4 minute read

Terugkeer naar het werk

Twee maanden na een hartaanval ben je meestal echt nog niet in staat om zelfstandig de draad van je leven weer op te pakken en je lifestyleaanpassingen blijvend in te passen in je dagelijkse leven.

Ook fase 3 van de hartrevalidatie, het blijven onderhouden van je conditie door middel van cardiofitness, is heel belangrijk. Ik ga nog steeds twee keer in de week naar cardiofitness en ik geniet er erg van. Het is fijn om te merken dat je conditie vooruitgaat, dat je steeds wat langer en harder kunt fietsen of lopen, en dat je lichaam steeds sterker wordt. In paragraaf 7.1 vind je tips en inspiratie voor het in beweging blijven na de afronding van het hartrevalidatietraject.

Terugkeer naar het werk

Ik las in het boek Hart voor vrouwen van cardioloog Angela Maas een passage die heel toepasselijk was voor mijn situatie ongeveer vier maanden na mijn hartinfarct, toen ik van de arbo arts weer aan het werk moest:

“Een belangrijk aandachtspunt in het herstel van een hartinfarct op jonge leeftijd is een goede begeleiding in terugkeer naar het werk. De impact van een life event zoals een hartinfarct is heel anders op jonge leeftijd, als je met werk en gezin nog midden in het leven staat, dan wanneer je dat hartinfarct als 70-plusser krijgt. Dan is die werkdruk er niet meer en ben je vaak al blij dat je het hebt overleefd. Je spankracht verandert na een hartinfarct en vooral bij vrouwen zien we dat het lastiger is om daarna alle ballen in de lucht te blijven houden. Er zou vanuit de arbeidsgeneeskunde meer begrip moeten zijn voor deze aspecten, terwijl men nog te veel kijkt naar puur cardiologische meetwaarden vanuit het mannenperspectief.”

Een treffend woord in dit stukje is ‘spankracht’. Dit is je inspanningsvermogen of je belastbaarheid. Je elasticiteit, je veerkracht, je rekbaarheid. Ik heb het gebrek aan spankracht in het begin heel erg gemerkt en ik had ook veel moeite met de terugkeer naar het werk. Mijn cardiologische meetwaarden (bloeddruk, cholesterol, ecg, gewicht et cetera) waren allemaal prima in orde na vier maanden, maar toch voelde ik me niet echt klaar om te gaan werken. Om het begrip voor mijn situatie te vergroten, heb ik zelfs de directie en de hr-manager van mijn werk deze passage van Angela Maas laten lezen.

Wat ook niet helpt, is dat je er na een paar maanden gezond leven veel beter uitziet. Toen ik terug op het werk kwam, zei iedereen dat ik er zo fantastisch uitzag. Geen wonder: ik at goed, ik sportte, ik rookte niet meer, ik dronk veel minder en ik sliep voldoende! Maar dat zegt nog niets over je capaciteit om weer te gaan werken. Natuurlijk is het heerlijk om er goed uit te zien, maar daar word ik niet voor betaald. Het is in het begin heel lastig om je nieuwe gezonde en actieve leefstijl te combineren met je dagelijkse bezigheden, je zorgtaken en dan ook nog een baan. Ook al ben je volgens de cardiologische meetwaarden weer kerngezond, je merkt toch dat je energie sneller op is en dat je minder aankunt dan voor je hartaanval. Vaak merk je zelf wat je grens is en weet je hoelang je een activiteit volhoudt. Lukt het een keer minder goed en ben je sneller moe? Probeer het dan niet te forceren. Je herstel gaat met ups en downs en dat heeft tijd nodig. Je zult zien dat je op den duur in een nieuw ritme komt waarbij je je lekker voelt. Dat is echt een kwestie van tijd.

Het beste is om je werk weer langzaam op te bouwen in overleg met je behandelend arts en de bedrijfsarts. Met hen bespreek je op welke manier en hoe snel je weer aan het werk kunt. Na zes weken beoordeelt de arbodienst of bedrijfsarts

of je weer volledig kunt werken. Binnen acht weken moet je werkgever in overleg met jou een plan opstellen om het werk weer op te pakken. Iedere zes weken bespreken jullie de voortgang. Als het nodig is, overlegt de bedrijfsarts met je huisarts of cardioloog. In het kadertje hieronder kun je lezen hoe de terugkeer naar het werk bij mij is gegaan. Soms kun je je huidige functie oppakken, soms krijg je (tijdelijk) andere taken of aangepast werk. Geef zelf ook aan wat wel en niet goed gaat of waar je tegen opziet. Als je niet graag als patiënt gezien wilt worden, pak je misschien meer op dan je eigenlijk aankunt. Of andersom: je kunt zo bang zijn dat er iets misgaat, dat je bepaalde klussen vermijdt. Praat over je gevoelens, onzekerheden en angsten met je leidinggevende, je collega’s en met je arts. Jij kunt zelf het best aangeven wat je wel en niet kunt.

“Vier maanden na mijn hartinfarct ben ik begonnen met halve dagen te werken. Dit was wel lekker, omdat ik de andere halve dagen gezond kon koken, sporten, wandelen en gewoon lekker dingen voor mezelf kon doen. Aan de andere kant was dit ook niet ideaal, omdat ik geen baan heb die je in 20 uur kunt doen. En dat gaf weer extra stress. Na zes weken was de conclusie van zowel de huisarts als de cardioloog dat ik nog niet volledig kon gaan werken, maar dat halve dagen ook geen oplossing was. Ik heb toen in overleg met mijn werkgever nog twee weken volledig ziekteverlof gekregen en daarachteraan heb ik een vakantie gepland, waardoor ik uiteindelijk pas na zeven maanden weer volledig aan het werk ben gegaan.”

This article is from: