3 minute read

Herstel laagveennatuur in de Polsmeersen

© vzw Durme

herstel laagveennatuur in de polsmeersen Michaël Crapoen

Advertisement

In samenwerking met het Regionaal Landschap Schelde-Durme (RLSD) en de provincie Oost-Vlaanderen hebben we dit najaar gewerkt aan kwalitatievere natuur in het hooilandcomplex ‘Polsmeersen’ (Berlare). Door deze werken hopen we enkele bedreigde soorten een handje te helpen en zullen we hier - in afwachting van omvangrijkere herstelwerken volgend jaar - ook beter kunnen inschatten of het resultaat naar verwachting is.

Deze ietwat verborgen parel van de Reservaatzone Donkmeer kenmerkt zich door kleinschalige natte hooilanden die nooit een intensief landbouwgebruik hebben gekend. Ze zijn doorspekt met een slotennetwerk en sommige delen kennen een bijzondere ‘abiotiek’. Op sommige percelen borrelt er namelijk voedselarm kwelwater op dat hier en daar lang blijft staan. Aangezien dit water afkomstig is van iets hoger gelegen, zanderige gronden, heeft het een ietwat aparte chemische samenstelling. In combinatie met de veenhoudende bodem van de graslanden zorgt dit voor een apart stukje natuur. veenpluis Holpijp, kikkerbeet, schildereprijs en waternavel zijn al enkele bijzondere plantensoorten, en in de randzone van de Polsmeersen tref je daarenboven ook nog absolute toppers als grote boterbloem en moeraskruiskruid aan. Ook op het gebied van fauna heb je met libellensoorten als vroege glazenmaker en glassnijder of vogelsoorten als ijsvogel en watersnip al enkele leukerds. Stuk voor stuk soorten die onze aandacht verdienen én nodig hebben. De absolute ster van het gebied is echter het veenpluis! Een 10-tal exemplaren - en dus kwetsbaar - zijn

hier in 2018 in de oeverzone van een sloot aangetroffen. Wetende dat veenpluis op slechts 2 andere plaatsen in onze provincie voorkomt, zorgt dat voor een verantwoordelijkheid. Die hebben we dan ook volop genomen door te ijveren voor een grondig herstel van hun groeigebied.

Concreet focusten we ons op het herstel van de hydrologie van de sloot, en meer bepaald het langer vasthouden van het bijzondere kwelwater. Daarnaast hopen we door het flauwer maken van de oeverhelling van de sloot en het verwijderen van maar liefst zowat 110 ton voedselrijk slib en bodemmateriaal, ook de juiste groeiomstandigheden voor veenpluis te creëren. Door de flauw hellende oevers zal het voor onze landbouwers ook mogelijk blijven om tot aan de waterkolom te maaien. Hierdoor zullen de minder concurrentiekrachtige soorten zoals veenpluis en andere doelsoorten meer ruimte krijgen. blue deal Zoals gezegd vormen deze werken een prelude op de uitvoeriger werken die we hier in de zomer van 2022 plannen. Waar we nu een dikke 50 meter sloot aangepakt hebben, dienden we in het kader van de Blue Deal en de focus op natte gebieden, een project in om hier maar liefst zowat 700 meter aan waterlichamen aan te pakken. Het is nog eventjes wachten op de definitieve goedkeuring, maar eens dat die er is, kunnen we aan de slag om van dit gebied opnieuw een ‘natte spons’ te maken. De biodiversiteit en het klimaat hebben namelijk meer van dergelijke gebieden nodig.

column begijn le bleu

Sinds een aantal jaren volg ik een seizoenskalender. Op die manier ben ik veel meer bezig met de natuur. Een jaarkalender is handig voor de praktische organisatie van mijn hebben en houden, maar houdt geen rekening met maanstanden, gemiddelde temperaturen of de veranderingen in het zonlicht. De winterzonnewende kondigt heel voorzichtig de lente aan terwijl de winter nog maar net is aangebroken. Het is voor mij een herinnering dat wat in verval is geraakt, weer zal opbloeien. Het is een cyclus van vertrouwen die mij meer houvast geeft dan de verering van de zoveelste heilige. Op die manier wordt zelfs het kleinste stukje groen dat zich tussen wat betontegels wurmt, een feest. De lente eist zoveel aandacht op dat je dagen te kort zijn om al dat leven terug te verwelkomen. “There is no wifi in the forest but I promise you will have a better connection” is een van de vele oneliners die tegenwoordig de ronde doen. Maar het klopt wel. Over de rijkdom van een bos en de vele interacties tussen organismen onderling raak je niet uitgepraat. En daar zijn wij ook een onderdeel van. Ik kan niet wachten tot de dagen weer langer worden. Maar voorlopig is het halsreikend uitkijken en merken hoe het licht het stap voor stap weer zal halen op de duisternis. Wanneer ik ’s avonds nog even naar buiten ga, hoor ik de roep van een bosuilmannetje dat op versiertoer is.

Het hangt in de lucht!