Adem-Tocht maart - april - mei 2020

Page 1

ADEM •TOCHT ZINVOL VERDER GAAN

Jaargang 39, nummer 3: maart - april - mei 2020 Driemaandelijks tijdschrift van Adem-Tocht vzw (verschijnt in augustus, november, februari, mei) Afzendadres: Beyaert Press, Astridlaan 196 A, 8310 Assebroek-Brugge – Afgiftekantoor 8200 Brugge-Mail – P2A8313 ADEM •TOCHT

1

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Pasen Ik weet niet waar ik uw verrijzenis het best kan vieren: bij wierookgeur of bij de appelaar zo vol met bloesems die zijn takken sieren; ik weet alleen maar dat ik dankbaar ben, want ieder lied en elke zonnestraal die nu heel even tussen regenvlagen licht komt brengen, ze zijn een teken van het nieuwe leven dat sinds uw dood ik als verrijzen ken. Nu stel ‘k geen vragen meer, wil enkel nog maar stil U loven. Hoe groot zijt Gij: een tuin vol tederheid in geur en kleur en vrucht dit land te boven en waar ik nooit meer aan uw liefde wen. Rosa Olaerts Niet te stelpen licht (Davidsfonds 1996)

2

ADEM •TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Edito ADEM-TOCHT Op 1 januari gingen we weer een nieuw jaar in. Luidruchtig of stil, in feestelijk gezelschap of alleen. Zo begon ‘twintig-twintig’, een nieuw jaar, een nieuw decennium. Maar aan dat laatste werden niet veel woorden vuil gemaakt. Hoe anders dan 20 jaar geleden. Een nieuw decennium was toen ook een nieuwe eeuw en een nieuw millennium. De wereld was hoopvol. De Verenigde Naties namen de ‘Millenniumdoelstellingen’ aan om o.a. de armoede in de wereld drastisch aan te pakken, het startschot werd gegeven aan een ‘Internationaal Decennium voor een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid voor de Kinderen van de Wereld’. De wereld zou nieuw worden! Maar een jaar later, op 11 september 2001, vlogen de Twin Towers in brand, en 100 jaar na de eerste, 75 jaar na de 2e Wereldoorlog lijkt de wereld opnieuw te zullen verzuipen in de modder van oorlogen en geweld. Erg hoopvol is het niet … Wij, senioren, hebben dat allemaal meegemaakt – en staan ondertussen zoveel jaren verder in ons eigen bestaan. Daarmee gaan we straks weer de veertigdagentijd in, op weg naar Pasen en daarna weer Pinksteren. Adem-Tocht gaat met u mee. In maart gaat het over ‘ouder worden’, soms een woestijntijd – schrijft Anne Vandenhoeck, maar hopelijk een tijd van ‘rijping’. “Zinvol leven is verbonden leven” laat ze horen, en “Leven vanuit God is verbonden leven”. In de Paas-maand heeft Peter Schmidt het over ons geloof in de verrijzenis. Hij schudt aan de vanzelfsprekendheid van ons Paas-geloof, maar stelt ons op een eigenaardige manier gerust: “Ik denk dat we ons vele voorstellingen mogen maken, gezien er geen enkele bestaat die correct is.” Hopelijk zijn we het helemaal met hem eens, waar hij schrijft “Pasen zegt ons dat niet de dood, maar Gods liefde het laatste en blijvende woord is aan ons.” Op weg naar het Pinksterfeest, dit jaar op 31 mei, herinnert Mathijs Lamberigts ons aan het nieuwe van het 2e Vaticaans Concilie. Toen definieerde de Kerk zich niet langer als een klerikale hiërarchie waaraan leken moeten gehoorzamen, maar als “het volk van God”, een gemeenschap van mensen die zich in het spoor van Jezus laten bezielen door de Geest die in Hem was. “Volk van God zijn wij hier samen… “ – zo begint een prachtig kerklied van Paul Schollaert. Het zou de aanhef kunnen vormen van elke kringbijeenkomst van Adem-Tocht, waar we in vriendschap en respect voor elkaar over ons geloof en onze bezieling in gesprek gaan. Als zoekende mensen, samen onderweg.

Jan Vanden Berghe, interdiocesaan pastor

ADEM •TOCHT

3

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Thema voor MAART ADEM-TOCHT DE GOUDEN JAREN? Over oud worden en zinvol leven Vele mensen kijken uit naar de levensfase waarin ze niet meer hoeven te werken en stellen zich daarbij voor dat ze ongebreideld tijd krijgen om te genieten en te doen wat ze willen. De gouden jaren, als u wil. Maar oud zijn is geen hemel op aarde. Er blijven de zorgen om kinderen en kleinkinderen, er komen lichamelijke ongemakken en beperkingen, steeds meer leeftijdsgenoten komen te overlijden, de woning moet vaak ingeruild worden voor een kleinere ruimte of voor een zorgplek en het einde van het leven is plots niet meer zo oneindig ver weg. Ik zie oudere mensen die hiermee op een zinvolle manier proberen om te gaan, maar ik zie ook mensen die moeilijk met de uitdagingen en beperkingen van die levensfase overweg kunnen. In sommige gevallen zijn aftakeling en eenzaamheid dan redenen om te willen sterven. Ik wil mij in deze bijdrage niet buigen over ethische vragen zoals levensmoeheid en de overtuiging dat het leven voltooid is. Zijn die wel voldoende redenen voor euthanasie? Ik wil me eerder richten op de vragen of negatieve ervaringen geen deel zijn van het leven en of er daaruit zinvolle dingen te halen zijn. Als we binnen de christelijke traditie spreken over moeilijke periodes in het leven, dan wordt er nogal eens gesproken over woestijnervaringen. Dit verwijst naar tijden waar er een context van leegte, eenzaamheid, zinloosheid aanwezig is. Het lijkt dan of er niets groeit en er alleen maar ontbering is. Maar de Bijbelse verhalen voegen daar toch een ander perspectief aan toe. De woestijn is niet alleen een plek van ontbering, het is ook een plek waar God te vinden 4

ADEM •TOCHT

is. Mozes, Abraham, Elia, Jezus, Johannes, ze gingen de woestijn in, kwamen zichzelf tegen, kenden ontbering maar ontmoetten er ook God.

Een woestijnervaring Als je mij vraagt om de drie mooiste reizen te noemen die ik ooit gemaakt heb, dan zit Jordanië er zeker tussen. Dat land is heel aantrekkelijk door zijn mooie kustplaatsen, de Dode Zee, zijn oude christelijke cultuur, het ongelooflijke Petra, de schilderachtige bergstreken en de witte woestijnen. Over dat laatste wil ik het even hebben. Ik plande een verblijf van een nacht bij de bedoeïenen in de woestijn. Een gedroomde gelegenheid om, in een land waar Mozes de kans kreeg om het beloofde land te zien voor hij stierf, ook eens te ervaren wat het is om in een woestijn te overnachten. Het leek romantisch: op kamelen de woestijn in, de zon zien ondergaan, eten bij het kampvuur en slapen onder een mooie sterrenhemel. Dat was het dus niet. Het was beangstigend. De onmetelijke leegte, de onbegrensde stilte, de confrontatie met het absolute niets benamen mij de adem. Unheimlich. Ik voelde mij ontheemd in deze omgeving en heb de uren liggen tellen tot de zon opkwam. In mijn christelijke spirituele traditie praten we gemakkelijk over ‘woestijnervaringen’. Maar ze aan den lijve ervaren, brengt toch een doordringender perspectief. Het woord woestijnervaring wekt nu bij mij de indruk van verlatenheid, zinloosheid en zelfconfrontatie op. Wat heeft de woestijnvaders en –moeders in de vroegchristelijke tradi-

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Thema voor MAART: De Gouden jaren? Over oud worden en zinvol leven tie bezield om dat te gaan opzoeken? Wat volgt er op het initieel ervaren van de onmetelijke leegte en de onvermijdbare confrontatie met zichzelf? Een mens hoeft natuurlijk niet letterlijk in een woestijn te zijn om zich ontheemd of verlaten te voelen. Dat de VRT recent Xavier Taveirne een programma liet maken over eenzaamheid is een teken dat dit gevoel wel degelijk leeft in de samenleving. Door in het programma ook jongere mensen aan het woord te laten over eenzaamheid, wordt het clichébeeld doorbroken van de alleenstaande, hoogbejaarde eenzame mens. Eenzaamheid kent dus geen leeftijd, net zoals zinloosheid en uitzichtloosheid door mensen in alle leeftijdsfasen kunnen ervaren worden. Dit gezegd zijnde, wil ik toch uitdrukkelijk kijken naar de groep van oudere mensen.

Zinvol leven en zinvol oud worden Zinvol leven en zinvol oud worden. Dat willen we allemaal, maar wat is dat? Enerzijds moeilijk te beantwoorden, want wat als zinvol ervaren wordt, is ook persoonlijk gekleurd. Voor de ene is zinvolheid een leven leiden weg van de ratrace en anders proberen te leven. Voor de andere is het midden in een stad wonen en zoveel mogelijk meepikken van het culturele aanbod. Anderzijds staat vast dat de mens een zinzoekend wezen is. Als mens willen we graag terugkijken op ons leven en zeggen: het was goed, ik heb iets kunnen betekenen, het was zinvol. Daartoe stellen we onszelf levensdoelen, bouwen we aan een identiteit en zoeken we naar wat ons overstijgt.

leven. Vraag aan tien mensen wat hen erdoor trekt in moeilijke periodes en ik ben ervan overtuigd dat ten minste acht onder hen zullen verwijzen naar de relatie met partner, kinderen, kleinkinderen, vrienden. Zinvol leven is verbonden leven.

Uitdagingen en spaken in het wiel Elke levensfase kent zijn uitdagingen, zo ook de laatste ontwikkelingsfase van het ouder worden. Hoe ouder we worden, hoe meer ons lichaam ons aanzet tot verstilling. Ik herinner me nog levendig hoe mijn overgrootmoeder schommelde in een stoel aan het venster. Ze keek vaak naar de straat en de bomen, zonder te spreken. Haar ‘zijn’ naar binnen gekeerd. Dat is ook, volgens de ontwikkelingspsycholoog Erikson, de spirituele taak van de laatste levensfase: een innerlijke balans opmaken tussen wat er goed ging en niet goed ging in het leven, tussen wat er af is en niet af is. Als deze balans doorslaat naar de positieve kant, dan is een dankbare levenshouding het mogelijke gevolg. Indien de balans doorslaat naar het negatieve, dan kan ontmoediging, uitzichtloosheid en zinloosheid overheersen. Als mensen klaar zijn met leven, kan dat het gevolg zijn van de gedane spirituele arbeid.

De meeste zin halen we uit het feit dat we relationele wezens zijn. Verbindingen met anderen, met de natuur, met wat voor ons betekenisvol is, met wat voor ons heilig is, met God, dat zijn de grote zingevers in ons

ADEM •TOCHT

5

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Thema voor MAART: De Gouden jaren? Over oud worden en zinvol leven

De balans is opgemaakt met een positief resultaat: het leven is goed geweest. Vanuit die bevinding wordt alles wat er bijkomt, dankbaar aanvaard. Maar mensen kunnen ook klaar zijn met het leven vanuit fysiek en/of psychisch lijden. In die context wordt er vandaag gesproken over levensmoeheid of over het voltooide leven. Levensmoeheid verwijst naar het feit dat het allemaal niet meer hoeft. Eenzaamheid is hiervoor vaak de grootste trigger. Men wil niet alleen verder. Het discours rond het voltooide leven verwijst vooral naar het feit dat men niet wil aftakelen. Men wil het leven beëindigen vooraleer de kwaliteit van leven vermindert. Voor mij zijn zowel het discours rond levensmoeheid als het discours rond het voltooide leven tekenend voor onze cultuur. Natuurlijk spelen er nog andere factoren mee zoals het feit dat een goede zorg en levensomstandigheden ervoor zorgen dat we ouder worden en dat daarmee onvermijdelijk allerlei lichamelijke ongemakken gepaard gaan. Maar in onze cultuur, die vooral gericht is op genieten, wordt het moeilijk om beperkingen te accepteren. Dirk De Wachter, in zijn cultuurkritiek, stelt dat we opnieuw moeten leren om een beetje ongelukkig te zijn. Het leven kan immers niet altijd leuk zijn, ongemakken, problemen, beperkingen horen erbij. Vanuit de illusie van absolute zelfbeschikking hebben we het bovendien moeilijk met controle6

ADEM •TOCHT

verlies. Zeker als het om ons verstand gaat, kunnen we ons een zinvol leven niet voorstellen als er minder rationeel vermogen is. Dan maken we er liever een einde aan. Het is een grondige reflectie waard waarom wij het leven niet meer de moeite waard vinden in het vooruitzicht van aftakeling van lichamelijke en/of verstandelijke functies. Nochtans toont onderzoek, vanuit het perspectief van gezondheidszorg en vanuit spirituele ontwikkeling, aan dat de groei van spiritualiteit sterker is in de late volwassenheid en dat die trend zich doorzet tot het einde van het leven. Er is dus een betekenisvolle spirituele groei in de laatste levensfase, die niet noodzakelijk samenhangt met een traditioneel religieus geloof en die er komt in en door alle mogelijke levensomstandigheden, ook moeilijke. Moeten we dan op latere leeftijd lijden om spiritueel te groeien? Heeft lijden in dat perspectief zin? Dit is natuurlijk geen pleidooi om lijden op te zoeken of om lijden te vergoelijken of te verheerlijken omwille van spirituele verdieping. Laat ons wel wezen: lijden heeft geen zin, het neemt zin weg. Maar lijden behoort tot het leven en stelt ons telkens voor de uitdaging om nieuwe zinvolle wegen te zoeken. En dat proces, om het leven opnieuw als zinvol te ervaren, zorgt voor verdieping.

Perspectief bieden In recente literatuur is het concept van ‘euthanasia talk’ opgedoken. Het gaat over het praten over het willen beëindigen van het leven door euthanasie, maar het niet doen. Het praten over het levenseinde is dan een taal geworden om spirituele pijn uit te drukken, de pijn van zinverlies, van controleverlies, van uitzichtloosheid. In eerste instantie lijkt het mij belangrijk om elke uitdrukking van pijn (fysiek, sociaal, emotioneel, spiritueel) ernstig te nemen. Het laat toe dat iemand zich gehoord voelt. Natuurlijk is het eenvoudiger om voorbij te gaan aan

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Thema voor MAART: De Gouden jaren? Over oud worden en zinvol leven uitspraken zoals: ‘Het is genoeg voor mij’, ‘Hoe vlugger het gedaan is, hoe beter’, ‘Een hond geven ze een spuitje, maar mij niet’, ‘Ik ben het leven moe’. Onze eigen machteloosheid is op zulke momenten een verleidelijke aanleiding om te doen alsof we niets gehoord hebben. Of om met een dooddoener over het gezegde heen te gaan. Maar net het ernstig nemen en beluisteren is al verbindend. In tweede instantie denk ik dat het zinvol kan zijn om te peilen naar waarom mensen dat denken. Wat ligt er achter hun uitspraken? Is het pijn, eenzaamheid, angst of …? Daarbij is het goed om niet uit te gaan van de overtuiging dat je dat als toehoorder moet oplossen. Er zijn geen gemakkelijke, pasklare antwoorden of oplossingen. En mensen verwachten ook niet altijd oplossingen, ze willen vooral kunnen delen. Zinvolheid is bovendien niet iets wat je kan opleggen aan een ander, daar moet hij of zij zelf toe komen. Maar verbondenheid is daarbij wel fundamenteel. Net een relationele verbondenheid kan perspectief bieden. Met andere woorden, het feit dat iemand op bezoek komt, is een bron van hoop en perspectief voor mensen. Ten slotte is op zoek gaan naar de kracht van mensen een belangrijk aspect. Waar halen ze wel kracht uit? Waar schijnt er licht in hun leven? Wat is zinvol voor hen? Waarop hopen ze? Waarop hopen ze voorbij hun leven, over de dood heen? Samen met een collega ging ik naar een doctoraatsverdediging van een Afrikaanse student in Parijs. Als priester was hij gedurende de vier jaren van zijn onderzoek ook ingeschakeld in een Parijse parochie. Een aantal mensen uit zijn parochie waren aanwezig voor de verdediging van zijn doctoraat en de receptie nadien. Onmiddellijk viel mijn oog op een hoogbejaarde dame die met een witte stok de gang tussen de aula en de receptieruimte schuifelend overstak. Iemand haalde voor haar een stoel en zo eindigde ze alleen. Iedereen stond immers

recht en ging van de ene buffettafel naar de andere. Haar isolatie raakte mij. Ik ging naar haar toe, stelde me voor en vroeg of ze één van de parochianen was. We begonnen een gesprek en ondertussen bracht iemand haar een bord met eten. Ze kon niet zien wat erop lag en staarde wat verloren naar het bord voor haar. Ik bedacht hoe moeilijk (en moedig) het voor haar was om zich in het openbaar te begeven met al die lichamelijke beperkingen. Ze vertelde dat ze genoot van haar parochiegemeenschap en hoe fijn ze het vond dat er iemand haar was komen halen. Haar oogjes fonkelden toen ze wat meer over haar leven vertelde. Toen ik moest vertrekken, zei ik ietwat onhandig: ‘Misschien tot een volgende keer’. ‘Het zal ‘A Dieu’ zijn,’ zei ze, ‘maar daar zal ik je goed kunnen zien.’ ‘A Dieu,’ antwoordde ik, ‘dat geloof ik ook.’ Ik zal ongetwijfeld heel wat academische reflecties gemist hebben in de gesprekken rondom ons over het net verdedigde doctoraat, maar de kracht en kwetsbaarheid in deze dame en haar hoop in God zullen me langer bijblijven.

Terug naar de woestijn Als men mij had voorgesteld, onmiddellijk na die ene nacht in de woestijn, of ik nog een tweede nacht had willen toevoegen, dan had ik zeker nee geantwoord. Vandaag denk ik dat ik te vroeg ben weggegaan. In een online geposte homilie van een zekere Antoine uit 2009 staat een anekdote die ik graag citeer: “Een man ging heel graag in de woestijn bidden. Zijn studenten zeiden hem: “Gij hebt ons nochtans geleerd dat God overal is. Waarom gaat gij dan bidden in de woestijn?” De professor antwoordde: “Dat klopt. God is overal en Hij is overal dezelfde. Maar ik, ik ben niet overal dezelfde, daarom ga ik in de woestijn om te bidden.” Een wat langere tijd in de woestijn had me de kans gegeven om binnen de eenzaamheid de verbondenheid met God te ervaren.

ADEM •TOCHT

7

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Thema voor MAART: De Gouden jaren? Over oud worden en zinvol leven Een duidelijk voorbeeld van een spiritualiteit die zich sterk in de woestijn ontwikkelde, is die van Charles de Foucauld.

Hij zocht de woestijn en haar bewoners bewust op. Voor hem was de woestijn een plek om jezelf leeg te maken, om alle obstakels die maken dat we niet tot onze kern kunnen komen, weg te ruimen. In die leegte krijgt God dan veel ruimte. Daarom werd de woestijn voor de Foucauld een plek van genade. Kan je God dan niet vinden in de anderen en vooral in de kwetsbare andere? Vanzelfsprekend is God daar te vinden, maar ik kan God in de (gekwetste) ander beter zien, als ik God in mezelf kan ontmoeten. Dat vergt geen trektocht naar de woestijn, maar momenten in het leven van elke dag waarin ik mij sterker bewust ben van de goddelijke

8

ADEM •TOCHT

aanwezigheid in mezelf. Dat kan in een stiltemoment, in een bewuste ademhaling, in dankbaarheid, in hopen, in het opnemen van schoonheid en goedheid… Vanuit die openheid voor het goddelijke, kan ik de Ander ontmoeten in de ander. Het is opmerkelijk hoe in onze geloofstraditie actie en contemplatie steeds samengaan. Voor Jezus aan zijn openbaar leven begon, ging Hij de woestijn in, niet eerst naar de menigte van mensen die verlangden om gered en geheeld te worden. Het wekt de indruk dat de woestijn iemand kan vormen, iemand kan versterken vooraleer de wereld in te gaan. God tegenkomen in de leegte geeft dat fundament. Timothy Radcliffe stelt dat de woestijn ons doet beseffen dat we niet volmaakt zijn, we kunnen immers niet zonder anderen. De eenzaamheid doet ons beseffen dat we incompleet zijn zonder anderen. Die fundamentele eenzaamheid is een vertaling van onze nood aan verbondenheid. Het enige antwoord op levensmoeheid en op de roep van het voltooide leven is telkens weer verbinden. Het klinkt cliché, maar het is levensnoodzakelijk: mensen opzoeken, bellen, beluisteren, betrekken, Kortom, zinvol leven is verbonden leven. Sterker nog: leven vanuit God is verbonden leven. Anne Vandenhoeck, professor Faculteit Theologie en Religiewetenschappen, KU Leuven.

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Thema voor MAART: De Gouden jaren? Over oud worden en zinvol leven

Alleen in de woestijn Wie als christengelovige is opgevoed kan niet om het woord woestijn heen. Het is het kernbegrip van de Bijbel. Bijzonder is dat de meesten van ons nooit in de woestijn zijn geweest, hoogstens één nacht of enkele dagen onder begeleiding van één of meerdere gidsen. En toch nemen we graag dat woord in de mond, nog het meest als beeld van een “ervaring”. Ik kan me bij deze ervaring niet veel voorstellen.

leidt, kan dromen en verlangen naar water in de woestijn. Tot ik kan zingen met velen, woorden van de dichter “In de schoot van mijn moeder geweven, als een wonder bereid, aan het licht toegewijd, gaf Jouw liefde al vorm aan mijn leven” (Sytze L.S. de Vries). Tot ik mij toevertrouw en mijn hart zich vult met grote dankbaarheid. Een roos bloeit in de woestijn. Roos Maes

Ook het beeld van de woestijn is voor mij zeer beperkt. Tot voor kort was dat een immense vlakte, met hier en daar een zacht welvende heuvelrug. En vooral veel zand, in allerlei kleurvariaties. Zoals op mooie fotokaarten. Tot ik, op reis in Israël, met een groep medereizigers halt hield in de bergwoestijn van.... Heel in de verte zag ik een ‘hangend’ klooster in de rotsen. En verder enkele schamele tenten van een restgroepje bedoeïenen. Ik heb ook al eens een stap gezet in een onherbergzaam gebied : een vulkaanbeklimming in Guatemala, of de junglewouden van Oost-Congo. Maar ik kan het moeilijk als ervaring benoemen. Het was vooral een spannend avontuur, voor mij en mijn medereiziger. Toen ik zo’n tien jaar geleden in een burnout belandde beving mij een gevoel van totale verlatenheid. Zeer beangstigend én verlammend. “Unheimlich” zou ik het noemen. Helemaal geen positief gevoel. Onrust en berusting vochten met elkaar. Geen woord, geen mens, geen lawaai kon mij bereiken. “Gevangen in mijn onvermogen”, zelfs deze prachtige dichterlijke verwoording - waar ik zeer gevoelig voor ben - kon geen soelaas brengen. Niets of niemand. “ Mijn God, mijn God waarom hebt gij mij verlaten?”. Zou dit dan woestijnervaring zijn?

TER OVERWEGING Wat hebben de woestijnervaringen in jouw leven, je bijgebracht? Spirituele groei en verdieping; wat betekent dat concreet voor jou? Hoe ervaar je dat zelf? Hoe ga jij verbindend te werk naar leeftijdsgenoten?

Het woord roept nu geen specifiek beeld meer op. Het gevoel is wel bij mij blijven hangen. Of beter nog. Het heeft zich in mij neergezet. Als droesem in bier. Bezonken, tot het zich af en toe vermengt als de fles plots kantelt. Bitter bier smaakt soms wel goed, maar met mate. Complete verlorenheid zit in mij. Het is mijn vijand. Mijn sluimerend monstertje, dat ik niet hardhandig bestrijd met woorden maar misleid met zachte zelfliefde. Gelaten en met geduld. Niet afweer maar koester. Tot ik weer kan horen het woord van liefde dat mij ver-

ADEM •TOCHT

9

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Woestijn van Judea Trek je terug, schud je uit, leg alles af en zwijg, zwijg, alleen met jezelf, alleen met je God. En luister, haal diep adem, veertig dagen, veertig nachten lang – en je zult zien dat het waar is: het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. Hans Bouma

10

ADEM •TOCHT

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Thema voor APRIL ADEM-TOCHT IK GELOOF IN DE VERRIJZENIS zelfs bereid te sterven. Het paasgeloof was tegelijk het startschot en het inhoudelijke motief van de eerste christelijke verkondiging. Dit kan historisch niet geloochend worden.

Wat is christelijk geloof zonder Pasen?

Zonder het geloof dat Jezus verrezen was, zou er nooit een christendom ontstaan zijn. Misschien zou ergens in een bescheiden voetnoot van een gespecialiseerde historische studie nog de vage herinnering vermeld worden van een wat merkwaardige Galileeër die mensen een tijdlang op sleeptouw kon nemen en dan gruwelijk aan zijn einde gekomen was – maar meer niet. Het is zelfs goed mogelijk dat we niet eens zouden weten dat er ooit een Jezus van Nazareth bestaan had, daar in die verre uithoek van het Romeinse Rijk. Na de dood en begrafenis van die Galileeër is er echter iets gebeurd wat wij de ‘paaservaring’ van zijn leerlingen zijn gaan noemen. Enkele joden hebben het op zich genomen om hun leider, zo brutaal en smadelijk geëlimineerd door de autoriteiten in Jeruzalem, zo vreselijk mislukt in hun verwachtingen, als de Gezalfde van Israël te gaan verkondigen, ja als de heiland van de wereld. Dit durfden ze aan, enkel en alleen omdat zij ervan overtuigd waren dat hij verrezen was en leefde in Gods heerlijkheid. Door de verrijzenis had God hem in het gelijk gesteld tegenover zijn vervolgers en rechters. Voor die overtuiging waren ze

Niet voor niets blijft het paasfeest daarom de kern van alle christelijke liturgie, en is elke eucharistie de afspiegeling van Pasen. De hele verkondiging van het christelijk geloof was en is gebaseerd op de overtuiging dat niet de dood het laatste woord had over Jezus, maar wel de leven gevende kracht van God in hem. Dat alleen trouwens kon ook ons geloof tot op vandaag laten bloeien. Want indien die God van liefde en gerechtigheid, die Jezus zo sterk verkondigde en vertegenwoordigde, het hoofd moet buigen voor de macht van het onrecht en de onoverwinnelijkheid van de dood, wat betekent dat dan? Is dat dan uiteindelijk niet een toegeven dat die God machteloos is? En waarom zou die God zelfs moeten bestaan, of zouden we ons om die vraag nog bekommeren? Wat was dan de zin van de woorden en de daden, de passie en de kruisdood van Jezus? Is dat dan niet allemaal de zielige vergissing van een naïeve dromer geweest, een tragikomische maat voor niets in een wereld die toen zoals nu samenhing van machtsspelletjes en leugen? Er blijft grote waarheid steken in de woorden van Paulus: “Als Christus niet is opgestaan, dan is onze prediking zonder inhoud en uw geloof leeg… Als Christus niet is verrezen, is uw geloof waardeloos en ligt u nog in zonde. Dan zijn ook die mensen verloren die in Christus ontslapen zijn. In-

ADEM •TOCHT

11

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Thema voor APRIL: Ik geloof in de verrijzenis

dien wij enkel voor dit leven onze hoop op Christus hebben gevestigd, dan zijn wij het meest van alle mensen te beklagen.” 1 Wat is christelijk geloof zonder Pasen? Is dan niet alles uiteindelijk even hopeloos – en zinloos? Zowel het Nieuwe Testament als het Credo beschouwen daarom de verrijzenis van Christus als onderpand voor onze eigen verrijzenis.

Het ondenkbare van de verrijzenis Maar terwijl ik deze woorden neerschrijf, of terwijl u ze leest, beseffen we maar al te scherp hoe broos zij vandaag geworden zijn. Verrijzenis kan je immers niet bewijzen.

1

12

1 Kor 15,14-19 ADEM •TOCHT

Elke onbevooroordeelde mens, gelovig of niet, kan perfect overtuigd worden van de kruisiging van Jezus. Dat gaat immers over een historisch aanwijsbaar feit, dat waargenomen kon worden en dat althans principieel controleerbaar is, net zoals de moord op Julius Caesar of de Guldensporenslag. Maar met verrijzenis staat het helemaal anders. Hier spreken we over een werkelijkheid die historisch niét controleerbaar is, en die ook niemand heeft waargenomen, ook de apostelen niet! Vraag het maar aan jongere generaties onder ons: je zal er bijna geen meer vinden die verrijzenis aanvaarden, want wat wetenschappelijk niet achterhaalbaar is, komt bij de meesten als onbestaand over. Het kan niemand ontgaan dat verrijzenis niet meer populair is. Het lijkt zelfs voor velen de achilleshiel van het geloof, terwijl het vroeger het stevigste fundament ervan leek. Velen zullen zeggen: “Christelijke waarden, zoals liefde, rechtvaardigheid, solidariteit en nog vele andere, die onderschrijven we zonder aarzelen.” Ze zullen zich trouwens misschien nog christenen noemen. “Maar een hiernamaals? Dat kunnen we onmogelijk nog geloven.” Dat ons lichaam ooit weer – wanneer? – zou levend worden en wij in lichamelijke gestalte voor alle eeuwen zouden verder leven, is op zijn minst gezegd iets wat je nog erg moeilijk kwijt kan aan mensen die ook maar een klein beetje gestudeerd hebben. Wat de wetenschap ons leerde en leert over de geschiedenis van de aarde, over het universum, over de verwevenheid van materie en energie, over tijd en ruimte, maakt het allemaal verschrikkelijk moeilijk. Dat is geen kwestie van slechte wil of ‘tegen de Kerk zijn’, neen, de zaak is gewoon erg moeilijk geworden voor het denken. De middeleeuwse voorstellingen in steen en verf, waarbij we de doden onder de bazuin van de engelen uit hun graven zien klimmen om zo naar het Laatste Oordeel te gaan, kunnen alleen nog mythologisch en symbolisch verklaard worden. Zelfs de officiële taal

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Thema voor APRIL: Ik geloof in de verrijzenis van de Kerk in begrafenisdiensten, meer bepaald in het eucharistisch hooggebed, wordt door de meeste aanwezigen, als ze al nog luisteren, niet meer geloofd.

Wat ondermijnt het geloof in de verrijzenis? Ik wil in deze korte bijdrage even stilstaan bij wat mijns inziens twee hoofdredenen zijn die het geloof in verrijzenis ondermijnen. Het eerste betreft de voorstelling van het hiernamaals, het tweede onze lichamelijke voorstelling van de opstanding. Beide maken deel uit van een eeuwenlange traditie.

Het hiernamaals Het begrip ‘hiernamaals’, in de zin dat onze persoonlijke geschiedenis na onze dood nog eindeloos zou verder lopen in een andere wereld, is uitermate ongeloofwaardig geworden. De weerzin heeft alles te maken met voorstellingen. “Het eeuwig leven is God”, schreef ooit Thomas van Aquino. Dit is diepe waarheid. Het betekent dat we er ons hoe dan ook geen adequate voorstelling kunnen van maken, want, hoeveel beelden en symbolen we ook gebruiken, het wezen van God kennen we niet. Alle voorstellingen zijn daarom uitermate relatief, daar moeten we goed bewust van zijn. Het zijn suggesties, ontleend aan onze visuele, ruimtelijke en tijdelijke ervaring. Ook die van het evangelie! ‘Hiernamaals’ stellen we ons zeer spontaan voor binnen de tijden ruimte-ervaring die we beleven. Met andere woorden: na onze dood loopt het leven verder, in een tijd die we nog altijd blijven denken als kalendertijd, maar dan eindeloos lang, en op een andere plaats. Zolang we geen kennis van het universum hadden kon dat de hemel boven de wolken zijn, tot en met de vleugels en de bijhorende rijstpap met gouden lepeltjes. Nu is dat enkel nog voer voor cartoons.

Ik denk dat we ons vele voorstellingen mogen maken, gezien er geen enkele bestaat die correct is. We stellen ons bijvoorbeeld God voor als een Vader die voor zijn kinderen zorgt. Dat is heel mooi, diepzinnig, en het laat ons toe onze godsrelatie te beleven als een hoogst persoonlijke en liefdevolle relatie. Maar het blijft een voorstelling, geen exacte beschrijving! Want de ‘wereld’ van God kunnen we ons helemaal niét voorstellen. Elke voorstelling die onze hoop op de voltooiing van ons leven in God uitdrukt, is wellicht oké, omdat zij onze hoop concreet maakt. Maar geen enkele is als zodanig bindend. Onze tijd en onze ruimte moeten we immers weglaten wanneer we over eeuwigheid nadenken. Hiernamaals opvatten als een oneindig verder lopen van de historische tijd, is fout. Dat wisten middeleeuwse theologen en filosofen al. Er is geen langer of korter meer, er is geen geschiedenis meer. Er is enkel God en wat mijn geschiedenis geweest is, in de voltooiing van Gods liefde. In die zin is er zelfs geen hierna meer, want voor en na veronderstellen een tijdsverloop dat er niet meer is.

De opstanding der doden Ten tweede. Dat ons lichaam nog zou ‘wedersamengesteld’ worden en opnieuw in zijn fysieke toestand verrijzen, is zo mogelijk nóg ongeloofwaardiger geworden.2 Wanneer en hoe zou dat alles moeten gebeuren? Wat moet men bijvoorbeeld denken van de toestand van het lichaam van iemand die vandaag verast wordt, en waarvan de as wordt uitgestrooid in de oceaan of zelfs gewoon maar op een strooiweide,

2

In feite is die voorstelling al heel lang problematisch, want de meeste christenen hebben ‘verrijzenis’ gewoon verward met het verder leven van de onsterfelijke ziel, zonder er bij stil te staan dat ze daarmee slechts een halve mens op het oog hadden, die nog een overbodig lichaam moet terug krijgen. ADEM •TOCHT

13

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Thema voor APRIL: Ik geloof in de verrijzenis binnen zegge vijfhonderd of vijfduizend jaar? Of van iemand die duizend jaar geleden door een leeuw verslonden werd, en die leeuw door hyena’s, en die hyena’s door de wormen in de savanne, en die wormen enzovoort? Waar zijn al die cellen en moleculen dan naartoe, in de grote bestaansketen, waarin het ene organisme de materie en de energie van een ander organisme opneemt om zelf verder te leven? Wanneer je je daar concrete voorstellingen bij gaat maken, beland je dan niet binnen de kortste keren in je reinste sprookjesverbeelding? Bovendien, als ons lichaam nog materieel zou zijn – zoals in de evangeliën van Lucas en Johannes bij Jezus gesuggereerd wordt -, is de hemel (of de hel?) dan niet noodzakelijk een plaats in het heelal? Een lichaam moet noodzakelijk toch ergens zijn? Maar waar kan dat dan zijn, als we even onze kennis van het universum laten meespelen, dat universum van miljarden lichtjaren? Het wordt allemaal al snel zó fantastisch, dat je het bijna enkel nog kan aanvaarden in een wereld van mythologie, magisch denken en galopperende fantasie, die met niets rekening houdt van wat de reële wereld ons intussen over zichzelf leerde kennen. Wie heeft daar wat aan? Hier lijken de zaken nochtans moeilijker te liggen, omdat de evangelisten, Lucas en Johannes vooral, de indruk geven dat Jezus wel degelijk in vlees en bloed was teruggekeerd uit het graf. We kennen allemaal het verhaal van de ‘ongelovige’ Thomas, en Jezus’ uitnodiging om zijn wonden aan te raken en de hand in zijn zijde te leggen. Bij Lucas nodigt Jezus bij zijn verschijning de apostelen uit: “Ik ben het zelf. Betast me maar, en je zult het zien. Een geest heeft immers noch vlees noch been, zoals jullie zien dat ik heb.” Hij vraagt zelfs of ze niet nog iets te eten hebben, en eet een stukje gebakken vis voor hun ogen op.3

3

14

Joh 20, 24-29; Lc 24, 39-43 ADEM •TOCHT

De christelijke traditie heeft deze verhalen eeuwenlang als een exacte reportage van de feiten gelezen. Het stond immers in het evangelie, dus was het letterlijk waar! Maar, hoe vreemd het voor ouderen vandaag nog kan lijken, reportages zijn ze niét! Lucas en Johannes schrijven deze verhalen 50 à 60 jaar na de feiten neer. Ze willen met hun materialistische voorstelling de heersende opvatting in hun Griekse omgeving bestrijden, die lichaam en ziel radicaal van elkander scheidt, en enkel een louter geestelijk voortbestaan aanvaardt waarbij alle materiele kenmerken voor goed van de baan zijn. In die ( eigenlijk Platonische) opvatting is het lichaam een kerker voor de ziel. Daarvan zijn wij bij onze dood bevrijd, godzijdank. Een verrijzenis van dat lichaam hebben wij dus helemaal niet nodig. Waarvoor zou die ballast nog kunnen dienen? Lucas en Johannes willen duidelijk maken dat de opstanding van Jezus niet wil zeggen dat zijn – overigens onsterfelijke en dus nooit gestorven – ziel voort bestaat maar dat het leven van de hele mens Jezus, lichaam én ziel als hij was, in Gods heerlijkheid voort

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Thema voor APRIL: Ik geloof in de verrijzenis bestaat. Ook zij gebruiken beelden uit de menselijke voorstellingswereld, ook zij hebben het niet zelf meegemaakt noch waargenomen, en ook hun beelden – géén verslaggeving! – zijn relatief.

Paulus’ licht op de verrijzenis Wil je van die relativiteit een onmiddellijke illustratie? Die krijgen we nog in het Nieuwe Testament zelf, bij niemand minder dan Paulus. Paulus is de oudste getuige van Jezus’ verrijzenis die we nog kunnen bereiken. Zijn brieven zijn allemaal vijftien tot twintig jaar eerder geschreven dan het evangelie van Marcus, het eerste evangelie. Paulus is bovendien de enige figuur uit het gehele Nieuwe Testament die van zichzelf, in de 1e persoon, getuigt dat hij ‘de Heer gezien’ heeft: “Ik zou geen apostel zijn? Maar heb ik dan niet Jezus, onze Heer, gezien?”(1 Kor 9,1) Maar uitgerekend Paulus stelt nu net de verrijzenis niét voor als een terugkeer van dezelfde Jezus in vlees en bloed, en verwacht dat dus ook niet van ons. Zijn uiteenzetting over de verrijzenis suggereert duidelijk dat de werkelijkheid van de verrijzenis aan elke voorstelling ontsnapt. Lees maar eens 1 Kor 15,35-49. Ook hij probeert het met een paar vergelijkingen uit de natuur zoals die toen opgevat werd, goed wetend dat het maar stamelen is, een oproepen van het letterlijk on-beschrijfelijke. En uitdrukkelijk voegt hij er nog tot slot aan toe: “Ik bedoel dit, broeders: vlees en bloed kunnen geen deel krijgen aan het koninkrijk Gods; het vergankelijke krijgt geen deel aan het onvergankelijke.” Het is met andere woorden voor Paulus ondenkbaar dat de verrezen Heer nog gebakken – en onverrezen! – vis van bij ons zou nuttigen. Ik ben er mij van bewust dat wat ik hier schrijf een aantal lezers misschien wat doet

slikken. Toch is het goed, zo niet essentieel, dat we ons hiervan bewust worden. Onze voorstellingen van de verrijzenis in materie, tijd en ruimte kunnen nuttig en zelfs nodig zijn om ons geloof met elkaar te delen en te beleven, maar de werkelijkheid van onze voltooiing in God dekken zij niet.

Een woord van Jezus zelf Er is een veel vergeten woord van Jezus over de verrijzenis, dat mij zeer belangrijk lijkt, en dat ik tot slot even wil oproepen. Over opstanding van de doden was er in heel de oude Thora - de Wet van Mozes - of bij de oude profeten, geen sprake. Daarom geloofden de Sadduceeën, rechts-conservatief als ze waren (om met de taal van vandaag te spreken), er ook niet in. Ze vonden het zelfs een belachelijk idee. De Farizeeën daarentegen geloofden er wel in, en leefden daarover met de Sadduceeën in controverse. Enkele Sadduceeën nu gaan in Jeruzalem naar Jezus toe, om te checken hoe hij daartegenover staat- vertelt Lucas. Ze dissen Jezus een onnozel verhaaltje op van een vrouw die achtereenvolgend zeven broers tot man had, en eindigen met de vraag: van wie zal zij nu bij de opstanding van de doden de vrouw zijn? Jezus trapt niet in de val, en begint met te zeggen dat huwelijk en voortplanting werkelijkheden zijn van deze wereld, niet van die van de verrijzenis. Dus moeten we oppassen met elke menselijke voorstelling van de verrijzenis. Maar dan komt iets heel erg merkwaardigs. Om de Sadduceeën te overtuigen dat verrijzenis wel degelijk een werkelijkheid is, verwijst hij naar Mozes en het visioen van het brandende braambos. In de chronologie van de Bijbel speelt die gebeurtenis zich meer dan duizend jaar eerder af. Daar verschijnt God aan Mozes, en stelt zich voor als de ‘God van Abraham, de God van Izaäk en van Jakob’. In de tijdrekening van de Bijbel leefden die nóg vierhonderd jaar eerder. Maar wat zegt Jezus daarover? “God is geen God

ADEM •TOCHT

15

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Thema voor APRIL: Ik geloof in de verrijzenis van doden, maar van levenden, want voor Hem zijn allen levend!” (Lc 20,37-38). Wie de logica van deze uitspraak doortrekt, kan niet anders dan concluderen dat Jezus aan de Sadduceeën eigenlijk bedoelt te zeggen dat Abraham, Izaäk en Jakob in de tijd van Mozes nog leefden, en ook nu nog. In de onmiddellijke context van een controverse over de verrijzenis, bedoelt hij dus: Abraham, Izaäk en Jakob zijn al verrezen, omdat zij voor God levend blijven.

Ik geloof in de verrijzenis en het leven! “God is geen God van doden, maar van levenden, want voor Hem zijn allen levend.” Zou dat geen prachtige verwoording van het verrijzenisgeloof kunnen zijn, boven

16

ADEM •TOCHT

alle materiële voorstellingen uit? Het is werkelijk ‘wat geen oog heeft gezien en wat geen oor heeft gehoord’, omdat God zelf zo is. Maar wanneer onze geliefden sterven, dan mag dit de hoop zijn die we, omwille van Jezus Christus, aan elkaar kunnen blijven doorgeven: zoals Abraham, Izaäk en Jakob zijn we voor altijd levend voor God. Er wordt geen oneindig lang stuk gebeurtenisloze geschiedenis nog als aanhangsel aan ons leven gebreid, dat is naast de kwestie. Pasen zegt ons dat, over alle mogelijke voorstellingen heen, niet de dood, maar Gods liefde het laatste en blijvende woord is aan ons. Voorgoed. Alles wat we ooit zullen geweest zijn vindt in Zijn liefde zijn enige uiteindelijke zin en voltooiing. Zalig Paasfeest! Peter Schmidt Kannunik van het Sint-Baafskapittel, emeritus docent KUL

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Thema voor APRIL: Ik geloof in de verrijzenis

For ever Young In deze televisieserie mochten we delen in het verhaal van jonge mensen die plots in het buitenland zijn omgekomen. Nabestaanden gaan op reis naar het land waar een zoon of dochter uit hun leven verdween. Met tranen in de ogen volg ik het verhaal van de weduwnaar en zijn enige dochter op zoek naar dat laatste stukje ongekend leven van de verongelukte broer. “Hij was mijn beste vriend”, zegt de vader. “Nu zijn we allebei twee”, mijmert de dochter. Hun woorden raken mij diep. Vaderzoon, zus-broer. Twee keer twee keer twee. Een Lichtflits van wat verrijzenis kan zijn? “Denk je dat er een leven is na de dood?” vraagt de journaliste . Er valt een lange stilte. Beroerd staart de vader voor zich uit. “Ik kan dat niet weten. Alles waarover je iets zinvol kan vertellen houdt op bij de dood. Achter de dood kan niemand kijken.” En dan wordt het weer heel stil. Is de dood als een meterhoge muur? Of is er toch een doorgang? Nog nooit is iemand teruggekeerd, al zijn er mensen in de wereld die dàt wel geloven. Ze leven meerdere levens. Sommigen hebben Licht gezien en de eeuwige gelukzaligheid ervaren. Het mysterie blijft. Christenen geloven dat Jezus verrezen is. In de gemeenschap belijden we dat geloof, elke zondag en speciaal in de Paasnacht. We zingen samen “Christus, het Licht van de wereld”, met uitroepteken én met luide stem. De nieuwe Paaskaars wordt aangestoken. En dan maakt het Licht zich meester van de kerk, in honderden flikkerende kleine kaarsvlammetjes. Pas als we alle verhalen van Leven en Hoop hebben gehoord is de kerk helemaal vol van licht. In rituelen en symbolen vermoeden wij het mysterie en is het onder ons aanwezig. Het verhaal eindigt niet, het gaat...... Langs de weg naar Kaap de Goede Hoop liggen bloemen op de plaats van het ongeluk. Er is een kaarsvlammetje. Grote stenen bakenen de rijbaan af. Voor een struik, op die bijzondere steen maken vader en dochter een mozaïek. Ze kleven kleurrijke stukjes glas vast in een spiraal waarin het zonlicht schittert. Gebroken Licht. Veelkleurig, wentelend op het ritme van zon en maan. Twee keer twee keer twee. Veelstemmig Licht. Een nieuwe verbondenheid.Verrijzenis ! (lees Lucas 20, 27-36)

TER OVERWEGING Geloof ik eigenlijk echt in de verrijzenis? Wat brengt dit artikel daartoe bij? Als ik daarin geloof, hoe zou ik dat onder woorden brengen en op welke manier kleurt dat mijn leven? Geloven in de verrijzenis of in de opstanding, doet ons in opstand komen tegen alles wat het leven bedreigt. Hoe vul ik dat concreet in? Welke voorstelling heb jij van het hiernamaals, wetend dat het maar een beeld is?

Roos Maes

ADEM •TOCHT

17

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Tuingraf Ten noorden van de oude stad de tuin, paradijselijk mooi. Tussen bomen, struiken, bloemen, het graf uit de rots gekapt. Misschien was het hier, misschien ook niet, al spreekt alles van licht en zon. Mijn hart gelooft: zo kan het zijn geweest die zondag van Pasen, met de vrouw in de hof. ‘Hij is niet hier’, maar alles spreekt van Hem. ‘Ga het vertellen’, heeft Hij haar gezegd. En je hoort haar zingen: ‘Alleluia! Godlof! Opstanding voor jou weggelegd.‘ Wij zeggen het voort, kunnen niet zwijgen. Hij leeft en het graf is slechts doorgang sindsdien. Caritas Van Houdt ‘Waar alles begon’

18

ADEM •TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Thema voor MEI ADEM-TOCHT VOLK VAN GOD: Gave en opdracht De Kerk als volk van God Vaticanum II (1962-1965) was een concilie dat door zijn verloop vele verwachtingen heeft gewekt. Het concilie herontdekte het begrip volk van God, een centraal begrip in de Bijbel (volk van God komt minstens 2000 keer voor in de Septuaginta) en in de leer over de Kerk. Het éne, nieuwe volk van God wordt gevormd door het geloof in Christus en in het doopsel. Deze focus op geloof in Christus - de titel Lumen gentium van de constitutie over de Kerk slaat op Christus, niet op de Kerk - en belang van doopselgenade is belangrijk. Volk van God laat immers goed het concrete historisch karakter van de Kerk onderweg tot uiting komen.

Het begrip volk van God krijgt een centrale plaats in Lumen gentium, waar het 39 keer gebruikt wordt. Het komt ook vaak voor in het document over het lekenapostolaat en in dat over de missie (zending van de Kerk is immers een opdracht en verantwoordelijkheid voor allen). Het duidt aan dat iedereen hoopvol onderweg is (het volk van God getuigt door woord en daad van een blijde boodschap). Volk van God gaat in de constitutie over de Kerk het hoofdstuk over de hiërarchie vooraf. Het is het volk van God dat als een teken en instrument van redding en eenheid handelt in de wereld. Het pelgrimerende volk van God bevindt zich in deze wereld en heeft hier de opdracht om Gods liefde zo zichtbaar te maken dat alle

ADEM •TOCHT

19

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Thema voor MEI: Volk van God: Gave en opdracht

20

mensen zich tot Hem keren. Het begrip volk van God drukt uit dat de gelovigen een uitverkoren volk zijn, maar het is geen begrip dat uitsluit. Het gaat dus niet alleen om de Rooms-katholieken, of de christenen, want in Lumen gentium 9 worden uitdrukkelijk ook de joden vermeld als er sprake is van het nieuwe Godsvolk. Terzijde, het begrip volk van God heeft een grote oecumenische kracht: alle christenen behoren tot het volk van God, niet slechts een bepaalde groep.

om Christus, om zijn Kerk, de Kerk van zijn volk. Het volk van God heeft een historische opdracht, Gods liefde in de mensengeschiedenis zichtbaar maken in het spoor van Jezus van Nazareth, de Christus. Het volk van God moet het heil, de eenheid en de vrede, die alle door het concilie omschreven worden als gaven, in deze wereld gestalte geven. Behoren tot het volk van God houdt een opdracht in voor dit leven, in deze geschiedenis en dit tot het einde van de tijden.

De belangrijke beslissing van de concilievaders om in het schema over de Kerk het hoofdstuk over het volk van God te plaatsen voor het hoofdstuk over de hiërarchie is meer dan een spel van woorden. De uitdrukking volk van God houdt in dat iedereen in de Kerk op grond van zijn of haar roeping gelijk is. Er bestaat maar één priesterschap, met name dat van Christus en hieraan hebben alle gelovigen door het doopselsacrament deel. De Kerk is er niet voor zichzelf, maar ze is er om te getuigen van Christus in de wereld waarin ze zich bevindt. Het gaat

Het algemeen priesterschap der gelovigen

ADEM •TOCHT

Het is in deze context van alle gelovigen als volk van God dat in Lumen gentium II,10 gesproken wordt over het algemeen priesterschap van de gelovigen, een begrip dat reeds te vinden is in het boek van de Openbaring (1,6). Wanneer het over de leden van de Kerk gaat, spreekt het concilie vaker van gelovigen of christengelovigen (deze term komt 330 keren voor), dan van leken (196

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Thema voor MEI: Volk van God: Gave en opdracht keren). Het algemeen priesterschap van de gelovigen wordt in Lumen gentium geplaatst naast het ministerieel of hiërarchisch priesterschap. Lumen gentium II,10 is in deze helder: “Het algemeen priesterschap van de gelovigen en het ambts- of hiërarchisch priesterschap, ofschoon ze in essentie en niet alleen naar rangorde verschillen, zijn toch op elkaar betrokken; het éne zowel als het andere maakt op zijn specifieke wijze deel uit van het éne priesterschap van Christus.” Het concilie maakt dus een duidelijk onderscheid tussen het algemeen en het ambtelijk priesterschap, maar scheidt beide niet. Precies daarom staat er in de tekst het belangrijke zinsdeel “ze zijn op elkaar betrokken”. Het is binnen het algemeen priesterschap dat het ambtelijk priesterschap te verstaan is. De priester staat in dienst van het volk en draagt verantwoordelijkheid voor dit volk tegenover God. De gelovigen oefenen het algemeen priesterschap uit door het ontvangen van de sacramenten, in gebed en dankzegging, in het getuigenis van een heilig leven, in de onthechting en daadwerkelijke liefde. Iedereen moet op zijn eigen wijze en volgens zijn eigen talenten bijdragen tot de verkondiging van het Rijk van God in deze wereld.

De jaren ’60-‘70 Het concilie heeft dus aan de hele kerkgemeenschap een stevige opdracht toevertrouwd. Maar de boodschap dat de Kerk niet alleen de clerus en de hiërarchie is, maar het hele volk van God, leek al vlug weinig invloed te hebben op de kerkelijke besluitvorming voor zaken die de hele gemeenschap, en de gehuwden in het bijzonder, aanbelangden. Bij velen leefde tijdens en kort na het concilie de hoop en verwachting dat er een loskoppeling zou komen van seculier priesterschap en verplicht celibaat. Dit thema werd, op last van Paulus VI, van de concilieagenda gehaald. Dit werd door velen in het noordelijk halfrond betreurd. Het onderwerp kwam terug in synodes na het concilie, maar men vond geen meerderheid voor een ontkoppeling van priesterschap en celibaat. Met name de Afrikaanse bisschoppen wilden er niet van weten. Bij ons was ambtsverlating het gevolg. Zelden in haar geschiedenis heeft de Rooms-katholieke Kerk zoveel gekwalificeerd potentieel op zeer korte tijd verloren als in de periode 1965-1975. In het voorbijgaan dient ook gezegd dat vele priesters in de post-conciliaire tijd de idee van lekenverantwoordelijkheid in de zin van gedeelde verantwoordelijkheid lastig vonden. Medeverantwoordelijkheid betekent ook delen van macht en dat was minstens tot 1980 voor vele priesters een zware uitdaging. De grote betrokkenheid van leken op de parochiale structuren zou dan ook relatief snel verminderen. Priesters wilden hun macht niet uit handen geven, leken wilden het heft in handen nemen, beide groepen waren in de feiten niet echt voorbereid op medeverantwoordelijkheid. De pastorale constitutie Gaudium et spes realiseerde in de nrs. 47-52 een echte doorbraak door te stellen dat de wederzijdse liefde van de echtgenoten vooraf gaat aan de voortplanting. Maar in deze nrs. is niets te vinden over Birth Control en het gebruik

ADEM •TOCHT

21

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Thema voor MEI: Volk van God: Gave en opdracht van de pil. Ook dit thema werd door Paulus VI van de agenda gehaald. De publicatie van Humanae vitae (25 juli 1968) werd in Europa onthaald op massieve kritiek, met name omdat men de encycliek ouderwets en vrouwonvriendelijk vond. De publicatie van deze encycliek heeft er voor gezorgd dat vele mannen en vrouwen geruisloos of met slaande deuren de Rooms-katholieke Kerk hebben verlaten. De statistieken in verband met het dalend aantal kerkgangers in het noordelijk halfrond tussen 1968 en 1975 liegen niet. Beide gebeurtenissen hebben zwaar gewogen op de invoering van de conciliebesluiten, ook in Vlaanderen. Mede omwille van de veranderde kijk op huwelijk en seksualiteit kiezen vele jongeren bij ons en elders niet meer voor een leven als priester of religieus. Men kan vandaag leerkracht, verpleegster, verpleger, maatschappelijk werker worden zonder priester of religieuze te worden. De pedofilieschandalen waren ontluisterend.

Maar toch! Maar toch. Ondanks soms heftige tegenkanting werd met Vaticanum II het permanent diaconaat voor gehuwde mannen terug ingericht. Het concilie kwam hiermee tegemoet aan de dwingende vraag van bisschoppen, onder andere uit Afrika en Latijns-Amerika, om gehuwde mannen die zich als catechisten verdienstelijk maakten in lokale kerkgemeenschappen (minstens) tot diaken te wijden om de ambtelijke zichtbaarheid in lokale gemeenschappen te garanderen. Het permanente diaconaat werd een succes. In het begin van het derde millennium waren ongeveer 300 diakens actief in Vlaanderen, meestal als vrijwilligers met daarnaast een “gewone” job. Nochtans zijn er in het betrekken van de gelovige leken bij het kerkwerk kansen verloren gegaan. De biografen van kardinaal Danneels hebben, naar aanleiding van de 22

ADEM •TOCHT

synode over de leken van 1987, opgemerkt dat in de dossiers over de leken en de vrouwen Danneels zijn eigen standpunten “nauwelijks” zou wijzigen. Relatief laat – nog in 1994 weigerde Danneels financiering voor lekenpastores, ook als was de politiek bij monde van Herman van Rompuy hiertoe bereid - zijn leken met veelsoortige expertise ingeschakeld om verantwoordelijkheid te nemen bij afwezigheid van priesters in lokale kerkelijke structuren. Het staat me voor dat als ik Lumen gentium II,10 goed lees, de overgang van het algemeen naar het ambtelijk priesterschap geen theologisch probleem kan zijn, want ze behoren beide tot het ene priesterschap van Christus. Wij hebben trouwens reeds gehuwde priesters in de katholieke kerk: de Grieks-katholieken, overgekomen Anglicanen en protestanten enz. Dankzij de oecumenische beweging hebben wij ook geleerd dat in protestantse en orthodoxe Kerken gehuwde mannen én vrouwen goed ministerieel werk leveren. In de euforie van Vaticanum II waren vele leken bereid om het heft in handen te nemen en hun deel van het werk te doen. Leken lazen voor in de Kerk, deelden de communie uit, vormden teams van pastorale werkers, animatoren: mannen en vrouwen namen verantwoordelijke taken op in de Kerk, het katholiek onderwijs, ziekenhuizen en rusthuizen. De uitbouw van pastorale raden met vertegenwoordigers uit alle segmenten (van parochies tot migrantengemeenschappen) was, zeker in de aanvang, te optimistisch en te groot in omvang om optimaal te functioneren, maar leverde wel het bewijs van grote betrokkenheid van gelovigen bij het welzijn van hun bisdom. Gelovigen waren enthousiast: op een gegeven moment waren er in Limburg 4000 parochieraadsleden actief in lokale gemeenschappen. De geëngageerde vrijwilliger blijft een hoeksteen van de lokale kerkwerking. Men

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Thema voor MEI: Volk van God: Gave en opdracht kan in dit verband denken aan de vele mannen en vrouwen die als catechisten dag na dag het evangelie proberen door te geven. Uit een studie gepubliceerd in 2012 bleek dat in een kleine regio als Vlaanderen 123.431 vrijwilligers actief waren in catechese of betrokken waren bij de voorbereiding van de liturgie of deelnamen aan de advent- en vastenacties. Op zeer concrete wijze nemen vandaag in de parochies gelovige mannen en vrouwen in de lokale gemeenschappen het woord en verkondigen het evangelie. Bij begrafenissen of in zondagse woorddiensten nemen ze op een verzorgde, professionele en betrokken wijze hun verantwoordelijkheid. Ik zal wellicht niet de enige zijn die me na zo een dienst de vraag heb gesteld waarom men zulke mensen niet zou kunnen aanstellen tot voorganger. Men kan zich hiervoor zelfs beroepen op een in de Rooms-katholieke Kerk verwaarloosde lijn : het Smyrnamodel, een model uit de vroege Kerk waarbij de lokale gemeenschap (als volk van God ter plaatse) zelf in overleg haar voorgangers aanduidt. In de optiek van lokale autonomie van de Kerken (en ook daarover zijn er best wat teksten uit Vaticanum II aan te halen) is hiermee nog veel te doen. Terzijde, de vroege Kerk had geen moeite met diaconessen: ze werden toen ingezet voor onderricht en catechese. Ze maakten zich verdienstelijk bij het toedienen van doopsels. Ook hier is er dus nog ruimte voor groei. Talrijk ook zijn de mannen en vrouwen die zich vanuit hun christelijke bewogenheid inzetten in de zorg voor de zieken, de eenzamen, de migranten, de vreemdelingen, de vluchtelingen en de uitgestotenen.. Het is waar, velen vragen hiervoor geen erkenning. Maar misschien moet de lokale (kerkelijke) gemeenschap hen zelf en expliciet vragen om de stap naar institutioneel engagement te zetten. Roeping is in wezen ook geroepen worden door en vanuit de Kerkgemeenschap. De protestantse traditie heeft ons geleerd dat dit uitdagend,

verrijkend én problematisch kan zijn. Maar waarom kan men ook bij ons niet experimenteren en daarin het lokale volk van God betrekken. Dit zal zeker veel creativiteit en moed vergen, want het is niet evident om een omslag te maken van een politiek die gericht is op het bewaren en behouden van kerkelijke structuren, bemand door mannelijke celibatairen naar een pelgrimerende Kerk als volk van God waarin de gelovigen hun verantwoordelijkheid mogen, kunnen en moeten nemen. Naar aanleiding van de Amazoneconferentie had ik in Rome de kans te luisteren naar een getuigenis van de Limburgse bisschop van het Braziliaanse Miracema do Tocontins, Philip Dickmans, die met een zekere hartstocht pleitte voor een waardering van de inzet van mannen en vrouwen in de katholieke Kerk, niet alleen in woorden maar ook in daden, want met de huidige priesterbezetting is een sacramenteel leven in zijn regio onmogelijk in de lokale gemeenschappen. Ganse gemeenschappen dreigen in handen te komen van de Pinksterkerken die blijkbaar weinig tot geen eisen stellen voor de aanstelling van de bedienaars. Maar de Rooms-katholieke Kerk profileert zich sinds de tijd van de reformatie als een gemeenschap waarin de sacramenten heel centraal staan. Het behoort dan ook tot de logica van de dingen dat men dat profiel kansen biedt en dit door een herwaardering van de idee dat door het doopsel allen kinderen van God en leden van de Kerk worden. Het recht op eucharistieviering in lokale gemeenschappen ontzeggen: het is een serieuze zaak. Woord- en communiediensten moeten nu gebedsvieringen worden en de gelovigen moeten zich er bij gaan neerleggen dat er in zulke gebedsvieringen zelfs geen ruimte meer is voor communie. De afwezigheid van sacramenten was één van de redenen van de Amazoneconferentie. Vlaanderen heeft het potentieel, het personeel, de bereidheid en de vrijwilligers om zonder Amazoneconferenties de drie ADEM •TOCHT

23

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Thema voor MEI: Volk van God: Gave en opdracht taken van de gelovigen (de profetische, de priesterlijke en de koninklijke) concreet vorm te geven. Ook dat behoort tot de rechten en plichten van het volk van God.

Tot slot Het algemeen priesterschap van de gelovigen bevat beloftes en uitdagingen. De constitutie over de Kerk geeft gelovigen huiswerk mee. Vele gelovigen hebben dat huiswerk in de voorbije decennia ernstig genomen. Maar het huiswerk is nog lang niet af. Vaticanum II heeft, elke generatie opnieuw, nood aan gelovigen die laten zien dat ze leden van het volk van God zijn en

24

ADEM •TOCHT

dus het algemeen priesterschap van de gelovigen in de feiten ernstig nemen. Maar Vaticanum II heeft ook nood aan kerkleiders die bereid zijn om daarvoor ruimte te scheppen. 55 jaar na Vaticanum II is het onverantwoord en onchristelijk dat gewijden en niet-gewijden tijd en energie steken in het tegenwerken, zeker vanuit het besef dat het enige dat de Kerk nodig heeft, uit te drukken valt in samenwerken. Het gaat nu eenmaal niet om mijn gelijk, mijn positie, mijn macht, maar om onze gemeenschappelijke roeping om het Rijk van God in deze wereld zichtbaar te maken. Mathijs Lamberigts, hoogleraar aan de faculteit theologie en relegiewetenschappen KUL

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Thema voor MEI: Volk van God: Gave en opdracht

Toen Eva in de appel beet...... In de jaren tachtig van de vorige eeuw heb ik 15 jaar als pastor gewerkt in de universitaire parochie van Leuven. Gesprekken met studenten, catechese voor ouders en kinderen, acties rond vrouwen en geloof, bijbel-en leesgroepen. Zo gaven wij vorm aan de rijkdom van de geloofsgemeenschap. En van daaruit gingen we voor in de liturgie. Als vrouw in de kerk was ik een échte leek. Of dat werd ik verondersteld te zijn. Ik voelde mij goed in het team van mijn mannelijke gewijde collega’s. Ik was pastor, herder van Gods volk onderweg. Ik verkondigde het Woord en deelde brood en wijn rond het altaar. Dat kon binnen het aggiornamento dat met het tweede Vaticaans concilie en de studentenrevolte van ’68 was ingeluid. “L’imagination au pouvoir”, alles was mogelijk! Deze ervaringen heb ik in mijn verdere beroepsloopbaan meegedragen. De overtuiging dat ieder mens, hoe verschillend ook, de ruimte moet krijgen om te groeien en te bloeien zoals het hem of haar best past. En dat die unieke kracht mag bevestigd worden. In elk verband. Ook in de kerk dus. In het priesterschap van alle gelovigen gaan macht en verantwoordelijk samen. Op voorwaarde dat beide samen worden gedragen, niet verdeeld maar gedeeld. Aan dat grondbeginsel voegt een wijding niets toe. Intussen zijn we een halve eeuw verder en onze kerken lopen leeg. Het zijn vooral vrouwen die de grondvesten van de kerk blijven dragen : in de bewegingen, in catechese, in koren, in administratie, in verkondiging én liturgie. Helaas blijven de bouwmeesters bovenaan staan. Mannen, nog talrijk gewijd en steen-vast-geklit in de macht. Kan dit nog veranderen of blijft het een utopie? Ik wil geloven dat het anders kan als we teruggaan naar onze bron. Zijn wij niet allen geschapen naar Gods beeld en daardoor geroepen Gods schepping mee vorm te geven? En geeft ons dit niet de mogelijkheid om creatief te zijn en initiatief te nemen? Om samen te spelen en te dansen? Om het beste in onszelf én in de anderen een kans te geven en naar boven te halen? Dat Eva als eerste in de granaat-appel beet en Adam verleidde mag dan volgens de kerk de erfzonde en het begin van de ellende zijn. Ik wil het zien als een moedige daad van ongehoorzaamheid. Een stap in de vrijheid die de Schepper aan de mens gegeven heeft. Het is nu aan ons om samen, Adam-Eva, die vrijheid op te te nemen om een nieuw paradijs

te ontwerpen. Is het toeval dat Eva daartoe de eerste stap zette? (cfr. de verhalen van het begin in het boek Genesis) Roos Maes

TER OVERWEGING In dit artikel komt een belangrijke verschuiving ter sprake in de manier waarop de Kerk zichzelf definieerde tijdens het Tweede Vaticaans Concilie. Heb ik dat in die tijd bewust meegemaakt? In hoeverre heb ik die visie tot de mijne gemaakt? Wanneer werd me duidelijk dat ik niet meer als ‘leek’ (dit is: een niet-deskundige) beschouwd word in de Kerk, maar als volwaardig lid van het volk van God? Wanneer ervaar ik dat, wanneer niet? Welke pastorale initiatieven, liturgische praktijken, taak- en rolverdelingen, ontmoetings- en overlegmomenten liggen in jouw parochie of pastorale eenheid in de lijn van die visie? Waar zie je nog kansen tot groei? Wat bemoeilijkt de concrete realisatie ervan? Wat verwacht je van de priester in de uitbouw van zo’n kerkgemeenschap in al haar aspecten (geloofsverkondiging, liturgie, diaconie, gemeenschap)? Hoe zie je de samenwerking verlopen? Hoe ga je met hem daarover in gesprek? Hoe probeer je hem te ondersteunen?

ADEM •TOCHT

25

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


De Geest waait waar Hij wil en staat nooit stil. Nu eens bij u, dan bij een ander. Waarom bezien wij zo elkander? Zie, wat bij u is, is bij mij. ’t Komt uit hetzelfde klaar getij, gelijk de waatren van de beken zich voeden aan dezelfde stroom of uit dezelfde bronne breken. Wij zijn de takken van één boom, van ’t zelfde huis de gangen, de aders van het eendre bloed. En of de Geest met vlam en zangen bij u nu, dan bij mij verwijlt, of weer verterend naar een ander ijlt, Hij is in ons! In ons! Zo is het goed! En laat ons zwijgen en verlangen. Felix Timmermans Adagio (Davidsfonds 1993)

26

ADEM •TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Nieuws uit de BEWEGING ADEM-TOCHT Bisdom ANTWERPEN

Ondanks een aantal fysieke ongemakken bleef Bert doorzetten. Wij zullen hem missen, maar dat geldt zeker ook voor de kring Hoboken. Wij wensen zijn echtgenote, Frieda, eveneens lid van Adem-Tocht, dochter, schoonzoon en kleinkinderen veel sterkte om dit verlies een plaats te geven in hun leven. We bewaren mooie herinneringen aan ons laatste samenzijn in het TPC in Wilrijk op 28 maart 2019. Bert schreef toen een kort verslag over de voordracht van Martijn Otten: ”Geloof, hoop en liefde in tijden van angst”. Hij benadrukte daarin: “De zin van het leven: geloven in de ander, in jezelf, geloven in God, die er tot het einde is”.

Overlijden Bert Cleymans Diep bedroefd namen wij afscheid van een groot man, jarenlang voortrekker van Adem-Tocht Bisdom Antwerpen, als pastor, als bezieler. Hij was jarenlang raadslid in dat Bisdom en actief als redactielid, zelfs toen het tijdschrift nog de “ Gulden Parel” heette, de voorloper van onze Adem-Tocht. Bert gaf ook meerdere vormingen. Bert blijft ook in onze herinnering als proost van “De Chiro”, als secretaris van 11.11.11 en als leider van meerdere organisaties op gebied van welzijn. Vergeten wij niet zijn werk in de plaatselijke ziekenzorg- Samana- kern, welzijnsschakel en het pastoraal team van zijn parochie.

In de afscheidsviering komt Bert zelf aan het woord als verwezen wordt naar de zeven perioden in zijn leven en hoe hij daarop terugkijkt: – in zijn familie leerde hij vertrouwen te hebben in het leven, – dienst aan de gemeenschap was reeds vroeg sterk aanwezig, – zijn geloof in de jeugd en hun toekomst was oneindig groot, – het gezinsleven zag hij als een godsgeschenk, – in zijn beroepsleven was zijn leuze:” Solidariteit is de tederheid van de volkeren”, – als vrijwilliger bouwde hij mee aan onze diverse samenleving, – de bijbel was zijn houvast in het zoeken naar de zin van het leven. Riet Van den Sande Mede- voorzitter Bisdom Antwerpen

ADEM •TOCHT

27

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Nieuws uit de BEWEGING

Adem-Tocht Bisdom Antwerpen organiseert Op donderdag 23 april 2020 van 13:30 uur tot 16 uur organiseert Adem-Tocht bisdom Antwerpen een ontmoetingsnamiddag in het TPC, Groenenborgerlaan 149 te Wilrijk in het lokaal S.04. We onthalen u daar met koffie en/of thee en mogen luisteren, kijken en spreken.... Deze namiddag zal worden begeleid door mevrouw doctor Christiane Dumez. Mevrouw Dumez is een leeftijdsgenote van ons (75 plus) en werkte een hele loopbaan als psychologe bij leerlingen uit het middelbaar onderwijs. Als ze met pensioen ging bleef ze heel gemotiveerd en met een heel open geest de veranderingen in de maatschappij én in het persoonlijke leven van mensen volgen en bestuderen. Ze behaalde dan ook in 2004 (en reeds op pensioen) een doctoraat aan de KUL. met haar studie over: Evolutie van persoonlijke godsbeelden in het leven van vrouwen.

Voor onze doelgroep heeft ze dit thema verder uitgediept naar mannen én vrouwen en wil ze haar visie door woord én beeld met ons delen. Wij zullen die namiddag dus kunnen kijken, luisteren en zelf ook iets zeggen. Indien u interesse hebt om deze boeiende namiddag mee te volgen, schrijf dan onmiddellijk (zeker voor 13 april 2020) in door: 1. Een mail te sturen naar onze ledenadministrator via: Adem-Tocht.antwerpen@kulentuur.be met uw juiste naam en adres. Kringleden kunnen best gezamenlijk, zoals gebruikelijk, inschrijven via hun plaatselijke secretaris. 2. Stort ook 8 € per persoon als bijdrage in de kosten op onze rekeningnummer BE64 4190 1330 1152 van Adem-Tocht Bisdom Antwerpen. Kringleden kunnen dit dus ook weer gezamenlijk doen via hun plaatselijk secretaris. Allemaal heel hartelijk welkom. Greet Verhelst en Riet Van den Sande, co-voorzitters Ademtocht bisdom Antwerpen

Bisdom BRUGGE Adem-Tocht Bisdom Brugge organiseert 19/03/2020 26/05/2020

danknamiddag en vorming van de kringverantwoordelijken. bezinningsdag met Nicolaas Sintobin

Bisdom GENT Adem-Tocht Bisdom Gent organiseert 20/03/2020

28

ADEM •TOCHT

vormingsnamiddag met Fernand Verheggen over geloven.

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Nieuws uit de BEWEGING

Bisdom MECHELEN -BRUSSEL Bezinningsnamiddag in april 2020 Met onze pastor Jan Lagae is er een bezinningsnamiddag afgesproken voor alle leden van Adem-Tocht en sympathisanten. Maurits Gilissen, licentiaat theologie, pater van de Heilige Harten, aalmoezenier van WZC in Neerijse en redacteur van Adem-Tocht, wil ons op dinsdag 21 april graag onderhouden over:

Mag ik een heel klein beetje baas zijn over mijn eigen leven? Ethische vragen en antwoorden bij abortus en euthanasie! Deze namiddag zal – na intern overleg – plaatsvinden in de Ostzaal van de abdij van Grimbergen, Kerkplein 1, 1850 Grimbergen. Neem best de toegang langs de Abdijstraat aan de achterkant van de abdij.

Programma van dinsdag 21 april 14.00 uur: 14.30 uur: 15.30 uur: 16.00 uur: 17.00 uur:

onthaal met koffie gebed en inleiding door pater Maurits Gilissen zoempauze met een drankje vragenronde einde

Graag via mail of telefoon je deelname bevestigen, uiterlijk op 5 april. Er zal ter plaatse een kleine bijdrage gevraagd worden voor de onkosten.

Met vriendelijke groet Jos Vanachter Molenstraat 60 2870 Puurs 0485 845 234 jos.vanachter@telenet.be

Jan Lagae Oppemstraat 10 1861 Wolvertem 02 269 10 82 jan.lag@telenet.be

ADEM •TOCHT

29

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Interdiocesaan NIEUWS ADEM-TOCHT INTERNATIONAAL CONGRES over een pastoraal voor en door senioren Op uitnodiging van de Bisschoppenconferentie heb ik als afgevaardigde van de Vlaamse kerkgemeenschap kunnen deelnemen aan dat congres in Rome van 29 tot 31 januari 2020. Ik werd daarbij vergezeld door abbé J. Vandeputte, pastor van Vie Montante Belge, de vertegenwoordiger van de Franstalige kerkgemeenschap. 650 deelnemers uit alle continenten vulden de conferentieaula’s. Het wereldcongres, een initiatief van paus Franciscus, wil oriëntaties uitzetten voor een pastoraal door en voor senioren. In 12 referaten beschreef men de huidige situatie van de senioren, zowel de rijkdom van een lang leven als de beperkingen waarmee senioren geconfronteerd worden door ziekte, armoede en uitsluiting door de samenleving. Er volgden ook reflecties over de aanwezigheid en de rol van senioren in de maatschappij en in de kerkgemeenschap. Men drong erop aan om de positieve rol van grootouders te valoriseren. Ouderen willen hun ervaring en wijsheid ten dienste

stellen door zich actief in te zetten. Tevens vragen ouderen aan de kerk om hun een reële plaats te geven in de evangelisatie als een brug naar jongeren. Anderzijds wensen zij een pastoraal van zorg voor de ouderen zelf, vooral voor de kwetsbaren onder hen. De laatste dag werd afgesloten met een eucharistieviering in de Sint-Pietersbasiliek, gevolgd door een audiëntie met de paus. Iedere deelnemer werd door hem persoonlijk begroet. Het waren goedgevulde dagen, vermoeiend, maar ik heb Rome verlaten met hernieuwde hoop en in de zekerheid dat onze geloofsbeweging Adem-Tocht de nodige ruimte kan scheppen om ouderen volop een actieve rol te gunnen in onze kerkgemeenschap en in de samenleving. Aan ons om de rijkdom der jaren naar waarde te schatten en in te zetten.

Erik Bruneel, interdiocesaan voorzitter Adem-Tocht

Wij gedenken - Izegem:

30

ADEM •TOCHT

Gabriël Verduyn

- Marke:

Christiane Blondeel

- Oostakker:

Maria De Smet

- Sint-Idesbald:

Jacques Bauwens

- Tielt:

Rachel Bekaert

- Wenduine:

Elisabeth Zelderloo

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Colofon ADEM-TOCHT Tijdschrift van de vzw Adem-Tocht Verantwoordelijke uitgever Erik Bruneel, Fazantenlaan 14, 8450 Bredene

Bisdom Brugge Annie VERCAIGNE Elverdingestraat 64, 8900 Ieper tel. 057 20 93 81 annie.vercaigne@skynet.be

REDACTIE Erik Bruneel, Guido Debonnet, Ria Grommen, Maurits Gilissen, Hubert Schepers, Piet Thomas, Céline Van Acker, Jan Vanden Berghe, Kristin De Raeymaecker

JORIS WEYTS Leembergstraat, 10 8377 Zuienkerke tel. 050 31 22 75 - 0473 84 97 95 joris.weyts@telenet.be

GESPREKSBIJLAGEN Guido Debonnet

Bisdom Gent RENÉE SMET Eendenplasstraat 33, 9940 Evergem tel. 09 357 75 56 smet.renee@gmail.com

VORMGEVING Grafisch Ontwerp Brugge - 0478 712 647 ADEM-TOCHT vzw Christelijke spiritualiteitsbeweging voor 60-plussers Eendenplasstraat 33, 9940 Evergem

FERNAND VERHEGGEN Sint-Lievenslaan 268, 9000 Gent tel. 09 225 59 82 fernand.verheggen@telenet.be

VOORZITTERS EN PASTORES Interdiocesaan

Bisdom Hasselt HUBERT SCHEPERS Herebaan-West 127, 3530 Houthalen tel. 011 52 21 86 hubert.schepers@skynet.be

ERIk BRUNEEL Fazantenlaan 14, 8450 Bredene tel. 059 32 20 22 bruneelerik@gmail.com JAN VANDEN BERGHE Koninginnelaan 149 bus 102, 8670 Koksijde tel. 0496 55 48 40 jan.vanden.berghe@skynet.be

Bisdom Mechelen - Brussel JOS VANACHTER Molenstraat 60, 2870 Puurs tel. 03 889 24 63 jos.vanachter@telenet.be

Bisdom Antwerpen GREET VERHELST Verbindingsweg 9, 2360 Oud-Turnhout 014 41 49 99 greet.verhelst@telenet.be

Jan Lagae Oppemstraat 10, 1861 Wolvertem tel. 02/ 269 10 82 - 0497 30 92 91 jan.lag@telenet.be

Inhoud Edito (Jan Vanden Berghe) ����������������������������������

3

Thema voor maart ������������������������������������������� • De gouden jaren? (Anne Vandenhoeck)

4

Thema voor april �������������������������������������������� • Ik geloof in de verrijzenis (Peter Schmidt)

11

Thema voor mei ��������������������������������������������� • Volk van God (Mathijs Lamberigts)

19

Nieuws uit de beweging �������������������������������� 27 Interdiocesaan nieuws ������������������������������������ 30

©Foto’s Mia Verbanck: p. 1-3-5-6-8-10-11-12-1416-19-20-24-27-30-32 ©Foto’s Jo Remes: p. 2-21-26

www.kerknet.be/organisatie/adem-tocht-vlaanderen


De wijsheid is de ademtocht van Gods kracht en de pure uitstraling van Zijn heerlijkheid. Zij vernieuwt alles. Van generatie tot generatie treedt zij binnen in heilige zielen en maakt hen tot vrienden van God en tot profeten. Wijsheid, 7, 25; 27

32

ADEM •TOCHT

ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT • ADEM-TOCHT ZINVOL VERDER GAAN


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.