheek heel benaderbaar. Als ik een of ander artikeltje nodig heb dat van ver moet komen, gaan ze het meteen halen. Soms heb ik het mis en moeten ze nog een keer lopen, dat is geen enkel probleem. Ze zijn hier heel behulpzaam.’ Waar ben je nu mee bezig? ‘Dit jaar geef ik les aan de eerstejaars studen-

ten. Ik begeleid ze bij Reading Sessions, een werkgroep waar studenten leren een toneeltekst te lezen. Vervolgens moeten ze de tekst in een dramaturgisch concept vatten en in de praktijk uitvoeren. Dat is heel leuk om te doen. Daarnaast studeer ik natuurlijk zelf nog en ben ik bezig met de opzet van mijn scriptie over het dilemma van de programmeur (artistiek versus zakelijk), héél actueel eigenlijk…’ Er is na de verhuizing van het TIN best wat veranderd, wat merk jij daar­ van? ‘Ik ben in ieder geval wel blij met de nieuwe computers! Maar ik mis de grote tafels om aan te studeren wel een beetje. Zeker de ronde tafel waar iedereen de naslagwerken in kwam zien, dat was best gezellig. Verder mis ik de geluiden van het oude gebouw [aan de Herengracht, red]: het gekraak van de vloer en het gelach van mensen die met een koptelefoon op een opname beluisterden of bekeken. Dat maakte me ontzettend nieuwsgierig.’ Heb je tips? ‘Ja! Wie van jeugdtheater en Hans van den Boom houdt: hier staat een bundel met verzameld werk van hem! Dat vind ik echt helemaal te gek. Een heerlijke ontdekking. Verder zou ik hier wel veel meer willen lezen, maar nee, daar heb ik geen tijd voor.’

Als lid van Theater Instituut Nederland steunt u het theatererfgoed van Nederland en kunt u gebruik maken van de unieke collectie boeken, teksten en beeld- en geluidsdragers van onze mediatheek. Daarnaast kunt u gratis naar TIN tentoonstellingen en krijgt u korting op verschillende uitgaven. Op vrijdag 24 december sluit de mediatheek om 16.00 uur. De mediatheek is gesloten van zaterdag 25 december t/m maandag 3 januari 2011.

Over de TIN mediatheek Openingstijden dinsdag t/m vrijdag: 11.00 tot 17.00 uur zaterdag: 13.00 tot 17.00 uur Contactgegevens De mediatheek is gevestigd aan de Sarphatistraat 53 in Amsterdam. Het TIN is goed bereikbaar met het openbaar vervoer, tram 7 en 10 en metro, halte Weesperplein. De mediatheek is van maandag t/m zaterdag van 9.00 tot 11.00 uur telefonisch bereikbaar via: 020 551 33 05. Voor vragen, verlengingen en reserveringen kunt u de mediatheek mailen via: mediatheek@tin.nl


Culturele diversiteit

De Code Culturele Diversiteit de sector zelf aan zet Eind dit jaar wordt de Code Culturele Diversiteit gepresenteerd. In deze Code worden ambities en doelstellingen beschreven, aangedragen door de sector zelf, die moeten gaan zorgen voor meer verscheidenheid ofwel diversiteit in programmering, publieksbereik, samenwerkingspartners en personeels- en bestuursbeleid. Boegbeeld Noraly Beyer licht alvast een tipje van de sluier op.

Voorstelling Dilek, een volksopera over eerwraak van theater Rast. Fotograaf: Sine Boran. www.rast.nl

‘De code bestaat bij gratie van een gezicht’ door Noraly Beyer Het ontwikkelingswerk voor de code (Code Culturele Diversiteit, red.) was nog in volle gang toen ik een map met documenten kreeg van Pia van den Berg, directeur van de Engelenbak. Zij had het na jaren kunnen opbrengen om de paperassen op te ruimen van haar man Wim Warmer die in september 2002 was overleden. Tijdens zijn leven als bestuurder en theaterdirecteur was hij actief voorstander van culturele diversiteit in de kunsten en op de podia. Het oudste verslag in die map is uit 1986, het jongste uit 1999. De documenten herinneren eraan dat halverwege de jaren zeventig al duidelijk was dat etnische minderheden, inmiddels omgedoopt tot migranten, nieuwe Nederlanders en allochtonen, permanent in Nederland zouden blijven.

theater instituut nederland — 7


De aanwas van Surinamers was behoorlijk toegenomen en de Turken en Marokkanen gingen na een paar jaar gastarbeid niet terug naar hun eigen land. Ze betaalden braaf mee aan de welvaart van Nederland, maar zoals het in een van de verslagen staat: ‘etnische minderheden zijn binnen het gesubsidieerde kunstleven opvallend afwezig’. Het is een gegeven dat niets aan waarde heeft ingeboet. Na dertig jaar is het nog steeds zo dat ‘de aanwezigheid van etnische minderheden binnen het gesubsidieerde kunstleven uiterst gering is’. Maar nu heet het dat er ‘in de publiek gefinancierde cultuurinstellingen nog teveel sprake is van een ‘blanke monocultuur’. Zo staat het in het rapport ‘De olifant in de kamer’ (van de LAgroup, red.) dat in opdracht van Netwerk CS de stand van zaken onderzocht over de culturele diversiteit in gesubsidieerde cultuurinstellingen. De Nederlandse bevolking is de laatste decennia behoorlijk verkleurd, maar je ziet er te weinig van terug in het programma-aanbod, het publieksbereik en de samenstelling van personeel en bestuur. De olifant als metafoor voor culturele diversiteit werd de aanzet voor de code culturele diversiteit. Het idee kwam van de culturele sector zelf, maar de opdracht kwam van het ministerie van OCW. Dat zette vanaf dag 1 dat de stuurgroep van de culturele sector begon met de ontwikkeling van de code een en ander op scherp. Het moest duidelijk zijn dat OCW de opdrachtgever was, maar die was er niet aan begonnen als de culturele instellingen er niet om gevraagd hadden. Omgekeerd zei de cultuursector dat de code er niet zou komen als de overheid er niet achter stond. De instellingen en de overheid speelden een schimmenspel met elkaar rond de subsidies uit de gemeenschapsgelden. En dat stond nog los van de duizelingen die ik in het begin kreeg over wat een sectorinstituut is en wat een brancheorganisatie, wie bij wie en wie bij wat hoort, en belangrijker: wie waarvoor staat. Ik was blij dat de leden van de stuurgroep instemden met een interview waarin ze mij zouden vertellen wat volgens hen het belang van de code is, wat hun persoonlijke ervaringen zijn met culturele diversiteit en welke wensen ze hebben. De een vertelde dat hij voor

een-zestiende Indisch bloed heeft. Hij kan daarom zijn handen naar achteren buigen, zijn oren apart bewegen en één wenkbrauw optrekken. De ander zei dat hij in zijn jeugd nooit in aanraking is geweest met mensen uit andere culturen en nu in het multistan van Rotterdam woont en soms het gevoel heeft dat hij toerist is in eigen land. Weer een ander is geboren op het witte platteland in Drenthe en kwam na haar studie terecht op een zwarte school in Amsterdam West, met moeilijk opvoedbare kinderen. Uit alle verhalen blijkt onmiskenbaar dat Nederland een multicultureel land is geworden en dat er inspanningen moeten zijn om mensen met een andere culturele achtergrond erbij te betrekken of ’in te sluiten’, zoals dat in het jargon heet, zeker wanneer het om ons aller belastinggeld gaat. Uit alle verhalen blijkt ook dat het belangrijk is dat er een code culturele diversiteit komt, al was het alleen maar uit de praktische overweging dat het huidige publiek van musea, concert- en theaterzalen, over een aantal jaren is uitgestorven en er niks herkenbaars is voor nieuw publiek met gemengde roots. Ik deel de huiver voor de kaalslag van een nieuwe politieke wind, maar ik weiger me voor te stellen dat die een doodgeboren kind maakt van de code culturele diversiteit. Naarmate ik meer verhalen hoorde en gesprekken bijwoonde over het wat en hoe van de code, raakte ik vaster overtuigd van de noodzaak van antwoorden op de vraag hoe we in Nederland met elkaar willen omgaan. De code stelt die vraag en stimuleert ons om ons heen te kijken en te zeggen hoe we ons verhouden tot onze omgeving, zonder dat we direct in de stress hoeven te schieten om onder dwang te gaan opereren. Als we gewetensvol zijn en onze eer willen hooghouden, ontkomen we er niet aan om onze stinkende best te doen om culturele diversiteit binnen te halen. Gaandeweg werd ik wel bevestigd in mijn gedachten dat goed voorbeeld doet volgen. De code maakt alleen kans op slagen met steun van gezagdragers en spraakmakers in de kunst en cultuursector; de directeuren, de artistiek- en zakelijk leiders. De code bestaat bij de gratie van een gezicht, maar als de mensen die zeggen dat ze de code een warm hart toedragen hun gezicht niet willen laten zien, bestaat de code niet.

Noraly Beyer promotor van de Code Culturele Diversiteit De van oorsprong Curaçaose Noraly Beyer was van 1985 tot 2008 presentator/redacteur bij het NOS Journaal. Al eerder, in 1983, was ze werkzaam bij Radio Nederland Wereldomroep. Daarvoor werkte Beyer vanaf 1973 bij de nieuwsdienst van de Surinaamse televisie, totdat ze in 1982, na de decembermoorden, naar Nederland emigreerde. Sinds 2008 speelt en schrijft ze toneel. Zo speelde Beyer in 2009 de rol van het koor in de theaterproductie ‘Medea’, van het Noord Nederlands Toneel. Verder presenteert ze frequent debatten en schrijft ze columns. Sinds eind 2009 is Noraly Beyer betrokken bij de stuurgroep Code Culturele Diversiteit en per 1 december 2010 zal ze aantreden tot de Raad van Toezicht van het TIN.

8 — Bulletin November 2010

“De code stimuleert ons om ons heen te kijken en te zeggen hoe we ons verhouden tot onze omgeving” Jean van Lingen, fotograaf van het multiculturele theater De komende maanden is in het gloednieuwe theater van MC in Amsterdam ‘It’s about the work, nothing but the work’ te zien, een overzichtstentoonstelling van het werk van fotograaf Jean van L ­ ingen. Van Lingen brengt het multiculturele theater in Amsterdam sinds 1984 in beeld en werkte voor theaterpioniers als Rufus Collins en Henk Tjon (De Nieuw Amsterdam), Felix de Rooij, Norman de Palm en later John Leerdam (Cosmic theater), David Greaves en Nita Liem (Jongerentheater Nul­ twintig en later Don’t Hit Mama). De publicatie bij de tentoonstelling treft u als bijlage in dit BulleTIN, met naast foto’s ook quotes van geportretteerden en een essay van Nelly van der Geest. Bezoek de expositie: De expositie is t/m 19 december dagelijks gratis te bezoeken tussen 15.00 en 17.00 uur en op voorstellingsavonden in het MC Theater, Polonceaukade 5, ­ 1014 DA in Amsterdam. www.mconline.nl


Stuurgroep De cultureel diverse samenleving is een feit. In de vier grote steden heeft inmiddels bijna één op de drie inwoners een niet-westerse culturele achtergrond. In opdracht van Netwerk CS stelde de LAgroup Leisure & Arts Consulting in 2008 het rapport ‘Olifant in de kamer’ op. Zij onderzochten of culturele diversiteit ook een feit is in de basisinfrastructuur (BIS) van cultuurinstellingen in Nederland. Neen, was de conclusie. Deze verscheidenheid weerspiegelt nog te weinig in het theateraanbod, het publieksbereik en de samenstelling van personeel en bestuur in de culturele sector.

Voorstelling tijdens open dag van ITS DNA in april 2009. Fotograaf: Jean van Lingen. www.denieuwamsterdam.nl

Voorstelling BH van productiehuis en theater MC. Fotograaf: Daniel J. Ashes. www. mconline.nl

De stuurgroep Code Culturele Diversiteit nam de uitdaging van voormalig minister Plasterk aan om tezamen met de cultuursector te komen tot het opstellen van een gedragscode, de zogenaamde Code Culturele Diversiteit. Deze stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van drie branche­ organisaties (NAPK, NMV en VSCD) en van vier sectorinstituten (Erfgoed Nederland, Kunstfactor, TIN en MCN), namens alle sectorinstituten. De stuurgroep, onder leiding van voorzitter Noraly Beyer, is de formele opdrachtgever voor de totstandkoming van de Code. Het TIN treedt op als coördinator van het proces. Gezien de relevantie en urgentie koos de stuurgroep ervoor om de nadruk te leggen op etnische diversiteit. Hoewel de Code niet dwingend is, zal voor alle betrokken partijen gelden: ‘Leg uit of pas toe’. Meer weten? Meer informatie over De Code, het rapport ­‘Olifant in de kamer’, de beleidsbrief van voormalig Minister Plasterk van OCW en de samenvatting van het projectplan, vindt u op: www.tin.nl. Kies via de homepage voor ‘Code Culturele Diversiteit’.

Voorstelling Ticket to Paradise van Theatergroep DOX. Fotograaf: Chris van den Burght. www.theatergroepdox.nl

theater instituut nederland — 9


collectie

De TIN Collectie Illustreert de ontwikkeling van het Nederlandse Eén van de kerntaken van TIN is het verzamelen en bewaren van theater­ erfgoed in de vorm van data, literatuur en objecten. Om te zorgen voor een evenwichtige fysieke collectie is een selectie noodzakelijk. Vandaar dat het TIN sinds 2003 elk jaar in september een CollectieSelectie maakt van ongeveer 100 bijzondere voorstellingen. In de toekomst kan dan aan de hand van deze CollectieSelectie worden teruggekeken op hoe het Nederlandse theaterlandschap er in het verleden uitzag. Wat waren de belangrijkste ontwikkelingen, welke trends en gewoontes waren er en welke plaats nam theater in de maatschappij in? Erfgoed taak van het TIN In 1993 gingen het Nederlands Instituut voor de Dans, het Nederlands Poppenspel Instituut en het Nederlands Mimecentrum op in het TIN. Daardoor kreeg het TIN de taak de voorstellingen uit álle disciplines te beschrijven variërend van dans, toneel, mime, muziektheater, jeugdtheater tot amusement en poppenspel. De bijbehorende programmaboekjes, recensies, foto’s, affiches, video’s etc. verzamelt het TIN voor haar erfgoed collectie. Selectie Wie wat verzamelt heeft wat. Dat bleek wel toen in seizoen 2002-2003 het aantal voorstellingen dat in première ging was opgelopen tot 1300. In het afgelopen seizoen waren het zelfs 1500. Het was niet meer mogelijk om het materiaal van al deze producties te verzamelen door gebrek aan middelen, menskracht en ruimte. Het gevolg was dat in de tachtiger en negentiger jaren van de vorige eeuw vooral materiaal in de collectie opgenomen werd van voorstellingen van die gezelschappen of ontwerpers die het meest trouw waren in het opsturen van materiaal.

10 — Bulletin November 2010

Selectie was dus hard nodig om te komen tot een evenwichtige, representatieve en verantwoord beheerde ­collectie. Om deze selectie van ongeveer 100 voorstel­ lingen te kunnen maken, startte het TIN in 2003 met een adviescommissie. Deze commissie bestaat uit vijftien leden gekozen op basis van hun deskundigheid op het gebied van de diverse theaterdisciplines. De tien externe leden zijn recensent, theaterdirecteur, programmeur of hebben een andere functie waarbij men veel voorstellingen ziet. De overige vijf leden zijn medewerkers van het TIN. De leden mogen maximaal drie jaar zitting hebben in de commissie. Van de geselecteerde voorstellingen verzamelt het TIN actief de programmaboekjes, video’s, foto’s en affiches en streeft er naar om deze verzameling zo compleet mogelijk te maken. Alle gegevens worden opgenomen in de TIN-database. Kwaliteit versus vernieuwing & relevantie Bij het selecteren ziet de adviescommissie er op toe dat er een goede spreiding is over de verschillende disciplines, bekeken over het gehele aanbod van het betreffende seizoen. Ook wordt gelet op maatschappelijke en historische relevantie, vernieuwing in bijvoorbeeld vormgeving, speelstijl, maakproces en kwaliteit. Een voorstelling hoeft niet aan al deze criteria te voldoen. Ook een kwalitatief mindere voorstelling met zeer vernieuwende vormgeving kan in aanmerking komen voor de selectie. Het gaat dus niet noodzakelijkerwijs om ‘de beste’ voorstelling. De selectie wordt jaarlijks onder andere aangevuld met producties waaraan belangrijke prijzen zijn toegekend. Na vijf jaar wordt de selectie geëvalueerd en bekijkt de commissie of er belangrijke voorstellingen ontbreken of dat er voorstellingen in de selectie zijn opgenomen die bij nader inzien toch minder relevant waren.

Naar Damascus van Toneelgroep Amsterdam, opgenomen in TIN CollectieSelectie 2008-2009. Fotograaf: Jan Versweyveld

Scenografie Voor scenografie geldt een ander regime. Hier stelt het TIN aan de hand van de CollectieSelectie over vier jaar een lijst van belangrijke theatervormgevers samen. Van deze geselecteerde vormgevers worden vervolgens een aantal kostuums, maquettes en ontwerpen verworven van voorstellingen die reeds geselecteerd waren. De TIN CollectieSelectie van theaterseizoen 2009-2010 is te vinden op onze website: www.tin.nl klik via collectie onder het kopje ‘over het TIN’ door naar collectiebeleid.

The Autopsie Project van André Gingras / Korzo producties, opgenomen in de TIN CollectieSelectie 2007-2008. Fotograaf: Ben van Duin


Column

Selectie theater

Dirk Noordman

Hoe te bezuinigen in de kunsten? Om de bezuinigingen op de kunsten te verdedigen grijpen economen met in hun kielzog de VVD graag terug op de Verenigde Staten. Maar dat land is een heel armzalig voorbeeld om te laten zien, dat de kunsten voortaan met een pondje minder overheidssubsidie toekunnen. Want het bruto nationaal cultureel product ligt daar op ongeveer 9 miljard en in ons land op 4,5 miljard, terwijl het aantal inwoners in de VS bijna twintig keer zo groot is als hier. Dus de culturele productie per hoofd van de bevolking is in de Verenigde Staten bijna tien keer minder dan in Nederland. Met andere woorden: Amerikanen zijn in cultureel opzicht tien keer zo arm als Nederlanders. Dit gegeven zou deze economen en VVD-ers al achter hun oren moeten doen krabbelen. Als zij - weer met de VS als best practice voor ogen – dan ook nog beweren, dat in Nederland particulieren de financiering van de kunsten maar van de overheid moeten overnemen, wordt hun pleidooi potsierlijk. Want zij hebben kennelijk niet door, dat fondsen en mecenaat in de Verenigde Staten en in Nederland ongeveer evenveel aan de kunsten uitgeven. Om dat in te zien hoef je alleen maar in bedragen per inwoner te rekenen en niet in absolute bedragen. Misschien zitten de inwoners van allebei de landen met hun giften aan de cultuur nu al aan hun maximum. In absolute bedragen wordt er aan de overkant van de oceaan meer door het mecenaat uitgegeven, ja. Dank je de koekoek bij zoveel inwoners! Maar dat zegt nog niet hoeveel er gemiddeld per inwoner haalbaar is in de VS, laat staan dat dit een norm oplevert voor wat er in Nederland moet gebeuren.

Tarator van theatergroep Rast, opgenomen in TIN CollectieSelectie 2009-2010. Fotograaf: Bernadette Gerats

Aan de Verenigde Staten kunnen Europese landen zich niet spiegelen, omdat aan deze zijde van de oceaan alle landen van oudsher allemaal een veel hogere culturele productie hebben dan het land der onbegrensde mogelijkheden. Wat niet wegneemt, dat er best een redenering in economische termen valt op te zetten die aangeeft hoeveel de Nederlandse overheid op de kunsten moet bezuinigen. Zo`n redenering begint bij het bepalen van het totaal van de culturele activa van Nederland: het Nederlands cultureel actief. De culturele activa van de Nederlandse overheid, onroerend goed op A1 locaties, schilderijen in rijksmusea, merken van dansgezelschappen zijn op de internationale markt onnoemelijk veel waard geworden. Het totaal van de culturele activa van Nederland inclusief haar stille reserves kan worden vergeleken met dat van andere landen. Dan moeten niet alleen de absolute getallen op een rijtje worden gezet want die zeggen hier niet zo veel, zoals uit het voorbeeld hierboven blijkt. Het nationaal cultureel actief kan beter op een bepaalde noemer worden gebracht, bijvoorbeeld worden berekend per stad van 100.000 inwoners; per PVV stemmer of per inwoner van de Bible belt. De meest voor de hand liggende noemer is natuurlijk het aantal inwoners van een land. Het cultureel actief/per inwoner zou een handig kengetal zijn. Daarvan kunnen politici laten bepalen hoe hoog het nu is, bespreken hoe hoog het zou moeten zijn en aangeven welke landen zij als benchmark voor Nederland acceptabel vinden. Op basis daarvan kan de kiezer zien of ons land cultureel rijker of armer is dan Rusland of Japan, Duitsland of Frankrijk. In regeerakkoorden kan komen staan dat de regering gaat proberen in de komende vier jaar bijvoorbeeld Rusland voorbij te streven in culturele rijkdom. Of dat zij wil proberen onder Vlaanderen te zakken. Daarna volgen er nog vele stappen, voordat op economische gronden is bewezen dat er bezuinigd moet worden op de overheidssubsidies op de kunsten. ­Economen en in hun kielzog de VVD zouden voor hun bewijsvoering niet naar de Verenigde Staten moeten kijken. Daar is het bewijs echt niet te vinden. Vanaf zijn studie economie werkt Noordman als organisatieadviseur en interim-manager in het MKB. Binnen dit MKB heeft hij zich geleidelijk gespecialiseerd in het management van de culturele sector. www.dirknoordman.nl

theater instituut nederland — 11


Tentoonstellingen

Educatieve tentoonstelling ‘Backstage’ reist door Nederland Backstage, de succesvolle educatieve tentoonstelling van het TIN, is terug in een nieuwe vorm. Het aangepaste concept volgt het p ­ roces van theatermaken van idee tot première. Via beeld, filmpjes en inter­actieve spellen ontdekken middelbare scholieren en theaterpubliek wat er aan een voorstelling vooraf gaat en hoe verschillende theaterprofessionals samenwerken. Na de premiere in de Stadsschouwburg Amsterdam reist Backstage de komende twee jaar door Nederland. “Het leukst vond ik de filmpjes rond de theatermakers omdat ik zo kon bedenken hoe ik het zelf zou doen.” Van idee tot premiere De tentoonstelling Backstage bestaat uit vier elementen, die samen het gehele maakproces van een theatervoorstelling verbeelden. Ieder element heeft een interactieve component en bevat filmpjes met interviews met hedendaagse regisseurs, acteurs, decor-, licht- en kostuumontwerpers. De elementen kunnen op verschillende manieren worden neergezet en zo worden ingepast in de beschikbare ruimte in theaters of culturele centra. Educatief programma Samen met de theaters waar Backstage te zien is biedt het TIN een educatief programma aan voor middelbare scholieren. Op iedere locatie kunnen schoolgroepen zich aanmelden voor de Backstage workshop. Hierin maken de leerlingen actief kennis met de basiselementen van theater en gaan ze zelf aan de slag met twee scènes uit Romeo en Julia. Iedere leerling kiest een taak: decor, kostuum, licht, geluid, regie of spel. Tijdens de workshop bezoeken ze de tentoonstelling en laten ze zich inspireren. Tot slot komen alle onderdelen samen in een eindpresentatie. De schoolgroepen ontvangen bij de workshop ook de DVD Backstage met 16 fragmenten van de meest uiteenlopende theatergenres die er op dit moment in Nederland bestaan. Deze kan door de docent tijdens de lessen over theater gebruikt worden en completeert de kennismaking met theater. Samenwerking met podia en gezelschappen Backstage ging de afgelopen maanden in première in de Stadsschouwburg Amsterdam. Daar was deze tentoonstelling van 24 augustus tot en met 11 oktober te bezoeken. Het liep storm. Ruim 60 middelbare schoolgroepen bezochten de tentoonstelling en het educatieve programma, die beiden een succes bleken. De Stadsschouwburg sloot aan met een fysiek kijkje ’backstage’ door de leerlingen achter de schermen rond te leiden en de opbouw en repetitie van verschillende voorstellingen te laten zien. Daarbij werkten ze samen

12 — Bulletin November 2010

met muziektheatergezelschap Orkater, waarmee een aanvullend educatief programma werd ontwikkeld rondom de voorstelling Richard III. “Zo beleven leerlingen theatereducatie vanuit verschillende facetten”, aldus projectleider Jephta Hermelink van het TIN. “De algemene introductie van Backstage is bij uitstek een aanvulling op de eigen educatieprogramma’s van podia en gezelschappen.”

“ Zo beleven leerlingen theatereducatie vanuit verschillende facetten”

De reacties op Backstage Docenten en leerlingen in Amsterdam reageren enthousiast op de tentoonstelling en workshops in de Stadsschouwburg; docenten komen vaak met meerdere groepen vanuit een school, soms wel zes tot tien groepen van verschillende leef­tijden en niveaus. Docenten geven daarbij aan dat de leerlingen er echt iets van leren. Het is bijzonder om te zien dat jongeren van verschillende leeftijden en opleidingsniveau’s en volwassenen er verschillende dingen uithalen; de jongste groepen zijn vooral actief, trekken aan de touwen, klikken op de touchscreens, en komen rappend en zingend het toneel op. Bovenbouw leerlingen beleven de tentoonstelling weer anders; zij maken de opdrachten, voeren eigen toneelstukjes op ­tijdens de ‘première‘, repeteren tijdens de workshop serieus in het repetitie­ lokaal en bekijken de filmpjes aandachtig. Dit laatste zie je ook bij de ‘volwassen’ k ­ ijkers, de theaterbezoekers en -docenten; voor wie de filmpjes, foto‘s en requisieten vaak een feest der herkenning zijn en de interviews een interessante aanvulling. De doelstelling om leerlingen en theaterbezoekers op een gerichte en leuke manier kennis te laten maken met de totstandkoming van een theatervoorstelling is in Amsterdam in ieder geval geslaagd. Het komende seizoen reist Backstage onder andere naar Maastricht, Utrecht en Almere. Meer weten? www.backstageontour.nl

“ De filmpjes rond de theatermakers zijn interessant omdat ik zo kan bedenken hoe ik het zelf zou doen”

De pers over Backstage ‘De bezoeker zit in een mum van tijd tot over de oren in het theaterleven. (...) Een aanwinst voor iedere theaterfoyer’ – Trouw ‘knap vormgegeven op een klein oppervlak, toont alle facetten van theater maken’ – Volkskrant ‘een rijkgeschakeerde tentoonstelling’ – NRC


De tentoonstelling in beeld Backstage laat bezoekers kennismaken met het maakproces van een theatervoorstelling in vier onderdelen die zijn vormgegeven als eigen eilanden: Idee, Ontwerp, Repetitie en Première.

Idee

Dit is de beginfase van het maakproces: de ideeën en inspiratiebronnen van theatermakers komen hier aan bod. Met een multimediaal spel maken bezoekers zelf een moodboard met inspiratiebeelden voor een theatervoorstelling.

Ontwerp

“ Licht, decor en geluid vind ik het leukst, omdat je zo hele sferen kunt creëren met steeds dezelfde hulpmiddeltjes”

Hier staan geluid-, licht-, kostuum-, grime- en decorontwerp centraal. In een schaaltheater kunnen bezoekers experimenteren met verschillende combinaties van licht, geluid en decor en zien wat de effecten hiervan zijn.

Repetitie “ Een eigen opname maken is echt lachen!”

Première

In dit eiland komt alles samen; de technici bouwen het decor en de techniek op, de acteurs bereiden zich voor in de kleedkamer en tussen de coulissen. Als bezoeker kruip je voor een moment in hun huid.

“ Het opkomen is leuk omdat het goed is om te horen dat zenuwachtig zijn heel normaal is”

Bij het onderdeel Repetitie staan de acteurs en regisseurs centraal: hoe gaan zij te werk? Bezoekers kunnen zelf in een minirepetitieruimte onder begeleiding van een virtuele regisseur een scene repeteren.

Tourschema Backstage 2010-2011 Amsterdam Stadsschouwburg – 2 ­ 4 aug t/m 11 okt Maastricht Theater a/h Vrijthof i.s.m. ­Kaleidoscoop – 2 t/m 29 nov Stadsschouwburg Utrecht – 14 jan t/m 14 feb Almere Schouwburg i.s.m. De Kunstlinie – 16 feb t/m 30 maart Alkmaar Theater De Vest – 1 t/m 29 april Leeuwarden Schouwburg De Harmonie i.s.m. Tryater – mei 2011

theater instituut nederland — 13


TIN Internationaal: onderzoeksmissies Tentoonstellingen

Nieuwe contacten opdoen in het buitenland Afgelopen september ging het TIN met een groep van 10 professionals (waaronder gezelschappen, podia, medewerkers van SICA en Fonds Podiumkunsten) op pad naar Turkije. Vol enthousiasme en met een missie! Deze reis is de eerste in een reeks van onderzoeksmissies die TIN dit najaar en ook volgend jaar naar het buitenland organiseert. Ze zijn bedoeld voor makers en gezelschappen die samenwerkingsverbanden zoeken buiten de landsgrenzen. Maar ook Nederlandse podia en organisaties die graag buitenlandse podiumkunstenaars onderbrengen in de vorm van residenties of hen willen presenteren, nodigt het TIN van harte uit om deel te nemen. Deze missies bieden een kans om nieuwe contacten op te doen of oudere contacten te verstevigen, met als beoogd resultaat concrete en soms meerjarige samenwerking. Missie naar Turkije Het TIN organiseerde al eerder onderzoekmissies naar het buitenland. Maar voor deze reis naar Turkije konden makers, gezelschappen en podia zich zelf aanmelden. Het TIN organiseert de reizen en stelt het programma op, de deelnemers dragen zelf zorg voor de reis- en verblijfkosten. Het gezelschap reisde van 13 t/m 19 september langs drie steden: Ankara, Diyarbakır en Istanbul. Voor Turkije koos het TIN omdat 2012 is benoemd als ‘Turkijejaar’ door de Ministeries van OCW en Buitenlandse Zaken. Het verblijf in Istanbul viel samen met de satellietbijeenkomst van de IETM [Informal European Theatre Meeting] Balkan Express, waarin Turkse gezelschappen en makers

gepresenteerd werden. Ellen Blom (voormalig programmeur bij Stadsschouwburg Utrecht) hield speciaal voor het BulleTIN een dagboek bij tijdens deze reis. Missies in 2011 Ook voor het nieuwe jaar is het TIN bezig met de voorbereiding van onderzoeksmissies naar onder andere Brazilië (Sao Paulo en Rio de Janeiro) en waarschijnlijk Rusland. De reis naar Brazilië zal ergens voor de zomer (mei 2011) plaatsvinden. Met name de hedendaagse podiumkunsten in Brazilië zullen tijdens deze reis worden belicht, waarbij de nadruk ligt op de disciplines dans en theater/performance.

De missiereis naar Turkije werd samen­gesteld en georganiseerd door het TIN in nauw overleg met Ece Pasarbazi en Esra Aysun van de Turkse organisatie ­C-U-M-A, en Eylem Erturk (docente aan de Bilgi University in Istanbul). Aan deze reis namen deel: Stadsschouwburg Utrecht, N ­ ederlands Dans ­Theater, Onafhankelijk Toneel, Mongrel Producties, Theater RAST, Zina Platform, Likeminds en medewerkers van SICA, Fonds Podium­ kunsten en het TIN.

Meer weten? Als u interesse heeft of op de hoogte wilt blijven wat betreft deze onderzoeksmissies, hou dan onze site (www.tin.nl) in de gaten. Ook kunt u mailen naar de projectleider (Anja Krans) van deze missies via: akrans@tin.nl

14 — Bulletin November 2010


Missie Turkije 13 t/m 19 september 2010

Dagboekverslag door Ellen Blom Maandag 13 september We vliegen met tien mensen naar Ankara. Een aantal gezelschappen, podia en medewerkers van het TIN, SICA en Fonds Podiumkunsten. Zelf ben ik nog op stap voor de programmering [jongeren & cultureel divers, red] van de Stadsschouwburg Utrecht. Vandaag is een eitje: vliegen, naar het hotel, uit eten. Als ik de hotelkamer in stap baadt de stad in het licht van de ondergaande zon en klinkt de oproep voor de moskee. Een sfeervolle zachte landing.

Dinsdag 14 september Om 9 uur zitten we al bij de Theaterfaculteit van de Universiteit, de eerste van acht afspraken vandaag. De setting is als volgt: We zitten in een kring in een kantoor, vertellen wat we doen en beogen in 2012, luisteren naar de gastheren en gastvrouwen en vooral naar Eylem [zie kader, red.] die alles vertaalt. Twee keer kunnen we lopend naar de volgende afspraak; even de zon voelen voordat we weer de minibus of het volgende kantoor instappen. ‘s Middags hebben we een afspraak met waarschijnlijk, zoals Henk Scholten [directeur TIN, red.] het formuleert, de grootste theaterproducerende organisatie ter wereld. Het Staatstheater heeft 2500 mensen in dienst waarvan 800 acteurs (exclusief freelancers), bespeelt 52 podia in het hele land en brengt per seizoen ruim 100 nieuwe producties uit. De gemeentelijke Stadstheaters werken al met veel lagere budgetten. De rest van het kunstenveld is vooral op zichzelf aangewezen. De gevolgen van dit beleid klinken in elk gesprek door. Vanuit het Staatstheater is er geen noodzaak om samen te werken met andere organisaties in de stad of het land. Wel toeren ze ook in het buitenland. Ergens in het gesprek springt er tussen al die cijfers een vonk over. Het Staatstheater bezit een oude passagiersboot in Istanbul. Ze hebben al een keer een treinproject gedaan. Misschien is de boot geschikt voor een mobiel theaterproject? De volgende dag heeft de president nogmaals onze personalia opgevraagd. Dit vraagt om een vervolg.

Woensdag 15 en donderdag 16 september Woensdagochtend vliegen we naar het verre oosten van Turkije, het hart van de Koerdische regio: Diyarbakır. Ver onder het vliegtuigraam ontvouwt het landschap zich als een prachtig geelbruin patchwork waar grote rivieren doorheen kronkelen. De eerste minuten richting stad zie ik helemaal geen vrouwen op straat. Wel groepjes mannen in theehuizen, en veel snorren. In een kledingwinkel staan paspoppen met een hoofddoek om.

Ellen Blom is voormalig programmeur jongeren & culturele diversiteit bij Stadsschouwburg Utrecht. Sinds 1 oktober werkt zij onder de naam Ellen Blom ID, advies & organisatie in de podiumkunsten. www.ellenblomid.nl ellenblom@xs4all.nl

De gesprekken die we voeren komen steeds uit bij de oorlog, en bij vrijheid. De vrijheid om in de eigen Koerdische taal te kunnen schrijven en spreken, of om een Koerdische naam op het theater te zetten. Uitwisseling met het buitenland gaat in eerste instantie over de positie bepalen tegenover Turkije. Er mag al veel meer dan een aantal jaar geleden, maar teveel activisme wordt de kop ingedrukt. In het gloednieuwe gebouw van het Cigerxwin Jeugd-en Cultuurcentrum staren we naar de lege stoel van de directeur/burgemeester, die met veel andere Koerdische intellectuelen in de gevangenis zit. “Tja, het Staatstheater,” verzucht de directeur van het Stadstheater. “Het is net televisie; je kunt er naar kijken, maar je kunt er geen dialoog mee aangaan”. Ondanks dat verklaart hij Diyarbakır, na Istanbul, tot dè hoofdstad voor kunst en cultuur in het hele Midden-Oosten. We zitten met acteurs en medewerkers in een overvol kantoor. In de hoek blaast een grote aircokast die wordt uitgezet om de getolkte gesprekken verstaanbaar te houden. Als de temperatuur weer tot tropische hoogte is gestegen gaat hij toch maar weer aan. We bezoeken een paar indrukwekkende voorbeelden van onafhankelijke initiatieven. De passie, noodzaak, het engagement en de liefde voor de taal en cultuur zijn voelbaar. Anderhalf uur verder naar het zuiden ligt Mandir, een prachtig oud stadje waar we eten op het terras van een restaurant, onder de sterren, met uitzicht op Syrië en Irak. Na een dag van 37 graden is het zo’n perfecte zwoele avond waarop je normaal gesproken niets meer zou doen. Maar wij rijden in het donker weer een half uur verder naar de deelgemeente Kızıltepe. Ook hier affiches aan de muur: “Wij willen onze burgemeester terug!” We vallen in een theatervoorstelling door jongeren, belicht door twee kale peertjes aan het plafond. Het plezier en de energie zijn er niet minder om. Met of zonder burgemeester.

Vrijdag 17 t/m zondag 19 september De overgang naar Istanbul voelt nogal abrupt. We sluiten we ons aan bij een bijeenkomst van de IETM die al in volle gang is. Iedereen gaat zijn eigen weg. Voor mijn afspraken hoef ik de wijk Beyoğlu niet uit. Dat is precies de reden waarom het TIN dit keer verder wilde kijken dan dat stukje Turkije waar de meeste kunstbrengers en kunsthalers stranden. Deze reis bood een unieke kans om de horizon te verbreden. En om ‘2012’ al een beetje op de kaart te zetten in Turkije. De kop is eraf. Lees het complete dagboekverslag van Ellen verder op: www.tin.nl

theater instituut nederland — 15


vooruit & terugblik

Ramses Shaffy leeft voort op eenlevenlangtheater.nl

de ere galerij van grote Nederlandse Theaterpersoonlijkheden

personen aan het woord. Voor Interakt (een bedrijf dat docume ntaires, websites e.d. met een historische, culturele, educatieve of maatschappelijke insteek produceert) was de stopzetting van het programma reden om te kijken hoe het leven van belangrijke cultuurdragers in websites vastgelegd kon worden. Zij zochten samenwerking met het TIN om zo het theatererfgoed vast te ­leggen en toegankelijk te maken.

‘Een acteur is er zolang hij er is en daarna is hij weg. Van ons blijft niets over’, zei Mary Dresselhuys ooit in een interview. Gelukkig is er de website Een leven lang theater, waardoor het werk en leven van grote theaterpersoonlijkheden niet in de vergetelheid wordt weggedrukt maar gekoesterd. Een leven lang theater is de overkoepelende naam voor een serie portretten die het TIN samen met Interakt en met steun van VandenEnde Foundation maakt over belangrijke theaterpersoonlijkheden zoals Mary Dresselhuys, Ko van Dijk, Jos Brink en vele anderen. Maandag 29 november 2010 wordt de website over Ramses Shaffy toegevoegd aan deze eregalerij en feestelijk gelanceerd in Felix Meritis, Amsterdam. Het is die week precies 1 jaar geleden dat hij overleed. Aanleiding Het idee om een online ‘Eregalerij’ op te zetten werd geboren in 2004 toen het radioprogramma ‘Een leven lang’ stopte. Gedurende 20 jaar liet dit programma artiesten, muzikanten, architec ten, schilders en andere voor de Nederlandse cultuur belangrijke

www.eenlevenlangtheater.nl Sinds de lancering van de site ‘Een leven lang theater’ in 2007 zijn eenentwintig portretten gepubliceerd. En daar blijft het niet bij. In december 2010 komt het TIN met een nieuw portret van Ramses Shaffy en volgend voorjaar wordt de site over Feike Boschma gelanceerd. Elke theaterpersoonlijkheid heeft een eigen webpagina met daarop een uitgebreide en overzichtelijke biografie, een overzicht van zijn of haar repertoire, recensies en fotomateriaal. Ook zijn er zeldzame en niet eerder vertoonde beeld- en geluidsfragmenten te zien en te horen. De combinatie van dit alles, zorgt ervoor dat een breed publiek (zowel studenten, professionals als geïnteresseerden in het theater) de site bezoekt. De betrokken artiesten, zoals Ellen Vogel, Willem Nijholt, Alexandra Radius, Hans van Manen en John Kraaijkamp zijn vol lof over de website. Dat geldt ook voor hun familieleden, zoals Petra en Merel Laseur over het portret van Mary Dresselhuys, Johnny Kraaijkamp jr. over het portret van zijn vader, en Peter-Jan van Dijk over het portret van zijn vader, Ko van Dijk. Aan de reacties te merken, wordt de site ook door veel scholieren gebruikt. Gezien het zoekgedrag (biografieën worden veel opgevraagd) doet de site tevens dienst als naslagwerk. Meer weten? www.eenlevenlangtheater.nl

Sanja Mitrovic wint

BNG Nieuwe Theatermakers Prijs 2010

Sanja Mitrovic ontving op 8 september jl. de BNG Nieuwe Theatermakers Prijs 2010 ter waarde van € 45.000 voor haar voorstelling ‘Will You Ever Be Happy Again?’ die zij regisseerde en waarin zij zelf ook speelde. De jury koos Sanja Mitrovic uit zeven nieuwe theatermakers die het afgelopen seizoen te zien waren in Blind Date – nieuwe theatermakers on tour. Blind Date wordt georganiseerd door het TIN en wordt mogelijk gemaakt door het Cultuurfonds van de Bank Nederlandse Gemeenten.

Sanja Mitrovic Sanja Mitrovic (Servië/Nederland) is theatermaker en performer. Zij woont en werkt in Amsterdam. Zij behaalde haar doctoraal in de Japanse taal en letterkunde in Belgrado (2004) en studeerde af aan de Mime Opleiding van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (2005). Zij maakte Will You Ever Be Happy Again? bij hetveem theater. 8weekly schreef: “(...) Het is een frisse en prettig-geëngageerde voorstelling.”

Publieksprijs De publieksprijs ging naar The Sadists. Het Blind Date publiek was laaiend enthou­siast over hun voorstelling ­Alabama Chrome. Meer weten? www.theaterblinddate.nl Op deze site vindt u actuele informatie over de Blind Date serie met o.a. resensies en blogs van makers


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.