7 minute read

Van noodhulp naar wederopbouw - drie voorbeelden

W O R L D M A P

Een reis langs drie ZOA-landen van noodhulp naar wederopbouw

Advertisement

ZUID-SUDAN (NOODHULP)

Levens redden met voedsel en water

We zijn er al sinds 1992. En voorlopig kunnen we (helaas) nog niet weg. In die bijna dertig jaar hebben de Zuid Sudanezen te maken met hongersnood, oorlog, overstromingen, de onafhankelijkheid van Sudan, verdriet, dood en geweld. Zuid-Sudan staat 187e op de ranglijst van de Human Development Index – op twee na laatste.

Tientallen jaren met verschillende conflicten hebben geresulteerd in een tragische humanitaire situatie. Zo’n zeven miljoen mensen - zestig procent van de bevolking – is op dit moment afhankelijk van hulp. De beschikbaarheid van voedsel is het grootste probleem. Eind 2019 werd het land ook nog getroffen door grote overstromingen – een nieuwe klap, waardoor de bewerkte velden en ingezaaide gewassen grote schade opliepen.

Dat betekent dat ZOA heel primair voedsel brengt naar de mensen die honger lijden. Dit valt niet mee aangezien veel wegen onbegaanbaar zijn geworden door de overstromingen. Door het coronavirus is het reizen nog moeilijker geworden. Tegelijk zijn we overtuigd van het belang om mensen te blijven bereiken. Niet alleen met voedsel en water, maar ook met alternatieven voor geweld. Conflicten vreedzaam oplossen en samen werken aan ontwikkeling, ook in Zuid-Sudan geloven we dat dat mogelijk is.

→KIJK VOOR HET

ALLERLAATSTE NIEUWS OP ZOA.NL

ETHIOPIË (TUSSENIN) Met vallen en opstaan

Ondanks de forse economische groei van de afgelopen jaren is Ethiopië nog altijd een zeer arm land. Een kwart van de bevolking leeft onder de armoedegrens en vluchtelingen kunnen nauwelijks in hun inkomen voorzien.

Houtkap voor brandhout verwoest het toch al kwetsbare ecosysteem. Schoon drinkwater is schaars. Er zijn veel etnische conflicten en het land is kwetsbaar voor droogte, overstromingen, uitbraak van besmettelijke ziektes en grensoverschrijdende conflicten. Daarbovenop komt nog die verschrikkelijke sprinkhanenplaag. Dit maakt dat we als ZOA in zeer verschillende situaties en op verschillende plekken in het land werken. Soms brengen we drinkwater met vrachtwagens, maar tegelijk werken we aan aanleg van waterputten en sanitaire voorzieningen, gecombineerd met intensieve voorlichting. We doen er alles aan om sterfte door vervuild water te voorkomen. Ook onderdak is op sommige plekken in Ethiopië een groot probleem. Met name in het gebied bij de grens met Somalië is BURUNDI (WEDEROPBOUW)

en verzoening

Het contrast tussen de glooiende, groene heuvels van dit prachtige Afrikaanse land en het bittere lijden van de bevolking kan niet scherper zijn. Burundi is één van de armste landen van de wereld en veel kinderen groeien op met honger. Door armoede, schaarste aan land en etnische spanningen ontstaat een vicieuze cirkel van geweld en ontheemding. We richten ons vooral op gemeenschappen waar veel vluchtelingen terugkeren. Op die plekken is het heel belangrijk dat de eigendomsrechten van land dan goed zijn geregeld. Als dat onduidelijk is ontstaan er spanningen die leiden tot een krampach

er een groot gebrek aan onderdak voor de vele vluchtelingen. Dat brengt hun gezondheid en hun veiligheid in gevaar, vooral van vrouwen en meisjes. ZOA bouwt tijdelijke onderkomens of biedt reparatie-sets om huizen op te knappen, zodat mensen beschermd worden tegen het weer en ander

Werken aan recht

gevaar van buitenaf. tige stilstand of zelfs conflicten. Daarom leggen we samen met de bevolking de landrechten vast en worden in dorpen vredescomités opgericht zodat zij zelf kleine en middelgrote conflicten kunnen oplossen. Zodra landeigendom duidelijk is, helpen we boeren om meer uit hun grond te halen. Met landbouwcursussen, ondersteuning bij het kopen van zaaigoed, gereedschap en mest, de bouw van opslag voor de oogst en de oprichting van boerencoöperaties krijgt de landbouwproductie een flinke impuls. Zo ontstaat er ruimte voor ontwikkeling van de landbouw, toegang tot schoon drinkwater, onderwijs en kunnen we werken aan vrede.

VAN DE VELUWE NAAR ETHIOPIË EN WEER TERUG

RENÉ IN 2017 IN GAMBELLA, AAN DE RIVIER DIE DE GRENS VORMT MET ZUID-SUDAN. HONDERDDUIZENDEN MENSEN ZIJN DEZE RIVIER OVERGESTOKEN OP DE VLUCHT VOOR OORLOGSGEWELD.

RENÉ René Vlug (59) werkte voor ZOA in Ethiopië. Hij verliet de Veluwe en kwam in een overvolle Afrikaanse stad terecht. Tijdens deze periode werd hij geraakt door wat hij zag in de vluchtelingenkampen in regio Gambella. “Naast de Veluwe heb ik Gambella in mijn hart gesloten.”

TEKST RENÉ VLUG // FOTO'S WILMA STEENBEEK

VAN DE VELUWE NAAR ETHIOPIË

Na jarenlang in het buitenland gewerkt te hebben, zijn we weer terug in ons huis op de Veluwe. Wat een contrast met de hectiek van de miljoenenstad Addis Ababa in Ethiopië, waar mijn vrouw en ik de afgelopen jaren werkten voor ZOA. Daar verleent ZOA hulp aan vluchtelingen en de lokale bevolking op de grens met Somalië, Eritrea, Zuid-Sudan en in de stad Addis Ababa zelf.

Gambella

Een regio waar ik veel van ben gaan houden is Gambella, een Ethiopische provincie op de grens met Zuid-Sudan, ongeveer zo groot als de helft van Nederland. Het is een ruig gebied met ontoegankelijke oerwouden en uitgestrekte savannes. In het gebied huist de big five, alhoewel die alleen worden gezien door de oerwoudbewoners: toeristen kunnen er niet komen vanwege het gebrek aan faciliteiten en infrastructuur. Gambella is een gevaarlijk gebied met rivaliserende stammen die elkaar bevechten voor toegang tot water, weidegronden of vanwege veediefstal voor een bruidsschat. Ook is het een gebied met veel malaria en nauwelijks aanwezige medische voorzieningen. De lokale bevolking van Gambella telt circa 365.000 mensen en daarnaast zijn er meer dan 400.000 Zuid-Sudanese vluchtelingen in kampen. Gambella is een straatarm gebied ver van de het ontwikkelde deel van Ethiopië. ZOA is er al vele jaren aanwezig. Als ZOA helpen we de lokale bevolking en

“Alleen God ziet echt wat zij opofferen”

“MENSEN DOOR GOD GELIEFD, DIE WIJ MOGEN DIENEN”

de vluchtelingen om zelfredzaam te worden door ze te helpen voedsel te verbouwen, te vissen en nieuwe markten te creëren. Ook is van cruciaal belang dat we bemiddelen om in vrede met elkaar te leven.

Terugkijkend naar mijn tijd in Gambella, denk ik aan de klamme hitte van rond de 40 graden. In de ZOA-compound hadden we maar één airconditioning-apparaat hangen en dat functioneerde beperkt doordat de stroom regelmatig uitvalt. Ook internet is een luxe die slechts mondjesmaat werkt. Kortom: het is een gebied zonder enige luxe. Ver weg van alles. Naar de afgelegen dorpen in Gambella zaten we soms zes uur in de auto om er te komen over onmogelijke wegen vol met gaten. In de regentijd gingen we met een boot of konden we er helemaal niet komen. Er was altijd wat te zien op deze tochten. Bijvoorbeeld prachtige vogels op de weg. De Fulani, een nomadische stam uit Nigeria die met honderdduizenden koeien jaarlijks naar Oost Afrika lopen(!). En dan de bewoners van Gambella, die in de middle-of-nowhere uren lopen langs de weg, op weg om in hun levensonderhoud te voorzien met brandhout, mais of water. Mensen door God geliefd en die wij mogen dienen. Naast de Veluwe heb ik Gambella in mijn hart gesloten.

Warm hart voor collega’s

Ook denk ik aan mijn collega’s, die soms al jaren in Gambella werkzaam zijn. Vaak weken weg van hun gezinnen, die in de stad achterblijven. Ze krijgen weinig eer en erkenning voor hun werk, omdat het zo afgelegen is en aan het zicht van iedereen is onttrokken. Alleen God ziet echt wat zij opofferen.

We zijn er

Maar ondanks alles is dit een plek waar we als ZOA willen zijn. Hier kunnen we een verschil maken door naast mensen te staan die alles zijn verloren en heel weinig toekomstperspectief hebben. Door de jaren heen hebben we dankzij geld van het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking en talloze trouwe donateurs kunnen zorgen voor schoon drinkwater, schooltjes in de meest afgelegen gebieden, voedsel en bedrijvigheid. Overal in het gebied zie je sporen van de aanwezigheid van ZOA. Mensen zwaaien als je met een ZOA-auto voorbij rijdt. Op straat houden ze je aan om te vragen wanneer je weer naar hun dorpje komt. In het meest westelijke deel, op de grens met Zuid-Sudan, sprak een vrouw mij aan: “Jullie zijn als enige organisatie bij ons gebleven in de tijden dat er niets meer voor ons was.” Soms was het moeilijk voor ons om in Gambella te blijven, bijvoorbeeld als er onvoldoende geld was voor onze aanwezigheid, als het onveilig was of als we geen medewerkers hadden die we daar konden plaatsen. Toch zijn we gebleven. En dat is opgemerkt door de inwoners van Gambella. Ons werk in Gambella is daarmee een geweldig getuigenis van: ‘We zijn er’. j René Vlug is nu hoofd Fondsenwerving en Communicatie bij ZOA in Apeldoorn.

This article is from: