In beweging! mei 2012

Page 1

Magazine van NISB, 4e jaargang, mei 2012

Netwerken is niet moeilijk (dankzij tips van NISB)

De plannen van NISB Beleidsagenda 2012

Fit op het sportveld, fit op het werk Profiteren van een topsportevenement


inhoud

Tekst Regina Zoeter | Fotografie Mariel Kolmschot

COLUMN 03 Funda Müjde over sporten ‘Sinds mijn ongeluk moet ik vechten voor elk sportmoment’

(On)zichtbaar

23 succes in beeld Fit, vaardig en verstandig. Aandacht voor een onderzoek van RUG/UMCG

Succes kent vele vaders. Dat zag ik pas weer op een startbijeenkomst in Den Haag van het mooie project ‘Beweeg mee’, speciaal gericht op Haagse minima. Met de BeweegKuur als inspiratiebron heeft NISB er enorm aan getrokken om de partijen bij elkaar te brengen, moeilijkheden weg te strijken, kennis in te brengen. En dan is het moment van presentatie daar en lijkt het er bijna op dat het allemaal vanzelf is gegaan. Zorgverzekeraars, zorgaanbieders, gemeente: iedereen trots op het bereikte succes. Wisten de partijen automatisch al hoe ze moeilijk te bereiken doelgroepen samen in beweging konden krijgen? Nee, heel vaak vormt een kennisinstituut als NISB die onzichtbare lijm, het laagje cement. Zonder zulke lijm of cement valt het bouwwerk uiteen. Sterker nog, dan kan het niet eens worden gebouwd. Die specifieke rol van NISB – de onzichtbare lijm in samenwerkingsprocessen – mag wat mij betreft beter zichtbaar worden. Succes is mooier als je het kunt delen toch?

24 Opinie en strip Marieke Verhaaf (NISB) pleit voor gezondheidsonderwijs

Clémence Ross, directeur NISB

04 Kort Agenda en nieuws 06 Netwerken, zo doe je dat (niet) Marion Herens en Marian ter Haar (NISB) over valkuilen bij het bouwen van een netwerk 09 beleidsagenda 2012 De programmering van NISB overzichtelijk op een rij, mét tekening van kunstenaar Jan Rothuizen 17 Sport heeft betekenis Hoe topsportevenementen van maatschappelijk belang kunnen zijn

22 Kort Onderzoek Sjaak de Gouw naar beleid publieke gezondheid uitgelicht en nieuwsberichten

18 Beweegreden Hoe blijven werkende Nederlanders vitaler en daardoor duurzamer inzetbaar? Drie mensen vertellen over hoe bewegen hen gezond (aan het werk) houdt

COLOFON

In beweging! is een uitgave voor relaties van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB). Het verschijnt twee keer per jaar als magazine en één keer als special. Oplage: 4.000. De digitale versie van In beweging! is te vinden op www.nisb.nl Concept & realisatie Label, Arnhem Bladmanagement NISB (Jacqueline Kronenburg, m.m.v. Nancy Poiesz en interne redactie) Beeld cover Anneke Hymmen, Ron Offermans, Frank Ruiter en Jan Rothuizen (illustratie) Lithografie Willem Grafische bewerkingen, Halle Druk Senefelder Misset, Doetinchem Artikelen uit In beweging! mogen uitsluitend na schriftelijke toestemming vooraf van NISB en met bronvermelding worden overgenomen. Contact/extra exemplaren: NISB, Postbus 643, 6710 BP Ede, (0318) 490900, communicatie@nisb.nl, Twitter: @nisbtweet ISSN 2211-5005

BN'ER BEWEEGT

‘Bewegen is leven!’ Wat betekent sport en bewegen voor jou? “Voor mijn ongeluk (Funda heeft een dwarslaesie overgehouden aan een auto-ongeluk in Istanbul in 2007, red.) deed ik aan joggen, racefietsen en skeeleren. Na mijn ongeluk was sport nog even belangrijk voor mij, maar ik voelde mij gefrustreerd. Voor een sportmoment moest ik vechten. Nog steeds, want ik heb altijd hulp nodig: iemand die mij op een paard of in het zwembad helpt bijvoorbeeld.Toch blijf ik sporten, bewegen is leven.” Hoe ziet het sporten er nu voor je uit? “Vlak na mijn ongeluk werd ik uitgenodigd voor een evenement opTexel, waar mindervaliden konden kennismaken met allerlei sporten. Ik leerde duiken, kon paardrijden en zelfs skydiven. OpTexel dacht ik: ‘Er is leven na de dood.’ Ik heb nu zo'n drie sportmomenten per week onder begeleiding van een fysiotherapeut. Ik doe dan gymoefeningen, loop op een speciale loopband en krijg massage voor schouders en armen. Met mooi weer doe ik aan handbiken. Ik heb gelukkig wat aangepaste apparaten thuis. Het lijkt veel, maar ik reken mij niet rijk: dit is de enige tijd die ik aan bewegen besteed, want ik zit in een rolstoel. Wat ik echt mis is het hijgen na intensief sporten. Ik heb inmiddels een goede conditie en ik heb de grenzen van mijn mogelijkheden wel bereikt.” Wat is je droom? “Als je klaar bent met revalideren, kun je niet meer sporten in het revalidatiecentrum. Maar in ‘gewone’ sportcentra is het soms een uitdaging om überhaupt bij een fitnessapparaat te komen als je in een rolstoel zit. Er worden miljoenen uitgegeven aan campagnes om gezonde mensen aan het bewegen te krijgen. Maar aanpassingen voor mensen als ik die wél graag willen sporten maar dat niet kunnen, zijn te duur. Dat snap ik niet. Met mijn stichting ‘Bewegen is leven’ hoop ik ooit mijn droom te realiseren: een grote sportzaal met aangepaste fitnessapparaten, gespecialiseerde begeleiders en liefst een verwarmd zwembad. Ondertussen merk ik, mede dankzij mijn bekendheid, dat ik mensen inspireer meer te bewegen. ‘Doe het dan voor mij!’, zeg ik weleens.”

Naam Funda Müjde da Müjde Bekend als cabaretière, actrice, radiopresentatrice en columiste Nu te zien in Koen Kampioen, de tv-serie op Ned. 3 naar de gelijknamige boeken. In de derde aflevering wordt gebruikgemaakt van het NISBproject whoZnext-junior om geld in te zamelen voor een nieuw clubhuis.

Wat is whoZnext-junior? Kinderen van 8 tot 12 jaar worden met dit project gestimuleerd om zelf activiteiten te organiseren rondom sport en bewegen. Als ze dat zelf doen, worden ze enthousiaster en krijgen ze leeftijdsgenoten ook eerder mee. Dat bleek ook al uit het succesvolle whoZnext, gericht op jongeren tussen 14 en 18 jaar, eveneens een project van NISB.


Kort

Tekst Regina Zoeter | Fotografie NISB

Agenda wanneer wat - waar 23 mei

29 mei

1 juni

3 juni

5 juni

7 juni

8 juni

Jaarcongres Brede School (www.bredeschoolcongres.nl) Utrecht Slotbijeenkomst Sport Lokaal Samen 'Netwerken in werking' (www.sportlokaalsamen.nl) Utrecht 4e Nationaal Congres Opvoedingsondersteuning (www.nji.nl) Ede Nationale dag van het park (www.dagvanhetpark.nl) heel Nederland Event Gezond in bedrijf met powersessie en speeddates van NISB (www.gezondinbedrijf.nl/ 2012) Utrecht Landelijke studiedag voortgezet onderwijs 'Passie voor bewegen, een heel leven lang' (www.kvloscholing.nl) Nijmegen Conferentie vitaal mbo met NISBworkshop 'Met chocola meer fietsen' over priming, nudges en imitatie (www.platformbewegenensport.nl) Papendal

13 juni

Buitenspeeldag (www.vng.nl) heel Nederland

5 okt

Nationale Ouderendag (www.nationaleouderendag.nl) diverse gemeenten Dag van de openbare ruimte (www.openbareruimte.nl) Houten

10-11 okt

Ouderen dansen door in 2012 Met het programma ‘Mag ik deze dans van u’ bereikten NISB en Consument en Veiligheid in 2011 een miljoen ouderen en brachten zij 25.000 ouderen aan het dansen. Op zo’n driehonderd plaatsen in Nederland werden dansfeesten verzorgd en het bleef vaak niet bij één dansje. Enthousiastelingen gingen vaker dansen en gaven zich bijvoorbeeld op voor de training valpreventie. Ook in 2012 kunnen er dansfeesten worden georganiseerd. Kijk voor meer informatie op de site www.magikdezedansvanu.nl

Bewegen in de ruimte

Menukaart Sportimpuls

'Kopieer' succesvol sport- en beweegaanbod naar je eigen gemeente! Dat kan heel eenvoudig met de nieuwe menukaart Sportimpuls. Middelen uit de Sportimpuls (Sport en Bewegen in de Buurt) zijn beschikbaar voor activiteiten die gebaseerd zijn op het aanbod van de Menukaart Sportimpuls. Kijk op www.effectiefactief.nl/ menukaart

Eilandbewoners op training

Op de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) wordt wél topsport bedreven, maar is sporten op een laagdrempelige manier niet gangbaar. Van de eilandbewoners heeft 3040% overgewicht, in Nederland is dat 20%. In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken verzorgde NISB (Consult) voor zeventien sportleiders van de eilanden een training van twee weken over sport en bewegen in de wijk. Onderdelen van de training waren Beweegplezier vanaf 4 en bezoeken aan gemeenten en de Cruyff Foundation. De sportleiders willen met deze training bijdragen aan een betere gezondheid en grotere betrokkenheid van de eilandbewoners.

Clémence Ross, directeur NISB en wethouder Rabin Baldewsingh, op een duofiets tijdens het startsein van ‘Beweeg Mee’ in de Haagse wijk Escamp.

Beweegprogramma voor minima

NISB bemiddelde en deelde kennis en ervaring bij de totstandkoming van het Haagse gezondheidsprogramma ‘Beweeg Mee!’. Het programma richt zich op minima met een BMI van 30 tot 35 die bij samenwerkende zorgverzekeraars zijn verzekerd. Wethouder Volksgezondheid Rabin Baldewsingh: “Zij krijgen beweegen dieetadvies, leefstijlbegeleiding en kunnen in hun eigen buurt bewegen en sporten. Het aanvullende beweeg- en sportaanbod wordt geregeld vanuit de gemeente, waarbij zo veel mogelijk gebruik wordt gemaakt van het bestaande aanbod van welzijnsorganisaties en commerciële sportorganisaties.” NISB wil een dergelijke aanpak ook in andere steden stimuleren.

Sinds december 2011 leeft André Kuipers in het ISS. Naast alle wetenschappelijke onderzoeken vormt bewegen een belangrijk onderdeel van het programma. Astronauten in het ISS moeten elke dag twee uur sporten. Doen ze dat niet, dan worden de spieren slapper en de botten minder sterk. Als ze niet genoeg sporten, krijgen de astronauten automatisch een seintje van de artsen en fitnesstrainers van het Europese Astronauten Centrum (EAC) in Keulen. Geïnteresseerd in de activiteiten van André? Lees zijn blog op http://blogs.esa.int/andre-kuipers of volg hem via twitter (@astro_andre).

2012: actief ouder worden

Ongeveer 16 procent van de Europese bevolking is 65 jaar of ouder. In 2060 is dat percentage gestegen tot bijna 30 procent! Logisch dus dat de Europese Unie 2012 heeft uitgeroepen tot Europees jaar van actief ouder worden en solidariteit tussen generaties. De EU wil hiermee mensen bewust maken van actief ouder worden en solidariteit, generaties zich met elkaar laten identificeren en beleidsmakers en belanghebbenden stimuleren actief ouder worden te faciliteren. In Nederland ontplooien organisaties zelfstandig diverse initiatieven. Kijk voor meer informatie op www.festivaldergeneraties.nl

Kijk voor meer informatie over dit beweegprogramma ook op pagina 10 van dit magazine.

Leren bij NISB

ESA/NASA

NISB is sinds kort erkend leerbedrijf voor mbo-studenten. Deze erkenning past in de rol van NISB als kennisinstituut midden in de samenleving. Er zijn stageplekken bij de financiële administratie, ICT en receptie en er komen mogelijk ook stages bij secretariaat, communicatie, personeel en arbeid en salarisadministratie.


INTERVIEW

Tekst Regina Zoeter | Fotografie Frank Ruiter

Marion Herens werkt sinds 2007 bij NISB in netwerkprojecten. Ze geeft advies aan lokale netwerken (Netwerkaanpak 50+, Beweegkuur, Sport Lokaal Samen) en gaf de training Netwerken in Beweging. Sinds januari 2012 doet zij promotieonderzoek aan de Wageningen Universiteit naar effectiviteit van Communities in Beweging.

Netwerken doe je (niet) zo! Wie iets wil bereiken, heeft vaak (de expertise van) anderen nodig. Bouwen aan een netwerk kan dan uitkomst bieden. Goed netwerken moet je echter wél kunnen. Netwerkspecialisten Marion Herens en Marian ter Haar van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) benoemen zes veelvoorkomende valkuilen en geven tips hoe je daar níet in stapt. 1 Ik los alles op met dit netwerk

Marian ter Haar is promovendus aan de Universiteit van Amsterdam, naar communicatie in complexe samenwerking. Zij is vanaf 2009 staffunctionaris kwaliteitsontwikkeling bij NISB en was daarvoor vanaf 2000 lid van het managementteam van NISB.

Weet wanneer je een netwerk nodig hebt. Het is de oplossing als je bij het bereiken van je doel afhankelijk bent van expertise die je niet in huis hebt. Marion Herens: “Maak ‘simpele’ problemen niet onnodig ingewikkeld door er met een hele groep mensen over na te gaan denken. In zo’n geval verdeel je gewoon de taken en coördineer je dat. Een netwerk is een uitkomst bij complexe problemen die je integraal wilt aanpakken.”Ter illustratie, NISB heeft ervaring met het inzetten van interventies ter voorkoming van overgewicht en vraagt voor de expertise op dieetgebied diëtisten in het netwerk. Marian ter Haar: “Je kracht is: weten wat je níet kunt of wat een ander beter kan. Je moet het niet allemaal alleen willen doen.”

2 Het draait om organisaties, de mensen in mijn netwerk zijn inwisselbaar Netwerken gaat om relaties opbouwen, wederzijds begrip tonen en open com-

municeren. Dit heeft tijd nodig en de gelegenheid om in gesprek te komen, bijvoorbeeld door een projectbezoek of een good-practice presentatie. Alleen dan kom je tot goede, gedragen en innovatieve ideeën. Het is belangrijk dat je kennis bundelt en ruimte schept om van en met elkaar te leren. Marion: “Daarbij is het belangrijk wélke mensen je in je netwerk uitnodigt en weet in welke fase je wie nodig hebt. Omdat alles in het begin nog open staat, heb je dan mensen nodig die tegen verandering kunnen en creatieve ideeën kunnen bedenken. Als je plan van aanpak uitgekristalliseerd is, heb je mensen nodig die kijken of dat geweldige idee wel uitvoerbaar of financieel haalbaar is.” Probeer greep te krijgen op wie je uitnodigt. Stuur je uitnodiging niet anoniem aan een organisatie, maar geef altijd een toelichting. Netwerken zijn niet alleen voorbehouden aan de top van organisaties. Je hoeft niet altijd met managers om tafel, het kunnen ook andere experts zijn.

3 Iedereen doet evenveel Onthoud dat niet iedereen in een netwerk een even grote of dezelfde rol of betrokkenheid heeft. De een is heel actief, de ander sluit zich aan om eens mee te kijken vanaf de zijlijn. Niet iedereen heeft dezelfde impact en dat hangt niet alleen af van de expertise, maar bijvoorbeeld ook van hoe schaars die

Het digitale Netwerk in Beweging Werkzaam binnen de sector sport, bewegen en/of gezondheid? Word dan lid van Netwerk in Beweging, het sociale netwerk voor professionals in het veld van sport, bewegen en gezondheid. Maak een profiel aan op www.netwerkinbeweging.nl. NISB Consult geeft regelmatig de driedaagse training Netwerken in Beweging om effectief te leren netwerken in beleid en uitvoering. Kijk op www.nisbconsult.nl


Tekst afdeling Communicatie NISB, Judith Bakkers | Illustratie Jan Rothuizen

expertise is of hoe belangrijk de infrastructuur is die iemand kan inzetten voor het oplossen van het probleem. Communiceer hier goed over, want als je verwacht dat een ander met allerlei ideeën komt, terwijl die persoon voor zijn of haar gevoel vrijblijvend in dat netwerk is gestapt, zijn je verwachtingen van die persoon niet reëel.

'Werken binnen een netwerk is geen lineair, planbaar proces' 4 Mijn netwerk blijft altijd bestaan Een netwerk bouw je op voor dat ene doel of initiatief. Als dat doel bereikt is, vervalt de gezamenlijke ambitie en kan een netwerk weer uit elkaar vallen. Zolang je werkt aan je doel, moet de energie en dynamiek wel in je netwerk blijven. Houd daarom voldoende oog voor iedereen in het netwerk. Voelen zij zich nog verbonden, delen zij nog dezelfde ambitie? Marian: “Zorg voor fysieke ontmoe-

tingsmomenten en informele ontmoetingen als een borrel. In een 'veilige' omgeving ontstaat het gesprek bijna vanzelf en daarmee ruimte voor goede ideeën. Daarnaast kun je die ontmoeting op internet realiseren. Het digitale Netwerk in Beweging is een geschikte plek."

5 Zonder mij valt mijn netwerk uiteen Ben je initiatiefnemer van een netwerk en wil je de dingen onder controle houden? Dat kan een valkuil zijn. Een netwerk heeft vaak wel een coördinator nodig, maar als je in de beginfase (waar mensen zich aansluiten bij een netwerk omdat ze een idee ondersteunen) te veel nadruk legt op structuur, kunnen mensen afhaken. Marion: “De uitdaging is om de boer op te gaan met een idee en voldoende ruimte te laten voor nieuwe dingen en kennismaking. In een latere fase maak je structuurafspraken waar iedereen vrede mee heeft.” Juist door het proces van aftasten en ideeën wisselen te laten bestaan, kom je op ideeën en manieren van werken waaraan je zelf niet had gedacht. Leid een netwerk dus niet alsof het een project is.

6 Netwerken kan iedereen Je moet het wel kunnen, dat netwerken. Los kunnen laten, ertegen kunnen dat je door een rommelige aftastfase gaat. Marion: “Werken in netwerkverband is geen lineair, planbaar proces.Tijdens de fase van idee naar concreet initiatief komen en gaan mensen, kan een plan bijgesteld worden of in de realisatie iets aangepast. De continue dialoog is van groot belang, net als voldoende aandacht voor iedere persoon in je netwerk.” Ook al moet je niet alles in banen willen leiden, een netwerk heeft wel iemand nodig die af en toe het voortouw neemt. Mensen voelen zich door jou (weer) geïnspireerd. Zo’n taak ligt niet iedereen. Denk je dat jij niet de juiste persoon bent? Vraag dan iemand anders om de coördinerende rol op zich te nemen.

Lees meer Communication by NETwork; netwerken als strategisch instrument voor beleid en onderneming, Henk Buijs (2008), ISBN: 9789023244530 Netwerkgereedschap voor vrije actoren (2007): www.netwerkimpuls.nl

BeweegKuur: resultaat van een goed netwerk BeweegKuur is een leefstijlinterventie voor mensen met obesitas of overgewicht in combinatie met een (andere) risicofactor, bijvoorbeeld diabetes type 2. Door bezuinigingen vanuit het kabinet worden de interventies van de BeweegKuur toch niet door de basiszorgverzekering gedekt. De BeweegKuur blijft echter nog bestaan, omdat velen in het netwerk volledig achter de succesvolle aanpak staan. Een essentieel onderdeel van de BeweegKuur is de verbinding tussen zorg en sport op landelijk, regionaal en lokaal niveau. Marion Herens was nauw betrokken bij de implementatie ervan. Marian ter Haar schreef in het kader van haar promotieonderzoek een wetenschappelijk artikel over de BeweegKuur dat naar verwachting dit najaar in het tijdschrift M&O wordt geplaatst. "Van het gezamenlijk kennismaken kwam kennisontwikkeling. Positieve ervaringen in de samenwerking zorgen ervoor dat mensen elkaar sneller vinden en elkaar minder gemakkelijk in de steek laten. Afwachtende partners, zoals de verzekeraars, anticiperen vaker op deze ontwikkelingen en nemen in sommige plaatsen het voortouw." Kijk voor meer informatie op www.beweegkuur.nl en www.tijdschriftmeno.nl

beleidsagenda

Beleidsagenda 2012 Kennis over sport en beweging: het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen heeft het, verrijkt het én deelt het graag met anderen. Vanaf dit jaar zal de kennisfunctie van NISB een steeds sterker accent krijgen. Om de kennisrol goed te vervullen, houdt NISB zich in 2012 onder meer bezig met: • het onderzoeken van de vraag/behoeftes; • het verzamelen en ontwikkelen van (internationale) inhoudelijke wetenschappelijke kennis, kennis over de einddoelgroep en over randvoorwaarden voor effectieve implementatie; • het verrijken en valideren van bestaande kennis en interventies; • het verspreiden van kennis en informatie; • het verbinden van beleid, onderzoek en praktijk en het opzetten van (internationale) netwerken; • het vertalen van diverse soorten beschikbare kennis in innovatieve en toepasbare producten en diensten; • agendasetting. Uiteindelijk begint én eindigt het werk van NISB in de buurt: het wil effectieve en doelmatige kennisproducten ontwikkelen om het werk van lokale professionals te vergemakkelijken. Dat betekent dat NISB in de buurt vragen inventariseert en levert wat nodig is. In 2012 heeft NISB de volgende programma’s in uitvoering: • Jeugd (kennisprogramma) • Werk (kennisprogramma) • Ouderen (kennisprogramma) • Chronisch zieken & Overgewicht, incl. kennis BeweegKuur (kennisprogramma) • Beweegruimte (kennisprogramma) • Sport en Bewegen in de Buurt (implementatieprogramma): de ‘oude’ programma’s Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, BeweegKuur-implementatie en Iedereen Wint (samenwerking met Olympisch Vuur) zijn hierin geïntegreerd. In de beleidsagenda vindt u kort samengevat de speerpunten van deze programma’s. Via www.nisb.nl of uw vaste contactpersoon/accountmanager vertelt NISB u graag meer!

Directie/MT NISB: Clémence Ross (directeur), Erik de Winter (manager bedrijfsvoering), Remco Boer (manager programmabureau) Contact: karin.houtzager@nisb.nl

N.B. De praatplaat 'Buurt in beweging' van Jan Rothuizen is in deze Beleidsagenda 2012 het terugkerende beeldelement. Zie pag. 12/13 voor de complete illustratie en een toelichting.


Beleidsagenda

ren Programma: oude

Meer begeleiders Programma: jeugd

Beweegnorm in beleid 'Alle jeugd beweegt goed, genoeg en met plezier. NISB brengt jeugd in beweging!' Deze opdracht staat centraal in de activiteiten die in het programma Jeugd worden uitgevoerd. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat de jeugd in Nederland niet voldoende beweegt. Om hier verandering in te brengen werkt NISB samen met partners, professionals en vrijwilligers die met en voor jeugd werken. NISB ondersteunt deze partijen, traint ze en voorziet ze van relevante kennis. Voor de komende jaren zijn in het programma Jeugd zes speerpunten geformuleerd. In een notendop samengevat: • Inzicht in kwaliteit en effectiviteit: NISB biedt een duidelijk overzicht van kwalitatief goede sport- en beweeginterventies voor de jeugd • Erkenning in de praktijk: NISB stimuleert de inzet van erkende interventies bij diverse partijen die zich richten op de jeugd • Blik naar buiten: NISB voorziet professionals en vrijwilligers die zich richten op jeugd van goede tools om sport en bewegen in te zetten • Bewegen in beleid: NISB informeert (lokale) overheden over het belang van sport en bewegen in hun beleid en inspireert ze om aan maatschappelijke doelen te werken

• Samen aan zet: NISB vertegenwoordigt de maatschappelijke waarde van sport en bewegen in netwerken van samenwerkende organisaties en zet sport en bewegen op de kaart • Kennis in kaart: NISB is hét kennisinstituut op het gebied van sport en bewegen voor de jeugd Programmamanager: Peter Barendse, peter.barendse@nisb.nl

Bewegen op het lesrooster “We willen alle leerlingen een gezonde leefstijl meegeven, waarbij iedereen verschillende uitdagingen krijgt aangereikt.” Aan het woord is Dennis de Knijff, sport- en beweegcoördinator van het Baken Stad College in Almere. Een sportactieve school en deelnemer aan Vmbo in beweging: één van de deelprojecten binnen het landelijke beleidskader Sport, Bewegen en Onderwijs. Doel van dit beleidskader is het aantal inactieve leerlingen in de periode 2010-2012 met 10% te verminderen door op vmbo-scholen beweegaanbod in het beleid op te nemen en te verankeren. NISB, KVLO en de VO-raad werken samen in de uitvoering van dit project. Inmiddels geven 74 scholen invulling aan Vmbo in beweging. Het Baken Stad College kiest ervoor om Vmbo in beweging breder te trek-

ken dan alleen de inactieve leerlingen. Alle leerlingen worden in het sportactieve aanbod betrokken, met een meer specifieke missie voor de inactieve leerlingen. Hester Beerling, directielid: “De beweegnorm is in ons beleid opgenomen en is daarmee een gedeelde prioriteit van directie en personeel. Het draagvlak is hierdoor groot. De sectie lichamelijke opvoeding is de drijvende kracht achter het sport- en beweegprogramma en zij komen met de initiatieven. En het programma is ook vast opgenomen in het lessenrooster en het naschoolse rooster.”

‘Beweegnorm is de prioriteit van directie en personeel van de school’

De ene oudere sport en beweegt makkelijker dan de andere, afhankelijk van de fysieke vermogens, motivatie en levensfase. NISB wil dat voor iedere oudere beweegaanbod toegankelijk en beschikbaar is. Om inzicht te krijgen in het bestaande aanbod gaat NISB in 2012 (en verder) goede en inspirerende voorbeelden van beweeg- en sportactiviteiten voor actieve ouderen verzamelen en verrijken en deze kennis verspreiden bij AWBZorganisaties. Speciale aandacht gaat uit naar beweegmogelijkheden in en rondom woonzorginstellingen en het verzamelen van kennis over dementie en bewegen. Verder is er behoefte aan meer en betere deskundigheid van trainers voor ouderen. NISB wil de komende jaren verkennen en uitwerken wat nodig is om kwalitatief goed scholingsaanbod te garanderen voor alle professionals in de (on-)georganiseerde sport, die te maken krijgen met ouderen. Eind 2012 staat beschreven wat NISB wil doen voor voldoende goede sport- en beweegleiders voor senioren. Ook het FitforLife Nederland-interventienetwerk heeft dit als belangrijk speerpunt voor 2012 benoemd, onder de noemer 'Meer, beter, jonger'. Programmamanager: Kim Bakker, kim.bakker@nisb.nl

Bewegen in het zorgplan Erik Basset is locatiemanager van verzorgingshuis Vilente de Klinkenberg in Ede. Hij introduceerde er een

vooruitstrevend beweegbeleid dat goed aansluit op de doelstellingen van NISB. Sinds kort heeft de wooninstelling een beweegruimte. Daarnaast loopt er een pilotproject waarbij de mobiliteit van ouderen bij binnenkomst wordt gescreend. Basset: “Ik ben zelf heel sportief en merk dat veel ouderen geen sportieve achtergrond hebben. Hierdoor is het vrij moeilijk om hen tot meer bewegen aan te zetten.” Uit wetenschappelijk onderzoek, onder andere aangedragen door NISB, blijkt dat bewegen voor ouderen een positief effect heeft. Zowel geestelijk als lichamelijk. “Dat merk ik al als ik zelf meedoe met activiteiten in het kader van de valpreventiecampagne ‘Mag ik deze dans van u’. Al dansend komen de bewoners met prachtige verhalen.”

Beweegafspraken vastleggen Samen met NISB organiseerde Basset de Beweegweek: een week waarin het belang van bewegen onder de aandacht wordt gebracht. De wetenschappelijke onderzoeken en de Beweegweek maakten dat Basset belangrijke stappen zette. “Ons doel is het aantal valincidenten te halveren. Meer gepast bewegen kan daartoe bijdragen. Op basis van een dossier, waarin medische historie, medicatie en valanalyse zijn gecombineerd, geeft een fysiotherapeut een advies. Van lekker sporten tot bepaalde beweegactiviteiten of een therapeutische behandeling. We voeren nu een pilot uit met zeventig van onze

huidige bewoners.” In die pilot worden de beweegafspraken vastgelegd in het zorgplan, zodat het beweeggedrag van de bewoner onderwerp wordt in de bewonersbespreking. “Zo creëren we niet alleen continuïteit en flexibiliteit, maar ook voorwaarden om onze medewerkers en vrijwilligers professioneel te scholen. Ze moeten naast rapporteren en observeren de ouderen op verantwoorde wijze kunnen uitdagen te bewegen. NISB gaat deze zomer op mijn locatie gericht adviseren hoe ik succesvol begeleiders 'in beweging' krijg.”

Plezier Basset investeerde ook veel in een beweegruimte. “Ik zie bewoners bewegen die dat voorheen niet deden. Ze nodigen elkaar uit en gaan in groepen sporten of bewegen. Doordat de ruimte licht en vrolijk is, vinden ze het hier prettig en hebben ze plezier. Ik weet niet of er een causaal verband is, maar we krijgen veel meer aanmeldingen voor Meer bewegen voor Ouderen. We zijn zelfs bezig met een tweede groep!”

‘Bewoners die voorheen niet bewogen, doen dat nu wel’


BELEIDSAGENDA

De buurt in beweging Hiernaast ziet u een ‘praatplaat’ van de bekende tekenaar Jan Rothuizen. Op uitnodiging van NISB heeft hij in november 2011 blootgelegd wat er allemaal nodig is om een buurt in beweging te krijgen. Sport en bewegen als middel om gezondheid van buurtbewoners te verbeteren, om samenhang in de wijk te krijgen, om talenten te ontwikkelen… Zijn inspiratie: de bezoekers van de landelijke Ontmoetingsdag Sport en Bewegen, die vanuit hun eigen professionaliteit in sport, zorg, onderwijs of welzijn hun mening gaven. Hoe zorg je voor een omgeving die uitdaagt tot bewegen? En welke beroepskrachten en vrijwilligers zijn het belangrijkst om jong en oud aan het sporten te krijgen? Zulke vragen zijn leidend in het werk van NISB en in het bijzonder in het programma Beweegruimte. Als u deze middenpagina’s uit het magazine haalt en als poster ophangt in uw werkomgeving, ziet u elke dag weer waar het om draait: zet uw buurt in beweging!

Mail en win! Voor de eerste tien lezers van In Beweging! die een mailtje sturen naar communicatie@nisb.nl ligt een transparante raamdecoratie met de tekening van Jan Rothuizen klaar. Bevestig het met de bijgeleverde zuignappen op het raam en uw uitzicht én inzicht worden er gegarandeerd door beïnvloed.


BEleidsagenda

t in Programma: buur uur beweegk beweging en

Programma: werk

Goed voor werknemer en werkgever Met het programma Werk wil NISB bereiken dat alle werknemers in Nederland optimaal gebruikmaken van de sport- en beweegmogelijkheden die hun werkgever biedt. In het bijzonder werknemers die vanwege hun sociaaleconomische status of aard van het werk een verhoogd gezondheidsrisico hebben. Er zijn talloze mogelijkheden voor sport en bewegen voor, tijdens en na het werk. Om deze onder de aandacht te krijgen van organisaties, is het noodzakelijk om aan te sluiten op hun wensen en behoeften, het zogenaamde organisatieperspectief. Bedrijven kiezen daarbij – bij voorkeur – voor een geïntegreerde gezondheidsaanpak (BRAVO-aanpak) en maken gebruik van interventies (uit de BRAVOtheek en via www.effectiefactief. nl) die bewezen effectief zijn voor het specifieke doel van de betreffende organisatie. NISB draagt in 2012 actief zijn visie uit én zorgt voor geschikt aanbod waarmee werkgevers, en ARBO-, P&O en HRM-adviseurs direct aan de slag kunnen. Programmamanager: Hans Arends, hans.arends@nisb.nl

Gezondheidsmanagement

Synergie

Werden in het verleden beweeginterventies voornamelijk vanuit de werknemers ontwikkeld, steeds vaker wordt een breder belang onderkend: óók de werkgever heeft baat bij gezonde medewerkers. Maarten Jan Stam van InHealth doet onderzoek naar het rendement van gezondheidsmanagement in organisaties. Hij ging op zoek naar de manier waarop bedrijfsgezondheidsprogramma's aansluiten bij doelstellingen van organisaties. “Het blijkt dat er vier dominante strategieën overheersen bij dit type programma’s. Gezondheidsbevordering voor individuen in de organisatie, aandacht voor een veilige en verantwoorde inrichting van de werkplek, gezondheidsbevordering om sociale dialoog te versterken en aandacht voor gezondheid om de sociale identiteit van de organisatie uit te dragen.” In veel organisaties zie je diverse strategieën naast elkaar, met wisselende resultaten. Eén succesvolle strategie bestaat ook niet. De uitdaging is om zo goed mogelijk aan te sluiten bij het doel en de context van de organisatie. Dat betekent dat de sport- en beweeginterventie diverse verschijningsvormen kan hebben.

Medewerkers in beweging brengen en dit laten aansluiten bij het realiseren van de organisatiedoelen zorgt voor synergie en commitment. “Een grote supermarktketen maakte het beweegprogramma onderdeel van de zogenaamde ‘duurzaamheidsfilosofie'. Met duurzaamheid wil de keten bijdragen aan de maatschappelijke positie die ze hebben. Aandacht voor gezonde medewerkers past daarin.” Door het beweegprogramma te verbinden aan de strategie, zijn organisaties in staat uit te leggen waarom ze daarin investeren. “Bewegen is goed voor de werknemer, maar met de juiste aanpak kan het óók de werkgever veel opleveren.”

‘Winst met bewegen? Sluit aan bij de context van organisaties’

Een nieuwe, gezonde leefstijl In het nieuwe NISB (implementatie)programma Buurt in Beweging komen de interventies NASB en BeweegKuur en de rol van NISB in de ondersteuningsstructuur voor Sport en Bewegen in de Buurt samen. Samen met NOC*NSF en VSG draagt NISB als kennisinstituut bij aan de ondersteuning van Sport en Bewegen in de Buurt, waarbij de inzet van buurtsportcoaches (combinatiefunctionarissen) wordt verbreed en vergroot. NISB ontwikkelt instrumenten als de buurtscan en het buurtactieplan, geeft scholing in het gebruik van deze instrumenten en biedt samenwerkingsmodellen aan die lokaal kunnen worden toegepast. Lokale sport- en beweegaanbieders kunnen tot 5 juni 2012 een subsidieaanvraag doen voor de Sportimpuls Sport en Bewegen in de Buurt. De Sportimpuls ondersteunt lokale sport- en beweegaanbieders bij de opstart van hun lokale actieplannen. Deze moeten leiden tot een hogere sportdeelname en bijdragen aan een gezonde en actieve leefstijl. Sporten beweegaanbieders kunnen alleen een beroep doen op middelen uit de Sportimpuls als de activiteiten gebaseerd zijn op het aanbod van de Menukaart Sportimpuls: goed beschreven programma's

of activiteiten die elders al succesvol zijn gebleken.

BeweegKuur Bij de BeweegKuur begeleiden eerstelijns zorgverleners en sport- en beweegleiders deelnemers naar een leefstijl. Een essentieel onderdeel is de verbinding tussen zorg en sport. NISB heeft met partners gebouwd aan samenwerking tussen deze sectoren op landelijk, regionaal en lokaal niveau. Doel: de doorstroom van zorg naar sport en bewegen verbeteren, zodat deelnemers op eigen kracht en in de buurt hun gezonde leefstijl kunnen voortzetten. In 2012 zet NISB in op het monitoren en op peil houden van de effectiviteit van BeweegKuur, het in stand houden van bestaande netwerken en het optimaliseren van de verbinding tussen de zorg- en de sport- en beweegsector. Vanuit het programma Buurt in Beweging draagt NISB bij aan de vorming van lokale netwerken en stimuleert ze lokale beleidsvorming en laagdrempelig sportaanbod in de buurt. Programmamanager: Hans Arends, hans.arends@nisb.nl

Relatie zorg en sport Els Boosman is fysiotherapeut en leefstijladviseur in de BeweegKuur bij

Centrum voor Fysiotherapie en Fysiotraining te Amsterdam Buitenveldert. De afgelopen jaren heeft ze met veel plezier gewerkt met de drie pakketten van de BeweegKuur: “Het denkbeeldige duwtje in de rug bleek bij sommigen al genoeg om een gezonde leefstijl met genoeg beweging zelfstandig op te pakken.” Boosman zag de meest spectaculaire veranderingen in het programma waarbij de cliënten drie maanden lang twee tot drie keer per week gingen sporten onder begeleiding van een fysiotherapeut. “Ik heb gewerkt met een mevrouw die al jaren niet meer had gefietst door haar overgewicht en slechte uithoudingsvermogen. Door de BeweegKuur is ze afgevallen, haar uithoudingsvermogen is verbeterd, ze heeft meer zelfvertrouwen én ze is fanatiek gaan fietsen. Elke dag 10 kilometer!”

Netwerk Door de BeweegKuur heeft Boosman niet alleen mensen kunnen helpen, ze heeft ook intensiever en beter contact gekregen met sportaanbieders en artsen in de buurt. “Dit netwerk is zeer waardevol; ik zou het nooit hebben kunnen opbouwen zonder de BeweegKuur.” Inmiddels biedt Boosman ruimte aan 'Meer Bewegen voor Ouderen' in haar praktijk en is voor haar de relatie zorg en sport steeds beter en gemakkelijker geworden. In 2012 hoopt ze, ondanks het feit dat het niet in het verzekerd pakket komt, de programma’s voort te kunnen zetten. Samen met sportaanbieders en haar contacten in de zorg. “Wij zoeken momenteel fondsen om de programma’s te continueren en proberen in samenwerking met sportaanbieders en zorg, activiteiten te organiseren waarbij we ook de cliënten uit BeweegKuur uitnodigen. We hebben bijvoorbeeld contact met het sportcentrum van het VU om te kijken of we kunnen samenwerken.”


Tekst Laura van den Biggelaar | Fotografie Ron Offermans

ACHTERGROND

Het maatschappelijke effect van topsportevents

Activeren maar!

ruimte Programma: beweeg

Sportieve leefomgeving

Topsportevenementen kunnen maatschappelijke betekenis hebben. Frank van Eekeren, van de Universiteit Utrecht, onderzoekt in opdracht van NISB de maatschappelijke effecten van grote sportevenementen.

In het programma Beweegruimte verzamelt, valideert, verrijkt en verspreidt NISB praktisch toepasbare kennis over een leefomgeving die uitdaagt tot sporten en bewegen. In die leefomgeving staat de verbinding tussen de fysieke voorziening en de sociale activiteiten centraal. NISB streeft naar buurten met voorzieningen die mensen in beweging kunnen brengen. Zoals buurten met veilige wandel- en fietspaden, speeltuinen, playgrounds, parken en perken, schoolpleinen en multifunctionele sportaccommodaties. Daarnaast hebben deze buurten ook aandacht voor een activiteitenaanbod, de kwaliteit van de voorziening, goed beheer, bereikbaarheid (afstand), toegankelijkheid en laagdrempeligheid. Het programma Beweegruimte streeft in de periode tot 2016 naar een valideringssysteem, waarna kan worden gewerkt aan het verspreiden van gevalideerde interventies in een gezonde leefomgeving. De ervaringen uit het project Beweegvriendelijke omgeving – met pilots in negen gemeenten – worden gebruikt als input voor deze kennisfunctie en ter ondersteuning van professionals in gemeenten. Het programma draagt bij aan agendasetting bij gemeenten, publiek en private partijen die de meerwaarde zien van een beweegvriendelijke wijk. Programmamanager: Patrick Rijnbeek, patrick.rijnbeek@nisb.nl

Programma: chronische zieken

Blíjven bewegen

Het NISB-programma Chronisch zieken creëert (geschikte randvoorwaarden voor) een optimaal sport- en beweegklimaat voor burgers met een chronische aandoening. Doel: chronisch zieken naar eigen vermogen én met plezier laten bewegen.

Deskundige professionals en vrijwilligers in de sport zijn relevant om met verschillende aandoeningen goed te kunnen begeleiden. Omdat chronisch zieken relatief vaak fysieke training krijgen in de gezondheidszorg, functioneert de sportsector bij deze doelgroep regelmatig in het verlengde van de zorgketen. Het programma Chronisch zieken richt zich voor een belangrijk deel op de aanwezigheid van voldoende deskundige sport- en beweegbegeleiders voor chronisch zieken in de (on)georganiseerde sport. In 2012 ligt de focus op het verzamelen van kennis over de aandoeningen artrose, overgewicht en depressie. Deze kennis wordt geanalyseerd en verwerkt, zodat sport- en beweegleiders dit gemakkelijk kunnen toepassen tijdens hun werk. Programmamanager: Kim Bakker, kim.bakker@nisb.nl

“Het meten van de maatschappelijke effecten van een topsportevenement is in veel opzichten nuttig”, vertelt Frank van Eekeren, senior consultant departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO). "Neem het WK Voetbal in Zuid-Afrika. Het land staat sindsdien op de kaart. Met name sociale aspecten speelden voor, tijdens én na het evenement een grote rol. Onder de bevolking ontstond een gevoel van trots en verbondenheid en meer zelfvertrouwen.” Sportparticipatie Komende zomer richt het onderzoek zich op de Olympische Spelen in Londen. Daarna wordt het WK Wielrennen in Nederland (Limburg) onderzocht en volgend jaar het Europees Jeugd Olympisch Festival in Utrecht. “Grote vraag is steeds: wat levert zo'n mega-evenement ons maatschappelijk op?” Met de resultaten kunnen verschillende instanties, organisaties en adviesorganen worden bediend. “De positieve effecten van het WK Wielrennen kunnen de provincie Limburg veel opleveren. Sportparticipatie is hierbij speerpunt, maar ook regiopromotie speelt bij de provincie een belangrijke rol”, verklaart Frank. De onderzoeksvragen zijn mede bepaald op basis van een werksessie tijdens het jaarcongres Olympisch Vuur 2028. Wat willen gemeenten en organisatoren nu echt graag weten als ze afwegen óf en zo ja, hóe ze topsport en breedtesport tijdens evenementen kunnen combineren? Evenementen ‘activeren’ Een sportevenement krijgt pas maatschappelijke betekenis als het evenement wordt geactiveerd met behulp van side-events. Frank: “Geef sportclinics in wijken, haal een topsporter voor de klas of zet een uitgebreide voorlichtingscampagne op.” Elk evenement heeft mogelijkheden voor een eigen boodschap. Het

stimuleren van bewegen of het tegengaan van obesitas, alles kan. “Hoe je die boodschap inkleedt, hangt af van de karakteristieken van het evenement. Een evenement waarbij het draait om één sport, vraagt een andere aanpak dan een evenement met meer sporten.” Bij het activeren van een evenement is het belangrijk dat de side-events niet eenmalig plaatsvinden. “Laat ze het startschot zijn of deel uitmaken van een langer durend programma, gericht op bewustwording of gedragsverandering. Dan maak je een evenement nóg interessanter.” De onderzoeksresultaten zijn uiteraard ook interessant in het kader van het 'wenkend perspectief' voor Olympische Spelen in Nederland. Kennis van en ervaring met grote topsportevenementen én bijbehorende side-events zijn daarvoor een 'must'.

Olympisch Kampioen Mountainbiken Bart Brentjens geeft op Papendal in Arnhem de eerste fietsclinic in de aanloop naar het WK aan leerlingen van groep 8 van basisschool Het Drieluik in Driel.

Meer weten over dit onderzoek? Mail onderzoeker F.J.A.vanEekeren@uu.nl of ineke.kalkman@nisb.nl, projectleider NISB.


Tekst Regina Zoeter | Fotografie Anneke Hymmen

beweegreden ‘Ik voel nu beter hoe het écht met me gaat’

Bewegen

is voor mij... Zo’n 40% van de werkende Nederlanders beweegt onvoldoende. NISB wil de duurzame inzetbaarheid, vitaliteit en gezondheid van werknemers vergroten. De hoofdpersonen in deze rubriek laten zien hoe bewegen hen (op de werkvloer) helpt.

Op www.nisb.nl/werk is meer informatie te vinden over de duurzame inzetbaarheid van werknemers. De BRAVOtheek bevat tal van projecten, aanpakken en workshops die helpen bij gezondheidsstimulering.

Cas Weijenberg (47), ondernemer

… bewust leven “In 2000 begon ik mijn eigen bedrijf. Ik werkte keihard, nam weinig tijd voor mezelf en op den duur ging mijn hart tegenstribbelen. Ik gooide het roer radicaal om, ging intensief sporten en bewuster leven. Mijn hart is inmiddels door het sporten helemaal hersteld. Ik voel nu beter hoe het écht met me gaat en werk niet meer hele dagen onafgebroken door. Mijn leven is meer in balans, dat merk ik ook thuis. Het in beweging krijgen van mensen is nu mijn levensmissie. Samen met een vriend lever ik met FitCabin (fitcabin.nl) kanten-klare bedrijfsfitnessruimtes met toestellen en begeleiding. Door sport naar de werkplek te brengen, krijgen we mensen in beweging. Heel belangrijk, zeker nu overgewicht en slechte conditie steeds vaker voorkomen, terwijl we langer moeten doorwerken.”


beweegreden

Anko Meulman, adviseur veiligheid, gezondheid en welzijn bij Waterschap Reest en Wieden in Meppel

Robert Weilers, mede-eigenaar hotel

… rust vinden

… winst op alle fronten “Door kleine initiatieven, zoals de traploopweek, lunchwandelen of een spelletje Wii stimuleer ik werknemers meer te bewegen. Voor mijzelf is beweging ook belangrijk, omdat ik een zittend beroep heb. NISB enTNO hebben voor mensen met zittend werk een instrument ontwikkeld om hen op een simpele manier inzicht te geven in hun beweeggedrag op het werk. Ze krijgen direct toepasbare tips, zoals even naar een collega lopen in plaats van mailen en staand vergaderen. Meer bewegen helpt je de dag beter vol te houden en op de lange termijn het verzuim te beperken. Alleen maar winst dus, voor iedereen!”

‘Meer bewegen helpt je de dag beter vol te houden’

“Ik heb altijd al gesport, onder meer fitness en steps choreografie. Het laatste half jaar ben ik veel meer gaan sporten. Ik heb een lichte vorm van een depressie en ik las op internet dat sport helpt voor de vorm die ik heb. Door meer te sporten probeer ik mijn depressie te boven te komen zonder medicatie. Ik volg onder meer running therapie in Amsterdam. Onder begeleiding doe ik aan duurloop met als voornaamste doel mijn spanning kwijt te raken. Als ik me niet zo goed voel, ga ik een stukje hardlopen of wandelen. Ik word er rustiger van en dat gevoel blijft lang hangen. Sporten biedt natuurlijk geen kant-en-klare oplossing, maar wel een stuk verlichting. Het pept mij voor langere tijd op, zodat ik mijn dag veel beter doorkom en dus ook mijn werk beter aankan.”

‘Sporten verhelpt mijn depressie niet, maar het biedt wel verlichting'


kort

Tekst Regina Zoeter | Fotografie NISB

Infographic Shootmedia

onderzoek Sjaak de Gouw heeft geneeskunde gestudeerd en is directeur van de GGD Hollands Midden. In januari publiceerde hij zijn proefschrift ‘De effectiviteit van overheidsbeleid op het gebied van publieke gezondheid. Met name op het gebied van overgewicht, voeding en bewegen’. Sindsdien haalde dit proefschrift regelmatig het nieuws. Sjaak de Gouw over zijn proefschrift.

Succes in beeld

Fit, vaardig en verstandig Kinderen leren bewegingsvaardigheden die belangrijk zijn voor hun ontwikkeling door doelgericht te bewegen op school of bij de sportclub. Het Centrum voor Bewegingswetenschappen (Rijksuniversiteit Groningen en Universitair Medisch Centrum Groningen) doet hier al ruim tien jaar onderzoek naar bij kinderen van 6 tot 18 jaar. Dit zijn enkele resultaten. Beter scoren

Uit onderzoek onder kinderen met leerproblemen blijkt dat kinderen met betere verplaatsvaardigheden (zoals rennen) een betere CITO leesscore hebben en dat kinderen met betere balvaardigheden een betere CITO rekenscore hebben.

36-43% speciaal onderwijs 76-84% regulier onderwijs

Relatie tussen motorische vaardigheden en schoolvaardigheden bij kinderen met leerproblemen.

Scores op rekenen

Scores op lezen

Waarom?“Sinds het Besluit Basisgezondheids-

Meesterlijke aanpakken

‘Effectief Actief’ is een online database met erkende sporten beweeginterventies. Het is een uitkomst voor wie op zoek is naar bijvoorbeeld een geschikt beweegaanbod in de wijk. NISB werkt hard aan het voeden en verbeteren van dit overzicht. De interventies zijn theoretisch onderbouwd en de ervaringen van deelnemers en uitvoerders zijn getoetst. Ruud Hoogesteger van christelijke basisschool De Stelle uit Terneuzen: “Op onze school hebben we sCOOLsport ingezet met speerpunten als elke dag bewegen, gezond gewicht, motorische vaardigheidsoefeningen en aandacht voor fysiek-mentale weerbaarheid. Denk aan een hiphopclinic op woensdagmiddag. Er zijn al kinderen die naar aanleiding van sCOOLsport lid zijn geworden van een sportvereniging.” www.effectiefactief.nl

Scheldpartijen, bedreigingen en vechtpartijen kunnen de sfeer in een sportieve omgeving verzieken. Met het actieplan ‘Naar een veiliger sportklimaat’ van het ministerie van VWS werken verschillende samenwerkingspartners aan een positiever imago van de georganiseerde sport. NISB verrijkt en valideert hiervoor verschillende reeds bestaande interventies in het kader van bijvoorbeeld Masterplan Arbitrage en Samen voor Sportiviteit en Respect. Ook wordt gewerkt aan de effectiviteit van een aantal nieuwe instrumenten binnen de Menukaart Veilig Sportklimaat. Patrick Rijnbeek, programmamanager NISB en secretaris van deTaskforce: “Een mooie opdracht met verschillende uitdagingen. Het is vooral een kans om lokaal niet opnieuw het wiel uit te vinden, maar gebruik te maken van aanpakken die werken.”

0 75

Kamerlid Arib heeft inmiddels Kamervragen gesteld n.a.v. het onderzoek. Het proefschrift is te bestellen bij de GGD Hollands Midden of als pdf te downloaden via www.kic.nisb.nl/site/catalogus/show/13126

25

50

50

0

0 25

75

20

20 40 25

50

Balvaardigheden

75

50

Fanatiek

Fanatieke sporters zijn ook fanatieker op school. Ongeveer 70% van de sporttalenten volgt HAVO of VWO, het landelijk gemiddelde is 44%.

20 40

0 25

20

40

75

0

=1

40

75

50

lokaal niveau ontbreekt. Daarbij is op lokaal niveau niet alle relevante kennis aanwezig. Structureel, integraal beleid komt daardoor nauwelijks tot stand. Op landelijk niveau is die kennis wel beschikbaar, maar ook daar komt integraal beleid moeilijk tot stand en is die ‘sense of urgency’ beperkt aanwezig.”

nodig dat er een integraal beleid komt op het gebied van publieke gezondheid, in plaats van ‘mono-beleid’ voor publieke gezondheidszorg. Uit mijn onderzoek blijkt dat scholen en wijken de beste plekken zijn om activiteiten te organiseren. ‘Community-based’ activiteiten staan daarbij centraal en de overheid is onderdeel van een netwerk. De resultaten van het onderzoek zijn van belang voor beleidsmakers en -uitvoerders en voor mensen die nog niet betrokken zijn, maar die dat wél moeten zijn.”

0 25

75

Conclusie?“Het lijkt dat een ‘sense of urgency’ op

Impact?“Daar is het nog te vroeg voor, maar het is

Veiliger sportklimaat: positiever imago

Verplaatsvaardigheden

diensten in 1981 formuleert de landelijke overheid beleid om het gedrag van de bevolking te veranderen ten aanzien van alcohol- en tabaksconsumptie, voeding en bewegen.Tot nu toe blijkt dit beleid onvoldoende effectief. Vandaar mijn onderzoeksvragen: Wat zijn de voorwaarden voor een effectief lokaal beleid op het gebied van publieke gezondheid en in hoeverre zijn die voorwaarden in Nederland aanwezig?"

Lid van sport­ vereniging

20

25

40

50

20 40 Balvaardigheden Verplaatsvaardigheden

Kinderen met de kleinste leerachterstand

Kinderen met de kleinste leerachterstand

Middengroep

Middengroep

Kinderen met de grootste leerachterstand

Kinderen met de grootste leerachterstand

Waarom dit onderzoek? Regelmatig bewegen zorgt voor een betere doorbloeding van de hersenen. Het doet een beroep op dezelfde hersengebieden als hogere cognitieve vaardigheden, zoals het oplossen van problemen en plannen. Doelgericht bewegen leidt tot structurele veranderingen in de hersenen. Het is aannemelijk dat bij methoden waarbij bewegen doel op zich is, positieve lichamelijke en cognitieve effecten bereikt worden. Download het rapport: www.kic.nisb.nl/ site/catalogus/show/13123

Tegengeluiden

In het digitale vakblad Sportknowhow XL schrijven sportfilosoof Ivo van Hilvoorde en promovendus Niek Pot dat andere onderzoekers, waaronder Bailey (2006) en Hartman (2008), aantoonden dat er op zijn best zwakke aanwijzingen zijn voor correlaties tussen bewegen en schoolprestaties. Het oorzakelijk verband zou er wel kunnen zijn, maar dat moet nog verder onderzocht worden. Volgens hen gaat het te ver om bijvoorbeeld te zeggen dat kinderen die veel bewegen slimmer ‘worden’.

Bewegen en de relatie met cognitie: • Bewegingsvaardigheden zijn een voorwaarde voor meer lichamelijke activiteit en sportdeelname. • Kinderen in het speciaal basis­ onderwijs kunnen extra profiteren van goede bewegingsvaardigheden. • Hoe beter de bewegingsvaardig­ heden, hoe beter de schoolvaardigheden zoals rekenen en lezen. • Bewegingsvaardigheden zijn ge­ relateerd aan hogere controlefuncties van de hersenen.


opinie

Fotografie Marco Vellinga Fotografie | Illustratie Lox Creative Experts, Norbert Vermeer

Marieke Verhaaf is adviseur en

accountmanager bij NISB. Deze opiniepagina is op persoonlijke titel en wordt door verschillende schrijvers ingevuld.

Gezond leven hoort in lespakket In het tv-programma ‘Help, mijn kind is te dik’ worden ouders en te dikke kinderen gevolgd. De titel van het programma suggereert dat ouders zich zorgen maken over het gewicht van hun kind. In het programma blijkt echter dat ouders vaak niet eens wéten wat gezond is en wat hun kind nodig heeft. In het programma wordt vervolgens de leefstijl van de ouders, en dus ook van het kind, in beeld gebracht. Ik twijfelde vooraf al aan de goede bedoelingen van het tv-programma, bij het zien ervan betwijfel ik al helemaal het effect dat het programma heeft op ouders en kind. Ouders zullen echt

niet bewust hun kind een ongezond leven laten leiden. Het ontbreekt hen aan kennis. Die onwetendheid pleit wat mij betreft voor het besteden van meer tijd aan het onderwerp gezond leven op school. Als kinderen het thuis niet altijd mee krijgen, waarom dan niet op school? Denk dan aan vaker en standaard gezonde voeding aanbieden, lessen over gezond leven én structureel meer uren bewegingsonderwijs. Er zijn tal van dergelijke effectieve interventies op het terrein van gezondheid die in het onderwijs succesvol worden ingezet, zoals sCOOLsport, IRun2BFit en de Gezonde Schoolkantine. Laten we er voor

zorgen dat elke school (meer) gebruik kan (en gaat) maken van deze en andere interventies, zodat kinderen niet alleen gezond leren leven, maar ook ervaren dat gezond leven fijn is. Een open deur, cliché, bemoeizucht, duur? Wat de ministers Schippers en Van Bijsterveldt er ook van denken, mijn mening is: gezond leven moet je leren en wat mij betreft hoort dat gewoon thuis in het lespakket.

Voor sommige gemeenten komt 'Sport en Bewegen in de Buurt' te laat... Onze gemeentelijke sportnota ziet er weer prachtig uit!

Op wit papier met mooie plaatjes.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.