22 minute read

Lees op pag. 02

Taal is Toekomst – het project en de trofee – is een uitnodiging van Davidsfonds aan iedereen die in Vlaanderen, onze hoofdstad incluis, woont om het Nederlands beter te beheersen. Omdat taal het cement is van elke, en dus ook onze, cultuurgemeenschap. Dat het een noodzakelijk initiatief is, bewijst ook het Leesoffensief. Het leesniveau in Vlaanderen dondert naar beneden. Wat is er precies aan de hand? Waarom is dat verontrustend? Hoe kunnen we het tij keren? Professor Liesbet Heyvaert, decaan van de faculteit Le eren (KU Leuven) en voorzi er van Het Leesoffensief, pleit voor het op gang trekken van een maatschappelijke beweging die een echte leescultuur creëert.

Tekst: Dirk Remmerie - Foto: Jan Crab

Advertisement

‘We lezen meer dan ooit tevoren’, is de aanhef van de adviesnota ‘Een Leesoffensief voor Vlaanderen’ dat je als voorzi er van de expertengroep van het Leesoffensief vorig jaar voorlegde aan de Vlaamse Regering. Tegelijkertijd is het bar droevig gesteld met de leesvaardigheid en de leesmotivatie in Vlaanderen. Hoe valt dat te rijmen?

Liesbet Heyvaert: “Die paradox valt te verklaren door het verschil aan te stippen tussen het lezen van korte berichtjes op sociale media of nieuwsflashes op sites en ‘diepgaand’ lezen, bv. van langere teksten. Dat laatste is cruciaal voor leesvaardigheid en leesmotivatie.”

Wat zeggen de cijfers over de povere staat van het leesniveau?

“Wat we scherp zien op basis van onderzoek, is dat er bij lagereschoolkinderen en jongeren tot 15 jaar twee aspecten van lezen sterk achteruitgaan: het niveau van begrijpend lezen (in hoeverre verstaan ze een tekst?) en de motivatie om te lezen. Dat wordt heel concreet gemeten in de PIRLS- en PISA-testen. PIRLS (Progress in International Reading Literacy Study) is een internationale test bij tienjarigen (vierde leerjaar). De meest recente resultaten dateren van 2016 en die waren voor Vlaanderen ondermaats. In tien jaar tijd (tussen 2006 en 2016) waren we de grootste daler binnen Europa. Toen hebben we in Vlaanderen beslist om diezelfde cohorte van tienjarigen twee jaar later nog eens opnieuw te testen om te vergelijken. Wat stelden we vast? Dat het niveau van begrijpend lezen er wel op vooruitgaat in die twee jaar, maar dat het niveau van de leerlingen uit het zesde leerjaar in Vlaanderen het niveau is van de leerlingen uit het vierde leerjaar uit de best presterende andere landen. Dat is toch wel zorgwekkend? Wat ook de wenkbrauwen doet fronsen in die herhalingsmeting is dat de leesmotivatie heel sterk was gedaald tussen het vierde en het zesde leerjaar. Twaal arigen vinden het helemaal niet leuk om te lezen.” “Een andere bekende internationale test is PISA (Programme for International Student Assessment). De meest recente resultaten dateren van 2018. Daar zien we bij de Vlaamse 15-jarigen ook een enorme daling in testresultaten in vergelijking met 2009. Eén op de vijf haalt niet eens het niveau om dagelijkse problemen te kunnen aanpakken, zoals (willekeurig voorbeeld) het interpreteren van een uitnodigingsbrief om je te laten vaccineren tegen corona. Bovendien gee slechts 17 procent aan dat ze als hobby graag lezen.”

“Wat me als voorzi er van het Leesoffensief trouwens niet weinig verbaasde, is dat er in Vlaanderen geen accurate recente cijfers zijn over bijvoorbeeld bibliotheekbezoek, of over het lezen als vrijetijdsbesteding. Als we het tij willen keren met allerlei acties, moeten we heel concreet in kaart brengen waar we nu staan om te meten of we vooruitgang boeken.”

Om het leesniveau op te krikken en acties in het leven te roepen, moet je weten aan welke knoppen je best draait. Welke zijn de oorzaken van de daling van de leesmotivatie en begrijpend lezen?

“Om te beginnen: het is niet alleen een Vlaams probleem. Nederland kampt met een vergelijkbare daling. Vaak wordt de digitalisering met de vinger gewezen, samen met het immense aanbod vrijetijdsbesteding. Daarmee raak ik opnieuw even het punt van daarnet aan: digitaal lezen op een smartphone nodigt niet uit tot diep lezen. Velen kijken zich een ongeluk op korte berichtjes en nieuwtjes – en als je al dat versnipperde lezen samentelt, lezen we inderdaad meer dan ooit. Maar waar het eigenlijk om gaat, is dat we steeds minder de rust opzoeken om grondig te lezen. Om ons te verdiepen. Literatuur is bij uitstek iets waar je tijd voor moet nemen. Poëzie vraagt ook om diep lezen, net zoals een wat langere brief of nota – het draait dus niet per se om de omvang of om de vorm.” “Daarnaast zijn er ook onderzoeksgegevens die aantonen dat in de lagere school de lestijd die naar lezen gaat met 40 procent gereduceerd is. Dan moet je er toch niet van versteld staan dat er bijna toverkracht voor nodig is om leerlingen goed te leren lezen? Niet alleen het begrijpend lezen, maar ook het technisch lezen en de motivatie boeren achteruit.”

“Nog een objectiveerbaar feit: in de lerarenopleidingen komen steeds meer studenten terecht die zelf geen lezers zijn. En dan wordt het natuurlijk heel moeilijk. Je kan in die opleiding proberen om, naast alle vaardigheden die je als leerkracht nodig hebt, de liefde voor het lezen en het schrijven mee te geven, maar dat betekent natuurlijk ook dat het minder vanzelfsprekend wordt. Want als puntje bij paaltje komt, hangt het vaak af van een door lezen gepassioneerde leerkracht die die liefde aan de leerlingen doorgee .”

Waarom kunnen we niet werkloos toekijken op die daling van de leesvaardigheid en -motivatie? Zijn de gevolgen dan echt zo ingrijpend?

“Nogal. Zo is wetenschappelijk duidelijk aangetoond dat laaggele erdheid samenhangt met armoede. Technisch en minimaal begrijpend lezen zijn een ticket tot volwaardig maatschappelijk participeren. Zonder lezen vind je amper een job.”

“Technisch en minimaal begrijpend lezen zijn een ticket tot volwaardig maatschappelijk participeren. Zonder lezen vind je amper een job.”

“Gele erdheid – een goed ontwikkelde taal- en leesvaardigheid – is ook cruciaal voor mediagele erdheid, voor het kritisch kunnen omgaan met informatie. Er is een fundamentele leesvaardigheid voor nodig om ook bij die hele snelle nieuwsberichten te le en op essentiële zaken zoals: wat is de bron van dit bericht? Is er mogelijk sprake van nepnieuws? Mediagele erdheid hangt dan weer samen met kritisch burgerschap. Het is geen overdrijving om te stellen dat lezen een fundament is van een democratie.”

“Het is geen overdrijving om te stellen dat lezen een fundament is van een democratie.”

“Nog een ander aspect van leesvaardigheid is – en daar wordt iedereen in het hoger onderwijs heel concreet mee geconfronteerd – dat het de toegangspoort is tot kennisverwerving. Over alle faculteiten heen hoor ik collega’s klagen over het leesniveau van sommige studenten: ze kunnen niet meer lezen, ze kunnen het niet meer opbrengen, ze kunnen informatie niet meer verwerken…”

“Wat we in het Leesoffensief ook erg benadrukken: lezen is een manier om aan je welbevinden te werken. Lezen laat je toe om je te verdiepen in het leven van andere mensen, om je te verplaatsen in andere werelden, om te genieten van taal tout court, om troost te vinden…”

Meer dan reden genoeg om de neergang om te buigen. Maar hoe begin je eraan? Er zijn zoveel zaken en situaties waarop je geen vat hebt.

“In het Leesoffensief formuleren we verschillende acties om het leesniveau op te krikken. Zo kun je binnen het schoolplichtonderwijs meer gediversifieerd inze en op specifieke doelgroepen. Je kunt fantastische dingen doen met literatuur met álle leerlingen, het is een kwestie van de juiste sleutel vinden om hen te bereiken.”

“Leesvaardigheid raakt aan ontze end veel domeinen in ieders leven: het privéleven, het publieke domein, het werk, de school, de cultuurorganisatie, de jeugdbeweging… We moeten proberen om op al die verschillende terreinen krachtige leesomgevingen te creëren zodat we moeilijke lezers kunnen aanspreken. De troef van het onderwijs is dat we op grote schaal iedereen bereiken. Het spreekt daarom vanzelf dat onderwijs absoluut prioritair is. Daar kunnen we echt wel vooruitgang boeken op het vlak van leesvaardigheid. We moeten leerkrachten veel beter wapenen met didactische middelen. Dat is geen verwijt aan de leerkrachten want die staan voor heel veel uitdagingen, maar dat kan beter.”

“Daarnaast moeten we heel hard nadenken over de verschillende rollen die we elk als individu invullen. Iemand is oma van, buur van, vrijwilliger, kampbegeleider… Telkens je een ander petje opzet, zijn er kansen om anderen de liefde voor lezen bij te brengen. Zou het niet geweldig zijn als we iedereen op al die verschillende rollen kunnen aanspreken en hen duidelijk maken: jij kunt helpen om een cruciaal maatschappelijk probleem aan te pakken, jij hebt een verantwoordelijkheid op te nemen. Als we daarin slagen, denk ik dat we wel kans maken om zelfs moeilijke doelgroepen te bereiken.”

De muzikale roots van Toots

Jean-Baptiste Frédéric Isidor Thielemans, beter bekend als Toots, de Brusselse jazzlegende met zijn gitaar en mondharmonica, zou dit jaar zijn 100ste verjaardag vieren. Jazzkenner Ma hias Heyman (Koninklijk Conservatorium Brussel) en Vanessa Braekeveld, curator van de belevingsexpo in KBR, blikken terug op Toots’ carrière.

Tekst: Marjolein Goris – Foto: Thomas De Boever, Jesse Willems

Toots groeide op in Brussel in het café van zijn ouders. Merk je iets van die Brusselse roots in zijn muziek?

Ma hias: “Europese jazzmuzikanten uit die tijd keken vooral naar Amerikaanse voorbeelden. Dus op vlak van speelstijl, merk je niets van de Brusselse roots van Toots. Alleen de keuze om de accordeon en later ook de mondharmonica te bespelen, kan je misschien terugbrengen naar die roots, omdat het volksere instrumenten zijn. Verder is er niet echt een connectie tussen zijn muziek en zijn a omst.”

Vanessa: “Ook voor Toots waren de inspiratiebronnen vooral Amerikaanse jazzmuzikanten. Hij keek op naar de grote beboppers in Amerika. Als kleine ket speelde hij wel muse en en volkse melodietjes op de accordeon in het café van zijn ouders. In de titel van zijn bekendste nummer Bluese e vind je dus nog wel een verwijzing naar die tijd.”

Als er geen specifieke Belgische elementen in Toots zijn muziek zi en, bestaat er dan wel zoiets als Belgische jazz?

Ma hias: “Uiteraard is er zoiets als Belgische jazz, in die zin dat we wel Belgische jazzmuzikanten hebben en zij hun eigen muziek componeren. Maar zij hebben wel naar Amerikaanse rolmodellen gekeken om hun stijl te creëren. Een typisch Belgische jazzstijl is er dus niet. Wel merk je een verschil in benadering en onthaal van het muziekgenre: in de jaren 20 en 30 wordt jazz in Europa als genre serieuzer genomen en begint men het te bestuderen. In Amerika zie je dat veel minder en blij jazz vooral vrijetijdsbesteding.”

Toots speelde mondharmonica. Vanwaar kwam zijn interesse voor dat unieke instrument?

Vanessa: “In de middelbare school ging hij op een vrije middag naar de film. Daar hoorde hij Larry Adler aan het werk. Hij was daar zo van onder de indruk dat hij zichzelf ook een mondharmonica aanscha e.”

Ma hias: “Zijn eerste liefde was de mondharmonica, maar die verdween wat naar de achtergrond bij zijn entree in de jazzscene, omdat de harmonica geen courant instrument was in die wereld. Hij drukte eerst zijn stempel als gitarist. Pas nadien, toen hij al een tijdje meedraaide in die jazzscene, greep hij terug naar de mondharmonica.”

Vanessa: “Toen Toots in 1947 naar Amerika trok, had hij zijn gitaar én mondharmonica bij. Het is dus te zeggen: hij hee het instrument nooit volledig naast zich neergelegd, maar aan het begin van zijn carrière was hij voornamelijk bekend als gitarist.”

En toch denken we bij Toots meteen aan de mondharmonica.

Ma hias: “Het is niet de mondharmonica die Toots wereldberoemd hee gemaakt. Het is Toots die de mondharmonica op de kaart hee gezet.”

Vanessa: “Inderdaad. Larry Adler speelde ook al mondharmonica, maar hij deed dat nog niet in jazzcontext. Toots hee daar de mondharmonica geïntroduceerd. Verschillende van die mondharmonica’s liggen nu in onze bele“Het is niet de mondharmonica die Toots wereldberoemd heeft gemaakt. Het is Toots die de mondharmonica op de kaart heeft gezet.”

Zweedse opname uit de jaren 50. Een heel aanstekelijk nummer met Toots op mondharmonica.”

Ma hias: “It had to be Bird of Crazy Bop. Het toont hem op zijn hoogtepunt qua gitaarspel.”

vingsexpo, net zoals zijn eerste gitaar en zijn werkschri jes waarin hij muziektheorie en -harmonie bestudeerde.”

Wat moeten we vooral onthouden van Toots?

Vanessa: “De vinnige gitarist en fluiter die de mondharmonica op de kaart hee gezet als een volwaardig (jazz)instrument.”

Ma hias: “Zijn gitaarspel. We kennen de iconische tachtiger die op Middelheim Ne me qui e pas speelt, maar de onbekende twintiger die op gitaar zit te burnen wordt vaak vergeten.”

Wil je meer weten over jazzlegende Toots Thielemans?

Kom op vrijdag 6 mei naar het dagevenement in KBR, Brussel en bezoek de nieuwe expo met middagconcert. Of wil je meer weten over de opkomst van jazz in België? Op donderdag 31 maart gee Ma hias Heyman een webinar over het Belgische jazzlandschap. Meer info en inschrijven op davidsfondsacademie.be

Dagevenement Webinar

“Ik heb al veel tijd geïnvesteerd in Davidsfonds, maar er zeker zo veel voor teruggekregen”

Davidsfonds is een van de grootste cultuurnetwerken in ons land. Om die stelling kracht bij te ze en, stellen we de kronkels en vertakkingen in dit spinnenweb op de proef in onze rubriek Het Netwerk(t). Iedere editie interviewen we een vrijwilliger die zelf mag kiezen wie hij aan het woord wil laten in de volgende editie van Het Accent. En… hij of zij mag zelf een vraag stellen aan de persoon in kwestie. Deze keer aan het woord: Frank De Saedeleer van Davidsfonds Denderleeuw.

Tekst: Kenneth Emmers

Waarom ligt Davidsfonds je na aan het hart?

“Ik raakte toevallig betrokken bij de voorbereiding van een fietstocht, en leerde daar mijn echtgenote kennen. We zijn 37 jaar later, en nog altijd samen bij Davidsfonds. Noem het gerust een vorm van dankbaarheid. We hebben al heel veel tijd geïnves-

“Ik leerde mijn echtgenote kennen bij Davidsfonds en ben daar nog steeds dankbaar voor”

teerd in Davidsfonds, maar we hebben er ook heel veel voor teruggekregen in de vorm van een warme en erkentelijke vriendenkring.”

Wat betekent taal voor jou (in de context van Davidsfonds)? “‘Godsdienst, taal en volk’ zijn de basiswaarden van Davidsfonds. We houden daar bij de planning van onze activiteiten nog altijd rekening mee. Taal komt regelmatig aan bod. Onze afdeling is al in 1992 gestart met een leesgroep, een mooie samenwerking met de plaatselijke bibliotheek.”

Vraag van Mia: Stel dat Davidsfonds niet meer zou bestaan, wat zou je dan missen?

“De mogelijkheid om af en toe eens iets te organiseren waarvoor je echt een volledig bestuur moet mobiliseren om het tot een goed einde te brengen: een klassieker als een jaarlijks kaas- en wijnfeest, bijvoorbeeld, dat we in 2020 zelfs tijdens corona lieten doorgaan in een virtueel jasje.”

Wat is jouw favoriete Davidsfonds-moment van de afgelopen 10 jaar?

“Als ik een keuze moet maken, dan kies ik voor onze meerdaagse reis naar de Baai van Napels en de Amalfitaanse Kust in 2011, waar cultuur uit de klassieke oudheid versmelt met een prachtig natuurlijk kader.”

Wat is jouw vraag voor de volgende Davidsfondser in deze rubriek?

“Waarom ben je bestuurslid geworden?”

“Davidsfonds is ideaal”

Wat doet jouw culturele hart sneller kloppen? Dat vragen we in elk nummer aan een cultuurlie ebber. Jef Luykx is al van kinds af aan lid bij Davidsfonds Lommel en sloot zich in de afdeling ook aan als vrijwilliger.

Tekst: Marjolein Goris – Foto: Jan Crab

Davidsfonds

“Toen ik jonger was, hielpen we af en toe al met activiteiten van Davidsfonds Lommel, zoals de dauwwandeling of de 11-juliviering. Na mijn engagement als hoofdleider bij scouting Lommel zocht ik een nieuwe uitdaging. Davidsfonds was dus geen onbekende voor mij en leek me de ideale vereniging. Ik mag alvast mijn tanden ze en in het organiseren van een culturele en historische wandel- en fietszoektocht in mei.”

Mis ik voor geen geld

“Onze daguitstap in juni naar Bastogne en Malmedy spreekt mij zeker aan. Vooral omdat onze voorzi er en mijn voormalige geschiedenisleraar Rik Blervacq gaat gidsen. Hij spreekt vol passie over geschiedenis en is een kenner van het Ardennenoffensief.”

Schrijver

“Bij mijn laatste bestelling koos ik het boek Plato & Cola of het geheim van jouw brein van Veerle Visser-Vandewalle. Haar kennis over het denken van de mens en wat er allemaal omgaat in ons brein, daar zou ik met haar wel eens een avondje over willen kletsen.”

Culturele zonde

“Af en toe pik ik graag een alternatieve film mee in Cinema ZED in Leuven, of in de Sphinx in Gent. En ik kan genieten van immersive experience-expo's zoals die van Vincent van Gogh en Gustav Klimt, binnenkort is er ook een van Frida Kahlo! Tot slot ontdek ik graag muziek, en tussendoor speel ik basgitaar of saxofoon.”

Favoriete lied

“Ik kan blijven luisteren naar de poëtische nummers van Spinvis, voornamelijk Trein Vuur Dageraad, maar eigenlijk alles van die band, zonder twijfel. Opkomend talent zoals Koala Disco hoor ik ook heel graag.”

Favoriete film

“Into the wild met Chris McCandless is mij bijgebleven uit mijn jeugd. Ik kijk er nog altijd met veel plezier naar. Het tragische verhaal met zowel het mooie van de natuur als de persoonlijke problemen waarmee hij kampt, blijven me intrigeren. Zeker aangezien het waargebeurd is.”

Wil je zelf je culturele passies in onze krant delen?

Stuur een mailtje naar communicatie@davidsfonds.be met als onderwerp ‘de minnaar’ en wie weet sta jij volgende keer in onze krant!

Wie is Jef Luykx?

l Lee ijd: 26 jaar Ù Beroep: Project Engineer bij

Faes (Reusel) \ Davidsfonds: lid en vrijwilliger bij Davidsfonds Lommel

Op reis met Virginie Loveling

Ruim 130 jaar geleden publiceerde Virginie Loveling (1863-1923) haar reisdagboek Een winter in het Zuiderland. Het succes dat neef Cyriel Buysse verwach e bleef uit, maar biograaf Ludo Stynen hoopt hier met een nieuwe uitgave nu verandering in te brengen.

Tekst: Laura Huygen – Foto: Ludo Stynen

Virginie Loveling was een straffe madam, niet alleen voor haar tijd. Zij en haar zussen waren vroegrijp, lazen veel en spraken zo’n zeven talen. Ludo: “Dat maakte hen erg zelfbewust. Ze begonnen te schrijven en Virginie hee zelfs geprobeerd wat te werken in de journalistiek. In haar teksten zoekt ze naar de mens. Dat valt op in haar reisdagboek. Het is niet het beeld van David in Florence waar ze over uitweidt, maar de mensen die ze ontmoet. Virginie was onwaarschijnlijk nieuwsgierig en kende snel de namen van alle kelners en kamermeiden. Ze was vij ig jaar en de flirt van het hotel.” (lacht)

“Ze was onwaarschij nlij k nieuwsgierig en kende de namen van alle kelners en kamermeiden”

Ware mannenmoed

Moed was kenmerkend voor Virginie. Ze trok alleen door de straten van verschillende steden. Ook voor haar werk kreeg ze lof. “Dat beschreven ze in termen als ‘zij hee met ware mannenmoed het strijdperk betreden waar mannen de voet niet durfden te ze en’”, vertelt Ludo. “Virginie volgde de geplogenheden als ze publiek optrad, maar was niet op haar mondje gevallen. Als vrouwen bijvoorbeeld wel een cursus mochten volgen, maar geen diploma kregen, stelde ze de vraag of die vrouwen ooit wel hun diploma’s zouden krijgen. ‘Ik betwijfel het’, voegde ze er dan meestal aan toe. Al hoopte ze natuurlijk van wel.”

Stynen is erg gefascineerd door Loveling. “Virginie boeit mij omdat ze anders was. Ze had een duidelijke kijk op haar eigenzinnige bestaan. Wat je van haar kan leren, is de bereidheid om open te staan voor alles wat je tegenkomt, zonder je veel aan te trekken van wat reisgidsen zeggen dat je mooi moet vinden. Zij maakte er geen punt van om te zeggen wat er allemaal dik tegenvalt.”

Eind maart verschijnt de nieuwe uitgave van Winter in het Zuiderland. Bestel jouw exemplaar op www.davidsfonds.be. We hebben ook jeugdboeken! Je leest alles over de jeugdboekenmaand in maart op cultuurenco.blog.

“Onbekendheid en onzekerheid ombuigen naar verwondering”

Meer dan honderd jaar ervaring met en in Davidsfonds, maar nog steeds – of is het meer dan ooit? – met een energie en dadendrang waar de jeugd jaloers op kan zijn: het nieuwe gewestbestuur van Brussel hee er zin in. “We ijveren nog altijd voor een sterke aanwezigheid van de Vlaamse cultuur in Brussel.”

DRIE BESTUURSLEDEN In één oogopslag

Christine Van Vlierden

\ Bestuurslid (sinds 1989) en voorzi er (sinds 1994) van

Davidsfonds Ganshoren

Luc Faems

\ Bestuurslid (sinds 2008) en

Secretaris (sinds 2010) van

Davidsfonds Sint-Joost-ten-

Node/Brussel Leopoldwijk

Thomas van Rijn

 Meer dan 40 jaar lid van

Davidsfonds \ Lid van regionale kern van

Davidsfonds Academie

Mensen warm maken voor Davidsfonds is – net zoals voor elke vereniging – geen sinecure meer. En misschien nog moeilijker in het hedendaagse Brussel. Welke troeven spelen jullie uit om het tij keren?

Christine: “Ik vind het belangrijk dat we in het multiculturele Brussel onze rijke Vlaamse cultuur bekendmaken. Het doel moet zijn om de onbekendheid en onzekerheid die bij sommigen lee om te buigen naar verwondering en nieuwsgierigheid. Wat ik zo belangrijk vind in onze haastige wereld waarin het aantal kliks en likes tellen, is dat je bij Davidsfonds de tijd kan nemen om stil te vallen, je te verdiepen en je blik te verruimen.”

Luc: “Om nieuwe leden aan te trekken, bieden we een zeer gevarieerd programma aan. Wij proberen binnen Sint-Joostten-Node en de Leopoldswijk (Europese wijk) Davidsfonds echt op de kaart te ze en met Nederlandstalige en Vlaamse cultuur. We sluiten daarbij niemand uit: er komen op ons concert ook Franstaligen af.”

Thomas: “Onze ervaring is dat het belangrijk is om de van oorsprong christelijke levensvisie van Davidsfonds niet op de voorgrond te ze en. Daarmee krijg je geen nieuwe leden, zeker niet in deze tijden. Dat geldt voor de Nederlandstaligen in Vlaanderen, maar nog meer voor mensen met een oorsprong in het buitenland, die nog minder met het christelijke vertrouwd zijn. Ik geloof dat je mensen het beste kan bereiken door ter plekke aanwezig te zijn.”

BEVEKOMSE INGENIEURS INSTIGEREN GROENE REVOLUTIE IN KOFFIELAND

Een nieuwe koffietraditie: lekker duurzaam

Koffie zorgt wereldwijd voor een van de meest vervuilende productieprocessen. Het roosteren van de bonen alleen al stoot jaarlijks zo’n 15 miljoen ton CO2 uit. Om nog maar te zwijgen over het hele productieproces dat meer dan 60 miljoen ton CO2 de atmosfeer injaagt. Hoog tijd om daar iets aan te doen, denken ze bij Ray & Jules. Het kleine koffiemerk uit Bevekom is opgericht door enkele ingenieurs die een CO2-vrij roosterproces opze en.

Tekst: Jolien Vandeven – Foto: Jan Crab

De koffiesector van binnenuit veranderen ten goede van het milieu, dat is het doel van Ray & Jules. De eerste stap? De ontwikkeling van een koffiebrander die bonen traag roostert voor een betere smaak en een beter aroma. En die geen aardgas of petroleum nodig hee , maar volledig op zonne-energie werkt. Daarmee mikt Ray & Jules op een jaarlijkse reductie van 15 miljoen ton CO2 wereldwijd.

Gert Linthout, partner en marktverkenner, vertelt: “Een klassieke, artisanale, koffiebrander werkt met ‘batches’. Je giet er een deel koffiebonen in en die worden gedurende een 12-tal minuten geroosterd op 200 à 230 graden. Daarna haal je de bonen eruit en laat je ze a oelen. Dat proces herhaal je keer op keer. Onze brander zorgt voor een continue roostering. De groene bonen worden op een lopende band gedoseerd en passeren vervolgens door acht verschillende zones. Door slimme luchtrecuperatie tussen de zones kunnen we drie keer energie-efficiënter werken dan de nieuwste traditionele koffiebranders.” branders Lieze en Sarah ontwikkelen een uniek recept voor elke origine, en ontsluiten zo het intrinsiek potentieel uit elke boon. Leuk detail: onze brander is volledig vanop afstand bestuurbaar. Als onze vaste koffiebranders op vakantie zijn, kunnen Gert en ik zelf branden.”

Duurzaam van a tot z

Maar het gaat niet alleen over het brandproces zelf. Ray & Jules wil de volledige keten duurzaam maken. En dus een van de oudste tradities nieuw leven inblazen. Met respect voor de artisanale smaak, maar met het oog op de toekomst.

Gert: “Onze brander is zo ontwikkeld dat we die gemakkelijk naar grotere schaal kunnen vertalen. Er lopen momenteel gesprekken met grote koffie- en cacaoproducenten om hen te overtuigen hun brandproces aan te passen. We tonen met Ray & Jules aan dat het kan, zonder dat de consument opdraait voor een hogere kost of inboet aan smaak. Integendeel, ons proces zorgt ervoor dat de authentieke smaak van koffie veel meer naar voren komt.” vers tweemaal per week. Pas als er een bestelling binnenloopt, wordt de koffie vers verpakt en indien nodig gemalen, volgens de gewenste maalgraad van de klant. Ook over de verpakking is nagedacht wat betre ecologie en duurzaamheid. En we werken voor een deel van België samen met een start-up die met elektrisch transport aan huis levert. We willen dat onze klant erop kan vertrouwen dat als het duurzamer kan, we dat doen.”

“De klant vertrouwt erop dat als het duurzamer kan, we dat doen”

Aan de bomen schudden

Het is niet de ambitie van Ray & Jules om morgen de hele koffiemarkt te veroveren. Ze kiezen voor kwaliteit, en willen voldoende groot worden om de hele koffiesector door elkaar te schudden. Als dat in België gelukt is, trekken ze verder Europa door, land per land. Voor Amerika en China zijn ze op zoek naar partners.

Gert: “Op twee jaar tijd is onze productie maal 20 gegaan. Binnenkort breiden we onze capaciteit uit zodat we de vraag kunnen bijbenen. Maar het gaat ons om de impact, niet om het marktaandeel. We geloven en tonen dat de consument verandering wil en dat verandering kan. We werken nu al alleen met koffie uit eerlijke handel en zo veel mogelijk in een directe relatie, maar we gaan verder. De koffieplantages zelf willen we ook duurzamer maken door de omslag naar permacultuur en door ontbossing tegen te gaan, met respect voor de families die van die koffie leven. Want ook dat is duurzaamheid: ervoor zorgen dat de plantages morgen nog bestaan voor de lokale families daar.”

Duurzaam partnerschap

Duurzaamheid met respect voor lokale tradities en cultuur is iets waar Davidsfonds zich meer voor wil inze en. Dat houdt in dat we nieuwe partnerschappen met duurzame en interessante ondernemingen niet uit de weg gaan. Ray & Jules is zo’n nieuwe partner. We willen actief samen met hen bekijken hoe we Davidsfonds-afdelingen kunnen helpen om lokale en duurzame producenten te betrekken bij de Davidsfonds-activiteiten. Hope-

lijk inspireert dit soort samenwerkingen onze lokale afdelingen om in hun buurt naar duurzame partnerschap-

pen uit te kijken. Maar ook nationaal gaan we met Ray & Jules aan de slag. Houd dus het aanbod van Davidsfonds Academie en Cultuurreizen in de gaten want daar komen ze in de toekomst zeker aan bod.

Davidsfonds gaat graag in zee met Ray & Jules. Het jaarthema ‘nieuwe tradities’ was nooit eerder zo tastbaar als in dit voorbeeld. Wil je ook graag proeven van een eerlijk, duurzaam en authentiek kopje koffie? Maak dan nu gebruik van 10 euro korting bij een bestelling vanaf 25 euro op www. ray-jules.com met de kortingscode DAVIDSFONDS. De korting is geldig tot 30/04/22 (max. 1 keer te gebruiken per Davidsfonds-lidnummer).

This article is from: