Talent voor de toekomst 2.0

Page 1

Werkboek van ---------------

PROJECT TOEKOMST Keuzedeel Verrijking Leervaardigheden Keuzedeel Ondernemend Gedrag

STARTCOLLEGE


INHOUDSOPGAVE Inleiding .................................................................................................................................................................. 03 Programma project Toekomst ................................................................................................... 04 Module: Ritselen en Regelen ....................................................................................................... 05 Module: De klas kiest ............................................................................................................................ 14 Module: A - On en Offline Presenteren ............................................................................. 22 Module: B - Content Maken ........................................................................................................... 30 Module: Weerbaarheid ......................................................................................................................... 38 Module: Debat ................................................................................................................................................. 46 Exameninformatie voor de student ...................................................................................... 54 Colofon ..................................................................................................................................................................... 58

2


INLEIDING Project Toekomst: 21e eeuwse vaardigheden als keuzedeel Je hebt gekozen voor een beroepsopleiding met vakken die je voorbereiden op een beroep of vervolgstudie. Ook krijg je algemene vakken zoals Nederlands, rekenen en burgerschap. Naast deze vakken krijg je Project Toekomst. Project Toekomst is een lesprogramma waarin de 21e eeuwse vaardigheden centraal staan. Je ontwikkelt vaardigheden en talenten die je nodig hebt om succesvol deel te nemen aan de maatschappij van de toekomst. De verwachtingen zijn dat er in de komende vijf jaar veel gaat veranderen in de samenleving. We leren meer via digitale middelen. Hierdoor stop je eigenlijk nooit met leren en al deze nieuwe mogelijkheden maakt leren steeds interessanter. Wat zijn 21e eeuwse vaardigheden? Hieronder vallen de volgende vaardigheden: •

Kritisch denken

Creatief denken

Probleem oplossen

Computational thinking

Informatie vaardigheden

ICT basis vaardigheden

Media

Communicatie

Samenwerken

Sociale en culturele vaardigheden

Zelfregulering

In onderstaand figuur worden ze in een tekening uitgelegd.

Project Toekomst is een samenwerking tussen Zadkine Startcollege, De Cultuurschool en professionals uit het werkveld.

3


T S M O K E O T T C JE O R P A M M A R G PRO

Project Toekomst bestaat uit twee keuzedelen. Elk keuzedeel is een lesprogramma met meerdere modules. Een module is een onderdeel van een groter geheel. Een wiel is bijvoorbeeld een module van een auto. Iedereen start met de module De klas kiest, hierin krijg je lessen waar je als klas kan kiezen uit één van de twee keuzedelen. Bij De klas kiest leer je onder andere: 1.

WEERBAARHEID, in deze les leer je voor jezelf op te komen en je grenzen aan te geven.

2.

DEBAT, in deze les leer je goed je mening te verkondigen en te verdedigen.

3.

FOTOGRAFIE

4.

DE KLAS KIEST

Waar kies je dan voor als klas? A.

TALENT VOOR DE TOEKOMST

In dit keuzedeel leer je in verschillende vaardigheden je talenten te ontwikkelen zoals presentatietechnieken, communiceren met anderen en wordt er gewerkt aan je zelfvertrouwen. Deze talenten heb je nodig in je werk of om door te stromen naar een vervolgopleiding. B.

TALENT VOOR ONDERNEMEN

In dit keuzedeel leer je verschillende ondernemende vaardigheden te ontwikkelen zoals initiatieven nemen, kansen zien én grijpen en je eigen zaken regelen. Ieder keuzedeel bestaat uit 5 modules.

A

+

B

1.

Ritselen en regelen: Vaardigheden voor op school en op je stage/werk.

2.

De klas kiest: lessen die je leren te kiezen.

< A

B >

3.

3.

On- en Offline presenteren:

Content maken:

Wie ben jij en hoe laat je dat zien

Wat is jouw product en hoe breng

en op internet en social media.

je dit onder de aandacht?

4.

Weerbaarheid: Voor jezelf opkomen en je grenzen aangeven.

5.

Debat: Effectief en eerlijk je mening vertellen. Leer hoe mensen naar jou luisteren.

Bij elke module horen vijf opdrachten die tijdens dit blok moeten worden gemaakt. Deze opdrachten vormen het bewijsmateriaal voor het behalen van je module. In dit werkboekje kun je per module je bewijsmateriaal bijvoegen zodat je tijdens je examengesprek kan laten zien wat je hebt gedaan. De vakdocent beoordeelt per opdracht met onvoldoende, voldoende of goed. Tot slot krijg je een totaalbeoordeling (onvoldoende, voldoende of goed) voor de hele module. Het keuzedeel is een verplicht examenonderdeel. Succes!

4


N E L E G E R N E N E L E S IT R E L U D MO ALS JE NET BENT BEGONNEN OP HET STARTCOLLEGE DAN MOET JE MISSCHIEN WENNEN OM WEER IN DE SCHOOLBANKEN TE ZITTEN EN OP ZOEK TE GAAN NAAR EEN STAGE. IN DEZE MODULE OEFENEN WE MET DE VAARDIGHEDEN DIE HANDIG ZIJN IN JE KLAS EN OP JE STAGEPLEK.

DOEL RITSELEN EN REGELEN: SLIM LEREN PLANNEN VOOR SCHOOL EN STAGE.

OPDRACHT 1

Als je een doel wilt stellen voor jezelf is het belangrijk om te weten wat je sterke punten zijn, deze worden competenties genoemd. Hier wordt vaak naar gevraagd tijdens sollicitaties en presentaties. Zorg dus dat je je sterke punten goed kunt benoemen. Schrijf op wat jouw drie beste competenties zijn en geef een voorbeeld hoe deze je kunnen helpen tijdens je school of stage.

1 2 3

Mijn sterkste punt is ...................................................................................................................................................

Dit helpt me op school/stage omdat............................................................................................................................

Mijn tweede sterkste punt is ......................................................................................................................................

Dit helpt me op school/stage omdat............................................................................................................................

Mijn derde sterkste punt is .........................................................................................................................................

Dit helpt me op school/stage omdat............................................................................................................................

5


OPDRACHT 2

Een digitale agenda kan handig zijn om je huiswerk, opdrachten en planning in bij te houden. Waarom kies jij wel of niet voor een digitale agenda?

JA NEE

Ik kies WEL voor een digitale agenda omdat ..........................................................................

...................................................................................................................................................

Ik kies NIET voor een digitale agenda omdat ..........................................................................

...................................................................................................................................................

6


OPDRACHT 3

Op school of stage werk je veel opdrachten uit. Een manier om je ideeĂŤn op te schrijven is de mindmap. Die maak je in de klas met je docent. Neem de mindmap hieronder over:

7


OPDRACHT 4

Maak een (week-)plan van aanpak om een een stageplek te vinden. Welke stappen ga je nemen om een stage te vinden en wanneer ga je dit doen?

MAANDAG

Ik ga de volgende stap ondernemen ........................................................................................

...................................................................................................................................................

DINSDAG

Ik ga de volgende stap ondernemen ........................................................................................

...................................................................................................................................................

WOENSDAG

Ik ga de volgende stap ondernemen ........................................................................................

...................................................................................................................................................

DONDERDAG Ik ga de volgende stap ondernemen ........................................................................................ ...................................................................................................................................................

VRIJDAG

Ik ga de volgende stap ondernemen ........................................................................................

...................................................................................................................................................

ZATERDAG

Ik ga de volgende stap ondernemen ........................................................................................

...................................................................................................................................................

8


TIP Een planning maken voor een opdracht of het vinden van een stage lijkt veel werk, maar het kan juist tijd besparen en je succes versnellen. Dus maak een plan! Wees niet bang dat het niet haalbaar is, want plannen kunnen altijd wijzigen. Loopt het even anders, kun je je plan gewoon aanpassen.

9



LOGBOEK Naam student

......................................................................

Naam module

RITSELEN EN REGELEN

Startdatum .....................................................................

CLUSTER 1: PLANNEN EN ORGANISEREN 1. Doel(en) formuleren

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

2. Planning maken en hulp vragen

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

3. Planning / voortgang in de gaten houden

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................ CLUSTER 2: JEZELF KENNEN EN ONTWIKKELEN 4. Jezelf kennen

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

5. Omgaan met fouten

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

6. Omgaan met feedback, kritiek, luisteren

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

Deelname en afronding module

Handtekening en datum

ja / nee

Student ………..……….………...

door (vak)docent ...............………..……….………...

(Vak)docent ………..……….………...

datum ....................


BEOORDELING

Advies aan de loopbaanbegeleider MODULE RITSLEN EN REGELEN

DEELNAME

INZET BIJ ONDERWERP

1

Competenties presenteren.

O

V

G

2

Digitale agenda bijhouden.

O

V

G

3

Mindmap.

O

V

G

4

Plan van aanpak.

O

V

G

5

EfďŹ cient gebruik van Google.

O

V

G

Datum: Naam en handtekening beoordelaar:

12


NOTITIES

Maak hieronder aantekeningen van zaken die je wilt onthouden ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... .....................................................................................................................................................................................

13


MODULE DE KLAS KIEST Bij veel vakken kan je niets kiezen, maar bij Project Toekomst heb je de kans om samen met je klas te kiezen welke vaardigheden je wil leren. Omdat je moet weten wat je gaat kiezen, hebben we een module gemaakt die je laat zien welke vaardigheden je kan leren. Alle klassen kunnen kiezen, dit kan alleen per klas, niet individueel. Je kiest voor de module die het beste past bij je opleiding. Binnen Project Toekomst kun je kiezen voor het keuzedeel Talent voor de Toekomst of voor Talent voor Ondernemen.

DOEL JE WEET WAT DE KEUZEDELEN BINNEN PROJECT TOEKOMST BETEKENEN. HIERDOOR KUN JE SAMEN MET JE KLAS KIEZEN ...

OPDRACHT 1

Je hebt nu uitleg gehad over Project Toekomst en de keuzedelen daarbinnen. Welk keuzedeel vind je het beste bij jullie klas passen. Wat zijn volgens jou de verschillen tussen de keuzedelen. Verzin er tenminste 3.

TALENT VOOR DE TOEKOMST

TALENT VOOR ONDERNEMEN

1 2 3 14


OPDRACHT 2

Bij Project Toekomst kijken we naar je leervaardigheden en naar ondernemend gedrag. Sommige studenten zijn goed in leren en willen dat het liefst hun hele leven blijven doen. Andere studenten houden niet zo van leren, maar zijn heel goed in planning en weten dit goed in te zetten voor hun school, stage en baan. Welke student ben jij? Geef jezelf een cijfer van 1 tot 10 voor de volgende vragen en zet dat cijfer op de lijn van de vraag. Ben je het helemaal eens met de uitspraak, geef jezelf een 10. Ben je het er helemaal niet mee eens geef jezelf dan een lager cijfer. Verbind de punten aan elkaar. Ben je vooral een Ondernemer of een Toekomstdromer?

ONDERNEMER

VRAAG 1

LEVEN LANG LEREN

10 5 VRAAG 4 10

5

1

1 1

5

10 VRAAG 2

5 VRAAG 3

10

WERKNEMER VAN DE MAAND

TOEKOMSTDROMER

VRAAG 1 Ik weet wat ik na mijn opleiding wil gaan doen. Ik weet al welk werk of opleiding ik na dit jaar ga doen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 VRAAG 2 Ik weet al waar ik goed in ben en heb zin om te leren. Dit vind ik leuk om te doen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 VRAAG 3 Als ik iets niet weet dan probeer ik het probleem op te lossen door hulp te vragen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 VRAAG 4 Ik help graag anderen en vind het belangrijk dat het gezellig is in de klas of op mijn werk. Laten we er een leuke tijd van maken. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 15


OPDRACHT 3

Maak een foto waaruit duidelijk wordt wat jouw toekomstdroom is. Hoe zie je jezelf over een jaar. Als de zakenman/vrouw van het jaar, werknemer van de maand of student van die leuke vervolgopleiding?

Plak in dit vak een goede foto van jezelf en jouw toekomstdroom.

DREAM BIG WORK HARD 16


OPDRACHT 4

Bij de proefles debat heb je kennis gemaakt met je mening geven in de klas. Je wilt je klas overhalen om het keuzedeel te kiezen dat jij het best vindt passen bij jouw klas. Verzin een goed argument waarom jouw klas moet kiezen voor dit keuzedeel (vul hier jou keuze in). Argument …………………………………………………………………………………………………………………………………………........………………………..

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………....

…………………………………………………………………………………..………………………………………………………………………………………………………

OPDRACHT 5

Welk keuzedeel is het geworden?

A TALENT VOOR DE TOEKOMST, GA DAN NAAR BLADZIJDE 30

B TALENT VOOR ONDERNEMEN, GA DAN NAAR BLADZIJDE 38

17



LOGBOEK Naam student

......................................................................

Naam module

DE KLAS KIEST

Startdatum .....................................................................

CLUSTER 1: PLANNEN EN ORGANISEREN 1. Doel(en) formuleren

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

2. Planning maken en hulp vragen

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

3. Planning / voortgang in de gaten houden

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................ CLUSTER 2: JEZELF KENNEN EN ONTWIKKELEN 4. Jezelf kennen

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

5. Omgaan met fouten

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

6. Omgaan met feedback, kritiek, luisteren

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

Deelname en afronding module

Handtekening en datum

ja / nee

Student ………..……….………...

door (vak)docent ...............………..……….………...

(Vak)docent ………..……….………...

datum ....................


BEOORDELING

Advies aan de loopbaanbegeleider DE KLAS KIEST

DEELNAME

INZET BIJ ONDERWERP

1

De student weet wat een keuzedeel is en wat project toekomst is.

O

V

G

2

De student heeft inzicht in zijn interessegebied en leerstijl.

O

V

G

3

De student weet wat Talent voor de Toekomst is.

O

V

G

4

De student weet wat Talent voor Ondernemen is.

O

V

G

5

De student heeft een keuze gemaakt.

O

V

G

Datum: Naam en handtekening beoordelaar:

20


NOTITIES

Maak hieronder aantekeningen van zaken die je wilt onthouden ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... .....................................................................................................................................................................................

21


A

N E R E T N E S E R P E IN L F F O N E N O

WIE JE BENT LAAT JE NIET ALLEEN ZIEN ALS JE MET MENSEN PRAAT (OFFLINE) MAAR OOK VIA INTERNET (ONLINE). BIJVOORBEELD OP SNAPCHAT, INSTA OF OP FACEBOOK. WEET JIJ WAT MENSEN ALLEMAAL OVER JOU KUNNEN VINDEN OP INTERNET? BIJ ONLINE EN OFFLINE PRESENTEREN LAAT JIJ AAN DE MENSEN OM JE HEEN ZIEN WIE JE BENT.

DOEL ON EN OFFLINE PRESENTEREN: WEET WIE JE BENT EN LEER HOE JE DIT KAN LATEN ZIEN IN HET ECHTE LEVEN EN OP INTERNET.

OPDRACHT 1

Negentig procent van de werkgevers checkt wat er over nieuwe werknemers te vinden is op internet. Het is dus belangrijk dat je weet wat er over jou te vinden is. Noem drie online manieren om je te presenteren aan een werkgever. Bedenk welke sociale media je hiervoor kunt gebruiken. Google je naam. Wat zie je dan? ......................................................................................................................................................................................................

......................................................................................................................................................................................................

www ........................................................................

www ........................................................................

www ........................................................................

22


OPDRACHT 2

Op je CV kan je werkgever in één oogopslag zien wat jij allemaal kan, welke opleiding je hebt gedaan en waar je hebt gewerkt. Bij het vak Loopbaanbegeleiding heb je al jouw CV samengesteld. Werkgevers krijgen heel veel CV’s, het is dus belangrijk dat je eruit springt. In deze les leer je hoe je met vormgeving je CV meer kan laten opvallen. Ontwerp een mooi vormgegeven CV en print hem uit. Eén kopie gaat in je portfolio, de andere vouw je dubbel en plak je hieronder.

Plak in dit vak een uitgeprinte CV. Vouw hem twee keer als een brief zodat hij in dit boekje past.

23


OPDRACHT 3

Een goede portretfoto helpt bij je bij het presenteren van jezelf op internet. Maak een goede portretfoto en voeg een print bij:

Plak in dit vak een goede portretfoto van jezelf

24


OPDRACHT 4

Maak een korte profielschets. In maximaal 3 a 4 zinnen vertel je wat jou zo geschikt maakt voor je baan/stageplaats. Benoem je drie competenties en vertel wat jij wilt leren op je werkplek.

Mijn 3 competenties zijn (zie pagina 5)

Wat wil je leren op je werkplek?

1

............................................................................................................

2

............................................................................................................

3

............................................................................................................

1

............................................................................................................

2

............................................................................................................

3

............................................................................................................

Vertel in een paar mooie zinnen waarom jij zo geschikt bent voor die ene toffe baan/stage. Verwerk in je zin de punten die je hierboven hebt genoemd. ..................................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................................... .....................................................................................................................................................................................................

OPDRACHT 5

Presenteer je profielschets voor de klas en/of maak er een filmpje van. Dit doe je door heel kort en duidelijk te vertellen wie je bent en bijvoorbeeld de zinnen uit opdracht 4 in de camera te vertellen. Het filmpje kan je ook gebruiken bij je sollicitatie. Upload je filmpje op youtube of een ander kanaal.

Waar kunnen we je filmpje bekijken op internet? www..............................................................................................................

25



LOGBOEK Naam student

......................................................................

Startdatum .....................................................................

Naam module

ON EN OFFLINE PRESENTEREN

CLUSTER 1: PLANNEN EN ORGANISEREN 1. Doel(en) formuleren

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

2. Planning maken en hulp vragen

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

3. Planning / voortgang in de gaten houden

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................ CLUSTER 2: JEZELF KENNEN EN ONTWIKKELEN 4. Jezelf kennen

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

5. Omgaan met fouten

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

6. Omgaan met feedback, kritiek, luisteren

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

Deelname en afronding module

Handtekening en datum

ja / nee

Student ………..……….………...

door (vak)docent ...............………..……….………...

(Vak)docent ………..……….………...

datum ....................


BEOORDELING

Advies aan de loopbaanbegeleider MODULE ON EN OFFLINE PRESENTEREN

DEELNAME

INZET BIJ ONDERWERP

1

Kennis van social media en weten hoe je jezelf hiermee kan presenteren.

O

V

G

2

[CV) vormgeving.

O

V

G

3

Portretfotografie.

O

V

G

4

Profielschets of elevatorpitch.

O

V

G

5

Filmpje van elevatorpitch of een interview.

O

V

G

Datum: Naam en handtekening beoordelaar:

28


NOTITIES

Maak hieronder aantekeningen van zaken die je wilt onthouden ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... .....................................................................................................................................................................................

29


B

MODULE CONTENT MAKEN

HET IS BELANGRIJK DAT JE KUNT UITLEGGEN WAT JIJ EN JE WERKGEVER DOEN. OF MISSCHIEN WIL JE LATER VOOR JE ZELF GAAN WERKEN MET EEN EIGEN ZAAK. BIJ CONTENT MAKEN LEER JE HOE JE EEN PRODUCT KAN VERKOPEN EN WELKE DIGITALE EN NIET-DIGITALE MIDDELEN JE KUNT GEBRUIKEN OM JE PRODUCT ONDER DE AANDACHT TE BRENGEN.

DOEL CONTENT MAKEN: BRENG EEN PRODUCT ONDER DE AANDACHT EN GEBRUIK DAARVOOR DIGITALE EN NIET-DIGITALE MIDDELEN.

OPDRACHT 1

Via welke social media kun je je product onder de aandacht brengen. Vertel welke mogelijkheden er zijn en welke jij zou kiezen. Leg uit. Social media www ............................................................................................................................................................................................

www .............................................................................................................................................................................................

www .............................................................................................................................................................................................

Ik kies www .................................................................................................................................................................................

Omdat .........................................................................................................................................................................................

......................................................................................................................................................................................................

30


OPDRACHT 2

Ontwerp een logo voor een voorbeeldproduct. Print deze uit en plak hem hieronder.

Plak in dit vak een printje van je logo

31


OPDRACHT 3

Maak een foto van een voorbeeldproduct. Plak die foto hieronder:

Plak in dit vak een foto van je voorbeeldproduct

32


OPDRACHT 4

Wat kan je nog meer vinden over je product? Omschrijf je product: Wat is het? Wat kan het? Waarom is het handig? Waarom moeten mensen het hebben?

......................................................................................................................................................................................................

......................................................................................................................................................................................................

......................................................................................................................................................................................................

......................................................................................................................................................................................................

......................................................................................................................................................................................................

......................................................................................................................................................................................................

OPDRACHT 5

Maak een filmpje voor je product: dit mag een reclamefilmpje zijn of een instructiefilmpje (hoe gebruik je jouw product?) Upload je filmpje op youtube of een ander kanaal.

Waar kunnen we je filmpje bekijken op internet?

www..............................................................................................................................................................................................

33



LOGBOEK Naam student

......................................................................

Naam module

CONTENT MAKEN

Startdatum .....................................................................

CLUSTER 1: PLANNEN EN ORGANISEREN 1. Doel(en) formuleren

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

2. Planning maken en hulp vragen

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

3. Planning / voortgang in de gaten houden

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................ CLUSTER 2: JEZELF KENNEN EN ONTWIKKELEN 4. Jezelf kennen

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

5. Omgaan met fouten

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

6. Omgaan met feedback, kritiek, luisteren

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

Deelname en afronding module

Handtekening en datum

ja / nee

Student ………..……….………...

door (vak)docent ...............………..……….………...

(Vak)docent ………..……….………...

datum ....................


BEOORDELING

Advies aan de loopbaanbegeleider MODULE CONTENT MAKEN

DEELNAME

INZET BIJ ONDERWERP

1

Kennis van social media en weten hoe je hiermee een bedrijf of product kan presenteren.

O

V

G

2

Vormgeving voor product of bedrijf (bijv: logo of huisstijl).

O

V

G

3

Productfotografie.

O

V

G

4

Online onderzoek kunnen doen naar bedrijf of product.

O

V

G

5

Reclame of instructiefilmpje maken.

O

V

G

Datum: Naam en handtekening beoordelaar:

36


NOTITIES

Maak hieronder aantekeningen van zaken die je wilt onthouden ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... .....................................................................................................................................................................................

37


MODULE WEERBAARHEID IN DE WEERBAARHEIDSTRAININGEN OEFEN JE VERSCHILLENDE VORMEN VAN GEDRAG. DEZE KUNNEN VOORKOMEN DAT JE SLACHTOFFER WORDT VAN GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG. ZE KUNNEN JE JUIST OOK BEWUST MAKEN ALS JE ZELF GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG VERTOONT. IN DE TRAININGEN WERKEN DEELNEMERS VOORAL AAN HET VERGROTEN VAN HUN EIGENWAARDE EN ZELFVERTROUWEN. OOK WORDT ER VEEL AANDACHT BESTEED AAN JA-, NEE- EN TWIJFELGEVOELENS.

DOEL WEERBAARHEID: ALS JE WEERBAAR BENT KUN JE OP EEN PASSENDE MANIER OPKOMEN VOOR JEZELF. JE KUNT DAN MET RESPECT VOOR DE ANDER JE GRENZEN TREKKEN.

OPDRACHT 1

Wat jouw sterke punten zijn weet je al. Nu moet je met iemand gaan samenwerken, die ook sterke punten heeft. Het is altijd slim om met iemand een team te vormen die andere sterke punten heeft dan jij, zodat je elkaar goed aanvult. Alleen ben je snel, maar samen kom je verder. Met wie werk je samen? Naam: ............................................................................................................................................... Waarbij kun je elkaar helpen? Verzin allebei een doel waarbij je elkaar kan helpen.

Jij helpt mij bij .............................................................................................................................................................................

Ik help jou met ............................................................................................................................................................................. Wat zijn jullie afspraken over de samenwerking?

...................................................................................................................................................................................................... Hoe ging het?

goed

gemiddeld

slecht

38


OPDRACHT 2

Iedereen heeft grenzen. Ze zeggen je hoe jij wilt dat anderen met jou omgaan. Deze grenzen zijn voor iedereen anders. Het is belangrijk dat je duidelijk leert zeggen wat jij wél en niet wilt. Maar hoe doe je dat op een zelfverzekerde manier? Ik zeg duidelijk STOP als 1

………………………………………………………………………………………………………………………………………………

2

…………………………………………………………………………………………………………………………………………........

3

………………………………………………………………………………………………………………………………………………

2 OPDRACHT 3

Maak een reflectieverslag aan de hand van de feedback oefening in de les. Stel jezelf daarbij de volgende vragen: In hoeverre heb je dingen die je zag, dacht en voelde niet verteld?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…………………………... Heb je de ander altijd aangekeken toen je vertelde? Wanneer wel en wanneer niet en waarom?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…………………………... Heb je veel nieuwe concrete dingen gezien toen je duidelijk moest maken wat je zag?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…………………………... Wat vond je het makkelijkste en moeilijkste onderdeel van de oefening en waarom?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…………………………...

39


TIP Wat moet je meenemen? Handdoek + Ondergoed + Slippers. Tijdens de training is het belangrijk dat je je vrij kan bewegen. Het is daarom verplicht om een trainingsbroek/sportbroek en een T-shirt dragen tijdens de lessen weerbaarheid.

OPDRACHT 4

Iedereen is wel eens boos. Wat maakt jou boos? En waarom zou iemand anders boos op jou worden? Hoe reageer jij als iemand boos op je is? En zijn er nog andere manieren om hier mee om te gaan?

REDEN VAN BOOSHEID Ik word boos als ...........................................................................................................................................................................

Iemand anders wordt boos op mij omdat ................................................................................................................................... WAT DOE JE? Ik .................................................................................................................................................................................................

Iemand anders ............................................................................................................................................................................. HOE VOELT DAT? Ik voel me ...................................................................................................................................................................................

Iemand anders ............................................................................................................................................................................. IS ER NOG EEN ANDERE OPLOSSING? Ik .................................................................................................................................................................................................

Iemand anders .............................................................................................................................................................................

40


OPDRACHT 5

Vind je het makkelijk om voor je mening uit te komen of hou je deze liever voor jezelf. Of kom je alleen voor je mening uit als je iets ĂŠcht belangrijk vindt?

VEEL

1

2

3

WEINIG

Ik kom uit voor mijn eigen mening.

Ik hou mijn mening voor mezelf.

Als ik een vak leuk vind dan weet

Als ik een vak leuk vind dan zie je

de hele klas dat.

dat wel aan mijn cijfer.

Ik vind het niet moeilijk om snel voor

Voordat ik voor mijn mening uitkom

mijn mening uit te komen.

denk ik altijd lang na. Als ik mijn mening geef, doe ik dit pas

Mijn mening geven is belangrijker

als weet dat ik hier niemand

dan de gevoelens van een ander.

mee kwets.

Ik geef mijn mening ook over onder-

Ik geef mijn mening alleen als ik

werpen waar ik niet zoveel over weet.

veel over een onderwerp weet.

Als ik mijn mening geef voel

Als ik mijn mening geef voel ik

ik me sterk.

me altijd zenuwachtig.

TOTAAL PUNTEN 6-9 punten Je geeft altijd je mening. Wat jij vindt is altijd duidelijk. Misschien moet je iets voorzichtiger omgaan met de gevoelens van een ander. 10-14 punten Je komt voor je mening op als het voor jezelf belangrijk is en zal daar niet snel iemand mee voor zijn hoofd stoten. 15-18 punten Je hebt wel een mening maar zal daar niet snel voor gaan staan. Je bent zo voorzichtig dat je jezelf te kort doet. Je moet je iets meer uitspreken voor je mening.

41



LOGBOEK Naam student

......................................................................

Naam module

WEERBAARHEID

Startdatum .....................................................................

CLUSTER 1: PLANNEN EN ORGANISEREN 1. Doel(en) formuleren

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

2. Planning maken en hulp vragen

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

3. Planning / voortgang in de gaten houden

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................ CLUSTER 2: JEZELF KENNEN EN ONTWIKKELEN 4. Jezelf kennen

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

5. Omgaan met fouten

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

6. Omgaan met feedback, kritiek, luisteren

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

Deelname en afronding module

Handtekening en datum

ja / nee

Student ………..……….………...

door (vak)docent ...............………..……….………...

(Vak)docent ………..……….………...

datum ....................


BEOORDELING

Advies aan de loopbaanbegeleider MODULE WEERBAARHEID

INZET BIJ ONDERWERP

DEELNAME 1

De student weet wat samenwerking is en kan samenwerken.

O

V

G

2

De student weet waar zijn/haar grenzen liggen en kan deze ook verleggen.

O

V

G

3

De student kan omgaan met weerstand van zichzelf en een ander.

O

V

G

4

De student weet wat groepsdruk is en kan zelfstandig keuzes maken.

O

V

G

5

De student kan feedback geven en ontvangen.

O

V

G

Datum: Naam en handtekening beoordelaar:

44


NOTITIES

Maak hieronder aantekeningen van zaken die je wilt onthouden ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... .....................................................................................................................................................................................

45


MODULE DEBAT

DEBATTEREN IS OP EEN NETTE EN EFFECTIEVE MANIER EEN DISCUSSIE AANGAAN. DEBAT WORDT VEEL GEBRUIKT IN DE POLITIEK MAAR KAN OOK HANDIG ZIJN IN HET DAGELIJKSE LEVEN. JE LEERT SLIMMER TE DISCUSSIËREN EN JE MENING TE VERDEDIGEN ZONDER DAT JE IEMAND BELEDIGT OF JIJ JE BELEDIGD VOELT DOOR EEN ANDER.

DOEL DEBAT: EFFECTIEF EN EERLIJK JE MENING VERTELLEN. LEER MENSEN NAAR JOU TE LATEN LUISTEREN.

OPDRACHT 1

Geef uitleg wat de onderstaande begrippen betekenen!

Wat is een mening? ....................................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................................................................

Wat is een feit?............................................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................................................................

Wat is een argument?...................................................................................................................................................................

......................................................................................................................................................................................................

46


OPDRACHT 2

Oefenrondje: Groepsdebat. Je bent voor of tegen een stelling. Samen met een groepje uit de klas verdedig jij je mening.

De stelling is ................................................................................................................................................................................ Ik ben VOOR

/ TEGEN

Omdat ..........................................................................................................................................................................................

......................................................................................................................................................................................................

......................................................................................................................................................................................................

......................................................................................................................................................................................................

......................................................................................................................................................................................................

OPDRACHT 3

Maak een stelling. Hij hoeft maar één zin lang te zijn.

......................................................................................................................................................................................................

......................................................................................................................................................................................................

47


OPDRACHT 4

Kijk op internet wat er te vinden is over jouw stelling. Zijn er krantenartikelen die je stelling kracht bij zetten of zijn er wetenschappers of politici die het met je eens zijn? Zoek drie argumenten om je stelling te verdedigen. Noem 3 argumenten om je stelling te onderbouwen:

1 2 3

.....................................................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................................................

48


OPDRACHT 5

Dan nu voor het echt: Je gaat voor je klas jouw stelling verdedigen in een individueel debat. Succes! Bereid je debat hier onder voor

1 2 3

.STELLING...................................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................................................

ARGUMENTEN............................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................................................

. ONDERBOUWING.......................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................................................

TIP Blijf in het debat dicht bij jezelf. Neem een onderwerp waar je echt een mening over hebt. Hou je argumenten simpel en probeer eerlijk te zijn in je mening.

49



LOGBOEK Naam student

......................................................................

Naam module

DEBAT

Startdatum .....................................................................

CLUSTER 1: PLANNEN EN ORGANISEREN 1. Doel(en) formuleren

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

2. Planning maken en hulp vragen

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

3. Planning / voortgang in de gaten houden

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................ CLUSTER 2: JEZELF KENNEN EN ONTWIKKELEN 4. Jezelf kennen

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

5. Omgaan met fouten

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

6. Omgaan met feedback, kritiek, luisteren

begin module: .......................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

Deelname en afronding module

Handtekening en datum

ja / nee

Student ………..……….………...

door (vak)docent ...............………..……….………...

(Vak)docent ………..……….………...

datum ....................


BEOORDELING

Advies aan de loopbaanbegeleider MODULE DEBAT

DEELNAME

INZET BIJ ONDERWERP

1

Groepsdebat

O

V

G

2

Weten wat argumenten, meningen en feiten zijn.

O

V

G

3

Individueel debat.

O

V

G

4

Een stelling maken.

O

V

G

5

Onderzoek kunnen doen om je stelling of mening te onderbouwen.

O

V

G

Datum: Naam en handtekening beoordelaar:

52


NOTITIES

Maak hieronder aantekeningen van zaken die je wilt onthouden ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... .....................................................................................................................................................................................

53


IE T A M R O F IN N E M A X E

PROJECT TOEKOMST Keuzedeel Verrijking Leervaardigheden Code: K0440

Keuzedeel Ondernemend Gedrag Code: K0211

INFORMATIE

VOOR DE

STUDENT 54


Informatie Deze informatie is voor jou omdat je examen gaat doen in ‘Verrijking vakvaardigheden – Talent voor de Toekomst’ of omdat je examen gaat doen in ‘Ondernemend Gedrag’ - Talent voor Ondernemen. Dit is onderdeel van je Entree opleiding.

Het Portfolio Het portfolio bevat: 1 Een overzicht van zes vakvaardigheden. Bij elke vakvaardigheid staan vier beschrijvingen (rubrics). De beschrijvingen helpen je om erachter te komen wat het niveau is van je vakvaardigheden. Bij de beschrijving aan het begin van de periode valt er nog veel te leren, bij de laatste ben je er behoorlijk goed in. Er zijn twee groepen vakvaardigheden. De eerste groep is ‘Plannen en organiseren’, de tweede groep is ‘Jezelf kennen en ontwikkelen’. Elke groep heeft drie vakvaardigheden. 2

Vijf logboeken. Bij elke module hou je zelf de ontwikkeling van je vakvaardigheden bij.

3

Een bewijs dat je de module hebt afgerond, dit kan bijvoorbeeld een eindtoets of opdracht zijn.

Werken met de logboekjes - Je docent vertelt eerst over de module en het logboek, daarna ga je ermee aan de slag. -

Bij elke module begin je aan een nieuw logboek.

-

Lees de beschrijvingen van de vakvaardigheden goed en stel vragen als iets onduidelijk is.

-

Voor drie modules toets je je vakvaardigheden.

Tijdens deze modules toets je je eigen vakvaardigheden door de meerkeuzevragen in te vullen. Geef daar ook een voorbeeld bij, dit heb je later nodig voor je eindgesprek bij het examen. -

Iedere module heeft verschillende opdrachten, deze verzamel je in je logboek.

-

Je docent vult aan het einde van de periode in of je de module echt hebt doorlopen.

-

Jullie zetten allebei je handtekening ter bevestiging.

-

Het logboek is nu compleet.

- Je krijgt een voldoende voor je portfolio als je drie complete logboekjes hebt en twee ingevulde overzichten van je vakvaardigheden. Nu kun je aan het eindgesprek deelnemen.

Het examen; zakken of slagen voor je vakvaardigheden Na afloop van de vakvaardigheden voer je een gesprek met een beoordelaar. De beoordelaar heeft jouw portfolio van tevoren al bekeken. Dit gesprek is je examen van de vakvaardigheden en duurt 15 à 20 minuten. Van tevoren laat je begeleider/ docent weten wanneer en waar dit gesprek plaatsvindt. De beoordelaar stelt je verschillende vragen over je vakvaardigheden. In dit gesprek geef je voorbeelden hoe je aan de slag bent gegaan bij de modules en leg je uit hoe je bent gegroeid in de vakvaardigheden.

55


Je bent geslaagd (Voldoende of Goed) wanneer je voldaan hebt aan de volgende eisen: -

De drie logboekjes zijn compleet en volledig ingevuld.

-

Je bent gegroeid op vier of meer vakvaardigheden.

-

De vakvaardigheden waarin je bent gegroeid zijn verdeeld over de clusters: • Plannen en organiseren • Jezelf kennen en ontwikkelen.

-

Je hebt deelgenomen aan de modules en deze afgerond. Dit is door de vakdocent bevestigd met een handtekening.

-

Je kunt worden beoordeeld met ‘Voldoende’ of ‘Goed’, dit hangt af van in je groei in je vakvaardigheden.

Zelf onderteken je het logboek ook met een officiële handtekening als afsluiting.

Je bent gezakt (Onvoldoende) wanneer: -

De logboekjes niet compleet zijn.

-

Of: Je modules niet hebt afgerond.

-

Of: 1 De logboekjes wel compleet zijn 2 De modules hebt afgerond 3 Maar je bent niet op tenminste vier vakvaardigheden gegroeid. Of: 1 De logboekjes wel compleet zijn 2 De modules hebt afgerond 3 Je bent wel op vier vakvaardigheden gegroeid 4 Maar alleen bij de vakvaardigheden: ‘Plannen en organiseren’, of ‘Jezelf kennen en ontwikkelen’.

Scoretabel Vakvaardigheden Bij minder dan vier leervaardigheden

Modules EN

is groei aangetoond Bij vier leervaardigheden is groei

Aantoonbaar deelgenomen aan drie

Resultaat O

of minder modules EN

aangetoond. Dit is verdeeld over twee

Aantoonbaar deelgenomen aan drie

V

modules

of meer modules Bij meer dan vier leervaardigheden is groei aangetoond. Dit is verdeeld

EN

Aantoonbaar deelgenomen aan drie modules

over twee of meer modules

56

G


57


COLOFON

DIT IS EEN UITGAVE VAN STARTCOLLEGE ZADKINE EN DE CULTUURSCHOOL. Uitgegeven in het kader van Keuzedelen: Verrijking Leervaardigheden CODE: K0440 en Ondernemend Gedrag CODE: K0211 VORMGEVING EN COORDINATIE Angeliek ontwerpt CandyGo De Cultuurschool Startcollege Zadkine - Entreeonderwijs OPLAGE 1.000 stuks Druk 2 © 2017 Werkgroep Keuzedelen Startcollege Zadkine

58


59



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.