Biologische psychologie
Geluk zit in je genen W Sommige mensen hebben meer aanleg om gelukkig te zijn dan andere. Hoogleraar Meike Bartels onderzoekt welke genen hierbij een rol spelen. DOOR WELMOED VISSER FOTO MARTIJN GIJSBERTSEN
aarom is de een maandenlang somber na een slechtnieuwsgesprek, terwijl de ander zijn schouders ophaalt en verder gaat? Voor een flink deel wordt dat bepaald door onze genen. Vijfendertig procent van de verschillen in geluksgevoel zijn genetisch verklaarbaar, ontdekte Meike Bartels, hoogleraar genetics en wellbeing. Ze legde de gegevens van tweelingonderzoeken uit allerlei landen naast elkaar, waarin meer dan 55.000 mensen zitten. Er zijn verschillen tussen landen in hoe gelukkig mensen zijn, wat erop wijst dat geluk (en het praten over geluk in enquêtes) ook voor een deel cultuurafhankelijk is. Maar de variantie die door onze genen wordt bepaald, is in al die landen opmerkelijk constant. Ook door de tijd trouwens: “Bij sommige eigenschappen, zoals intelligentie, zie je dat de genetische component toeneemt naarmate mensen ouder worden. Bij geluk blijft dit gedurende het hele leven ongeveer gelijk: bij jonge mensen is zo’n 35 procent van de verschillen genetisch te verklaren en bij ouderen ook”, zegt Bartels. Nature-nurture achterhaald Ze is bezig met een nog veel groter project: om in kaart te brengen welke genen het zijn die deze aanleg voor geluk sturen. Daarvoor gebruikt ze gegevens van meer dan 200.000 mensen die door onderzoeksgroepen in allerlei landen zijn verzameld.
16
Betekent dat dat ze binnenkort de genetische kant van geluk helemaal kan ontrafelen? Bartels: “Nee, dat gaat nog veel langer duren, maar ik verwacht wel dat we nog vóór de zomer de plekken op het humane genoom kunnen aanwijzen die voor geluk het belangrijkst zijn.” Bartels vergelijkt het met schizofrenie. Haar collega’s begonnen de zoektocht naar genetische varianten voor schizofrenie in 2009 met vijf locaties op het humane genoom die in elk geval een rol moesten spelen. Door steeds grotere groepen deelnemers zijn er inmiddels 108 locaties geïdentificeerd die verschillen in schizofrenie kunnen verklaren. Natuurlijk zijn het niet alleen genen die een rol spelen bij geluk, maar ook omgevingsfactoren, en de combinatie van genen met omgevingsfactoren: mensen die gevoelig zijn voor geluid, kunnen ongelukkig worden in een drukke omgeving, terwijl ze in een rustige omgeving geen problemen ondervinden. De naturenurture-discussie vindt Bartels achterhaald. “Het is bijna nooit óf-óf, maar een complex samenspel.”
nr 17 — 30 april 2015
ADVALVAS