Advent 04 2015: De kerk van de toekomst

Page 1

ADVENT

HET KERKBLAD VAN HET KERKGENOOTSCHAP DER ZEVENDE-DAGS ADVENTISTEN

DE TOEKOMST/VAN DE KERK

/ 4 / 2015


DE TOEKOMST VAN DE KERK/AGENDA

2 oktober 2015 |

AGENDA OKTOBER Surinaamse rally NOVEMBER Adventist Academy

31 6–8

Jeugdcongres (België) 7–8 Gebedsweek 7–1

DECEMBER Tienerclub 5 LANDELIJK KANTOOR GESLOTEN 25 december – 1 januari JANUARI Tienerclub 9

Tienerclub 7 Jeugdleidersdag 8

Kids in Discipleshiptraining 14–17

Trainingsweekend Jeugdleiders (België) 20–22

ADRA-dag 17

Relatieverrijkingsdag 21

Zaalvoetbaltoernooi 23

Evangelisatiedag 22

Landelijke bijbelquiz 30

Jeugdrally Almere

Congres over statuten 31

28

Plantersweekend 22–24

Sabbatschooldag 29

COLOFON

Duurzaamheid is belangrijk voor de Adventkerk. Ook Advent werkt mee aan een betere wereld, daarom wordt het gedrukt op papier dat het resultaat is van verantwoord bosbeheer. Onze drukker gebruikt inkten op plantaardige basis en machines draaiend op groene stroom.

REDACTIE

Hoofdredacteur Tom de Bruin Eindredacteur Lydia Lijkendijk Redactie Bert Brinkman, Enrico Karg en Nelske Verbaas Redactieraad Joanne Balk, Reinder Bruinsma, Rudy Dingjan, Jeroen de Jager, Henk Koning, Matthijs Nagtegaal, Jeroen Tuinstra en Nelske Verbaas Correctoren Megen Molé en Nelske Verbaas Vormgeving limelight.design.studio@gmail.com Druk Van de Ridder - VdR Druk en print Oplage 3.000 exemplaren Verschijningsfrequentie 4 maal per jaar

HET WARE GEZICHT VAN JEZUS Uit verschillende studies is gebleken dat de groei van de vroegchristelijke kerk tot stand kwam door naastenliefde en zorg voor de armen. De eerste christenen stonden bekend als mensen die daklozen, vluchtelingen en sociale outcasts een nieuw perspectief gaven. Precies zoals hun Heer dat deed.

Voordat dezelfde Heer terugkeert, zullen apocalyptische situaties over elkaar heen buitelen: geen drinkwater, geen sanitaire voorziening voor bijna de hele wereldbevolking, vervolging, oorlogen, overstromingen, verkrachtingen, vluchtelingenstromen … Vindt u dat ik overdrijf? Lees Matteus 24 en het boek Openbaring er maar eens op na. Als je de laatste roman ‒ Weerwater ‒ van Renate Dorrestein leest, krijg je een indruk van hoe de wereld er onder dergelijke omstandigheden uitziet. In haar boek uit 2014 beschrijft ze de bizarre

situatie dat de hele wereld is vergaan, behalve de stad Almere, die zucht onder tropische temperaturen, stinkende luchten en verwilderde mensen … In zo’n setting ‒ die voor de honderdduizenden vluchtelingen die Europa binnenstromen nu al min of meer realiteit is ‒ is een kerk met aandacht voor de verdrukten bijzonder verlichtend en verfrissend. Inzet en aandacht voor daklozen, vluchtelingen en sociale verschoppelingen; dat was het begin van de kerk en daar ligt ook haar toekomst.

Want als in het einde van de tijd de liefde verkilt (Matteus 24:12), laat de kerk met een beetje menselijke warmte het ware gezicht van Jezus zien. Ds. Wim Altink

REDACTIEADRES

Amersfoortseweg 18, 3712 BC Huis ter Heide Telefoon Landelijk Kantoor: 030 – 6939375 E-mail advent@adventist.nl Web www.adventist.nl of www.adventist.be

GIFTEN

Advent wordt gerealiseerd dankzij uw giften. Giften specifiek voor kerkblad Advent/@vent kunt u overmaken op NL95RABO0117287253, ten name van Kerkgenootschap der ZDA. Voor financiële zaken, inclusief donaties en wilsbeschikkingen, kunt u contact opnemen met I. Schorea: ischorea@adventist.nl Foto omslag: © bikeriderlondon Foto achterblad: © Lightspring via Shutterstock.com


INHOUD/DE TOEKOMST VAN DE KERK

oktober 2015 |

3

04

14

20

30

EEN KERK VOOR ANNE

OVERFLOW MINISTRIES

BIJBEL OP SCHOOT

YOUNG & HOLY

BillionPhotos/Shutterstock.com

VERDER IN DIT NUMMER 08 NIEUWS UIT DE WERELDKERK 10 NIEUWE PREDIKANTEN 12 PREDIKANT-ZIJN 16 METAMODERNISME 24 PS EN DOOPBERICHTEN

38

PREDIKANTEN VAN DE TOEKOMST

27 IN MEMORIAM: JAN TEUNIS KNOPPER 28 OP WEG NAAR DE TOEKOMST 33 VERDIEPING BIJ DE SABBATSCHOOL 36 MYSTERY GUEST 40 REDACTIONEEL


DE TOEKOMST VAN DE KERK/DE KERK VAN DE TOEKOMST

oktober 2015 |

4

EEN KERK VOOR ANNE Vergeleken met de begintijd van de Adventkerk, is de samenleving veranderd. Deze nieuwe samenleving vraagt om andere manieren om mensen te bereiken, betoogt ds. Bjørn Ottesen. Minder dogma’s, meer beleving; daarin liggen kansen voor de kerk. Wat vooral moet blijven, is dat we bruggen bouwen om alle naties discipelen van God te maken. Nieuwe bruggen, die steunen op pijlers uit de hedendaagse cultuur. Tekst/dr. Bjørn Ottesen

L

aat me je voorstellen aan Anne. Ze is 33 en woont samen met haar vriend in een grote stad. Ze werkt en studeert daarnaast in deeltijd. Als het op religie aankomt, probeert Anne ruimdenkend te zijn. Ze omschrijft zichzelf als spiritueel en gelooft absoluut in ‘iets’. Als zij door het centrum van haar woonplaats loopt, ziet ze aanbiedingen voor boeddhistische meditatie en islamitische moskeeën die geopend zijn voor gebed. De kerkgebouwen van gereformeerden, doopsgezinden en katholieken bevinden zich naast elkaar. Anne ervaart dit niet als vreemd omdat, in haar ogen, meerdere religies de waarheid kunnen prediken en ze staat dan ook open voor elk van de activiteiten zolang deze haar spiritueel voeden en haar leven verrijken. Daarnaast realiseert zij zich dat verschillende mensen dezelfde informatie anders kunnen interpreteren waardoor verscheidenheid dus positief en interessant is.

WEL NUANCES, GEEN DOGMA’S

De waarheid kent vele nuances en expressies. Anne weet dat iedereen een oprechte, eerlijke innerlijke kern heeft en zij ziet het als haar morele plicht om trouw te zijn aan dit innerlijke referentiekader. Anne gaat zelden naar de kerk, maar als haar grote familie bij elkaar komt gaat zij met Kerst en Pasen met hen mee. Het boeit haar niet per se wat de predikant vertelt of wat de kerk in het alge-

meen leert, maar ze houdt van de kaarsen, de rituelen en gebruiken, de schilderijen en de algehele sfeer die er heerst. Ze komt dan in contact met haar eigen spiritualiteit. Af en toe bezoekt ze ook wel eens een lege kerk om daar even te zitten en te genieten van de stilte. Anne vindt het inspirerend om met andere mensen te praten die spiritueel zijn aangelegd. Als iemand oprecht en reflecterend is, staat ze voor hem open. Zij onderzoekt graag of deze persoon ook in haar geïnteresseerd is. Luisteren naar een monoloog zonder de mogelijkheid te hebben om te reageren, lijkt haar nutteloos. In Annes belevingswereld is geen plek voor dogma’s en voorbedachte denksystemen. Georganiseerde religies zijn verdacht in haar opinie omdat deze de neiging hebben hypocriet te zijn en de mensen dwingen bepaalde ideeën en gedragingen aan te blijven houden. Anne vindt het moeilijk uit te leggen wat ze precies bedoelt met in ‘iets’ geloven. Ze heeft gewoon sterk het idee dat er meer is tussen hemel en aarde. Anne probeert een open mind te hebben en wil niet in een hokje geplaatst worden. Ze is wie zij bepaalt dat ze is.

ANNE BESTAAT ECHT

U heeft vast al door dat Anne een fictief personage is. Toch bestaat zij echt. Mijn omschrijving van haar is gebaseerd op onderzoek dat sociologen hebben gedaan naar hoe Europese westerlingen

zich verhouden tot religie en spiritualiteit. Anne vertegenwoordigt een groot deel van de mensen om ons heen, maar niet iedereen. Een belangrijke vraag voor ons als kerk is hoe wij met mensen als Anne in contact kunnen komen. Hoe kan Anne een volgeling van Jezus worden? In dit artikel wil ik beargumenteren dat verandering goed kan zijn en suggesties aandragen om ervoor te zorgen dat wij Anne en haar vrienden aan kunnen spreken.

VERANDERING

Laatst hoorde ik een ouderling overpeinzen hoe de kerk veranderd was en hij zei: ‘Het is niet meer zoals het geweest is.’ Een statement dat vaker te horen is binnen de kerk. Zijn de mensen die dit zeggen hier blij mee of zeggen ze het met weemoed? Waarschijnlijk het laatste. Maar wacht even! Geldt dit niet voor het leven an sich? Als ik kijk naar foto’s van mijn jeugd (de jaren zestig) kan ik haast niet geloven hoe gedateerd die zijn en hoe de samenleving veranderd is. De foto’s horen thuis in een museum! Zijn u en ik veranderd ten opzichte van wie we jaren geleden waren? Het antwoord is: ja. Zowel ons uiterlijk als ons denken is constant aan verandering onderhevig. Zo is het leven en dit is dus te verwachten. Welnu, dient de kerk te veranderen? Dient de missie van de kerk te veranderen en zo ja, waarom?

BRUG

Ik zie het werk van de kerk als een brug. Wat we leren, preken, onze goede daden en betrokkenheid bij de samenleving staan alle in het teken van een brug bouwen tussen de waarheid van Jezus en de geschriften enerzijds en de mensen om ons heen anderzijds. De ene kant van de brug begint


g-stockstudio/Shutterstock.com

DE KERK VAN DE TOEKOMST/DE TOEKOMST VAN DE KERK

oktober 2015 |

5

bij de waarheid. De andere kant grijpt in de levens van mensen in. Nieuwe bruggen dienen telkens gebouwd te worden omdat de mensen om ons heen veranderen. Als de mensen op wie wij ons richten in beweging zijn, is een nieuwe brug nodig. Dit begrijpen we in ieder geval als we aan zendingswerk ver weg denken.

TIJDEN VERANDEREN

De drijfveer achter hoe we de kerk, haar activiteiten en departementen runnen is de missie die God ons heeft gegeven: dat we alle mensen discipelen van God maken. In een nieuwe samenleving moet de kerk op een nieuwe wijze opereren. Dit komt duidelijk in de Bijbel naar voren. Kijk bijvoorbeeld naar hoe God aanbeden werd door de jaren: patriarchen aanbaden hem met de hele familie rondom een altaar.

/DE KERK MOET

DE TOEKOMST ONBEVOOROORDEELD TEGEMOET TREDEN Na de exodus begeleidde God de Israëlieten naar een nationale manier van aanbidden met de tabernakel en de priesters als belangrijke kenmerken. Toen de Israëlieten in Kanaän woonden, speelde de tabernakel bijna geen rol meer; aanbidding vond lokaal plaats. Toen Salomo de tempel in Jeruzalem af had, werd aanbidding weer gecentraliseerd en werden pelgrimages naar Jeruzalem deel van de religieuze beleving. De Babylonische ballingschap was opnieuw aanleiding tot nieuwe vormen van aanbidding ‒ zonder de tempel, priesters en offerrituelen.

Met deze paar zinnen heb ik nu meer dan duizend jaar in vogelvlucht weergegeven, maar mijn intentie is te laten zien dat tijden en omstandigheden veranderen en daarmee dus ook de gebruiken en belevingen. Als we ons proberen voor te stellen dat wij God zouden aanbidden door het slachten en offeren van een dier, is het heel goed mogelijk dat wij hier grote moeite mee zouden hebben. Maar zelfs al lijken deze gebruiken obscuur en onacceptabel voor ons, God accepteerde ze omdat de aanbidding uit het hart van de mensen kwam.

EVANGELIE VERSPREIDEN

De belangrijkste verandering in het Nieuwe Testament is de overgang van de kerk van een joodse sekte naar een beweging met vele nationaliteiten. Delen van het Nieuwe Testament staan in


het teken van de vraag hoe het evangelie onder deze mensen verspreid kon worden. In Handelingen 15 staat geschreven dat de raad in Jeruzalem besloot dat andere volken zich niet tot het jodendom hoefden te bekeren om als christenen gezien te worden. Deze daad van openheid en flexibiliteit was voor de kerk in die tijd een enorme uitdaging. Belangrijk voor deze ontwikkeling waren de wonderen die God had verricht in het contact tussen Petrus en Cornelius (Handelingen 10 en 11). Zowel Petrus als Cornelius hadden een relatie met de Heer. Petrus leerde dat hij niemand onrein of niet puur mocht noemen (Handelingen 10:28). In dit bijzondere verhaal komt door Gods interventie heel duidelijk naar voren dat alle mensen belangrijk zijn in de ogen van God. Dit veranderde de mentaliteit van de kerk toen drastisch. Dit – voor ons overduidelijke – punt was voor de leiders in Jeruzalem nog niet vanzelfsprekend. Door de inmenging van de heilige Geest begrepen de leiders wat de Heer voor ogen stond en zo veranderden zij de kerk (Handelingen 11:18).

/ZIJN WIJ HINDERNISSEN OP DE WEG NAAR VERNIEUWING OF STAAN WIJ POSITIEF TEGENOVER VERANDERING EN DAARMEE TEGENOVER DE MENSEN OM ONS HEEN?

LASTIG EVENWICHT

Je op nieuw terrein begeven kan bedreigend aanvoelen. We verkiezen vaak hetgeen we kennen. Om als kerk voorwaarts te gaan, hebben we de leiding van de heilige Geest nodig. Alleen de Geest, die weet wat komen gaat, kan de kerk de toekomst in leiden. Onze kennis over de

marekuliasz/Shutterstock.com

oktober 2015 |

6

max sattana/Shutterstock.com

DE TOEKOMST VAN DE KERK/DE KERK VAN DE TOEKOMST

veranderende samenleving moet gecombineerd worden met geestelijk leiderschap. Lessen uit het verleden kunnen ons waardevolle inzichten geven voor de toekomst, maar alsnog weten we niet wat ons te wachten staat. De kerk moet de toekomst onbevooroordeeld tegemoet treden. Het voorbeeld van de typisch westerse Anne schetst een duidelijk beeld van de uitdagingen die evangelisatie vandaag de dag met zich meebrengt. Het moet gezegd worden dat de kerk heus niet uitsluitend haar koers moet bepalen aan de hand van wat momenteel gangbaar is. De legitimiteit van de kerk komt van God en zijn openbaring; openbaring in Christus en de geschriften. De kerk heeft daardoor een profetische rol ten opzichte van alle culturen. Aan de andere kant dient de kerk te luisteren. De kerk dient de mensen uit een bepaalde cultuur de bedienen met het woord van God. Daarom moet de kerk gebruik maken van de middelen uit die cultuur. Zolang

dit niet in strijd is met wat de Bijbel ons leert, uiteraard. Dit is een zeer lastig evenwicht.

INDIVIDUALISME

Het individualisme van Anne is een sterke karaktereigenschap. Zij gebruikt zichzelf als referentiepunt voor de waarheid en om een spiritueel geloofssysteem op te bouwen. Religies zijn alleen interessant als zij bijdragen aan haar gevoel van zelfmaakbaarheid en zelfredzaamheid. Ze geniet er daarentegen ook erg van om te praten met mensen die eenzelfde pad bewandelen. Daar is dan sprake van wederzijds respect en van verrijking. Zo past een gesprek in een kleine groep waarin iedereen gelijk is aan elkaar goed bij haar manier van het delen van normen en waarden en het bespreken van de Bijbel. Een preek is niet de beste manier om iemand als Anne te bereiken. Hetzelfde geldt voor kant-en-klare bijbelstudies. Een individu voelt zich sneller verbonden met een kleine groep dan met de hele kerk. Het proces richting geloof is vaak lang.


DE KERK VAN DE TOEKOMST/DE TOEKOMST VAN DE KERK MINDER RELIGIEUS, MEER SPIRITUEEL

UITDAGING

Uit de geschiedenis van Gods volk blijkt dat verandering normaal is. De gevestigde orde verzet zich hier echter tegen. Daarom komen nieuwe bewegingen op die de taal van het ‘nu’ spreken en zo deze orde aan de kant zetten. Ik vraag mij af of dat ook met de kerk zal gebeuren. Ik hoop dat wij in beweging kunnen blijven. Ik bid dat wij onze gewoontes aan de kant kunnen schuiven en nieuwe dingen kunnen proberen omdat God ons uitdaagt nieuwe mensen te bereiken. Dit is een spirituele

oktober 2015 |

7

Victor Tongdee/Shutterstock.com

Ook al zijn ze minder religieus, westerlingen zijn spiritueler dan twintig jaar geleden. Persoonlijke ervaringen wegen zwaarder mee in de beleving van het geloof. Hier ligt een kans voor de kerk. Evangelisatie dient een ontmoeting met God en spirituele ervaringen te faciliteren. De Adventkerk heeft altijd sterk ingezet op de rede: bijbelstudie, preken en een evangelische aanpak spreken het cognitieve aan. Vandaag zoekt men echter vaker de beleving van en met God. Deze beleving kan gevonden worden in aanbiddingsdiensten, gebedsgroepen of goede daden voor de samenleving. Westerlingen die een ongedefinieerd geloof hebben, geloven wel in iets. Velen zijn nieuwsgierig en verlangen naar meer. Er is echter weerstand tegen vooropgezette doctrines en men is sceptisch tegenover religieuze organisaties. Mensen willen zelf op hun eigen manier en tempo het geloof ontwikkelen. De kerk dient dan ook te evangeliseren op manieren waarbij ieder zichzelf kan zijn en kan groeien met God op zijn of haar voorwaarden. Dit kan leiden tot loyaliteit waar de kerk heel veel aan kan hebben. Evangelisatie door middel van kleine groepen lijkt dus de beste manier om relaties met God op te kunnen bouwen.

uitdaging. Zijn we bereid te doen wat nodig is of houden we het liever bij het oude en bekende? Dit is een oproep aan alle geestelijk leiders, predikanten en ouderlingen. Tevens is dit een oproep aan alle leden. Zijn wij hindernissen op de weg naar vernieuwing of staan wij positief tegenover verandering en daarmee tegenover de mensen om ons heen? De leiding van de Geest van God helpt ons zoeken. We hebben de Geest nu meer nodig dan ooit. De kerk moet gehoorzaam, met een open mind en flexibiliteit, gehoor geven aan de oproep van God de volken tot zijn discipelen te maken.

Dr. Bjørn Ottesen is docent Pastoral Studies op Newbold College. Sinds kort is hij hoofd van het departement Theological Studies. Hij heeft een

Doctor of Ministry-graad behaald aan Fuller Theological Seminary, VS. Ottesen is al lang werkzaam binnen de Adventkerk, waar hij gemeentepredikant, docent en voorzitter is geweest in de kerken binnen Scandinavië.

MEER WETEN? Voor een diepgaander onderzoek naar Europese spiritualiteit en verdergaande reflecties over de nodige reacties van de kerk kunt u Ottesens nieuwste boek raadplegen: Reaching Post-Christian Europeans, uitgegeven door Newbold Academic Press, 2015 (www.amazon.co.uk).


NIEUWS/UIT DE WERELDKERK

oktober 2015 |

8

EUROPESE STEUN VOOR/ VROUWELIJKE PREDIKANTEN

H

et onlangs gehouden wereldcongres van de Adventkerk wees het voorstel af om voortaan de verschillende regio’s in de wereld zelf te laten beslissen of zij vrouwen tot predikant willen inzegenen.

Nadat deze beslissing was genomen, was er grote onzekerheid over wat dit in de praktijk zou gaan betekenen. Ds. Daniel Jackson, de voorzitter van de kerk in Noord-Amerika, liet onmiddellijk aan de vrouwelijke predikanten in zijn werelddeel weten dat zij onverminderd op zijn steun en die van de andere leiders in dat werelddeel kunnen rekenen. Vrijwel gelijktijdig kwam een soortgelijke geruststelling van de kant van ds. Rafaat Kamal, de voorzitter van de Trans-Europese Divisie, het Europese hoofdkantoor van onze kerk. In een brief aan de meer dan vijftig vrouwen die inmiddels in diverse landen van onze regio als predikant werkzaam zijn, schreef hij dat het niet alleen belangrijk is dat zij weten dat zij heel erg worden gewaardeerd. Hij onderstreepte ook dat het Europese hoofdkantoor zal ‘doorgaan vrouwen, die zich geroepen voelen, aan te moedigen, in dienst te nemen en op te leiden’. De brief liet in het midden of dat betekent dat men de landelijke kerken verder vrij zal laten om vrouwen in hun gebied in te zegenen. Kamal schreef letterlijk: ‘Wij zullen ons vertrouwen in het werk en de talenten van vrouwen in pastoraal leiderschap blijven onderstrepen, voor elke functie in de plaatselijke gemeente, op landelijke en regionale kantoren.’ Verdere discussie in de komende maanden maakt ongetwijfeld duidelijk hoe deze uitspraken praktisch ingevuld zullen worden.

Dennis Owusu-Ansah/Shutterstock.com

GIDSEN IN NIEUW-GUINEA/ VOORZIEN IN SABBAT-STOP

A

dventisten vormen met ruim tien procent van de bevolking een aanzienlijke minderheid in Nieuw-Guinea. In sommige streken ligt dit percentage nog aanzienlijk hoger, zoals bijvoorbeeld langs de befaamde Kokoda track – een route van 96 kilometer door ruig terrein, vooral geliefd bij Australiërs vanwege associaties met de Tweede Wereldoorlog. De tocht duurt tien dagen, en voert langs overwegend adventistische dorpen.

De gidsen, die allemaal adventist zijn, hebben op hun sabbat een rustdag ingelast in een van de dorpen. De adventistische bewoners van het dorp Menari hebben besloten hun uiterste best te doen om de toeristen (doorgaans groepjes van ca. 12 personen) warm te verwelkomen en van maaltijden te voorzien. Zij organiseren ook sessies waar dorpsbewoners vertellen over de streek en over wat zich in deze afgelegen gebieden in WO II heeft afgespeeld. Over het algemeen zijn de niet-adventistische ‘trekkers’ enthousiast over hun verplichte sabbatsrust!

Tekst/ds. Reinder Bruinsma


UIT DE WERELDKERK/NIEUWS

ADRA ZORGT/VOOR IRAKESE VLUCHTELINGEN IN KOERDISTAN

H

O

et Pew Research Center doet in de Verenigde Staten veel onderzoek naar wat zich op geestelijk en kerkelijk gebied afspeelt. Deze instelling heeft recentelijk een rapport uitgebracht dat de etnische opbouw van de belangrijkste Amerikaanse kerken met elkaar vergelijkt. Een van de opmerkelijke bevindingen is dat de zevendedagsadventisten in Noord-Amerika de meest diverse geestelijke stroming zijn.

ngeveer 1,5 miljoen Irakezen zijn het geweld in hun land ontvlucht en verblijven in het noordelijke deel van Irak, waar Koerdistan sinds enige tijd de dienst uitmaakt. Ruim een half jaar geleden heeft de adventistische hulporganisatie ADRA de zorg op zich genomen voor een van de vluchtelingenkampen: het Baharka Internally Displaced Persons Camp.

Het werk van ADRA in het kamp heeft als voornaamste doel bijstand te verlenen aan de kwetsbaarste bewoners en het geven van onderwijs aan de kinderen. Daarbij werkt ADRA nauw samen met UNICEF. Naast dit programma heeft ADRA Koerdistan een reeks van andere programma’s voor Irakese vluchtelingen en Koerdische gemeenschappen.

Rawpixel/Shutterstock.com

Zevenendertig procent van de volwassen kerkleden is blank, terwijl bijna een even groot deel zwart is: 32%. Vijftien procent is Latino (met name afkomstig uit Mexico en Puerto Rico), 8% is van Aziatische komaf en 8% heeft een andere, of gemengde afkomst. Eerder dit jaar werd bij een ander onderzoek de adventistische universiteit Andrews University aangewezen als de op één na meest diverse universiteit in de Verenigde Staten.

ROME HERDENKT/MAARTEN LUTHER

T

ot verrassing van velen heeft de leiding van de Rooms-Katholieke Kerk bekend gemaakt dat zij het initiatief ondersteunt een gedenkteken op te richten in Rome voor de grote kerkhervormer Maarten Luther. Het stadsbestuur heeft zeer onlangs besloten een plein in het zuidelijke deel van de Esquillijn-heuvel te herdopen in Piazzo Martin Lutero.

Volgens de belangrijkste krant van Rome, La Repubblica, is dit besluit het slotstuk van een proces dat zes jaar geleden op gang werd gebracht door de adventisten in Italië. De Adventkerk richtte in 2010 een verzoek aan de stad Rome om Luther te gedenken, omdat het toen vijfhonderd jaar geleden was dat de hervormer Rome bezocht. Nu is dit verzoek uiteindelijk gehonoreerd.

9 oktober 2015 |

ADVENTKERK/ MEEST DIVERSE KERK IN DE VS


KENNISMAKEN/NIEUWE PREDIKANTEN

oktober 2015 |

10

ADVENTKERK IMPORTEERT PREDIKANTEN Het predikantenkorps in Nederland vergrijst snel. Predikanten gaan met emeritaat, en daarnaast vertrekken met enige regelmaat predikanten naar het buitenland. Er zijn dringend jonge predikanten nodig die verder kunnen bouwen aan de toekomst van de kerk. Jonge predikanten, die niet altijd in Nederland aanwezig zijn. Dit jaar trok de Nederlandse Adventkerk twee jonge proponent-predikanten aan uit het buitenland. Tekst/Van de redactie

EVEN VOORSTELLEN: IGOR DOMINGOS

I

gor Domingos is afkomstig uit Portugal; de laatste jaren woonde hij in Spanje. Hij en zijn kersverse vrouw Evelyn Rodríguez zijn onlangs naar Nederland verhuisd, waar hij proponent-predikant wordt in de Portugeessprekende groepen, en twee Nederlandstalige gemeenten: Dordrecht en X-preszo. ‘Ik heb niet besloten om naar Nederland te komen’, zegt hij. ‘Mijn enige beslissing was mijn roeping te omarmen. Laten we zeggen dat ik er niet aan twijfel dat God wil dat ik nu hier ben.’

WAAROM BEN JE PREDIKANT GEWORDEN? ‘Toen ik 18 werd moest ik een van de moeilijkste beslissingen van mijn leven nemen. Ik had een veelbelovende toekomst als muzikant en ik vroeg me af wat ik met mijn leven zou doen. Doen wat ík wilde doen en mijn vrije tijd aan God besteden? Of doen wat God wilde en mijn vrije tijd besteden aan mijn persoonlijke interesses? Ik kwam er al gauw achter dat er geen ‘vrije tijd’ is als het om God gaat. Alles wat je doet, doe je voor hem. Met dat in mijn achterhoofd begon ik te onderzoeken wat God echt voor mij wilde. In Johannes 15:16 zei Jezus tegen mij: ‘Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar ik jullie, en ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht. Wat je de Vader in mijn naam vraagt, zal hij je geven.’ Ik zag dat het niet aan mij was om te beslissen wat ik met mijn leven ging doen. Ik heb tenslotte niet gekozen om te leven, maar Jezus heeft mij gekozen met een speciale missie in gedachte. Hij heeft mij aangewezen en laten zien dat ik hem kon dienen door predikant te worden. Predikant-zijn is niet alleen iets dat iedere dag voelt als de juiste beslissing. Het is mijn passie; het is Gods wil.’


NIEUWE PREDIKANTEN/KENNISMAKEN

‘Nederland is tot nog toe een geweldig land om te wonen. Ik vind de mensen warm. Ik ben zo vriendelijk ontvangen, overal waar ik heenging. De mensen lijken open, trots op hun leven en, het belangrijkste, gelukkig. Ik vind dat mooi in een land. Het weer vind ik ook fijn. Ik heb zes jaar in het zuiden van Spanje gewoond en ben gewend om slippers en korte broeken te dragen. Het voelt goed om weer eens een jas aan te hebben.’

HOE STAAT HET MET JE NEDERLANDS?

‘Mijn Nederlands … ik ben aan het oefenen met een app. Ik vind het interessant, soms is de uitspraak erg grappig en dat maakt het leuker. Ik ga taalcursussen doen en, het meest belangrijke, naar buiten en mijn boodschappen doen bij de lokale winkels. Zo kan ik vrienden maken en mijn Nederlands echt oefenen.’

HEB JE AL EEN NEDERLANDS BOEK GELEZEN? ‘Als je een restaurantmenu meetelt, wel.’

HOE ZIE JE DE TOEKOMST VAN DE KERK? ‘Ik zie een verenigde kerk. Een kerk waar taal en cultuur geen rol spelen. Mensen delen, dienen en glimlachen. Ik zie een kerk waar een nieuwkomer zich direct thuis voelt. Ik zie een kerk waar een oudere zijn geloof leeft als op de eerste dag dat hij Jezus vond. Ten slotte zie ik een kerk die naar boven kijkt, glimlachend, met de glorie van de wederkomst in de ogen van de mensen. Een kerk die niet van de wereld is, die geslaagd is in haar missie en eindelijk naar huis gaat.’

EVEN VOORSTELLEN: TABITHA CEDENIO

T

abitha Cedenio komt uit Londen. Zij en haar man Jeremy hebben twee zoons: Azriel en Akeno. Vanaf september is zij proponent-predikant in de gemeenten Eindhoven en Heerlen. Waarom zij predikant werd? ‘Omdat God me geroepen heeft.’

MAAR WAAROM DAN IN NEDERLAND? ‘Ik heb me altijd thuis gevoeld in Nederland. Dus toen de kans zich voordeed om hier predikant te worden, heb ik dit in gebed bij God gebracht. Hij stelde het plan in werking zodat we hier konden komen.’

WAT VIND JE VAN NEDERLAND? WAT HEEFT JE (POSITIEF EN NEGATIEF) VERRAST? ‘Ik houd van de creativiteit in Nederland. Ik vind het geweldig hoeveel creatieve winkels er zijn in de dorpen en steden. Ik was verbaasd door het aantal huisdieren in Nederland, dat was even aanpassen!’

HOE STAAT HET MET JE NEDERLANDS?

‘Mijn kennis van het Nederlands is basaal, maar het wordt snel beter. Ik heb deelgenomen aan een taalcursus van Regina Coeli. Dat heeft me enorm geholpen. Ik hoop nog een cursus te doen om vloeiender te leren spreken.’

HEB JE AL EEN NEDERLANDS BOEK GELEZEN?

‘Ja, ik heb de Nijntje-serie gelezen. Ik ben verliefd op Nijntje sinds ik klein was. Mijn zoon nam zijn Nijntje overal mee naartoe zodra hij kon lopen.’

HOE ZIE JE DE TOEKOMST VAN DE KERK? ‘Jozua en Numeri vertellen het verhaal van de vrijsteden. Plaatsen waar mensen naartoe konden gaan om aan hun belagers te ontkomen. Ik stel me de kerk voor als een vrijstad. Een plek waar mensen heen kunnen om in de liefde van Christus uit te kunnen rusten van de problemen en zorgen van de wereld.’

11 oktober 2015 |

WAT VIND JE VAN NEDERLAND? WAT HEEFT JE (POSITIEF EN NEGATIEF) VERRAST?


KERK VAN DE TOEKOMST/PREDIKANT-ZIJN

oktober 2015 |

PREDIKANT-ZIJN, ELK UUR ANDERS

12

Geen beroep is afwisselender dan dat van predikant. Dat weet ds. Enrico Karg uit eigen ervaring. Hij begon zijn loopbaan voor de klas, maar sloeg een andere richting in die hem uiteindelijk de kansel op leidde. Tekst/ds. Enrico Karg

I

n 1999 schreef toenmalig minister Hermans van onderwijs een brief aan alle leraren in Nederland over een landelijke campagne die gevoerd zou worden om het beroep van leraar te promoten. Op dinsdag 5 oktober van dat jaar verschenen dan ook onder het motto ‘leraar, elke dag anders’ verschillende tv-spotjes en (digitale) brochures om studenten over te halen om te kiezen voor het beroep van leraar. Gehersenspoeld door de vele spotjes met die slogan, werd ik leraar en heb ik enkele jaren mogen werken als docent Engels en Levensbeschouwing op verschillende ROC’s en vmbo-scholen.

MEER VAN HETZELFDE

Het leraarschap bleek inderdaad afwisselend, maar mijn ervaring was dat het ‘elke dag anders’-gedeelte uiteindelijk nogal tegenviel. Ja, in het eerste jaar was het wel allemaal nieuw, en daardoor ook vooral gevoelsmatig afwisselend. Lesgeven aan een eerstejaarsklasje is niet hetzelfde als lesgeven aan een examenklas. De boeken die je gebruikt en de lesstof die je over wilt brengen, zijn anders. Ook de dynamiek per klas verschilt. Maar na zeven jaren voor de klas ging ik het lesgeven toch een beetje als meer van hetzelfde ervaren. De lesboeken behandelen uiteindelijk allemaal dezelfde stof, de wijze van toetsen bleef hetzelfde

en qua dynamiek was er weinig waarmee een klas me nog kon verrassen. Het verbaasde me niet meer dat er papieren vliegtuigjes langs vlogen, dat verschillende stoere types mét een petje op maar zónder lesboeken het klaslokaal binnen kwamen swingen, dat de klas in de zomer lol probeerde te trappen met waterballonnen, dat een rekenmachine gestolen werd of dat er heisa ontstond wanneer een wesp het lokaal in vloog, en noem de voorvallen maar op. Wat wél afwisselend bleef, waren de één-op-één-gesprekken met leerlingen zelf. Maar dat was het dan ook.

BIJDETIJDS EN AUTHENTIEK Begin 2009, na het dankbaar accepteren van de roeping van de Heer, besloot ik een oriënte-

rend gesprek te hebben met de toenmalige functionaris Vorming en Toerusting van het Landelijk Kantoor. Ik liep al jaren met de gedachte rond predikant te worden, maar pas in dat jaar hakte ik de knoop door en besloot ik stappen te zetten. Wat mij geholpen heeft om deze beslissing te nemen, was het feit dat ik steeds meer jonge predikanten aan het werk zag. Daarnaast had ik in dat jaar veel gesprekken met de (toen) jongste predikant die ook coach was van de church plant waar ik bij betrokken was. In tegenstelling tot het beeld dat ik had van een predikant met grijs haar en een wat verwilderde baard, waren deze jonge predikanten indrukwekkend bijdetijds en authentiek. Dat sprak mij enorm aan. Je hoeft dus niet een predikantentoneelspel op te voeren van een fronsende en serieus kijkende Godsman om dit werk te doen; er is ruimte om jezelf te kunnen zijn. Naast deze geruststellende waarneming had ik een blijvende honger naar meer theologische kennis enerzijds en een behoefte graag met mensen om mij heen te werken anderzijds. In september 2009 verhuisde ik uiteindelijk met mijn vrouw naar Newbold College en begon aan de reis naar het predikantschap.

WATER IN DE SAHARA

Als ik vandaag terugkijk op het tot nu toe afgelegde parcours en mijn werk als predikant, kan ik dat kort en krachtig omschrijven met de slogan: ‘predikant-zijn, ieder uur anders.’ Het docentschap heeft z’n mooie en uitdagende kanten, ik wil niets nadeligs zeggen over dit


PREDIKANT-ZIJN/KERK VAN DE TOEKOMST

/HET WERK VAN Lisa F. Young/Shutterstock.com

PREDIKANT IS VOOR HEN DIE VAN AFWISSELING HOUDEN

belangrijke vak. Maar als je alleen kijkt naar het afwisselingsgehalte, en je vergelijkt het werk van een leraar met dat van een predikant, dan verdampt het leraarschap daadwerkelijk als een plas water in de Sahara. Laat me een voorbeeld geven. Een jaar geleden bezocht ik een ziekenhuis, om een pastoraal bezoek te brengen aan twee gezinnen uit mijn gemeente. Het eerste was een jong gezin dat een dag tevoren een prachtig zoontje had gekregen. De ouders vonden het fijn dat ik langskwam om voor de pasgeboren baby te bidden. Ik bezocht hen, al struikelend over bloembakjes en cadeautjes, op hun met kaartjes behangen kamer. De kamer was afgeladen vol met familieleden en hun gezichtsuitdrukkingen deden je vermoeden dat zij een reclamespotje voor een tandpastamerk aan het maken waren. Vrolijkheid op en top. Na ongeveer een uur verliet ik deze kamer met een overdosis aan blijdschap en ging ik naar een andere afdeling. Op de afdeling Neurologie trof ik een oudere zuster aan die de strijd aan moest binden met een hersentumor. Ook daar waren familieleden, maar los van een moeizaam glimlachje dat ik bij binnenkomst van de patiënte zelf kreeg, was het duidelijk dat er op die kamer en op dat uur minder gelachen zou gaan worden.

BLIJDSCHAP EN SMART Het ene uur een overdosis aan blijdschap, het andere uur delen in de smart om een vreselijke ziekte dragelijk te maken voor de persoon in kwestie. Zo gaat dat bijna iedere dag. Elke werkdag is een voortdurende afwisseling van situaties waar je mee te maken kunt krijgen in het leven. Van een bijbelstudie naar een huwelijkse voorbereidingssessie, van een (bestuurs)vergadering naar het bijwonen van een rechtszaak van één van je gemeenteleden. Van het helpen bij het samenstellen van een sollicitatiebrief naar het plannen van een doopdienst. Van het brainstormen over een evangelisatieproject naar een fondsenwervingsprogramma. Van een kraambezoek naar een mediationgesprek bij twee ruziënde partijen. En dit kan allemaal in de eerste helft van een week plaatsvinden, waarbij de tweede helft van de week nog meer afwisselende uitdagingen met zich meebrengt. Wat wel steeds hetzelfde blijft, is het feit dat mensen ontzettend blij zijn als je er voor ze bent op het moment dat ze je het hardst nodig hebben. Je bent het gezicht van de gemeente waar ze zich mee verbonden voelen, en direct of indirect een vertegenwoordiger van de God waar zij hun troost en hoop aan ontlenen.

OLIFANTSHUID Het werk van predikant is een schot in de roos voor hen die van afwisseling houden, grotendeels authentiek willen blijven, veel van mensen houden en hongerig zijn naar theologische kennis. Je behoefte aan al deze zaken wordt ieder uur vervuld. Daarnaast is het hebben van een olifantshuid een absolute vereiste voor dit werk. Ik herinner mij de woorden van ds. Reinder Bruinsma die, ergens aan het begin van mijn proponentschap, iets tegen me zei in de trant van: ‘Overal heb je aardige mensen … en mensen om je karakter te vormen.’ Een waarheid als een koe: de aardige mensen geven je veel energie, terwijl de anderen je helpen om scherp te blijven en je dwingen tot het ontwikkelen van jezelf en je werkwijzen. Uiteindelijk kun je mede daardoor als predikant alleen maar groeien. Als mens en als gelovige.

Enrico Karg is predikant van de gemeenten Amersfoort, Lelystad en Almere, coach van de church plant SAmen en lid van de redactie van Advent en @vent.

oktober 2015 |

13


GELOVEN/IN DE PRAKTIJK

DE

OP

Relaties zijn belangrijk in het leven. Of we uit een groot gezin of een klein nest komen, een uitgebreide vriendenkring hebben of een paar goede kennissen, we zoeken elkaar graag op. Dus gingen wij op zoek en lieten ons vinden. ‘Ik doe mee.’ Dat waren de woorden van gemeentelid Vivian, toen Sharon Lichorie, Belinda Prins en ik haar vertelden dat we een huisgemeente wilden oprichten. Ze was bereid de gemeente Dordrecht los te laten en het onbekende tegemoet te gaan. Naast haar dochter neemt ze regelmatig een gast mee. Op een sabbat kwam Vivian binnenwandelen met een straatkrantverkoper. Costa vond het heerlijk de Bijbel te lezen in het Roemeens, zijn eigen taal. Een dag daarvoor had Belinda zoveel stokbrood ingeslagen dat ze zichzelf afvroeg waarom ze dat in ‘s hemelsnaam had gedaan. De reden werd al snel duidelijk. We konden Costa een boodschappentas vol etenswaren en een dagloon meegeven. Zijn gezin zou een paar dagen goed voorzien zijn.

FERDI

KERK-ZIJN IN DE HUISKAMER ‘One day you’re in, the next you’re out.’ Een beroemd citaat uit de modeontwerpwedstrijd Project Runway. Het betekent ongeveer: ‘Vandaag doe je mee, morgen lig je eruit.’ Presentatrice Heidi Klum slaat met haar beruchte opmerking de spijker op z’n kop. Niemand is verzekerd van een plek. Alles lijkt geoorloofd; integriteit en empathie worden moeiteloos het raam uitgegooid. Tenslotte kan er maar één de winnaar zijn …

Ferdi vindt ons leuk, niet zo vreemd eigenlijk. Mijn buurman is in de zestig, woont alleen, heeft weinig contact met zijn familie en kampt met geld- en gezondheidsproblemen. Ferdi heeft een groot geloof, hij gelooft namelijk in heel veel. Ook in Jezus, wat minder in de Bijbel.

Tekst/Meity Bodenstaff

I

n de moderne strijdarena zoals we die zien op tv gaan de waarden die aangeven wat wij als kerk belangrijk vinden helaas vaak zwaargewond ten onder. De Bijbel op Schoot (BoS) wil een tegengeluid laten horen. Wij concentreren ons op een enkele vraag: Wat vindt God belangrijk?

Het antwoord is bijna een cliché. Toch is het de reddingsboei die wij uitgooien in de wereld. Alles wat BoS gelooft of verwerpt, doet of laat, initieert of beëindigt, wordt door dit verlangen bepaald: God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf.

Zurijeta/Shutterstock.com

oktober 2015 |

HUISGEMEENTE GESTART Valentin heeft de Bijbel op schoot.

BIJBEL SCH O O T

14


IN DE PRAKTIJK/GELOVEN

HUGO

Er is niks geheimzinnigs aan de naam BoS. We zitten letterlijk met de Bijbel op Schoot. Op tablet, op smartphone of in boekvorm. Er wordt geen preek gehouden, maar het woord van God staat centraal. We lezen een volledig hoofdstuk en leren van de mooie ervaringen en lelijke momenten uit de geïnspireerde verhalen. Er is geen leider, toch worden we geleid. Altijd door de heilige Geest, afwisselend door elkaar.

LEO

Ook de elfjarige Amiel plakte zijn dankbericht op de zwarte container. Tijdens de ophaaldag stond zijn vader, Audi, voor het keukenraam en zag iemand terugkomen met de vuilnisbak. Hij had iets in zijn hand. Audi vreesde een boete en liep de man tegemoet. Die gaf hem met een big smile de brief van Amiel terug. Er stond nu alleen met grote letters iets bijgeschreven: Bedankt, we doen het met alle plezier!

BRIEF VAN DE VUILNISMAN

MARY LOU

In 2013 deed Mary Lou mee met onze kerstkaartenactie voor gevangenen. Sindsdien is ze bij BoS blijven plakken. Ze vertelt dat de mensen die ze de laatste tijd ontmoet vaak aan haar vragen of ze gelooft. Wanneer zij ‘ja’ antwoordt, krijgt ze te horen: ‘Ik kan zien dat jij gelooft.’ Dit maakt Mary Lou blij. ‘Want’, zegt ze, ‘dan zien ze God in mij.’

Mettus/Shutterstock.com

Tyler Olson/Shutterstock.com

Kinderen zijn belangrijk. Zonder hen is onze huiskerk niet compleet. Elke zaterdag neemt een volwassene de kinderen mee op avontuur. Spelenderwijs maken ze kennis met de Bijbel en passen de lessen toe in hun eigen leven. Sharon gaf ze de opdracht een aardige brief te schrijven aan de vuilnisman. Hugo komt uit een generatie waar gezag het laatste woord had. Voor hem blijft het moeilijk de leiding in het gesprek te nemen. Vaak begint hij met een vraag, daaruit rollen dan de meest verrassende conclusies. ‘Ik heb bij BoS leren praten. Nu durf ik mijn mening te zeggen.’ Hugo gebruikt ons graag als proefkonijn. Hij is namelijk een enthousiaste hobbykok. We lunchen samen omdat het naast lekker eten, extra ruimte biedt om na te kletsen. Bovendien geeft het ons de perfecte kans buren en vrienden uit te nodigen. Een zomerse barbecue of een Mexicaanse wintermaaltijd doet het altijd goed.

15 oktober 2015 |

‘Je hoeft het niet alleen te doen.’ Dat is dé favoriete uitspraak van Leo. Toen zijn vader stierf, bleef hij achter met zijn zus en moeder. Van de ene op de andere dag veranderde hij van kind in kostwinnaar. Hij stond alleen. Daarom is gemeenschap belangrijk voor Leo. Het was zijn idee het avondmaal elke derde zaterdag van de maand te vieren. Want brood en wijn verbindt.

tale/Shutterstock.com

Vorig jaar november besloten we naar een concert van Kees Kraayenoord te gaan. Boven verwachting wilde Ferdi mee, hij was nog nooit naar een muzikale aanbiddingsavond geweest. We vonden het allemaal spannend. Ik hoorde hem zingen, zag hem bidden en luisteren naar de getuigenissen. Die avond was God met ons.

ONBEPERKT HOUDBAAR Zolang de Bijbel op Schoot van nut kan zijn voor de maatschappij blijft de huisgemeente relevant. Gaandeweg zullen veranderingen optreden, omdat de wereld verandert. Maar wat we uit willen dragen is zo belangrijk dat het voor eeuwig en onbeperkt z’n waarde behoudt: God liefhebben boven alles en onze naaste als onszelf.

Meity Bodenstaff is medeoprichter van de Bijbel op Schoot. Wil je meer weten over de Bijbel op Schoot of zelf een huisgemeente opzetten, stuur dan een mailtje naar meitybodenstaff@gmail.com. < Amiels brief aan de vuilnisman.


ACHTERGROND/METAMODERNISME

oktober 2015 |

16

Al jaren is postmodernisme hét woord dat we gebruiken als het draait om missie, de mens van tegenwoordig en de kerk van de toekomst. Maar de tijden veranderen; het begint duidelijk te worden dat postmodernisme een gepasseerd station is. De postmoderne mens wordt ingehaald door de volgende generatie. De volksfavoriet voor de opvolger? De metamoderne mens. Tekst/ds. Tom de Bruin

N

ederland verandert snel. In 1999 ging een op de vier mensen tenminste een keer per maand naar een religieuze samenkomst. Nu is dat getal gedaald naar een op zeven. Minder dan een op tien gaat elke week naar een kerk, synagoge, tempel of moskee. Sterker nog: minstens de helft van de Nederlanders zou nooit naar een kerk gaan, ware het niet voor trouwerijen en begrafenissen. Als je de gemiddelde Nederlander vraagt: ‘Speelt religie een belangrijke rol in je leven?’, dan antwoorden twee van de drie met ‘nee’. Maar een op de vier gelooft dat God bestaat.

SCHRIKKEN

Dat zijn cijfers om van te schrikken. Vooral als je daarbij denkt aan de leeftijdsopbouw van Nederland, aan de vergrijzing. De getallen zijn gemiddelden, dus voor de statistieken van mensen onder de 35 kun je alles gerust door de helft doen.

Van de mensen onder de 35 gaat een op vijftien naar een religieuze samenkomst, elke maand. Acht van de tien wonen nooit een religieuze dienst bij. Nederland is post-christelijk. Wat betekent dat? Onze maatschappij wordt niet meer gekenmerkt door het christendom. Het christelijke geloof speelt amper een rol van betekenis in het maatschappelijk debat of in de wetgeving. Maar let op: de mensen zijn niet anti-christendom, ze weten gewoon niet meer wat het is.

DE WERELD VERANDERT

Om een en ander goed te begrijpen, moeten we naar de geschiedenis kijken. We gaan terug naar 1900. Een tijd van groot optimisme. We leven met de grote voordelen van de Verlichting en de industriële revolutie. Al twee eeuwen lang gaat de mensheid vooruit, en de wetenschap ontdekt elke dag nieuwe dingen. Wetenschappers

voorspellen dat we alles, werkelijk alles, zullen weten over een jaar of twintig. Wij zijn allemaal erg optimistisch over de toekomst. We geloven in Vooruitgang, met een hoofdletter V. De mensheid gaat vooruit, we gaan ergens heen. We noemen deze periode de moderne tijd. In deze tijd dachten de mensen echt dat de hemel op aarde bereikbaar was. Mensen wachtten geduldig op een perfecte, geweldige maatschappij, dankzij technologie en wetenschap. Maar in plaats van een utopie kregen ze armageddon.

ARMAGEDDON

Serieus. Er stierf bijna een volledige generatie op de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog. En, om goed duidelijk te maken dat WO I geen kleine tegenslag was, kregen we een tweede wereldoorlog. Deze keer met genocide erbij. Een dubbel armageddon, met een verschrikkelijk resultaat. De dromen van de modernisten waren kapot, hun hoop lag in duizend stukken. Hierdoor ontdekten mensen een aantal dingen. Ten eerste: vooruitgang bestaat niet, want het gebeurde niet. Sterker nog: al die woorden met hoofdletters waren leugens: Wetenschap, Technologie, Utopie, Kennis. Maar het is zelfs erger nog. Mensen met macht


Pretty Vectors/Shutterstock.com

METAMODERNISME/ACHTERGROND

misbruikten al die moderne ideeën met hoofdletters om de rest te onderdrukken. Nationalisme zodat je ging vechten, Vooruitgang zodat je ging werken, Redding zodat je ging betalen. De machten van de wereld schilderden grote plaatjes zodat zij mensen konden ge- en misbruiken. De katholieke kerk deed het in de Middeleeuwen, en in deze eeuw doen de regeringen het.

AlexandCo Studio/Shutterstock.com

EEN TIJDPERK VAN ONGELOOF

Door deze verschrikkelijke demonstratie van het gevaar van grote plaatjes, stopten mensen met erin geloven. Ze wantrouwden ze zelfs. Dat wantrouwen maakte ook het evangelie kapot. ‘Alzo lief had God de wereld’ was gewoon té groot en was té lang misbruikt. Maar het wordt nog erger. Mensen realiseerden zich dat men zich, door de waarheid erin te verwerken,

DE POSTMODERNE GENERATIE

Nu dan, wie is die postmoderne generatie? Ik niet, ik ben geboren in 1979, hetzelfde jaar dat Lyotard het woord ‘postmodern’ bedacht. Hij was een wetenschapper, geen profeet. Hij signaleerde culturele trends in Frankrijk en Canada in de jaren 70, niet in de huidige cultuur van de 21e eeuw. Lyotard had het over mijn ouders’ generatie, mensen die nu 50, 60 of zelfs 70 zijn. Mijn ouders zijn postmodern, ik ben wat anders.

Mijn generatie verlaat de kerken niet, wij zijn nog nooit in een kerk geweest. Mijn generatie stopt niet met bijbellezen, wij hebben nog nooit een Bijbel in handen gehad. In de generatie boven mij vind je anti-christenen, in mijn generatie vind je de mensen die gewoon niets weten van het christendom. Dus, als mijn ouders postmodern zijn, wat ben ik? De tijden veranderen, en het cultureel-maatschappelijk landschap ziet er heel anders uit dan veertig jaar geleden. De jongere generaties ageren tegen het postmoderne, net als hun ouders ageerden tegen het moderne. De jongere generaties gaan het postmodernisme voorbij. We werken dus in een post-postmoderne wereld, een wereld waar postmodernisme passé is, een wereld die door het postmodernisme veranderd is. Als we zorgen voor onze medemens moeten we dat steeds onthouden. En dat is een serieuze uitdaging voor de Adventkerk.

POST-POSTMODERNISME

Wat is eigenlijk die post-postmodernistische, post-christelijke maatschappij waar we deel van uitmaken? Het duurde even voordat wetenschappers de juiste woorden vonden, en in de afgelopen jaren zijn veel suggesties gedaan over waar we staan en waar we heen gaan. Twee jonge Nederlandse wetenschappers, Timotheus Vermeulen en Robin van den Akker, schrijven over het metamodernisme als opvolger van het postmodernisme. Dat past goed bij veel mensen onder de 35. Het postmoderne denken kenmerkt zich door een vernietiging van hoop op een betere wereld, door cynisme. Jongeren die in deze cultuur zonder hoop zijn opgevoed, zijn metamodern geworden: zij hebben een manier gevonden om tegelijkertijd cynisch en hoopvol te zijn. We vertrouwen allemaal niet meer op grote plaatjes, maar zonder een groot plaatje heb je niets om op te hopen. Metamodernisme creëert hoop door tegenstellingen: pragma-

17 oktober 2015 |

van steun verzekerde voor de grote plaatjes. De Rooms-Katholieke Kerk beweerde de waarheid te hebben, maar die waarheid was er alleen zodat mensen aflaten zouden kopen. De regeringen deden precies hetzelfde. En zo waren niet alleen de grote plaatjes (metanarratieven) de deur uit, maar ook de mensen die iets beweerden over waarheid. Dit wantrouwen vernietigde de kerken, want een organisatie die ‘de waarheid’ verkondigde, was niet betrouwbaar. Dit is allemaal wat de Franse filosoof Lyotard in 1979 de ‘postmoderne conditie’ noemde. De maatschappij van het moderne, met al haar hoop en dromen, was voorbij. We waren beland in een tijdperk van ongeloof, het postmoderne. In de ogen van velen vermoordden wetenschap en kritiek religie in Europa, maar dat klopt niet. De afbreuk van het christendom gebeurde pas veel later, toen de postmoderne generatie de kerken verliet. Deze postmoderne generatie voedde haar kinderen niet op als christenen.


tisch idealisme en geïnformeerde naïviteit. Met andere woorden: we hopen op een betere toekomst, ook al weten we dat die niet komt. De simpelste definitie van metamodernisme is: ‘het proberen ondanks verzekerd verlies, altijd op zoek naar een waarheid die je nooit verwacht te vinden’.

OMGAAN MET METAMODERNISME

Als het postmodernisme een uitdaging voor de kerk was, dan weet ik niet wat het metamodernisme is. De meeste jongeren van deze generatie zijn geen deel van de kerk, maar wat zou er gebeuren als we ze zouden bereiken? Hoe zal onze kerk omgaan met leden die in iets geloven waarvan ze weten dat het niet waar is? Hoe reageren leden als jongeren lid worden en bidden tot een God van wie ze weten dat hij niet bestaat? Als zij vol passie het Woord van God lezen en interpreteren, met liefde elk woord verteren, terwijl ze weten dat het allemaal fictie is? Wat doen we als de jongste generatie ironisch en oprecht is tegelijk? Begrijp me alstublieft niet verkeerd. Ik zeg niet dat God niet bestaat of dat de Bijbel fictie is. Ik zeg dat als we succesvol willen zijn in het bereiken van mensen en

/BLOEIEN METAMODERNISTEN OP IN DE

onze jongeren willen behouden, dat wij moeten beseffen dat we leden hebben die – wat je ook doet – deze dingen zullen denken. Leden die in tegenstellingen denken en niet zonder paradoxen kunnen. Dat is de uitdaging voor onze kerk. Als – zoals we allemaal hopen – een persoon uit deze generatie in contact komt met de kerk, gebeuren er twee dingen. Aan de ene kant zal hij een kracht voelen om zich te identificeren met de christelijke boodschap. Aan de andere kant blijft hij altijd overtuigd van de onwaarschijnlijkheid daarvan. Gelovend tegen beter weten in, in een geïnformeerde naïviteit. Gelovend in een betere wereld, die nooit komen gaat, een pragmatisch idealisme.

(2 Korintiërs 12:10). Jezus zegt dat we zullen ontvangen door te geven (Handelingen 20:35). Paulus zegt de Romeinen dat, doordat we vrij zijn gemaakt, we slaven zijn geworden (Romeinen 6:18). Jezus leert dat door te sterven we zullen leven (Johannes 12:24). Paulus schrijft de Filippenzen dat winst verlies is, en verlies winst (Filippenzen 3:7-8). En Jezus zegt dat als iemand zijn leven wil behouden, hij het zal verliezen, maar als je je leven verliest, dan behoud je het (Matteüs 10:39).

Metamodernisten bloeien op in de buurt van zulke tegenstellingen. Ze springen heen en weer tussen tegenstrijdige ideeën, op en neer bewegend tussen twee onverenigbare polen – altijd zich volledig richtend op de één terwijl ze de andere negeren – en omgekeerd. Voor metamodernisten zijn grote plaatjes niet dood, ze hebben gewoon een nieuwe lijst nodig. Ik zie veel metamodernisten in de kerk. Zij zijn de mensen die, ondanks hun cynisme, tegen beter weten in hopen op een betere toekomst.

METAMODERN GELOOF

Is metamodernisme dan zo moeilijk te verenigen met het christendom? Ik denk dat het kan. ‘Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien’ (Hebreeën 11:1). Het christendom is een religie van tegenstellingen. Jakobus leert ons dat we verheven zullen worden door ons te vernederen (Jakobus 4:1). Paulus vertelt de Korintiërs: ‘in mijn zwakheid ben ik sterk’

DE ADVENTKERK IN DE POSTCHRISTELIJKE TIJD

BUURT VAN TEGENSTELLINGEN

CLIPAREA l Custom media/Shutterstock.com

oktober 2015 |

18

Als wij deze generatie willen bereiken, dan moeten wij een kerk worden die ruimte laat voor ongelovig geloof en voor gelovig ongeloof. Voor oprechte ironie, voor mensen die bloeien rond tegenstellingen. Gelukkig is het evangelie niet het probleem. ‘God houdt van jou’ is een geweldige boodschap. Het probleem is de modernistische ‘saus’ die we over die boodschap hebben gegoten. Onze pioniers hebben een geweldige, voedzame saus gemaakt voor de moderne mens. De kerk groeide, werd groot en sterk. In sommige culturen groeien we nog heel snel. Maar in het westen groeien we amper, en als we groeien is het onder de moderne immigranten, niet onder de postmoderne en metamoderne mensen.

Photographee.eu/Shutterstock.com

ACHTERGROND/METAMODERNISME


METAMODERNISME/ACHTERGROND

TEGEN BETER WETEN IN

VRAGEN EN ANTWOORDEN

We weten dat mensen vragen hebben, dus geven we ze antwoorden. Preken geven antwoorden, bijbelstudies geven antwoorden. Maar dat is niet de juiste manier om om te gaan met de mens van tegenwoordig. Mensen willen geen antwoorden, zeker niet één antwoord. Ze willen op zoek en hun eigen antwoorden ontwikkelen. Een antwoord dat je hebt verdiend is altijd beter dan eentje die je gekregen hebt. Dit is niet nieuw. Denk aan de evangeliën. Jezus gaf bijna nooit antwoorden op vragen, Jezus leerde door vragen te stellen. Hij hielp mensen hun eigen antwoorden te vinden, en vaak was er meer dan één antwoord mogelijk. Als we als kerk effectief willen zijn, moeten we er eigenlijk vanuit gaan dat mensen de waarheid niet willen horen (ook al weten wij hoe geweldig die is). We moeten ervanuit gaan dat mensen de grote strijd niet willen kennen (ook al waarderen wij die zeer). Mensen willen niet hét antwoord, ze willen zelf hun antwoord bedenken, met úw input.

VERBINDEN Mensen willen ervaringen. Ze willen gidsen. Ze willen stukjes van de puzzel die zij kunnen samenvoegen tot hun eigen geheel. En het adventisme heeft heel veel geweldige puzzelstukjes: gezondheid, rust, Jezus, een liefdevolle God, een geweldige toekomst, vergeving. We moeten deze puzzelstukjes delen. We moeten verbinden, niet met de gezondheidsboodschap, maar met een goed recept. We moeten verbinden, niet met de sabbat, maar met de sabbatsofa. We moeten verbinden, niet met het kruis, maar met de opluchting die vergeving brengt. We moeten verbinden met Jezus, niet met theologie. We moeten ophouden met denken dat we dé antwoorden, dé weg en hét leven kennen. In plaats daarvan moeten we óns leven en ónze antwoorden delen zodat anderen hún leven, hún weg, hún antwoorden kunnen vinden. Op die manier vinden we antwoorden samen. En we moeten blijven hopen tegen beter weten in op een goede toekomst.

oktober 2015 |

Dat hopen tegen beter weten in is iets wat je veel ziet in de culturele uitingen om ons heen. In de laatste jaren zijn er veel boeken en films uitgekomen voor jongeren die erg op elkaar lijken: Divergent, The Hunger Games, The Maze Runner. In deze verhalen is de wereld verschrikkelijk, en alleen al kijken naar het lot van de hoofdrolspelers geeft je een oncomfortabel gevoel. Ze hebben een toekomst, maar zo geweldig is die toekomst niet. De regering is kapot, de sociale structuren zijn ingestort, de wereld is voorbij. Maar in elk verhaal is er licht aan het einde van tunnel. Alleen, helaas, is het niet veel licht. Deze verhalen slaan aan bij jongeren en jongvolwassenen want zij zijn metamodern. Deze generatie voelt zich alsof zij is geboren in een ingestorte wereld, een wereld vernietigd door de vorige generaties. Maar als je je alleen daarop richt, wordt het leven saai en benauwend. Dus zij scharen zich achter verhalen van mensen die vechten tegen negativiteit voor een betere toekomst, ook al is die amper beter.

/STUKJES MENSEN WILLEN VAN DE PUZZEL DIE ZIJ KUNNEN SAMENVOEGEN TOT HUN EIGEN GEHEEL

Alex_Po/Shutterstock.com

Dit wordt bemoeilijkt doordat het adventistische sausje door de jaren heen het adventisme zelf is geworden. Onze pioniers geloofden in het samen zoeken naar antwoorden in de Bijbel. We geloven dat nog steeds, maar doen het amper. We organiseren geen evangelisatiecampagnes waar we mensen helpen antwoorden te vinden. We laten liever antwoorden zien, we vertellen ze hoe het zit.

19


KERK VAN DE TOEKOMST/INTERVIEW

oktober 2015 |

20

OVERFLOW MINISTRIES PLEIT VOOR LOCAL POWER

EXPRESSIE IN DE ERE RUIMTE IN DE KERK Muziek is een bepalende factor in het leven van Steven Hazel en Renate Hazel-Visser, initiatiefnemers van Overflow Ministries. Zij stellen alles in het werk om muziek en expressie een prominentere rol te geven in de Adventkerk. Daarnaast zijn ze voorstanders van local power: minder centrale regels, meer voorzien in de behoeften van de doelgroep. Met ruimte van en voor iedereen. Tekst/Lydia Lijkendijk

S

teven Hazel en Renate Hazel-Visser zijn opgegroeid in de Adventkerk. Van jongs af aan zongen ze in koren en waren ze bezig met zang en muziek. Voor Steven Hazel was de muziek ook dat wat hem aan de kerk bond als hij in zijn jonge jaren niet zoveel zin had om te komen: ‘Als ik moest zingen, kwam ik wel. Ik houd van muziek, ik ga erin op.’ ‘Hij lijdt aan muziek’, vat zijn vrouw zijn levensloop samen.

X-PRESZO

In 2005 startten Steven en Renate Hazel de church plant X-preszo in Rotterdam. ‘We kregen een stoomcursus in leiderschap’, blikt Renate Hazel terug. ‘Steven werd van de ene op de andere dag ouderling, ik werd opeens verantwoordelijk voor de kindersabbatschool, voor de eredienst, het welkomstteam, het koffieteam. We maakten kennis met alle facetten van het gemeente-zijn.’ De Hazels leerden veel op de Church Planters Exchanges, internationale bijeenkomsten van gemeentestichters. ‘Wij kregen daar kennis over alles wat we nodig hadden. Daarnaast waren we zelf altijd verantwoordelijk voor de muziek. Want we kwamen er al snel achter dat er eigenlijk niets bekend was over de rol van muziek in de eredienst; het bleef altijd stil zodra het over muziek ging.’

BUURTEN BUITEN DE KERK

Om te voorzien in de muziek-lacune in hun kennis, gingen Steven en Renate Hazel buurten buiten de Adventkerk. ‘We hebben overal trainingen gevolgd. Als het gaat om arts, kunsten als muziek, dans en theater, heeft de Adventkerk een arme traditie. Van oudsher zat onze kerk erg op de gezondheidszorg en dat is een veilige keuze; mensen vinden het zelfs

prima als je op sabbat werkt als je een medisch beroep hebt. In de christelijke traditie in Europa, zowel binnen als buiten de Adventkerk, doen we veel met onze rede. En erg weinig met onze rechterhersenhelft, met kunst, met beleven. Bij X-preszo doen we dat juist wel. De kennis en inzichten die we buiten onze muren hebben opgedaan, passen we in onze diensten toe. En dat is zo verrijkend, dat gunnen we iedereen die God zoekt.’

HOGE KWALITEIT

Steven en Renate Hazel gunnen dit anderen zelfs zo erg dat ze er hun werk van hebben gemaakt; hij werkt nog deels als zelfstandig verpleger, maar zij heeft haar verloskundige praktijk in 2014 verkocht. Leven van muziek, aanbidding, trainingen en optredens is een uitdaging, zeggen zij. ‘In de adventistische traditie gaan we ervan uit dat je je talenten inzet voor God


INTERVIEW/KERK VAN DE TOEKOMST

21 oktober 2015 |

EDIENST EN en dat doe je gratis’, zegt Steven Hazel. ‘Buiten onze kerk is het veel gebruikelijker om te betalen voor een predikant, een organist of een band. Wij streven een hoge kwaliteit na, excellence, het beste wat we kunnen brengen. En wij proberen mensen te laten zien dat kwaliteit offers kost, als het gaat om talent, tijd en geld.’ Renate Hazel: ‘Juist voor God is alleen het beste goed genoeg, en daar mag je best voor zweten. Dus niet, zoals we vaak zegen: ‘Als je het maar goed bedoelt dan is het goed genoeg.’ Door excellent te zijn, zet je God centraal – in tegenstelling tot perfectionisme, waarmee je alleen jezelf centraal zet. Maar dit is een gevoelig onderwerp. Over muziek, instrumenten en geluid hebben mensen wel een mening, maar er is weinig budget voor.’ Steven Hazel: ‘Bij X-preszo vragen we leden een contributie, bovenop de tienden. Die tienden zijn niet toereikend voor wat wij als kerk willen doen. Dat kost geld en daar hebben onze leden begrip voor.’ Renate Hazel: ‘Het moet in ons dna komen dat we bereidwillig diensten ondersteunen met ons geld, om kwaliteit te waarborgen. Er moet een knop om.’

CREATIVITEIT EN BELEVING

Het werkterrein van Overflow Ministries is niet afgebakend door de muren van de Adventkerk. ‘Kerken worstelen allemaal met hetzelfde’, zegt Renate Hazel. ‘Het is goed om te kijken naar wat ons bindt; Christus, namelijk. En dat is bevrijdend.’ Steven Hazel: ‘Bij X-preszo ondervinden we dat aan den lijve. Mensen uit de buurt kunnen gewoon binnenkomen en hun mening geven. Natuurlijk vertellen we wat wij geloven …’ ‘… Maar op het moment dat het schikt’, vult zijn vrouw aan. ‘Al die punten komen aan de orde, maar we beginnen niet per se tijdens de koffie over waar iemands overleden oma écht is.’ Overflow laat zich in haar werk ook niet beperken door hoe de kerk in Europa traditioneel aankijkt tegen muziek en scheppende kunst. ‘Veel supergetalenteerde mensen zitten in de kerkbanken maar zij mogen niks doen omdat ze jazz-akkoorden spelen of omdat ze dansen, poëzie schrijven of schilderen. Daarmee halen we kracht, creativiteit en beleving uit de kerkdiensten’, betoogt Renate Hazel. ‘Wat let ons om tegen die mensen te zeggen: “Ga het maar doen!” We zijn er als kerkleden in geslaagd jonge mensen bang te maken voor de muziek die zij mooi vinden. We wijzen ze op demonen die via hun koptelefoon hun hoofd binnenkomen als ze muziek draaien met de beat op tel 2 en tel 4. Terwijl het erom gaat: wat staat er echt

OVERFLOW MINISTRIES Overflow Ministries is een initiatief van Steven Hazel en Renate Hazel-Visser, oprichters van church plant, inmiddels gemeente, X-preszo. De missie van Overflow luidt: ‘Het is onze taak om de gelovigen te helpen om goede christenen te worden. Het is onze taak om goede dienaren van de kerk te zijn. En het is onze taak om de kerk van Christus sterk te maken.’ De Hazels geven invulling aan hun missie door aanbidding, training en muziek. Zij helpen gemeenten binnen en buiten de Adventkerk graag bij het invullen van de expressieve kant van hun diensten en samenkomsten; Equiping the Saints, het toerusten van de heiligen, is hun motto. Steven en Renate Hazel hebben beiden een medisch beroep. Vanuit die achtergrond zijn zij ambassadeurs van het varende ziekenhuis Mercy Ships Nederland, de organisatie die voorziet in gezondheidszorg en ontwikkelprojecten voor kansarme mensen in ontwikkelingslanden. www.overflowministries.nl


KERK VAN DE TOEKOMST/INTERVIEW

oktober 2015 |

22

in de Bijbel of wat is er cultureel bepaald? Want ik ben het wel zat dat er weer iemand een 12-delige dvd-serie uitbrengt over hoe fout een gitaar is. Of een boek gelezen heeft waarin een ‘ervaringsdeskundige’ duidelijk beschrijft wat goed is voor de gehele mensheid.’

TALENT INZETTEN

Over één ding zijn de Hazels het eens: er is veel talent in de Adventkerk. Alleen is er weinig ruimte om er iets mee te doen. ‘In Amerika wordt muzikaal talent bijvoorbeeld veel meer gestimuleerd. Jongeren kunnen christelijk onderwijs volgen in muziek en expressie en hun talenten inzetten voor de kerk. Mij werd vroeger gezegd dat muziek geen baan is, geld verdienen met muziek kon alleen ‘in de wereld’, zegt Steven Hazel. ‘We zijn bang voor expressie, voor uitbundigheid in het geloof. Maar als we naar het voetbal gaan, kunnen we wel ineens onze handen omhoog doen – hoe calvinistisch we ook zijn.’ Renate Hazel: ‘Maar we willen geen stijl of methodiek opdrin-

/‘OVER MUZIEK, INSTRUMENTEN

EN GELUID HEBBEN MENSEN WEL EEN MENING, MAAR ER IS WEINIG BUDGET VOOR’

gen. Niemand hoeft het te doen zoals wij. Wij willen alleen angsten ontzenuwen en mensen bepalen bij hun bijdrage aan de samenkomsten, hen bewust maken van hun eigen kracht. En dan is het heel mooi als alle generaties hun bijdrage kunnen leveren. Dat maakt een kerk rijk.’ Haar echtgenoot valt haar bij: ‘We vertellen niemand hoe het moet, we willen alleen laten zien wat de bijbelse principes zijn over muziek en aanbidding. Gemeenten moeten zelf bekijken hoe ze die kunnen toepassen binnen hun eigen context.’

LOCAL POWER

Op veel vlakken is er ruimte voor ontwikkeling en groei, zegt Steven Hazel. ‘De kerk kan met de tijd meegaan zonder net als de wereld te worden. De boodschap van Christus is door de eeuwen heen hetzelfde gebleven: houd van God en van je naaste als van jezelf. Als we dat nou eens echt zouden uitstralen in plaats van ons bezig te houden met erfgoed, regeltjes en policies. Bedenk als kerk wat je kunt betekenen voor je omgeving. Of dat nu hartje Amsterdam is, of de polder. Hoe kunnen we mensen laten zien wie God is in onze tijd? In plaats van dat we hun een beeld van God voorhouden dat honderd jaar geleden gangbaar was.’ Renate Hazel: ‘Kijk naar je doelgroep, zet in op local power zodat divisies, landen en gemeenten kunnen inspelen op de behoeften die er zijn en houd op over de rest. Bereik je mensen voor Christus? Check, volgende


INTERVIEW/KERK VAN DE TOEKOMST

onderwerp. Als kerk in Nederland moeten we inclusief gaan denken. Homo’s, transseksuelen, samengestelde gezinnen, noem maar op, iedereen is bij ons welkom. En niet op mooie zitplaatsen achter een plant, maar ze horen erbij. We kunnen niet wachten op goedkeuring van de wereldkerk, want die gaat niet komen.’

oktober 2015 |

23

In de local power-visie van Overflow Ministries is er ruimte voor iedereen. Ook voor migrantenkerken die diensten hebben van 10 uur in de ochtend tot 8 uur ’s avonds zonder programma maar met veel eten. Renate Hazel: ‘Je kunt niet forceren dat Hollanders dat fijn vinden. Die moeten daar dan maar niet heen gaan. En je kunt ook niet forceren dat transgenders daar podiumdienst kunnen doen. Ook de mensen in deze gemeenten hebben ruimte nodig voor hun visie. Over twee generaties zijn andersseksuelen daar vast ook van harte welkom. Voor nu moeten we het erover eens zijn dat we het niet eens zijn. Ook niet over de plek die muziek heeft in de eredienst. Want waar de grens ligt tussen wat je fijn vindt en wat niet, kan een ander niet voor jou bepalen. Dus zoek die groep op waarbij je je thuis voelt maar geef ruimte aan de rest.’ En bedenk bij alles, waarschuwt zij, dat Christus het belangrijkste is. ‘Niet Jezus en de gezondheidsboodschap. Nee, Jezus. Punt. Natuurlijk zijn andere zaken ook belangrijk, maar we moeten niet proberen die met punaises aan het kruis vast te timmeren. Stoppen met varkensvlees eten is gezond voor je. Maar het brengt je redding niet dichterbij.’

OOG VOOR DE SAMENLEVING

Ook een puntje om rekening mee te houden als toekomstbestendige kerk, is de nood in de samenleving. ‘Als je in je nette pak naar de kerk gaat, maar je loopt de dak- en thuislozen voorbij en hebt geen oog voor de schrijnende dingen in je stad of dorp, dan is het tijd om wakker te worden’, zegt Renate Hazel. ‘Het kan niet zo zijn dat een buurt de kerk alleen kent omdat er op sabbatochtend veel auto’s geparkeerd staan. De kerk mag haar leden daarin stimuleren. Net als in het starten van kleinere groepen. Hoe groter de samenkomsten zijn, hoe lastiger het is om inclusief te zijn en mensen te stimuleren hun talenten te gebruiken voor Gods koninkrijk.’ Wat betekent dat dan voor elk individu? Wat moeten mensen doen of laten om de kerk klaar te maken voor de toekomst? Steven Hazel: ‘God vraagt van iedereen persoonlijke toewijding. Wij kunnen niet invullen wat iemand moet doen of niet. De vraag is, net als bij de rijke jongeling: wil je God volgen of niet?’ ‘En in ons rijke westen gaat het dan vaak om heilige huisjes achterlaten. Je hoeft niet te wachten op wat ‘de’ kerk gaat doen, je hoeft niet te wachten op subsidie om betere muziek te maken en aandacht te besteden aan expressie. Maar voel je je aangesproken, schakel om!’, vult zijn vrouw aan.

Stokkete/Shutterstock.com

JEZUS. PUNT.

LIEDJESSCHRIJVERS GEZOCHT Steven en Renate Hazel constateren dat het gilde Liedjesschrijvers ontbreekt in de Adventkerk. ‘Ze zullen er echt wel zijn, maar we kennen ze niet. Maar de kerk van de toekomst heeft muziek van de toekomst nodig. We moeten niet alleen praten, maar ook zingen. Alle stijlen en genres, van psalmen tot opwekkingsliederen. Op basis van mooie muziek en echte poëzie.’ Heeft u zin in een workshop? Meld u aan bij Overflow Ministries via info@overflowministries.nl.

JONGEREN Maar niet alles hoeft anders. Steven Hazel: ‘Wat ik echt leuk vind, is dat we een wereldkerk zijn. Wij zijn als Overflow zo via via al op heel veel plekken terecht gekomen. En het jeugdwerk, al die jongeren die elkaar ontmoeten, dat moet ook zo blijven.’ Renate Hazel: ‘Er gebeurt heel veel voor jongeren. Spreekt het hen niet aan? Prima, laat ze los. Ze hebben misschien het gebouw verlaten maar ze hebben God niet verlaten.’ ‘En zoek hen op’, adviseert haar echtgenoot. ‘Sluit aan bij waar ze zijn. Maar we zijn er bang voor, want dat betekent dat we naar een poptempel moeten of naar een Biergarten.’ Renate Hazel: ‘Wij zeggen: je moet eerst stoppen met bier drinken, dan moet je nette kleren aan en dan moet je naar een gebouw komen waar wij zijn. En dan gaan we je iets vertellen. Dat is raar, toch?’


PS/OVERLIJDENSBERICHTEN

oktober 2015 |

24

PS J.F. (JAN) KOPER

14 nov 1930 – 24 nov 2014 Jan werd geboren in Haarlem. Het was oorlog en hij was pas twaalf jaar oud toen een Duitse vrouw vroeg of hij voor haar kindje wilde zorgen. Zij zat in het verzet. Jan paste lange tijd op het kind, en zo ontstond zijn liefde voor kinderen.

Jan werd leraar. Eerst gaf hij les aan zeer moeilijk lerende kinderen. Hij zorgde ervoor dat zij een volkstuintje kregen en leerde hun ook groenten kweken. Later haalde hij zijn doctoraalexamen in de economische wetenschappen, en werkte op middelbare scholen. Hij gaf een tijd les in boekhouden op Zandbergen.

Jan zette zich veertig jaar lang in als vrijwilliger in de gemeenten waar hij woonde, vooral in Leiden. Zo was hij hoofddiaken, actief in de sabbatschool en hij was jeugdleider, samen met zijn vrouw Willy. Jan was ook zendingsleider en zorgde ervoor dat dertien kinderen uit het Eijkelenboom Kinderfonds geholpen konden worden. Ook zond ADRA Jan en Willy naar Albanië om vluchtelingen te helpen. Jarenlang was Jan actief op landgoed Oud Zandbergen. Samen met andere vrijwilligers hielp hij bij het onderhoud van het terrein.

De laatste jaren was Jan lichamelijk erg ziek. Zijn geest was gezond; hij wilde nog zo veel doen, maar het kon niet meer.

INA HENDRIKS – HERWAGINI

29 okt 1940 – dec 2014 Ina werd geboren in Indonesië, waar haar familie nog altijd woont. Ina was een vriendelijk mens, ze hield van gezelligheid, hoewel haar leven niet gemakkelijk was. Ze voelde zich verbonden met de gemeente Heerlen, ook al was ze sporadisch aanwezig.

Ina had een grote wens: lopen waar Jezus had gelopen. Met hulp van de gemeente Heerlen en de familie Schutgens kon zij mee met de 55+-reis naar Israël. Dat was niet gemakkelijk, want met een Indonesisch paspoort is het lastig om een visum te krijgen. Dat lukte toch en Ina was erg blij dat ze mee kon. Ze genoot van de reis, van haar nieuwe vrienden en de reisgroep. Ze kocht allerlei dingen voor zichzelf en voor anderen, want: geluk moet je delen. Ina is overleden in haar woning. De afscheidsdienst was sober en erg rustig, omdat haar familie ver weg woont.

MARIA HENDRIKA (RIEK) WILLEMSEN – JOCHEMS

30 nov 1926 – 9 aug 2015 Maria Hendrika (Riek) werd in Vianen geboren als dochter van een slager. Al snel trok ze naar de grote stad en maakte van Utrecht haar thuis. Ze ontwikkelde zich als zakenvrouw en maakte carrière bij Hema en V&D. Ze hielp zelfs met het opzetten van een nieuw filiaal in Zwolle. Na hun huwelijk runden Riek en haar man, Sjaak, een installatiebedrijf en elektriciteitszaak. Toen zij de adventboodschap hoorden, besloten zij om hun winkel te sluiten op sabbat, de dag waarop zij altijd de grootste omzet boekten. In 1961 sloten zij zich aan bij de adventgemeente in Utrecht. Riek was een betrokken lid en had een gezellige en mensgerichte levenshouding. Ze was actief in de diaconie en nam regelmatig deel aan kas- en begrotingscommissies.

Na hun pensionering verhuisden Riek en Sjaak naar Intermezzo. Tien jaar geleden stierf Sjaak daar. Riek zat niet bij de pakken neer. Ze legde een tuin aan die ze ook onderhield, en dagelijks woonde ze de avondwijdingen van Vredenoord bij. Ze genoot van haar kinderen, vier klein- en acht achterkleinkinderen.


OVERLIJDENSBERICHTEN/PS

7 mrt 1931 – 22 mrt 2015 Chris werd geboren op Ambon. Omdat zijn vader militair was in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger, verhuisde Chris als baby al naar Java. Hij zag zichzelf als ‘Jambon’; een op Java grootgebrachte Ambonees. Toen Chris twee jaar oud was, overleed zijn moeder. Hij werd door vele tantes grootgebracht. Toen zijn oudste zus trouwde, ging hij bij haar wonen. Zij en haar man waren adventisten, en zo werd ook Chris adventist. In 1968 kwam hij voor een vakantie van drie maanden naar Nederland, om niet meer weg te gaan. Hij werd lid van de gemeente Amsterdam-Zuid en ging werken bij Utermöhlen. Dat bedrijf sloot zijn deuren na enkele jaren en Chris werd werkeloos. Op dat moment was hij de 45 al gepasseerd, maar hij bleef op de Heer hopen. Binnen zes maanden vond hij werk bij Fokker. Na woonachtig te zijn geweest in Hengelo, verhuisden hij en zijn vrouw Shirley naar het Zuiden en sloten zich aan bij de gemeente Eindhoven. Chris kon uitstekend koken, zoals veel gemeenteleden kunnen beamen.

Op 27 maart kwamen familie, vrienden en gemeenteleden samen om aan de hand van Psalm 23 Chris’ leven te vieren. De aanwezigen luisterden naar zijn lievelingsliederen uit Ambon en Java. Zijn neef Richard typeerde Chris als een wereldburger; Chris was een internationale adventist met een netwerk van geloofsgenoten in veel landen.

Klaas Norg visualisaties

CHRISTIAN (CHRIS) TETELEPTA

ERWIN THIERRY

20 aug 1965 – 5 mei 2015 Erwin deed heel veel vrijwilligerswerk voor de kerk, vooral voor de jeugd. Hij was vooral een doener. Handen uit de mouwen en aanpakken. Zo kookte hij jarenlang voor menig kamp of andere happening. De kerk bepaalde een groot deel van zijn sociale leven. Iedereen kende hem. Omdat Erwin altijd voor anderen klaarstond, ging de overdenking bij zijn begrafenis ook over de hulpvaardige Samaritaan.

De enorme opkomst tijdens zijn begrafenis maakte duidelijk dat hij een bijzonder geliefd mens was. Een sterke beer, die genoot van spelletjes. Hij was een trouwe vriend die veel oog had voor zijn medemens, oud en jong, binnen en buiten de kerk. Kinderen en dieren namen een bijzondere plaats in bij hem. Hij kon met ze lezen en schrijven. Milosta, zijn hondje, nam daarbij een speciale plek in. Waar Erwin was, was zijn hond. Erwin stond midden in het leven en genoot ervan. Na een jaar vechten tegen zijn ziekte, met optimisme en gelatenheid, moest hij het leven loslaten. Hij sliep in rust en vrede in. Veel te vroeg, maar wetende dat hij bij God in goede handen was.

20 sept 1930 – 13 mrt 2015 In de jaren ’50 vertrok Hans samen met zijn vrouw, Hannie, naar het toenmalige Rhodesië (Zimbabwe). Hun vier kinderen werden daar geboren. Hans’ zoon Michiel herinnerde zich zijn vader daar als ‘de man rijdend op een tractor met een pijp die uit zijn mond hing’. Dat veranderde toen Hans en Hannie in aanraking kwamen met de Adventkerk.

In 1969 trok het volledige gezin in een Peugeot-stationwagen dwars door Afrika naar Rwanda, waar zij vijf jaar woonden. Vanwege de scholing van de kinderen reisden ze vervolgens naar Zuid-Afrika, naar Helderberg College. In 2010 vierde Hans zijn 80e verjaardag in Zuid-Afrika en maakte samen met zijn zoon zijn laatste grote reis: terug naar Zimbabwe en de Victoriawatervallen. Hans hield van zeilen en bouwde zelfs een eigen boot. Hij kon alles met zijn handen. Maar hij bracht ook vele uren door met het bestuderen van de Bijbel en boeken die daarbij helpen. Hans was altijd bereid om te discussiëren en na te denken over principes en leerstellingen.

Hans heeft veel betekend voor de kerk in Nederland en in Afrika. Tot enkele jaren voor zijn dood sprak hij regelmatig en was hij betrokken bij evangelisatieactiviteiten in zijn gemeente, Emmen.

MARTJE KOSMEIJER

16 okt 1935 – 13 mei 2015 Martje kwam uit een groot Gronings gezin van elf kinderen. Dat betekende armoede, maar ze hadden een warm thuis. Al jong verhuisde Martje om in het vroegere kindertehuis Zonheuvel te werken. Zij hield van kinderen en was daar prima op haar plek. Het was niet altijd even makkelijk en ze had wel eens heimwee. Gelukkig kon ze vaak terecht bij

25 oktober 2015 |

HANS VAN BINSBERGEN

Vorig jaar werd Riek ernstig ziek en kon niet meer in Intermezzo wonen. Ze kwam terecht in verpleeghotel Bovenwegen, in Zeist. Daar werd ook een intieme afscheidsdienst gehouden rond het thema van Openbaring.


DOOP/BERICHTEN

de familie Dingjan. De kinderen noemden haar tante Martje: zij was aangegroeide familie.

Toen ze met pensioen ging, verhuisde Martje terug naar Groningen. Ze miste Utrecht, vooral vriendinnen en familie. Toch was ze blij om weer in Groningen te zijn, want ook daar woonde veel familie en ze was dol op haar neefjes en nichtjes.

Martje had lange tijd geen contact met de kerk, maar haar geloof was belangrijk voor haar. Terug in Groningen, werd ze lid van een huisgroep. Zij en haar broer Derek zijn via die groep weer bij de kerk gekomen.

Martje had een positieve instelling. Zij stond altijd klaar voor iedereen, binnen en buiten de kerk. Zij laat vijf broers en zussen achter, heel veel neven en nichten en achterneefjes en achternichtjes – die haar als oma zagen.

HENDRIK JAN BRINKMAN

16 aug 1946 ‒ 14 sept 2014 Met Henk is een goede man, vader, opa en broeder heengegaan. Hij was een no nonsens man met veel inzet voor de kerk. Die heeft hij jaren gediend als jeugdleider, secretaris en aan het eind van zijn leven ook als gespreksleider. Psalm 27:4 was dan ook een van zijn favoriete teksten: ‘Ik verlang te wonen in het huis van de Heer alle dagen van mijn leven, om de liefde van de Heer te aanschouwen, hem te ontmoeten in zijn tempel.’

SANDRA KNEEFEL-OOSTVEEN

13 dec 1967 ‒ 2 jun 2015 Sandra Kneefel was een van de steunpilaren van de gemeente Apeldoorn. Zij en haar gezin stonden middenin de gemeente waarvoor zij zich jarenlang hebben ingezet. Op 31 oktober 2012 werd geconstateerd dat Sandra kanker had. De behandeling sloeg goed aan. Het was een grote teleurstelling toen in december 2014 werd vastgesteld dat er uitzaaiingen waren. Opnieuw sloeg de behandeling goed aan en er was hoop dat zij ook dit te boven zou komen.

Van eenvoudige dingen kon Henk genieten, zoals bramen plukken in het bos en er dan jam van maken. Henk was een gelovig mens. Dat geloof heeft hem geholpen in het laatste moeilijke jaar en hem de zekerheid gegeven van de opstanding.

Terwijl Sandra op bezoek was bij haar zus in Noorwegen kreeg zij epileptische aanvallen. Onderzoek wees uit dat zij niet lang meer te leven had. Samen met familie en vrienden hebben Sandra en haar man Charles nog hun 25-jarig huwelijk gevierd. Enkele dagen daarna overleed Sandra.

Tijdens de afscheidsdienst in Apeldoorn was er heel veel belangstelling. We zullen hem erg missen maar zien uit naar het moment dat we elkaar weer zullen ontmoeten.

GEDOOPT

RICHEMAR KOFFIE (36) ARHEN SYMOR (11)

14 maart 2015 / Alivio Delft

NICOLETTA PIREDDA (25) DANIQUE LOEVERING (21) 16 mei / Alkmaar

ABDUL RAHMAN CONTEH (27) JOY ISHIMWE-CONTEH (27) JOLIEN SCHINKEL (35) 22 augustus / Zeeland

Connor Evans/Shutterstock.com

oktober 2015 |

26

Er waren veel mensen aanwezig bij Sandra’s begrafenis. Haar ziekte en overlijden op zo jonge leeftijd, terwijl ze haar man en hun kinderen Marloes en Thomas moest achterlaten, heeft heel veel impact op de gemeente gehad. De dienst was een viering van het leven van Sandra, met de boodschap van de zekerheid van het geloof. Een zekerheid die Sandra tijdens haar hele ziekteproces heeft uitgestraald. De dood is geen punt, maar een komma. Sandra rust in het graf totdat het nieuwe leven werkelijkheid wordt als Jezus terugkomt.

Rectificatie: In het overlijdensbericht van Jan Willem Gassenaar uit Advent 2 stond een fout: de gelezen bijbeltekst is niet Johannes 7:1-14, maar Johannes 14:1-7.


IN MEMORIAM/J.T. KNOPPER

EEN PIONIER IS NIET MEER (16 MEI 1924 – 18 JULI 2015)

Deze zomer overleed de Nederlandse zendeling ds. Jan Knopper. Ds. Reinder Bruinsma blikt terug op een markant mens en een ware pionier. Tekst/ds. Reinder Bruinsma

S

amen met zijn vrouw Reintje verliet Jan Knopper Nederland, in 1962. Hij zou nog regelmatig ‘op verlof’ en later voor vakantie naar zijn vaderland terugkomen. Hoewel zijn officiële loopbaan binnen de Adventkerk in Nederland minder dan tien jaar duurde, bleef Knopper altijd met zijn thuisbasis verbonden. Vooral voor de oudere kerkleden bleef hij één van ons en hoort hij thuis in het rijtje van de echte, ‘ouderwetse’ zendelingen (samen met mensen als ds. Jan Brinkman, ds. Gottfried Oosterwal en Nantje Twijnstra) die de Nederlandse kerk heeft voorgebracht.

COLPORTAGE

De naam Knopper werd algemeen bekend in de wereld van het adventistische boek, en vooral in de traditionele distributietak: colportage ˗ later omgedoopt in ‘geschriften-evangelisatie’. Zijn doorzettingsvermogen in dit vakgebied was fenomenaal. Als 11-jarige begon Jan Knopper, tegen wil en dank, met het verkopen van christelijke boeken. Zijn vader was in 1939 met dit werk begonnen, drie jaar nadat hij adventist was geworden. Geleidelijk aan werd diens gezichtsvermogen zo beperkt dat het niet veilig meer was om alleen op pad te gaan. Knopper moest ‘van school’ en voortaan zijn vader begeleiden. Het leek een definitieve streep door zijn plannen om te gaan studeren en later zendeling te worden.

PRAKTISCHE LEERSCHOOL Tien jaar lang doorliep Knopper deze uitermate praktische leerschool. Maar toen de Nederlandse kerk in 1949 een theologisch seminarie opende om mensen op eigen bodem te gaan opleiden om zo in een nijpend predikantentekort te voorzien, meldde Knopper zich meteen. De toelatingsnormen waren tamelijk soepel en Knopper, die zichzelf door zelfstudie heel wat had bijgebracht, begon aan zijn studie. Het was destijds de gewoonte dat de theologische studenten ’s zomers en tijdens het studiejaar (parttime), in hun onkosten voorzagen door met boeken van de kerk langs de deuren te gaan. Bijna vanzelfsprekend werd Knopper degene die dat coördineerde. Na zijn studie gaf hij al snel leiding aan de tientallen beroepscolporteurs die er in die tijd waren. In 1957 werd hij formeel de leider van het departement van de geschriften-evangelisatie. In 1959 werd hij als predikant ingezegend.

DROOM IN VERVULLING

Na betrekkelijk korte tijd kon zijn droom om zendeling te worden toch in vervulling gaan. Vanaf het moment dat hij in 1962 geroepen werd om leiding te geven aan de colportage-activiteiten in Kongo, raakte het leven van Jan en Reintje Knopper in een stroomversnelling. Na Afrika volgde een periode in Europa waar hij eenzelfde taak op zich kon nemen, maar nu als coördinator voor een groot gebied in Europa en West-Afrika. Het was een tijd waarin deze tak

/JAN KNOPPER

BLEEF ALTIJD MET ZIJN THUISBASIS VERBONDEN van kerkelijk werk bloeide, ook in Nederland. Na Europa ging hij naar Australië en de eilanden van de Stille Oceaan. En na zijn pensionering in 1990 nam hij gedurende vijftien maanden nog de uitdaging aan om in Rusland het colportagewerk nieuw leven in te blazen. Jan Knopper heeft ook nadien bepaald niet stilgezeten. Maar nu is hij niet meer. Drie jaar nadat zijn vrouw Reintje overleed, is hij nu ook zelf ter ruste gelegd. Een markant mens en ware pionier is niet meer.

27 oktober 2015 |

JAN TEUNIS KNOPPER


VAN HET BESTUUR/OP WEG NAAR DE TOEKOMST

oktober 2015 |

28

OPTIMISTISCH EN TOEGEWIJD OP WEG NAAR DE TOEKOMST De Adventkerk is een relatief jonge kerk, maar inmiddels toch ook alweer meer dan 150 jaar oud in de officiële, georganiseerde vorm. Hoe houd je een kerkgemeenschap, die als beweging van enkele tientallen mensen begon, interessant en zinvol met het verstrijken van de jaren, het toenemen van het ledental en het logger worden van de kerk als instituut? Tekst/ds. Wim Altink

H

et is van wezenlijk belang om geloven te blijven zien als een gezamenlijke onderneming. Geloven doe je niet alleen, maar met elkaar. Daarbij is het onvermijdelijk dat diversiteit en verschillen van inzicht ontstaan. Maar in het geloof kan daarover gesproken worden en blijft het mogelijk samen op te trekken.

EERST RELATIONEEL

Jezus leert ons wat werkelijk liefhebben is, hoe we geluk kunnen vinden en levensvreugde. De zin van ons bestaan en de waarde van het leven vinden we in het dienstwerk en de genade van Jezus Christus. Het is belangrijk om als gelovigen samen te komen met lokale groepen of gemeenten, om een idee te hebben waar je als groep of gemeente voor staat, om samen activiteiten te ontplooien en relaties aan te gaan. Want een geloofsgemeenschap is in de eerste plaats relationeel, binnen een kader waarin je je geloof vorm geeft. Het is belangrijk dat je weet wat je wilt bereiken als kerk en waar je naartoe op weg bent. Eigenlijk zijn dit allemaal zaken die gedurende de

menselijke geschiedenis min of meer gelijk blijven. Toch vinden er ook veranderingen plaats. De wereld verandert en de kerk ook. Dat betekent niet dat we in alles de maatschappij maar moeten volgen, want we zijn mensen van het Woord, maar we kunnen ook niet aan de maatschappelijke ontwikkelingen voorbij gaan. Soms betekent dit dat we onze geloofsvisie enigszins bijstellen, terwijl we op andere momenten juist willen benadrukken dat we onze oude waarheden niet overboord moeten gooien.

DE TOEKOMST: NADRUK OP MISSIE

Hoe gaan we nu met elkaar de toekomst tegemoet? In de eerste plaats moeten we weten wat onze missie is. De kerk heeft toekomst als we ons licht niet onder de korenmaat houden. De Bijbel bevat een prachtige boodschap die de wereld in moet. Verbergen we de boodschap, dan verspelen we ons bestaansrecht. Ds. Rudy Dingjan geeft in zijn boek Ongelooflijk! aan dat de ‘korenmaat’ van vandaag het kerkgebouw is. Mensen zien ons niet. Op de

een of andere manier houden we het licht verborgen binnen de veilige muren van het kerkgebouw. Natuurlijk is het goed om God te ervaren binnen de kerkmuren, maar dat lukt nog veel beter als we ook naar buiten gaan om het licht te laten schijnen. We kunnen onszelf dienstbaar maken in de maatschappij door op allerlei manieren hulp te bieden, vriendschappen te sluiten en mensen uit te nodigen voor huisgroepen. Op die manier houden we het licht niet binnen, maar brengen we het ook naar buiten, brengen we in praktijk wat we zeggen dat geloven inhoudt. Vervolgens mogen we ervaren dat het licht in verrijkte vorm weer terugkeert naar de kerk door de ervaringen van leden

/GELOVEN IS EEN GEZAMENLIJKE ONDERNEMING


OP WEG NAAR DE TOEKOMST/VAN HET BESTUUR

DIVERSITEIT

Als kerk erkennen we dat niet iedereen gelijk is, er mag ruimte zijn voor verschil. Er dient dan ook een besef te ontstaan dat we mensen op diverse manieren kunnen dienen, zowel binnen als buiten de kerk. We kennen al zogenaamde ‘focusgroepen’ die zich op verschillende doelgroepen richten. Zo richten we ons in de Nederlandse kerk niet uitsluitend op Nederlanders, maar ook op mensen met allerlei andere culturele achtergronden. Er ontstaan dan ook cultureel gekleurde gemeenten die hun eigen taal en gebruiken hanteren in de diensten en de omgang met mensen. Iedere groep heeft zo zijn eigen signatuur, taal en cultuur.

VERHAAL

De kerk is een groep mensen die het verhaal van God en mensen tot leven brengt. Het verhaal van de kerk is dat er een bestemming is, hoop, leven. Mijn persoonlijke

Nederland laat zien dat we verbinden op basis van Gods mandaat, in openheid, begrip en met respect. Het is een verbinden met geloofsgenoten in de hele wereld en met andere christenen in eigen land.

HART, HOOFD EN HOOP

In alles wat we geloven, belijden en uitdragen is Jezus het hart, het centrum. Hij is degene die de kerk draagt en mandaat geeft. We vieren sabbat en richten ons op de profetieën omdat hij dat ook deed. Jezus heeft ons laten zien wat het belang is van gehoorzaamheid, naast de vreugde van de genade. Het kennen van de Vader en de Zoon vormen de basis, de kern, het kloppend hart van het geloof. Als adventisten zijn wij mensen van de toekomst. Immers, advent betekent ‘komst.’ We hebben veel te zeggen over morgen, de toekomst. Het is het verhaal over hetgeen ons ‘toekomt’ en ‘tegemoet komt.’ In ons dienen en onze verkondiging wijzen we op Jezus, degene die komt. We voelen daarbij een zekere urgentie omdat we geloven dat de wereld op haar laatste benen loopt. Maar wat een hoop dragen we bij ons, want Jezus komt, een prachtig vooruitzicht. Met die kennis mogen we de wereld in en kunnen we de vreugde van geloof, gehoorzaamheid en genade delen met de mensen om ons heen.

RELEVANTIE

De kerk van de toekomst, en hopelijk ook van nu, is relevant. Die kerk weet wat er speelt in de samenleving en haakt daarop in. Die kerk laat zich niet leiden door alle grillen van de maatschappij, maar houdt in de gaten wat er belangrijk is en zet daarop haar eigen koers uit. Dat is een leidende kerk die de samenleving profetisch uitdaagt en uitnodigt om het licht van God binnen te stappen. De warmte van de kerk is bepalend in dit opzicht.

VERBINDING

De kerk is een plek waar mensen niet alleen samenkomen, maar ook met elkaar verbonden worden. De Antilliaan met de Groninger en de Afrikaan met de Brabander om maar een paar voorbeelden te noemen. Het uitgangspunt dat ‘de Heer één’ is, betekent ook dat diezelfde Heer tot eenheid leidt. De kerk in

EEN HOOPVOLLE KERK

De kerk van vandaag mag gericht zijn op morgen, is een dienende kerk, een relationele kerk en een missionaire kerk. Het is een kerk vol diversiteit, met uitdagingen en successen. Het is een actieve gemeenschap van gelovigen in kerken, huis- en gebedsgroepen en met maatschappelijke relevantie, een gemeenschap waar mensen zich veilig en gerespecteerd voelen. Maar bovenal is het een hoopvolle kerk met Christus als kloppend hart en stralend middelpunt.

29 oktober 2015 |

verhaal wordt onderdeel van dat grotere verhaal. We noemen dat wel de ‘grote strijd tussen goed en kwaad.’ Iedereen heeft iets te vertellen en met elkaar geven we vorm aan het grote verhaal van God, altijd met het uitgangspunt dat er een weg is en een doel.

somchaij/Shutterstock.com

en de nieuwe mensen die binnenkomen. Die wisselwerking houdt de kerk levend en zorgt voor groei. Het bepaalt ons bij de waarde die God aan mensen hecht, het stelt mensen centraal en helpt ons om op een intense manier te dienen.


KERK VAN DE TOEKOMST/JONGEREN

RELITRENDWATCHERS OVER DE KERK VAN DE TOEKOMST

JONGEREN INTERESSEREN VOOR DE KERK Marian Timmermans en Corjan Matsinger zijn religieus trendwatchers. Samen zijn zij Young & Holy, een organisatie die bij jongeren het verlangen aan wil wakkeren om God te leren kennen. Ook voor de Adventkerk zetten zij hun krachten in. ‘Wij maken de vertaalslag tussen het evangelie en jongeren.’ Tekst/Lydia Lijkendijk

M

arian Timmermans en Corjan Matsinger kennen elkaar van Youth for Christ. Daar waren zij allebei jarenlang werkzaam in het jongerenwerk. Echter, steeds meer in het management en steeds minder met de voeten in de klei. In december 2014 namen zij, onafhankelijk van elkaar, de beslissing om een ander pad in te slaan. Dat pad gaan zij nu samen, bij Young & Holy, hun eigen bedrijf. Passie voor kinderen en jongeren ‘van 0 tot 25’ is wat hen bindt; jongeren betrekken bij het geloof hun core-business.

zegt Matsinger. ‘Er is er nog eentje veilig binnen de kerkmuren, de rest is verdwaald. Dat beeld, die metafoor, grijpt mij enorm aan. Volgens mij is de lokale kerk de hoop van de wereld. Maar ik zie een spanningsveld tussen wat jongeren nodig hebben en wat de kerk hun biedt. Jongeren van nu houden best van Jezus, maar 90% heeft niets met de kerk.’ ‘De kerken zijn gericht op dogma’s die ze graag over willen dragen, maar jongeren zitten daar niet op te wachten, die leven in een ervaringscultuur’, vult Timmermans aan. ‘Jongeren hebben een uitlegger nodig bij het evangelie, want ze kennen de Bijbel niet meer. Ze zijn zo gericht op internet dat ze gewoon niet weten hoe ze een bijbelboek op moeten zoeken. Om in de metaforen te blijven: het is met jongeren net zoals met de kamerling die niet begreep wat hij las en vervolgens werd Filippus ingevlogen om uitleg te geven.’

GOEDE HERDER

We kennen allemaal het verhaal van de Goede Herder die zijn schapen alleen laat om het ene verdwaalde schaapje te vinden. ‘In ons land is het omgedraaid’,

BELEVING BillionPhotos/Shutterstock.com

oktober 2015 |

30

Zijn jongeren matig tot niet te interesseren voor traditionele religieuze zaken, een andere benadering biedt hoop, weten de reliwatchers. ‘Als we alleen kijken naar het percentage tieners of jongeren dat op sabbat of zondag in diensten zit, zien we dat cijfer sterk terug lopen. Maar de vraag

is of je alleen naar cijfers moet kijken. Want als ze niet komen, wil dat niet zeggen dat hun geloof ook weg is. Waar ze wel interesse in hebben, is in het opdoen van ervaringen’, zegt Matsinger. ‘Dat wil dus zeggen dat andere aanvliegroutes nodig zijn om hen in contact met God te brengen. Luisteren is belangrijk, bijvoorbeeld, en ruimte geven.’ Timmermans: ‘Dat betekent dat kerken hun jongeren ook anders moeten waarderen. Jongeren ervaren de tienerclub of jeugdbijeenkomst als hun kerk. Alleen we tellen ze pas mee als ze in de kerk zitten. Dat is jammer, want we kunnen ze best het gevoel geven dat ze er wél bij horen.’ Matsinger: ‘Als we er zo tegenaan zouden kijken, is er misschien geen sprake meer van krimp, maar van groei.’

URGENTIE

Wat het benaderen van jongeren lastig maakt, is dat kerken activiteitgestructureerd zijn, gericht op groepen. Terwijl elke jongere daarnaast een individu is dat gezien wil worden, zeggen Matsinger en Timmermans. ‘De essentie van jeugdwerk is een-opeen-contact’, zegt Matsinger. ‘Je hebt als kerk, naast groepsbijeenkomsten, een zorgstructuur nodig van mensen die om elkaar heen staan en elkaar echt zien.’


JONGEREN/KERK VAN DE TOEKOMST

/WIJ ZIJN DE HELE

DAG MET DEZE MATERIE BEZIG EN HEBBEN ONZE HANDEN ER AL VOL AAN!

Volgens hem ervaren kerken wel de urgentie om energie te steken in hun jongeren. En dat moet ook, want de 10% die in de kerk blijft, neemt naar verwachting de komende jaren ook nog met de helft af, weet Timmermans. ‘Kerken zijn heel eerlijk over hun situatie. Ze zijn bewust onbekwaam, ze vinden het moeilijk om aansluiting te vinden bij jongeren en dat is niet gek. Ontwikkelingen in de media en op internet gaan zo snel, ouders en jeugdleiders kunnen gewoon niet alles weten. Wij zijn de hele dag met deze materie bezig en hebben onze handen er al vol aan!’

YOUNG & HOLY Corjan Matsinger en Marian Timmermans willen met hun bedrijf Young & Holy geloof aanwakkeren bij jongeren. Dagelijks geven ze op hun site informatie over religieuze trends. De bijbehorende gespreksvragen voor ouders, docenten en jeugdwerkers hebben het doel het gesprek aan te gaan met jongeren. Daarnaast ontwikkelen zij trainingen en producten waarmee zij zich op de doelgroep zelf richten. ‘Bijvoorbeeld manieren om missionair kinderwerk te kunnen beginnen vanuit de wijk, om het evangelie te delen door middel van sport, popmuziek of games of koffertjes met lesmateriaal’, vertelt Timmermans. ‘Wij denken met organisaties mee over conceptontwikkeling en campagnes. We proberen constant het evangelie relevant te maken voor jongeren in hun belevingswereld.’

Gelukkig is kennis er om gedeeld te worden en ook de Adventkerk maakt graag gebruik van de ervaring en expertise van Young & Holy.

DE TOEKOMST Hoe zien de religieus trendwatchers de kerk van de toekomst? Gaat die verdwijnen nu jongeren er nog maar weinig affiniteit mee hebben? ‘De kerk verdwijnt verder naar de marge’, zegt Timmermans, ‘maar er zal altijd een deel jongeren blijven dat wél geïnteresseerd is in rituelen.’ Matsinger: ‘Ik voorzie meer netwerkachtige structuren, die zich organiseren rondom gezamenlijke interesses.’ Timmermans: ‘Dit soort verbanden zal zichzelf geen ‘kerk’ noemen, maar manifesteert zich wel in groepen. Daarnaast verwacht ik pop up-kerken, of liquid churches, dynamische groepen rondom zingeving en geloof.’ Matsinger: ‘Bij de Adventkerk ontwikkelen zich vergelijkbare patronen als bij andere protestantse kerken. Misschien meer gedoseerd door de grote multiculturele inbreng. Maar de Adventkerk staat net zo middenin de maatschappij als andere kerken, dus de ontwikkelingen waarmee jullie te maken hebben, zijn vergelijkbaar.’

oktober 2015 |

31


KERK VAN DE TOEKOMST/JONGEREN OP KAMERS

Stokkete/Shutterstock.com

oktober 2015 |

32

Young & Holy is gevestigd in Utrecht, in de schaduw van de Janskerk, dichtbij de doelgroep. Maar de eerste maanden als Young & Holy huurden Matsinger en Timmermans een kamer op zolder bij het Landelijk Kantoor van de Adventkerk. Hoe kwam dat zo? ‘Door Hans Ponte’, zeggen ze in koor. Matsinger: ‘We kwamen hem tegen op een symposium en hebben als vervolg daarop in november 2014 de jeugdleiders van de Adventkerk getraind. Toen we

TIPS OM JONGEREN TE BEREIKEN EN BEHOUDEN

H

et boeien en binden van jongeren vraagt om een andere aanpak dan we tot nu toe als kerk gewend waren.

op stel en sprong kantoorruimte nodig hadden, eind vorig jaar, hebben we hem gebeld. We hadden een klik met elkaar.’ Het verzoek van de kersverse reliwatchers paste wel bij de plannen van de Adventkerk, om meer de samenwerking te zoeken met partners. ‘We vonden het heel leuk om het kerkgenootschap als onderhuurders van binnenuit te leren kennen en fantastisch dat de mensen op kantoor openstonden voor onze komst. Het is heel leuk als je in de dakgoot staat, op het

punt van uitvliegen, en dat iemand dan een boom aanreikt’, zegt Timmermans, die voorheen niet wist dat de Adventkerk een groot internationaal instituut is. Matsinger: ‘Zo missionair ook, dat was echt een grote verrassing. Dat krijgen we ook wel terug van anderen uit ons netwerk: de Adventkerk staat daar om bekend. En jullie aanpak is grondig. Er wordt op het Landelijk Kantoor theologisch enorm veel verstouwd en geanalyseerd. En er wordt hard gewerkt, de lampjes branden tot laat.’

Waardeer elke betrokkenheid Buiten de kerk is de generavan jongeren en heb interesse tiekloof kleiner. Jongeren 3in hen. 6 Ook als ze niet in de kerk gaan met hun ouders naar Pinkkomen. Zelfs als ze de verkeerde kant oplopen, zijn ze waardevol.

pop. Selecteer dus niet op leeftijd maar op interesse.

die zich niet schamen voor hun persoonlijke geloof, Maak de kerk zichtbaar door je Veroordeel of preek niet, en 1& deOuders diepte daarvan proberen te 4 leefstijl. Dat raakt jongeren, vertel ook niet meteen je 7 delen, dwingen daar respect mee maar ook buren en mensen op mening. Stap op jongeren af en af bij hun kinderen. Wanhopig hip straat. Geef als kerk niet alleen de zijn is niet nodig: een dienst theorie door, maar creëer ervarinwordt niet leuk van een combo. gen: een festival, een kamp.

vraag hoe het met ze is. Beantwoord vragen met een wedervraag.

Ga gluren bij de buren. Hoe Durf meer samen te werken jongeren eigenaar en doen ze het in andere kerken of 8 met andere kerken. Iedergeef hun verantwoordelijk5 2heid.Maak in de moskee? Confrontatie geeft een worstelt met hetzelfde. Geef ze een plek in het programma!

groeikansen.


ACHTERGROND/VERDIEPING BIJ DE SABBATSCHOOL

Tekst/prof. dr. Rudy Van Moere

D

at profeten bij velen niet scherp op het netvlies staan, komt zeer waarschijnlijk door een gebrek aan kennis van de tijd, de samenleving en de cultuur waarin de profeten leefden. Bovendien zijn grote gedeelten van de geschriften van deze boodschappers van God in dichtvorm met veel beeldspraak en zinsspelingen. Bijgevolg vraagt men zich af wat die oude profeten van toen en daar nog voor zin hebben voor het hier en nu. Jezus, echter – die toch ook vele eeuwen later leefde – zag hun geschriften samen met de Thora als een must. Leerde hij niet dat de twee liefdesgeboden ‘de grondslag vormen van alles wat er in de Wet en de Profeten staat’ (Matteüs 22:40)?1

ZIEN WAT ANDEREN NIET ZIEN De schriftprofeten hadden echt geen ambitie om profeet te worden. Israëls God dwong hen ertoe. Zo werd Amos van achter zijn kudde vandaan gehaald en moest hij tegen Israël profeteren. Jeremia moest zijn dorpje Anatot verlaten en hetzelfde doen tegen Juda (Amos 7:14-15; Jeremia 1). Zij waren niet welkom; integendeel, zij werden bedreigd. Geen van beiden was op eigen voordeel uit: Amos deed het niet voor zijn broodwinning en Jeremia weigerde een bevoorrechte behandeling door de vijand.

ZIENERS

Hoe moeten wij dat ‘profeet zijn’ en dat ‘profeteren’ opvatten? Algemeen denkt men dat profeten voorspellers waren maar dat klopt echt niet. Namens God

JEREMIA

oktober 2015 |

33

ALS STORENDE SPELBEDERVER Everett Collection/Shutterstock.com

Hoe komt het toch dat adventisten zo weinig vertrouwd zijn met de boeken van de profeten? Als het op bijbelkennis aankomt, scoren zij bijzonder laag of zo goed als niet. Mogelijk kennen zij enkele bewijsteksten over de komst van Jezus, maar daar houdt het meestal op.

moesten zij tot het volk en de volken spreken. Dat is wat ‘profeteren’ echt betekent. Sommige van die sprekers schreven de inhoud ervan op. Zo werd Amos de allereerste schriftprofeet en schreef Jeremia de langste boekrol. De eerste leverde een prachtig gestructureerde tekst, terwijl die van de tweede vrij ongeordend overkomt. Enerzijds hoorden zij de Heer tot hen spreken en anderzijds liet hij hen dingen zien. Die stem konden zij niet niet horen en die beelden konden zij niet niet zien. Hun opdrachtgever ging er met hen over in gesprek, zodat deze boodschappers begrepen wat zij moesten communiceren. Profeten waren dus zieners. Zo werden zij vroeger genoemd, zoals ‘de profeet Gad, de ziener van David’ (1 Samuel 9:9; 2 Samuel 24:11).

ALARMKLOK LUIDEN Door Gods communicatie en hun verbondenheid met hem kregen profeten zaken, situaties en bedoelingen te zien en in te zien die anderen ontgingen. Zij observeerden wat er in de samenleving gebeurde en analyseerden dit aan de hand van Gods Thora (of Mozes’ vijf boeken). Zo evalueerden zij in hun samenleving haarscherp het sociale onrecht en de religieuze afdwalingen. Op grond van Gods omgang met zijn volk in het verleden deduceerden zij bovendien dat het met het volk de verkeerde kant opging. Na het communiceren van hun inzichten en de respons van het volk konden zij inschatten en vooruitzien wat er hoogstwaarschijnlijk aan zat te komen. Dat dwong hen om de alarmklok te luiden.


VERDIEPING BIJ DE SABBATSCHOOL/ACHTERGROND GODS PATHOS EN ZIJN THORA

34 oktober 2015 |

Jeremia had een diep ontzag voor God maar diens opdrachten bleken soms een bijna ondraaglijke last. Soms probeerde hij ze naast zich neer te leggen hoewel hij Gods pathos voor het volk begreep. Dat pathos uitte zich in Gods levende zorg en intense betrokkenheid. 2 De profeet voelde Gods stemming en medelijden goed aan. Jeremia kon echter niet altijd hetzelfde geduld opbrengen. Zijn frequente gemoedsveranderingen en zijn wisselende Godsbeelden getuigen daarvan. Soms zag hij hem als een straffende God en soms als een zeer genadige God.

BEKRITISEREN

Jeremia zat volledig op de golflengte van de Heer die met behulp van de Thora de shalom van mensen wil(de) bevorderen.

Deze thora-richtlijnen konden echter alleen effect hebben als koning, volk en priester dat sociaal onrecht, de oneerlijkheid, corrupte rechtsspraak en uitbuiting van armen, weduwen en wezen radicaal deden ophouden. Na de dood van koning Josia liet Jeremia niet na zijn opvolgers te bekritiseren. Zo stelde hij Jojakims ongerechtigheid tegenover de gerechtigheid van diens vader Josia: ‘Ben je koning door de pracht van je cederhout? Je vader had aan niets gebrek. Recht en gerechtigheid handhaafde hij – en hij leefde in voorspoed. Hij beschermde het recht van armen en behoeftigen – en hij leefde in voorspoed. Is dat niet: mij kennen? – spreekt de Heer. Maar jouw ogen en jouw hart zijn slechts op eigen voordeel gericht, op onschuldig bloed vergieten, op afpersen en uitbuiten’ (Jeremia 22:15-17).

LEVEN BETEREN Ook de priesterleiding en het volk moesten het ontgelden. Zij meenden dat de tempel het bestaan van de natie garandeerde maar de Heer deed Jeremia zeggen: ‘Beter je leven, dan mogen jullie in dit land blijven wonen. Vertrouw niet op die bedrieglijke leus: “Dit is de tempel van de Heer! De tempel van de Heer! De tempel van de Heer!” Als jullie je leven werkelijk beteren, als jullie elkaar rechtvaardig behandelen, vreemdelingen, wezen en weduwen niet onderdrukken, in dit land geen onschuldig bloed vergieten en niet achter andere goden aanlopen, jullie onheil tegemoet, dan mogen jullie hier blijven wonen, in dit land dat ik jullie voorouders gegeven heb’ (Jeremia 7:3-7a). Bovendien moesten de Judeeërs beseffen dat verlossing en herstel alleen van de Heer konden komen.

/DE SCHRIFTLaurin Rinder/Shutterstock.com

PROFETEN HADDEN ECHT GEEN AMBITIE OM PROFEET TE WORDEN


De halsstarrigheid van de leiding en van het volk om Gods Thora niet toe te passen, verplichtte Jeremia de ondergang van die tempel aan te kondigen (Jeremia 26:1-19).

OPDRACHT OM TE PROFETEREN Jeremia was de grootste profeet uit de laatste dagen van het koninkrijk Juda. Hoewel lid van een priesterfamilie, mocht hij geen dienst doen in Jeruzalems tempel. Zijn eerste opdracht om te profeteren kreeg hij al in zijn jeugd (1:6) in 626 voor onze jaartelling en vijf jaar voor de ontdekking van het Deuteronomische ‘Boek van de Thora’ in de tempel. Aan de hand daarvan voerde koning Josia – die goed deed in de ogen van de Heer (2 Koningen 22:2) – een grondige sociale en godsdienstige hervorming uit. Jeremia steunde hem daarin ten volle en wilde dat hij daarin nog verder zou gaan.

ONHEIL UIT HET NOORDEN

Tijdens Jeremia’s veertigjarige loopbaan onder de laatste vijf koningen – Josia, Joachaz, Jojakim, Jojakin en Sedekia – zag hij in het noorden de macht van de Assyriërs krimpen en die van de Babyloniërs toenemen. Maar ook van de Egyptenaren in het zuiden had Juda te vrezen. Zij probeerden immers hun invloed in de regio te herwinnen en dat deed Juda’s koningen tussen twee vuren terechtkomen. Al in Josia’s tijd waarschuwde Jeremia tegen mogelijk komend onheil uit het noorden en daarom drong hij dringend aan op thoragedrag. Daarnaast spoorde hij keer op keer de koning, de regering en het volk aan om zich aan de Babylonische koning Nebukadnessar te onderwerpen. Hij zag hem als door God gestuurd. Zich tegen hem verzetten betekende eigenlijk verzet tegen God. Zich tegen God verzetten deden Juda’s koningen en hun onderdanen overigens toch al door zich niet aan hun verbondsafspraken met de Heer te houden.

STORENDE SPELBEDERVER Net zoals Amos werd ook Jeremia door de leidinggevenden als een storende spelbederver gezien. Doodsbedreigingen, een spreekverbod, vervolging en opsluiting brachten hem echter niet aan het wankelen. Zelfs niet toen koning Jojakim zijn boekrol in het haardvuur wierp! Jeremia’s onvermoeibare oproepen baatten niet. Telkens weer bleven de koningen hun eigenzinnige koers varen door met de Egyptenaren in zee te gaan. Bijgevolg moest Jeremia met lede ogen aanzien dat Nebukadnessar met drie militaire acties Juda de das omdeed. Hij belegerde de hoofdstad in 605, in 598-597 en in 588-586 voor onze jaarteling. Telkens nam hij tempelschatten en mensen mee naar Babel en de derde keer deed hij zelfs de tempel in vlammen opgaan. Ook deporteerde hij een groot deel van de bevolking in ballingschap.

NIETS GELEERD

Juda bleek niets van Israëls ervaring met de Assyriërs te hebben geleerd. Het noordrijk werd immers ook na drie militaire acties van de kaart geveegd: in 738, in 732 en in 724-722 met de deportatie van een groot deel van de bevolking als gevolg. Amos had er onophoudelijk voor gewaarschuwd! Hun koningen en leidinggevenden hadden zich ook niets van de thoraeis van recht en gerechtigheid en van de exclusieve godsdienst aan de Heer aangetrokken.

Gelukkig bleef er voor de Israëlieten en Judeeërs hoop op een toekomstig herstel: Amos zag de vervallen hut van David weer oprijzen (9:14-15) en Jeremia leerde dat de Heer niet opgeeft en een nieuw verbond met hen wilde sluiten (31:31-34). Van klein tot groot verwachtte hij dan wel een hernieuwd thoragedrag.

HIER EN NU?!

De profeten schetsten geen vaststaande verwachtingen. Het profetische woord werkte net zo min automatisch als offers of gebeden dat doen. Op grond van de Thora, Gods pathos en Israëls geschiedenis voorzagen profeten twee scenario’s. Of men gaf er gehoor aan en dan ging het profetische woord niet in vervulling en dat was nu net Gods bedoeling. Of men wilde er doof voor blijven en ‘dan zal wel blijken wat profetisch spreken waard is’. 3 Gods pathos voor ons persoonlijk geluk geldt nog steeds en deze spoort ons aan de Thora, de Profeten en Jezus in ons leven waar te maken.

1. Zie R. Van Moere. ‘Jezus op de bres voor … Mozes’ Thora’, Advent 1 / 2014, 20-23 2. A.J. Heschel, De Profeten, Vught 2014, 308-309 3. M. Boertien, De profeet Jeremia, Kampen 1987, 42

35 oktober 2015 |

Oleg Ivanov IL/Shutterstock.com

ACHTERGROND/VERDIEPING BIJ DE SABBATSCHOOL


MYSTERY GUEST/X-PRESZO

oktober 2015 |

36

MEEDEINEN BIJ

X-PRESZO Regelmatig bezoekt de mystery guest van Advent op sabbatmorgen een willekeurige gemeenten in Nederland en beschrijft de opgedane ervaringen. In deze artikelenreeks maken wij een dwarsdoorsnede van de verschillende soorten gemeenten. Van het traditionele kerkgebeuren en de diversiteit van allerlei multiculturele gemeenten en church plants tot wat er verder allemaal aan groepen is.

Vandaag is mijn bestemming de dienst van X-preszo ministries in Rotterdam. Bij onderzoek vooraf is de juiste spelling van de naam belangrijk, anders stuurt Google je de verkeerde kant op. Maar als je de goede site gevonden hebt, blijkt dat het om een jonge ambitieuze kerkgemeente gaat. Church on fire, born in prayer, mensen met een relatie met Jezus, maar ook gericht op de behoeften van de samenleving. Dat zijn de zinnen die ik me herinner als ik op een regenachtige sabbatmorgen naar Rotterdam Alexander rijd. Tekst/Mystery Guest

A

ls ik het gebouw betreed, een vroegere kleuterschool, word ik gelijk warm welkom geheten. Samen met enkele anderen die ook voor het eerst zijn, krijg ik een rondleiding door het gebouw. Behalve de kerkzaal en de ruimtes voor de kinderen zijn er diverse kamers die gebruikt worden voor het dienstbaar zijn aan de omgeving. Uitgifte van gebruikte kleding en de ‘boodschappentas’, een soort voedselbank. En, niet onbelangrijk, de plek waar koffie gezet en gedronken wordt. Geen espresso, maar wel lekker! Tijdens het hele samenzijn is dit vocht ruim voorhanden.

PRAISE-DIENST

In de kleine en sober ingerichte kerkzaal vullen een band en voorzangers een groot deel van de ruimte. Dat schijnt bij een moderne kerkdienst te horen. Er is de nodige techniek: versterkers, boxen, snoeren, een groot aantal microfoons, een mengpaneel en uitgebreide projectie. Een enthousiaste voorganger uit eigen kring doet de opening.

De kinderen zijn hier actief bij betrokken. Ze zingen mee vanaf het podium en nemen de collecte in ontvangst. Als zij zich hebben teruggetrokken, begint het gedeelte dat de ‘praise-dienst’ heet. Veel liederen, geen een daarvan komt mij bekend voor. Het is lang staan, maar er is ook veel beweging en enthousiasme in de zaal. Dat werkt aanstekelijk; ik voel na het derde lied de neiging mee te deinen. Bij de bekendmakingen is er een oproep om de spullen aan te leveren die weer nodig zijn voor de boodschappentas van die week.


X-PRESZO/MYSTERY GUEST

37 oktober 2015 |

/GEEF MIJ OOK

EEN KERK MET EEN PROFESSIONELE KEUKEN!

PAUZE MET CUPCAKES Dan pauze met natuurlijk koffie en onder andere cupcakes die ondertussen door de kinderen gebakken zijn. Geef mij ook een kerk met een professionele keuken! De overdenking, door dezelfde persoon die opening en voorzang deed, bestaat uit het lezen van een gedeelte uit de Bijbel. Naar aanleiding hiervan worden een paar stellingen geprojecteerd en de voorganger gaat door de zaal om iedereen die dat wil het woord te geven. Deelname is spontaan en enthousiast. Men toont een grote betrokkenheid, het gesprek komt al snel op datgene wat die week het nieuws beheerst: vluchtelingen. Vooral de vraag: wat kan ik bijdragen aan het verminderen van het leed? Toch is het gesprek ook wel een tikje traditioneel. Kennis die niet bijdraagt aan de klassieke opvattingen binnen de kerk, wordt niet gewaardeerd.

SLOT Na de samenkomst is er rijst met kip te eten. De heerlijke geur trekt al door de gang. Helaas betreft mijn mandaat voor dit stukje slechts de sabbatmorgen en andere verplichtingen roepen, dus ik kan niet blijven. Maar er is genoeg reden voor een volgend bezoek. Zelf een (digitaal) kijkje nemen? Web: www.x-preszo.nl Facebook: x-preszo ministries

MEER Aanwezigen vertellen mij dat er nog diverse andere vormen zijn waarin X-preszo de sabbatmorgendienst houdt. Dus ĂŠĂŠn bezoek is niet voldoende. Ook de doordeweekse activiteiten lijken me een bezoek waard. Zo wordt de traditionele sabbatschoolles uit het boekje op woensdagmorgen besproken met degenen die daar belangstelling voor hebben.


PREDIKANTEN VAN STRAKS/NEWBOLDSTUDENTEN

oktober 2015 |

38

PREDIKANTEN SULLIVAN SELASSA CHRISTLE JASINTA

Sullivan Selassa, geboren op Curaçao, vertrok in 2008 naar Nederland. Hij noemt zichzelf ‘een tweede-generatie-adventist’. Selassa studeert Theologie aan Newbold College en zit in zijn derde jaar. Hij woont in Engeland met zijn vrouw, hun dochter van 17 en vier zoons van 10, 6, 4 en 2 jaar. In oktober verwachten de Selassa’s nog een dochter en zusje.

Christle Jasinta is afkomstig van Curaçao. Sinds augustus 2009 woonde zij in Nederland voor haar opleiding Verpleegkunde. Zij was de afgelopen jaren als doorgewinterde vrijwilliger actief bij de scouting, tienerclub en landelijke jeugdactiviteiten. In september begon zij aan de studie Theologie op Newbold College.

WAAROM STUDEER JE THEOLOGIE?

WAAROM WIL JE PREDIKANT WORDEN?

‘Het van dichtbij bestuderen van God zelf, is heel interessant. Dat gaat nog veel en veel dieper dan de Bijbel, die door God geschreven is. Het is het bestuderen van de schrijver. Als je dagelijks alleen de Bijbel bestudeert – wat nodig is om jezelf elke dag geestelijk op peil te houden – sta je minder stil bij de schrijver en bij wat God allemaal voor ons heeft gedaan, doet en zal gaan doen.’

WAAROM WIL JE PREDIKANT WORDEN?

‘Omdat het een beroep is waarin ik eindelijk alle talenten die ik van God heb gekregen kwijt kan. Ik ben dan niet meer gebonden aan één werkplek of één bepaalde functie en niet afhankelijk van anderen om Gods werk te kunnen doen. Het is een beroep dat innerlijk rust geeft. Je raakt daarnaast nooit uitgeleerd. Ik vind het heel belangrijk om de mogelijkheid tot redding te mogen delen met anderen.’

HOE ZIET DE KERK VAN DE TOEKOMST ERUIT?

‘Dan zijn we samen één, als Gods volk. Niet gebonden aan vaste zitplekjes in een gebouw. Maar actief voor God rondom de hele wereld. Met de sabbat als rustdag!’

‘Ik heb er, toen ik op kamers ging wonen in Nederland, heel bewust voor gekozen om vast te blijven houden aan het geloof waarmee ik was opgevoed en om naar de kerk te blijven gaan. Deze keuze was voor mij een makkelijke keuze. Leiders die ik door de jaren heen mee heb gemaakt, hebben mij geïnspireerd om altijd te blijven bouwen aan Gods kerk en mijn talenten in te zetten. Ik zou graag voor onze toekomstige jeugd zo’n leider willen zijn.’

HOE ZIET DE KERK VAN DE TOEKOMST ERUIT?

‘Ik hoop een kerk te zien met nog veel meer enthousiaste leden. Met veel diversiteit en ook bij alle leden de wil om van deze diversiteit te leren. We kunnen hier namelijk heel veel kracht uit halen. Verder zou ik ook meer acceptatie willen zien in de kerk, en jongeren die hun talenten gebruiken voor Gods werk.’


NEWBOLDSTUDENTEN/PREDIKANTEN VAN STRAKS

CHONI MIGUEL

Choni Miguel (31) werd geboren op Aruba. Hij studeert Theologie aan Newbold College en zit in zijn tweede jaar. Miguel is getrouwd. Hij en zijn vrouw kregen in september hun eerste kind. WAAROM STUDEER JE THEOLOGIE? In 2002 verhuisde ik van Aruba naar Nederland om mbo en vervolgens hbo Bouwkunde te studeren. Beide studies heb ik afgerond. Kort na mijn komst in Nederland heb ik God leren kennen. Mijn passie om zijn liefde te verkondigen, groeide. Mijn doel, het bouwbedrijf van mijn vader overnemen en marktleider worden, veranderde. Ik streef nu naar Gods koninkrijk op aarde. Ik wil God marktleider maken in het hart van mijn medemens. Daarvoor zal de studie Theologie mij toerusten.’

WAAROM WIL JE PREDIKANT WORDEN?

‘Na jaren zeer actief te zijn geweest in mijn lokale gemeente, Alivio Delft, werd ik op een bijzondere wijze overtuigd van mijn roeping om predikant te worden. Daar heb ik gehoor aan gegeven. Als predikant kan ik fulltime bezig zijn met dat wat ik leuk vind. Namelijk het begeleiden van het proces waarin mensen in contact komen met Gods liefde, hun relatie met God versterken door geestelijke groei en zich voorbereiden op de wederkomst van Jezus Christus.’

HOE ZIET DE KERK VAN DE TOEKOMST ERUIT?

‘Voor mij is de kerk van de toekomst meer een gemeenschap dan een gemeente. Waar de talenten en kwali­­‑ teiten van de leden een positieve invloed hebben op het dagelijks leven van hun medemensen. Ik geloof dat iedereen een kans verdient om Gods koninkrijk te proeven.’

GABRIËL KWAYIE

Gabriël Asumadu Kwayie (29) werd geboren in Ghana. Hij groeide op in Amsterdam en woont nu in Manchester. In mei legde hij zijn toelatingsexamen voor Newbold College af, waar hij gaat beginnen aan zijn master in Systematische Theologie. Kwayie is niet getrouwd, maar heeft in zijn eigen woorden ‘een relatie met een geweldige vrouw’. WAAROM STUDEER JE THEOLOGIE EN WIL JE PREDIKANT WORDEN? ‘Ik ben opgegroeid in een gezin dat zeer veel passie had voor God. Dat zorgde ervoor dat ik van kinds af aan een actief lid was van de pathfinder-groep. De activiteiten die we daar deden, ontwikkelden mijn liefde voor God en mijn interesse om later predikant te worden. De ervaringen die ik opdeed terwijl ik opgroeide en de aanmoediging van verschillende mensen die ik tegenkwam, bevestigden mij in mijn keuze om predikant te willen worden. Bovendien ben ik een gelovige die vindt dat een opleiding niet alleen dient tot intellectuele verheffing van jou als individu, maar je ook helpt opbouwen, zowel emotioneel als fysiek. Dat is de reden waarom ik besloot om te beginnen aan de studie Theologie.’

HOE ZIET DE KERK VAN DE TOEKOMST ERUIT?

‘Voor de nabije toekomst streef ik naar een actieve kerk. Een kerk die een maatschappelijke taak heeft die gelijk staat aan onze geestelijke taak. Een kerk die voor onze buren zorgt. Daarbij moet de kerk wat mij betreft terugkeren naar de dagen dat deze middenin de gemeenschap stond ‒ in plaats van dat het alleen een gebouw is in dorp of stad.’

oktober 2015 |

N VAN STRAKS:

39


REDACTIONEEL

A

dvent 2 ging over mensenrechten, gelijkheid en respect. Een moeilijk en breed onderwerp waar in de Adventkerk erg verschillend over gedacht wordt. De meningen over Advent 2 waren dan ook erg verdeeld. Sommige lezers vonden het verschrikkelijk, anderen geweldig. Eén ding is duidelijk: iedereen heeft een mening over Advent 2. En daar zijn wij als redactie erg blij mee, want dat is precies wat we wilden bereiken.

Niet iedereen weet dit, maar Advent heeft een aantal doelstellingen. Ik ga ze hier niet allemaal opnoemen, maar twee daarvan zijn: ‘christelijk-maatschappelijk debat veroorzaken of beïnvloeden’ en ‘bijdragen aan christelijke meningsvorming over verschillende zaken’. Op het uniecongres van 2012 zijn drie besluiten genomen door de afgevaardigden van alle gemeenten in Nederland. Ze wilden dat het bestuur zorgt voor wederzijds respect tussen alle leden en vrienden van de Adventkerk, ze wilden dat mensen met een niet-heteroseksuele voorkeur

AD VENTJE

Ook in deze Advent treft u meningen aan die bedoeld zijn om u, als schepselen met een vrije wil en een goed verstand, aan het denken te zetten. Misschien hoort u een nieuwe mening die u niet eerder had gehoord. Hopelijk zet dat u aan het denken. Misschien bent u het niet eens met een mening die u leest, daar is niets mis mee! Wees het gerust met ons oneens. Spreek erover met uw gemeenteleden, denk erover na, als u maar iets met het onderwerp doet.

veilig zijn in de kerk, en ze wilden dat wij meer zorg hadden voor mensen met een handicap of een beperking. Maar als deze afgevaardigden dat besluiten, dan betekent dat niet dat het meteen zo ís. Deze besluiten moeten besproken en toegepast worden in de adventgemeenten van Nederland.

De redactieraad van Advent besloot dat zij deze discussie wilde aanwakkeren in Nederland. Dat is immers een doel van Advent. Daarbij zijn schrijvers en artikelen uitgezocht die bijdragen aan christelijke meningsvorming. Niet alle meningen die weergegeven waren, zijn volgens de officiële kaders van de wereldkerk, maar dat hoeft ook niet. Niet alle meningen worden gedragen door alle leden in Nederland, maar dat hoeft ook niet. Immers, hoe anders gaan we een discussie op touw zetten? Het herhalen van voorgevormde meningen kan nooit een debat veroorzaken. Advent 2 moest prikkelen en u tot denken zetten. En ik denk dat dat goed gelukt is.

Illustratie/Aad Berger

Het enige wat we hopen is dat u zich uitgedaagd voelt om breder en dieper na te denken over het geloof, de kerk, onze missie voor de wereld en onze rol in de maatschappij. Ondertussen blijft de redactie volharden in de grote uitdaging om in een zeer diverse kerk een blad samen te stellen waar iedere lezer tevreden mee is en dat elke lezer aan het denken zet. Wij blijven ons best doen. Daarom vragen wij ook om uw gebeden. Wilt u Advent in uw gebeden blijven gedenken? Wij maken het blad voor u, en hebben u, de lezer, hard nodig. Bij voorbaat dank.

Tom de Bruin/hoofdredacteur


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.