36 minute read

New trends in organic coatings

THÈME

NOUVELLES TENDANCES EN MATIÈRE DE REVÊTEMENTS ORGANIQUES

Advertisement

Ultraduurzame toplagen: is er kleur voorbij de polyurethaan horizon? i

SCICON Worldwide Gunnar Ackx

vom info 09/18

Tot aan het begin van deze eeuw was er bij veel bouwheren, in Europa dan toch, weinig langetermijnvisie wat betreft de algemene Life Cycle Cost van structuren. Bij de conservering van nieuwbouw- of onderhoudsprojecten werd veelal niet verder gedacht dan de standaard 10 jaar aannemingsgarantie.

Stilaan werd echter een groeiend belang in meer duurzame coatingproducten erkend. De drijvende factoren zijn onder meer strengere gezondheids- en milieueisen (oppervlaktevoorbereiding, applicatie, afvalverwerking, …). Maar vooral een streven naar het reduceren van (veelal hoge) onderhoudskosten en ook een goede image branding blijft een medebepalende factor.

Langere levensduur

In het voorbije decennium merkte ook SCICON worldwide een groeiende vraag naar ‘optimalisatie van de Life Cycle Cost’. Vragen van levensduurtes voor conserveringssystemen van 20 tot 30 jaar, uiteraard liefst met zo min mogelijk onderhoud, waren daarbij niet vreemd. Met de klassieke epoxy/polyurethaan systemen is die levensverwachting echter nog amper haalbaar. De onderliggende lagen kunnen dan wel helpen om in de buurt te komen, maar zelfs de beste polyurethanen zullen het lastig hebben om dergelijke termijn uit te zingen.

Figuur 1 – Uittreksel uit ISO 12944-1 (2018)

Daarenboven wordt met de nieuwe update van ISO 12944 (2018) nu voor het eerst ook een ‘Very High Durability’ duurzaamheidsklasse toegekend aan industriële natlaksystemen, wat neerkomt op een ‘verwachte levensduur’ (tot eerstvolgende groot onderhoud) van maar liefst MEER DAN 25 jaar. Zie figuur 1.

En om dat te kunnen faciliteren erkent de ‘Europese bijbel van de corrosiebescherming’ nu ook het gebruik van ultraduurzame toplagen: “In addition to polyurethane technology, other coating technologies may be suitable, e.g. polysiloxanes, polyaspartic and fluoropolymer.”.

Life Cycle Cost

Tegelijkertijd worden bouwheren zich stilaan ook bewuster van de totale Life Cycle Cost van een structuur en dringt het beter door dat “een beter conserveringssysteem vanaf het begin minder onderhoudskosten met zich meebrengt” en dus een verbeterde algehele Life Cycle Cost betekent. Dat zien ook wij elke keer als we de Life Cycle Cost analyse maken voor nieuwe, te bouwen of te ontwerpen infrastructuur.

Zit er dan een tegenstelling tussen deze levensduurverwachtingen (bouwheer/ISO 12944/…) en wat de industrie momenteel kan aanleveren?

Helemaal niet, alleen blijkt men in Europa zeer conservatief wanneer het aankomt

op het toepassen van nieuwe technologieën. Polysiloxanen hebben wel reeds een klein plaatsje in de markt veroverd, maar je kan amper van een doorbraak spreken. Ondertussen zijn (relatief) nieuwe technologieën zoals polyaspartics en zelfs PVDFen FEVE-toplagen zeker rijp voor toepassing op industriële schaal. Sterker nog, in andere werelddelen worden deze zelfs al ruim 15 jaar met succes toegepast.

We maakten een synthese van diverse technische artikels die in het laatste decennium over dit thema gepubliceerd werden in diverse vakbladen. Blijkt dat er best nog heel wat kleur te vinden is voorbij de polyurethaan horizon.

Geschiedenis en evolutie van ‘ultraduurzame toplagen’

1. POLYSILOXANEN

Niettegenstaande we voor de ontwikkeling van de eerste polysiloxaanverbindingen helemaal moeten terug gaan naar de negentiende eeuw, is het pas sedert de jaren ’90 van de vorige eeuw dat ze opduiken in het werkveld. Al snel werden ze erkend als de betere van de polyurethaantoplagen met als voornaamste kenmerken:

• Een wat hogere UV-bestendigheid (beter glans- en kleurbehoud)

• High-solids dus meer mogelijkheden m.b.t. de laagdikte (zodat eventueel ook een tussenlaag kan worden geschrapt)

• Uitstekende chemische resistentie

• Isocyanaat-vrij

• Vrij applicatiekritisch en minder makkelijk overschilderbaar

• Tot wel twee keer de prijs van een gemiddelde PU De eerste drie eigenschappen leiden ertoe dat ze tegenwoordig vooral gebruikt worden in ‘industriële toepassingen’. Echter, daar waar de polysiloxanen in 2010 nog erkend werden als ‘het neusje van de zalm’ op het vlak van ‘weatherability’ worden deze producten sedertdien in een versneld tempo voorbijgestoken door nieuwe ontwikkelingen en technologieën,

10

NIEUWE TRENDS IN ORGANISCHE COATINGS

THEMA

die bij ons nog amper hun intrede gedaan hebben, maar niet zelden reeds enkele decennialang in andere werelddelen worden toegepast.

2. POLYASPARTICS

Bayer Materials Science is één van de grote marktspelers die reeds geruime tijd zwaar ingezet hebben op de ontwikkeling van polyaspartics. Deze familie is een afgeleide van de polyurea-producten en valt daar strikt genomen onder. Ter vergelijking:

• Polyurethaan = polyol + isocyanaat

• Polyurea = amine + isocyanaat

• Polyaspartics = secundaire alifatische diamines + alifatische polyisocyanaten

Ze worden gekenmerkt door:

• Goede weathering resistance, minstens gelijk(w)aardig of beter dan polysiloxanen

• Lange potlife, snelle droogtijden

• Hoge impactweerstand en behoorlijke anti-graffiti-eigenschappen

• High-Solids (70-100 %) = low-VOC of VOC-vrij

• Hoge laagdiktes mogelijk (tot zelfs 300 µm) dus minder lagen in een coatingsysteem mogelijk

• Versnelde uitharding bij hogere relatieve vochtigheid

• Kan airless of elektrostatisch aangebracht worden

• Bevatten wel nog isocyanaten

Deze zijn dus zeker geschikt voor industriële toepassing.

VOC gehaltes, dus minder milieuvriendelijk. Overige kerneigenschappen zijn:

• Uit de wereld van gebakken PVDF coatings (natlak of poederlak) bieden ze een weathering resistance die nog flink opschakelt t.o.v. eerder vernoemde producten

• Ook heldere kleuren en meer glansmogelijkheden

• Iets dunnere laagdiktes (20-40 µm) en daardoor ook iets kwetsbaarder

• Uitstekende chemische resistentie Deze producten vinden meer toepassing in architecturale toepassingen dan in de algemene industrie.

4. FLUORETHYLENE VINYL ETHER (FEVE)

AGC Chemicals is een vooraanstaande formulator van FEVE-gebaseerde harsen en rapporteert dat deze coatingtechnologie ontwikkeld werd in Japan reeds in de jaren ’70-’80 van de vorige eeuw.

De lijst eigenschappen is ongeëvenaard:

• Het summum van UV- en weersbestendigheid met ongenaakbare optische eigenschappen

• Uitstekende chemische en thermische weerstand alsook olie- en waterbestendig

• Ultra vuil- en vochtafstotend o lagere ‘time-of-wetness’ dus lagere corrosiviteit aan het oppervlak o prima anti-graffiti-eigenschappen

• Lagere laagdikte : 20 – 30 µm, maar verliezen hun laagdikte bijna niet t.g.v. degradatie, erosie, enz.

• Kunnen in meerdere toplagen worden aangebracht om ook op industriële schaal ongekende duurzaamheid te bewerkstelligen

• Kunnen zowel watergedragen als solventgebaseerd geformuleerd worden, beide VOC-vrij.

Enkele ondertussen bekende FEVE-toplagen worden terug gevonden onder de merknamen Lumiflon en CMP Fluorex.

Ondertussen blijken de FEVE-harsen zelfs vrij goed combineerbaar te zijn met andere coatingtechnologieën. Zo zijn er tegenwoordig ook fluorourethanen ontwikkeld waarbij het FEVE-hars crosslinkt met een isocyanaatgroep om chemisch vernette toplagen te krijgen met gelijkaardige UV-bestendigheid als FEVE-coatings, maar tegelijk ook extra eigenschappen als hardheid en een hogere corrosieweerstand bieden.

FEVE-harsen worden zelfs vernet met silaangroepen (tot Silanol Functional FEVEresins) die qua performantie kunnen wedijveren met de fluorourethanen, maar dan zonder de schadelijke isocyanaten. Bijgevoegde grafieken tonen een overzicht van de performance van deze producten (t.o.v. urethanen).

Ook dit zal ongetwijfeld de weg openen naar meer coatingsystemen met een ‘zeer hoge duurzaamheid (≥ 25 jaar)’, zelfs in de meest corrosieve omgevingen (C5 & CX).

Zo onbekend als ze in Europa zijn, zo bemind zijn ze in Japan. Daar worden ze reeds meer dan 15 jaar met succes aangebracht op vele bruggen, waaronder de Akashi Straits Bridge, de langste hangbrug ter wereld, alwaar meerdere FEVE-toplagen werden aangebracht met het oog op een verwachte duurzaamheid van maar liefst 60 jaar!

Niet enkel op laboschaal maar in reallife toepassingen worden ze reeds ruim 15 jaar nauwlettend gevolgd en blijken ze geen enkele concurrentie te dulden. Zo werd vastgesteld hoe een fluoropolymer slechts 1,1 µm laagdikte verloor (door

Effect van relatieve vochtigheid op de uithardingssnelheid van polyaspartics

3. POLYVINYLIDENE-FLUO- RIDE (PVDF)

Afgeleid van de ‘gemoffelde PVDF-coatings’ bestaan deze momenteel zowel in watergedragen als solventgedragen versies, zij het voor deze laatste wel met hoge

Vergelijking UV-weerstand FEVE-coating t.o.v. een Polysiloxaan en Polyurethaan

vom info 09/18

11

THÈME

NOUVELLES TENDANCES EN MATIÈRE DE REVÊTEMENTS ORGANIQUES

t.o.v. de klassieke systemen afgewerkt met een polyurethaan-toplaag.

Zelf stelde SCICON worldwide reeds diverse technische specificaties op waarin dergelijke ultraduurzame toplagen gespecificeerd werden. In één geval viel de keuze op een nog redelijk klassieke polysiloxaan, waarmee toch verwacht wordt een duurzaamheid van 15 tot 20 jaar te bereiken.

vom info 09/18

uv-weerstand van een FEVE-Silanol t.o.v. Polyurethaan

Materiaalverlies van een FEVE-toplaag t.o.v. Polyurethaan t.g.v. weathering

weathering) over een periode van 15 jaar t.o.v. 22-28 µm voor de daarmee vergeleken polyurethaan.

Het vertrouwen is zelfs dermate hoog dat het in Japan ondertussen een nationale eis is om alle bruggen te schilderen met FEVEgebaseerde toplagen, ook wel fluoropolymers genoemd.

UITDAGINGEN

Het artikel van Kurt Wood haalt alvast aan dat wellicht een volgende grote uitdaging zal liggen in het specificeren van dergelijke ‘very high durability toplagen’.

Een uitdaging zal zeker ook zijn om de kwaliteit en vereiste levensduur alsook de daaraan verbonden parameters (kleur- en glansbehoud, …) te specificeren, waarvoor er momenteel nog geen echte industrienormen voor handen zijn. Veel huidige ‘accelerated performance testen’ zijn op heden nog gebaseerd op het testen van een wit gekleurde toplaag en zijn amper representatief voor andere kleuren.

Voorlopig stelt ook ISO 12944 geen extra eisen aan conserveringssystemen met zogenaamde ultraduurzame toplagen, toch niet op het vlak van weathering-resistance, glans- of kleurbehoud. Voor een CX (offshore) omgeving worden de performance

requirements uit Norsok M-501 & ISO 20340 wel doorgetrokken of overgenomen, echter blijft dit nog steeds op basis van een ‘high durability’ (15-25 jaar) maar echter nog geen ‘Very High Durability’ (≥ 25 jaar).

En daar zitten nog geen specifieke eisen of selectiecriteria ingebouwd die deze producten extra in de markt helpen zetten.

VAN WELKE DUURZAAM- HEID MOGEN WE STIL- AAN DROMEN?

Materials en Performance gaf in 2003 reeds aan dat levensduurtes van 20 tot 30 jaar al geen uitzondering meer waren met de destijds beschikbare technologieën (Polysiloxanen). Ondertussen is dit met de nieuwere technologieën zoals polyaspartics, PVDF-coatings en FEVE-toplagen reeds aantoonbaar geëvolueerd tot verwachte levensduurtes tussen 30 à 60 jaar. Dit laat volledig nieuwe strategieën toe m.b.t. nieuwbouw- en/of onderhoudsconserveringswerk.

Zo berekent Winn Darden (AGC Chemicals) in een artikel hoe de Life Cycle Cost voor coatingsystemen afgewerkt met één of meerdere FEVE-toplagen kunnen gereduceerd worden met 33 tot 66 procent

Op een ander (renovatie)project (brug van 1400 m 2 ) momenteel nog in tenderfase werd een FEVE-toplaag aangeboden voor ± 7 euro/m 2 extra kost (t.o.v. de minimum vereiste polysiloxaan). Voor het totale oppervlak van ± 1400 m 2 levert dit een meerkost op van bijna 10.000 euro, maar in het licht van:

• Een geschat totaal renovatiebudget van 750-900k euro

• ondertussen gekende en verwachte levensduurtes van 30-60 jaar kan met een meerkost van 1 tot 1,5 procent van het totale renovatiebudget meer dan waarschijnlijk een (dure) ‘grote onderhoudsbeurt’ integraal vermeden worden voor de komende 40-50 jaar.

Enkele voorbeelden waar SCICON worldwide ‘ultraduurzame toplagen’ specificeerde en/of inspecteerde:

Een oude spoorwegbrug uit WOII werd recent gerenoveerd als fietsbrug met een Polysiloxaan als toplaag

Teflon toplagen staan reeds 10 jaar borg voor een Ferrarirode signature kleur op ruim 100.000 m 2 dak in Abu Dhabi

12

NIEUWE TRENDS IN ORGANISCHE COATINGS

THEMA

WAT MAAKT EEN TOPLAAG ULTRA DUURZAAM?

1) Harstype a. Thermohardende harsen: doorgaans een hoge initiële weathering resistance, maar vertonen uiteindelijk een plotse degradatie (gelinkt aan de crosslinking die door UV-licht wordt afgebroken) i. polyurethaan (PU) ii. polysiloxaan (PSX) iii. polyaspartic (PASC) b. Thermoplast harsen: leveren doorgaans een lichtere en meer stabiele degradatie op (gelinkt met ontwikkelde oppervlaktespanning over tijd → pigmenten gaan verkrijten) i. Polyvinylidene-fluoride (PVDF) ii. Fluorethylene vinyl ether (FEVE), …

2) Pigment a. Organische pigmenten bieden de meeste mogelijkheden tot helder kleurenpalet, vooral populair bij architecturale toepassingen of zogenaamde ‘signature buildings’ (landmarks), doch zijn minder UV-resistent dan de anorganische pigmenten b. Anorganische pigmenten bieden een flinke boost in UV-resistentie (puur op basis van pigmentatie), doch zijn niet altijd in even levendige kleuren verkrijgbaar. Dus ook beter geschikt voor meer industriële toepassingen waar specifieke kleurhelderheid doorgaans ondergeschikt is aan duurzaamheid.

3) Pigment Volume Concentratie (PVC) a. De hoeveelheid van het toegevoegde kleurpigment is ook van belang, maar een extra moeilijkheidsgraad hier is dat de optimale hoeveelheid pigmentatie durft te variëren van kleur tot kleur en zelfs tussen verschillende pigmentproducten van eenzelfde kleur.

4) Belangrijk om in acht te houden is dat de te verwachten hoeveelheid verkleuring en glansafname ook nog eens behoorlijk kleurafhankelijk is (dus kan men niet alle kleuren over één kam scheren, zelfs niet binnen eenzelfde product of harstype).

Thermoharders en thermoplasten hebben een ongeveer gelijkwaardige veroudering na 5 cycli, maar daarna wordt het verschil goed merkbaar

Veel gebruikte benamingen voor dergelijke toplagen zijn:

• Super-durable (ultraduurzaam)

• Supergloss-Retentive (ultra glansbehoudend)

• Super-weatherable (ultra weersbestendig) Er bestaat momenteel echter geen definitie of norm die bepaalt wat deze termen nu juist inhouden.

Bibliografie

[1] SSPC 2012 Conference: Factors influencing the stay-clean properties and service life of new fluoropolymer coatings; Kurt Wood, Arkema inc.

[2] Materials Performance September 2003: A Comparison of Supergloss-Retentive Coatings; MATTHEW V. VEAZEY

[3] Bayer MaterialScience: Polyaspartic; An

Aliphatic Coating Technology for High Productivity Applications; Edward P. Squiller, Ph.D., Carl Angeloff, P.E., Kurt E. Best, Scientist

[4] SSPC 2017 Conference: FEVE Fluoropolymer Coatings for high performance waterbased applications; Kristen Blankenship, Business Development Manager AGC Chemicals Americas, Inc. Exton, PA USA

[5] SSPC 2006 + 2010 Conference: Advances in Fluoropolymer resins for long life coatings; Winn Darden and Bob Parker, AGC Chemicals Americas Exton, PA, USA

[6] SSPC 2013 Conference: Bridge coating in Japan: Doing it right the first time; Winn Darden and Robert Parker, AGC Chemicals Americas Exton, PA, Takashi Takayanagi, AGC Chemicals Tokyo, Japan

[7] SSPC 2006 Conference: Repainting Monumental Buildings; Paul P. Greigger, Ph.D., PPG Industries Springdale, PA, USA

[8] IPCM 2018 nr. 49 January-February: Fluoropolymer Coatings for High Capital Cost Infrastructure; Ben Gillies

[9] SSPC 2017 Conference: Environmentally Friendly Protective Coating system using water-borne Fluoropolymer Topcoat; Tsuyoshi Matsumotoa*, Kenichiro Yamauchia , Naoki Yabumia , Tsuyoshi Miyashitaa , Hiroyuki Tanabeb

[10] JPCL April 2005: Polyaspartic Coating Hits Home Run at Florida Baseball Stadium [11] VOM info 05-2010: Polysiloxanen in coatings; Patrick Plessers

[12] Coatings Pro 05-2009: Revisiting the San Mateo-Hayward Bridge (Polurea & Polyaspartic after 5 years); Jennifer Kramer

[13] SSPC 2010 Conference: Selection of Protective Coatings for Aesthetic Properties W. Doni Riddle The Sherwin-Williams Company

[14] VOM info 08-2006: Speciale polyurethanen; Patrick Plessers

[15] SSPC TU12 05-2015: SSPC Technology Update 12 - Ambient-Curing Fluoropolymer Finish Coats Applied to Metal Substrates

[16] JPCL May 2008: Fluoropolymer topcoats show promise for durability; Winn Darden

[17] Windmills – Fast production schedules with novel Zinc primers and Polyaspartic Ester topcoats; Mike O’Donoghue, Ph.D., Ron Garrett, V.J. Datta, Stan Osborne, and Peter Roberts ICI Devoe Coatings

[18] SSPC 2017 Conference: Estimating color fade of PVDF-based topcoats for “Bright color” architectural restoration and protective coating applications; Kurt Wood

[19] ISO12944 (2018) Paints and varnishes — Corrosion protection of steel structures by protective paint systems (delen 1 t.e.m. 9)

vom info 09/18

13

THÈME

NOUVELLES TENDANCES EN MATIÈRE DE REVÊTEMENTS ORGANIQUES

Agripol poedercoating van HaTwee in de prijzen bij de ION Borghardt Awards i

HaTwee Hans Hooyberg

Het team van HaTwee poseert bij de ION Borghardt Award (tweede plaats) en een voorbeeld van een Agripoltoepassing, tijdens Surface Campus 2018

vom info 09/18

Elke machine is een verzameling van complexe staalconstructies die als een mecano aan elkaar worden bevestigd. Landbouwvoertuigen, vrachtwagens, tuinmachines en heftrucks (ACE-markt) zijn allemaal toestellen die het resultaat zijn van vakmanschap en uitgekiende trials and errors. Deze werkpaarden moeten jaren meegaan en weerstaan aan de extreme omstandigheden waarin ze gebruikt worden. Daarnaast worden deze toestellen vaak doorverkocht en alle gebreken zetten de doorverkoopprijs onder druk en net hierin kan de coating een cruciale rol spelen. Een complex meerlagensysteem met kathodische bescherming zou de oplossing kunnen zijn maar de economische realiteit laat dit niet toe. Dit maakt de uitdaging des te groter.

Vanwaar het idee?

We kennen allemaal de mytes en het gegoochel van Harry Houdini en Rasti Rostelli.

Het Huis van Houdini in Bellewaerde blijft een trekpleister in het West-Vlaamse pretpark te midden van de getuigen van vernieling uit ’14-‘18. Landbouwmachines in de streek ploegen nog jaarlijks bommen en granaten naar boven. Als de machines het achtergebleven buskruit uit de poederopslagplaatsen overleven, krijgen ze steevast een tweede leven in Verwegistan. Ik heb zelf dezelfde eerste twee allitererende letters van voornaam en naam als Harry Houdini. Maar bij HaTwee verkopen we geen goocheltrucken. We anticiperen wel op de marktvraag van nu en de toekomst.

Een landbouwmachine huisvest in zijn ‘mécano-soudé’ high-tech sensoren, geleidsystemen, complexe besturingen en online-datacommunicatie. Net daarom trekken ze aandachtige kopers aan op de tweedehandsmarkt. Wie ooit zijn auto verkocht, weet dat elke onvolmaaktheid in de vorm van een krasje, roest of slijtage de

overnameprijs kan doen kelderen. De investeerder heeft immers rekening gehouden met een gewaarborgde restwaarde en niet met ‘het einde-verhaal-scenario’ op de schroothoop. De coating van deze pareltjes speelt bijgevolg een cruciale rol. De experten uit technische commissie van Qualisteelcoat en ISO-normencommissie stellen tal van aanbevelingen en specificaties op omtrent afwerking van scherpe randen, voorbehandelingschemie, het gebruik van zink als kathodische bescherming, één-of tweelagensysteem, enz. Toch blijft het voor deze sector vaak balanceren tussen de economische haalbaarheid en de corrosiewering. Wie competitief moet blijven tegenover werelddelen met lagere lonen zal met technologie moeten uitpakken, ook wat betreft de metaalconservering.

Voor deze mobiele machines focust de sector op C4-classificatie (ISO 12944- 2: High Corrosivity) met als belangrijkste

14

NIEUWE TRENDS IN ORGANISCHE COATINGS

THEMA

meetpunt maximaal 2 mm onderroest na 720 uur neutrale zoutneveltest. Al van toen ik 30 jaar geleden mijn grondige opleiding kreeg van Paul Callewaert (erebestuurslid van VOM) uit Sadef-Gits, kon je met een gestraald oppervlak deze corrosieweerstand niet halen met een UVbestendig éénlaagssysteem. Enkel een trikation zinkfosfaat leidde tot een succesvol resultaat. Dan zouden alle stukken, veelal vervaardigd uit warm gewalst staal, eerst gestraald en dan chemisch voorbehandeld moeten worden. Dan hebben we het nog niet over de lasergesneden randjes die enerzijds scherp, anderzijds een verstorende koolstofhoudende laag hebben die de hechting van eender welke coating in de weg staat.

De vraag is dus: hoe halen we 720 u op gestraald staal met een UV-bestendig éénlaagssysteem? ‘Als de nood het hoogst is, is de redding nabij!’, zegt een bekend spreekwoord. En zo geschiedde … De schaarste op de markt van epoxyharsen zette de polyesterharsproducenten aan het werk om nieuwe technologie te ontwikkelen die UV-resistentie en anti-corrosie met elkaar verenigt. Het handgeschud tussen beide klassieke extremen bracht vrede aan het front. Er was echter meer nodig dan alleen binders. De pigmenten en additieven fusioneren samen met de bindmiddelen tot een ‘lekker gerechtje’. Goede grondstoffen, goed bereid, tillen het brouwsel tot een meesterlijk ‘pièce de résistance’. Waar we in het verleden enkel epoxies de kunst van beschermen toevertrouwden

Molcon Interwheels werd geconfronteerd met strengere kwaliteitseisen van zijn klanten waar met de klassieke polyester poedercoatings niet aan voldaan kon worden. HaTwee ontwikkelde daarom voor zijn klant een nieuwe duurzame 1-laag polyester poedercoating met ongeëvenaarde corrosiebescherming: Agripol haalt 1.000 uur zoutneveltest op gestraald staal zonder conversielaag met minder dan 2 mm onderroest.

zijn er nu polyesters die deze klus evengoed of zelf beter kunnen klaren. Als klap op de vuurpijl geven ze bovendien een grote weerstand tegen UV-belasting en scoren ze beter in de versnelde verouderingstesten dan Qualicoat voorschrijft.

Agripol was geboren …

Principe van Agripol

HaTwee en CIN Govesan hebben een poedercoating ontwikkeld die de kwaliteiten van een primer en toplaag combineert in 1 product. AGRIPOL is een 1-laagssysteem dat dezelfde kwaliteit bereikt als een standaard 2-laagssysteem. Agripol heeft niet alleen een zeer hoge corrosieweerstand maar ook een uitstekende UV-weerstand en is hiermee een oplossing voor verschillende industrieën waaronder de landbouwindustrie. Agripol zorgt voor een verlenging van het kleur- en glansbehoud van de machines en dat komt de duurzaamheid en restwaarde ten goede bij doorverkoop op de tweedehandsmarkt. Agripol is geschikt voor verschillende sectoren zoals de landbouw-, transport-, bouw- en tuinsector (ACE-markt) en kan geleverd worden in een ruime selectie kleuren. Deze nieuwe poedercoating betekent voor de applicateur een enorme kostenbesparing. Een applicateur hoeft slechts één poedercoating aan te kopen

en een stuk moet maar één keer door de lijn in plaats van twee keer bij gebruik van een primer en toplaag. Van unieke efficiëntie gesproken.

Innovatie beloond met award

De ontwikkeling van Agripol is ook de jury van de ION Borghardt Awards niet ontgaan. Agripol werd tweede in deze prestigieuze wedstrijd. De jury omschrijft Agripol als volgt: “Agripol is een buitenbestendige 1-laags poedercoating die 1.000 uur zoutneveltest haalt. HaTwee ontwikkelde voor Molcon Interwheels een nieuwe duurzame 1-laag polyester poedercoating met ongeëvenaarde corrosiebescherming. Molcon Interwheels werd geconfronteerd met strengere kwaliteitseisen van zijn klanten waar met de klassieke polyester poedercoatings niet aan voldaan kon worden. Agripol haalt 1.000 uur zoutneveltest op gestraald staal zonder conversielaag met minder dan 2 mm onderroest. Hiermee voldoet Agripol aan C4 high corrosivity omgeving (ISO 12944-2). Agripol levert Molcon Interwheels de hoogst mogelijke kwaliteit en hierdoor kunnen zij zich onderscheiden in een concurrentiële markt. Agripol is een mooi voorbeeld hoe HaTwee de productiviteit en concurrentiepositie van haar klanten verbetert.”

vom info 09/18

15

THÈME

NOUVELLES TENDANCES EN MATIÈRE DE REVÊTEMENTS ORGANIQUES

Tijdelijke oppervlaktebescherming

van duurzame materialen

HS Protect: made in Belgium i

HS Protect Herman Bertier

Comment les surfaces sensibles aux dommages sont-elles temporairement mais efficacement protégées en cas de défaillance d’un film plastique ou de carton? HS Protect est une société belge qui a développé un revêtement organique liquide à base d’eau qui forme un film protecteur solide et imperméable après séchage. Grâce à son caractère liquide, le coating protège sans problème les formes les plus erratiques.

Hoe worden schadegevoelige substraten tijdelijk maar efficiënt beschermd wanneer plastiek folie of karton te kort schieten? HS Protect is een Belgisch bedrijf dat een organische watergedragen vloeibare coating ontwikkelde die een stevige en ondoordringbare beschermfolie vormt na het uitdrogen.

De functionaliteit en de duurzaamheid van de meeste materialen worden deels gerealiseerd door de toegevoegde waarde van de oppervlaktebehandeling. De vraag voor een tijdelijke bescherming van duurzame materialen is de laatste jaren meer en meer topic geworden. Of het nu gaat om het beschermen van gestalde voertuigen op parkings, buitenschrijnwerk, glas, beton tijdens de constructiewerken, installaties in agressieve milieus zoals op de petrochemische sites of gedurende transport, één voor één staan deze bloot aan zowel natuurlijke als aan variabele, externe beschadigingen.

Aanbrengen van HS Protect op buiswerk

Waarom tijdelijk beschermen?

Door de steeds duurdere productieprocessen, stijgende olieprijzen, loonkosten, ... zijn de prijzen voor hoogstaande afgewerkte

materialen rechtevenredig gestegen. De vraag om goederen tijdelijk maar efficiënt te beschermen blijft daardoor stijgen. Niet alleen om de behandelde oppervlakken te beschermen maar ook om de enorme kosten van herstellingen en/of vervangingen na schade te reduceren. Enkele voorbeelden. Bij de oplevering van een gebouw moet men een beschadigd aluminium schuifraam vervangen terwijl de torenkranen reeds zijn verwijderd! Of het vervangen van beschadigde inox constructies of gepoederlakte gevelpanelen. Het herstellen van de autolak van gestalde voertuigen in havens of woestijnomgevingen. Al deze situaties creëren een aanzienlijke meerkost op het uiteindelijke afgewerkte product.

vom info 09/18

Bescherming van vensters tijdens bouwwerken

Hoe sensitieve oppervlakken beschermen?

Uiteraard zijn er verschillende beschermingsmethodes op de markt zoals plas-

16

NIEUWE TRENDS IN ORGANISCHE COATINGS

THEMA

factor 4 en is 1 liter HS Protect voldoende voor 4 m².

Voordelen gebruik HS Protect

• Zeer snel aangebracht

• Beschermt de grilligste vormen

• Luchtdrogend

• UV-bestendig

• Antistatisch

• Niet toxisch

• Niet ontvlambaar

• Zeer gemakkelijk handmatig te verwijderen

• Eco-friendly

• Kost-effectieve bescherming

• Vermindert dure afvalstromen

• Duurzaam

Allerlei soorten producten, ook met grillige vormen, kunnen beschermd worden met HS Protect

tiek, karton, piepschuim, ... Maar meestal zijn deze beschermingsmiddelen niet afdoende. HS Protect biedt een oplossing. Het product is een milieuvriendelijke, organische beschermingsfilm die speciaal ontwikkeld werd om alle kwetsbare materialen te beschermen. Eenmaal HS Protect is aangebracht vormt het een supersterke, ondoordringbare folie die de onderlaag maximaal beschermt. Niet alleen tegen toevallige schade zoals krassen, maar ook tegen verwering, UV-schade, las- of slijpglinsters, corrosie, chemicaliën en zoveel meer. Bijkomend reinigt de coating het oppervlak bij verwijdering door het vuil en stofresten in te kapselen in de folie.

Hoe aanbrengen en verwijderen?

Verbruik?

Er is uiteraard een minimale dikte nodig om een maximale bescherming te garanderen. Het verbruik is sterk afhankelijk van de te beschermen oppervlakken. Zo is er meer product nodig om een vloer te beschermen waarop gelopen wordt dan bij een verticale opstelling zoals buitenschrijnwerk. Het is logisch dat ondergronden met menselijke passage veel gevoeliger zijn aan directe beschadiging en impact. Denk maar aan gepolierde betonnen trappen of marmeren vloeren tijdens de constructiefase, waar de bouwvakkers voortdurend over lopen. In dergelijke gevallen raden wij een consumptie van 1 liter per m 2 aan. Wanneer we een aluminium vliesgevel wensen te beschermen daalt de consumptie met

Duurzaamheid?

Zowel voor binnen als buiten is de beschermingsfolie een duurzame oplossing. Bij de ontwikkeling van HS Protect was het vertrekpunt: een duurzame beschermende coating formuleren die in de meest agressieve milieus zou standhouden. De vooropgestelde eisen voor het product waren: bestand zijn tegen hoge omgevingstemperaturen, zuren en alkaliën, impact, zouten, extreme krassen en daarenboven eenvoudig verwijderbaar.Testen wezen uit dat de folie ook na meer dan 5 jaar nog even gemakkelijk te verwijderen is als de eerste dag en de beschermde ondergrond er als nieuw uitziet.

De vloeibare beschermingscoating is gemakkelijk aan te brengen door middel van een airless toestel dat toelaat een ideale dikte te spuiten. Deze dikte is afhankelijk van het te beschermen substraat, de omgeving en/of de omstandigheden waarin de goederen dienen beschermd te worden. Tevens kan HS Protect aangebracht worden door dipping, roller of kwast. Het is wel evident dat wanneer men werkt met een airless toestel er een optimalisatie is tussen verbruik en de beschermingskarakteristieken.

HS Protect ontwikkelt een verwijderbare beschermingscoating die wereldwijd wordt gebruikt in de meest uiteenlopende industrieën om schadegevoelige oppervlakken te beschermen tegen externe beschadigingen.

CONTACT

Herman Bertier Zavelstraat 7b • 9190 Stekene • +32 (0)3 790 10 90 info@hsprotect.be • www.hsprotect.be

vom info 09/18

17

THÈME

NOUVELLES TENDANCES EN MATIÈRE DE REVÊTEMENTS ORGANIQUES

De markt van het poedercoaten van aluminium voor architecturale toepassingen onder de loep genomen i

Maes Coating Service Ludo Appels

vom info 09/18

De ontwikkelingen in de markt van de organische coatings, meer bepaald de poedercoatings, die toegepast worden op aluminium voor bouwtoepassingen, situeert zich de laatste jaren niet zozeer op technisch vlak, dan wel op het zeer uitgebreid aanbod aan kleuren en afwerkingen. In het prille begin van het poederlakken van aluminium bestond het aanbod uit enkele kleuren in acrylaatpoeders. Later werd er overgeschakeld naar epoxy harsen, maar door de overgevoeligheid aan verkleuring en verkrijting werd al snel overgeschakeld naar de meer weersbestendige polyesterpoederlakken. We spreken nu anno jaren 80 waar er een relatief uitgebreid gamma aan polyesterpoederlakken op de markt verkrijgbaar was. De RAL-kleurenwaaier diende destijds als de ‘standaard’ en de poederfabrikanten hadden het grootste deel van deze kleuren in satijnglans uitvoering wel op voorraad staan.

RAL ≅ RAL

Door de sterke groei in deze markt zijn er een aantal fabrikanten andere uitvoeringen beginnen te ontwikkelen, nog steeds in het RAL kleuren gamma. De eerste uitbreiding was die van de matte uitvoering. Alle RAL kleuren werden plots ‘verdubbeld’ en bestonden toen in zowel de satijnglans afwerking (glansgraad ca. 70 procent) en de matte uitvoering (glansgraad ca. 30 procent). Een bijkomende diversificatie bestond er in, dat in die periode, een aantal grote aluminium systeemleveranciers voor aluminium profielen voor de gevelbouw, hun eigen versie van een aantal RAL kleuren op de markt brachten. Zo ontstonden er bijvoorbeeld voor de RAL 9010 voor de Benelux markt meerdere versies van zowel de satijnglans- als van de matte uitvoering. De etikettering op de poederdozen vermeldde toen plots : “ca. RAL 9010”

Beeld: Pexels

of “+/- RAL 9010”. Plots hadden de loonlakkers wel een vijftal dozen poeder in de “RAL 9010” op hun rekken staan in plaats van 1 doos. De klachten omtrent kleurafwijkingen op werven zijn toen ontstaan en behoorden stilaan tot het ‘noodzakelijk kwaad’ bij de looncoaters. De ene lakker had de gevelprofielen in versie x van de RAL 9010 gelakt, terwijl een andere lakker voor diezelfde werf, het plaatwerk had gelakt in versie y van de RAL 9010. Bij de oplevering van zo’n gebouw begonnen de discussies tussen architecten, opdrachtgevers, bouwheren, poederleveranciers en loonlakkers,… over wie nu wel dan niet ‘in de fout’ was gegaan. In de meeste gevallen werd er met de vinger naar de coater gewezen: hij had immers de coating aangebracht?

Weinig vernieuwing

Buiten het feit dat eind jaren ‘90 de verharder in de poederlakken gewijzigd werd van het kankerverwekkende TGIC naar meer milieuvriendelijke verharder is er op technisch vlak weinig ontwikkeling geweest in de poedercoatings bestemd voor aluminium in de bouw. De ontwikkelingen

bij uitstek bleven beperkt tot het steeds maar opnieuw uitvinden van nieuwe kleuren en afwerkingen. Het ontstaan van de RAL 9006 en 9007 als alternatief voor het geanodiseerd aluminium was ook weer zo’n typische (zorgwekkende) uitbreiding in het gamma. Hiervan bestaan er momenteel wel tientallen ‘versies’. De laatste 10 jaar zijn de diverse poederleveranciers enkel maar hun aanbod blijven uitbreiden met onder andere fijn structuur versies, diverse metallics, speciale collecties van niet-RAL kleuren, enzovoort.

Super durable

De laatste echt technische ontwikkeling is het ontstaan van de zogenaamde super durable poederlakken. Deze hebben een beduidend hogere atmosferische weerstand en behouden veel langer hun kleur en glansgraad na blootstelling aan diverse atmosferische omstandigheden, voornamelijk weerstand aan UV-belasting (zonlicht). Maar ook hier weer moet de opdrachtgever rekening houden met een zekere kleurafwijking van een RAL in super durable versie tegenover dezelfde RAL in de standaard uitvoering. Niet elke op-

18

NIEUWE TRENDS IN ORGANISCHE COATINGS

THEMA

drachtgever is bereid om meer te betalen voor het lakwerk om het in deze duurdere super durable versie te laten uitvoeren en kiest dan de gewone standaard uitvoering. Oorspronkelijk kan dat dan nog wel meevallen, maar na enkele jaren begint de ellende als er op een werk plots bepaalde stukken minder verkleurd zijn dan andere door het feit dat men in het betreffende gebouw twee verschillende versies van poedercoating heeft gebruikt. Ook in dit geval kijkt men dan, voornamelijk door onwetendheid, weer in de richting van de lakker.

Beeld: Pexels

Vandaag de dag doet een gemiddelde loonlakker tussen de 20 en 40 kleurwissels per dag en blijft er van zijn 8 uur dus nog 5,5 uur effectieve productietijd over

Dalend rendement

Door deze ontwikkeling van de poedermarkt gedurende de laatste 30 jaar is het

rendement van de looncoater alsmaar in dalende lijn geëvolueerd. 30 jaar geleden bestond een normale productieweek uit: 3 dagen wit (RAL 9010), een dag bruin (RAL 8019) en de vijfde dag werden er enkele

kleurtjes gelakt. Vandaag de dag doet een gemiddelde loonlakker tussen de 20 en 40 kleurwissels per dag. Als je dan weet dat een zogenaamde supersnelle kleurwissel in een moderne spuitcabine toch nog steeds vijf minuten bedraagt, dan blijven er van een normale werkdag van 8 uur slechts 5,5 uur effectief productieve uren over. Het is voor de looncoater daarom steeds moeilijker geworden om een productieplanning uit te werken die toch nog een beetje rendement oplevert. Zeker als je weet dat de marktconforme prijzen die een looncoater gemiddeld krijgt voor een m², gedurende deze periode, nagenoeg dezelfde zijn gebleven.

Complex voorraadbeheer

Beeld: Pexels

Daarnaast is door het enorme aanbod aan diverse versies van poedercoatings het voorraadbeheer een enorme opgave geworden. Elke loonlakker moet vandaag de dag rekening houden met een aanzienlijk kapitaal aan poederstock. De magazijnen voor de poederdozen zijn bij de lakker in deze laatste 30 jaar minstens verdubbeld in volume.

Chroomvrij voorbehandelen en poedercoaten van aluminium

CONTACT

Ludo Appels • Industriedijk 2 • 2300 Turnhout • +32 (0)475 61 94 41 Ludo.appels@maescoatingservice.com • www.maescoatingservice.com

We mogen concluderen dat de ontwikkelingen van de poedercoatings die hun toepassing vinden in de architectuur, wel degelijk hebben bijgedragen tot een explosieve groei in dit afzetgebied, maar tegelijkertijd zijn de nadelige (economische) gevolgen hiervan momenteel een realiteit bij elke loonlakkers.

vom info 09/18

19

THÈME

NOUVELLES TENDANCES EN MATIÈRE DE REVÊTEMENTS ORGANIQUES

Aanhoudende trend: investeren in de kern van de zaak i

Oxyplast Belgium Karl Pint

vom info 09/18

Trends. Ze komen en gaan, zijn populair en modieus maar evenzeer ongrijpbaar en vluchtig. Is het een trend, of een aanhoudend verlangen om te streven naar steeds nieuwer, beter, mooier? In een sterk concurrentiële markt staat vooruitgang niet stil en worden eindeloze mogelijkheden voorgeschoteld. Misschien net daarom dat in de zoektocht naar duurzaamheid en uniekheid de wederkerige trend in het spel toch steeds weer neerkomt op partnerschap, standvastigheid, zekerheid en vertrouwen in de expertise van uw medespelers.

Steeds hogere kwaliteitseisen

Als producent van een multi-inzetbaar product (de basis blijft min of meer dezelfde maar de uitstraling of toepassing is telkens weer anders) blijft productevaluatie en -optimalisatie de kern van de Oxyplast-activiteiten. Vanuit onze sterk technische ervaring is het een doel op zich om met onze producten een optimale productie-efficiëntie bij de klant te kunnen waarborgen. We constateren daarbij dat poedercoatings aan steeds hogere kwaliteitseisen worden onderworpen. De prijs blijft belangrijk maar er is toch een duidelijke voorkeur voor poedercoatings die superieure weersbestendigheid garanderen (Qualicoat klasse II), ten koste van poeders

met standaard buitenbestendigheid (Qualicoat klasse I). Ook de vraag naar low bake poeders en thin film coatings blijft stijgen, uiteraard door hun bewezen voordeel op vlak van kostprijs en output. Het is belangrijk hier te wijzen op het correct inzetten van deze poedercoatings: voor buitentoepassingen zijn thin films niet geschikt omdat ze te weinig bestand zijn tegen de effecten van corrosie. En laat een hogere corrosiewering nu ook net een punt zijn waar de laatste tijd steeds vaker op wordt ingezet. In dit kader worden superprimers en dry-on-dry oplossingen ontwikkeld. Superprimers garanderen een nóg betere duurzaamheid en corrosiewering dan de gebruikelijke primers. Dry-on-dry applicaties zijn 2-laagssystemen die in 1 keer worden uitgebakken. De poederlaag ‘primer’ en ‘topcoat’ worden over elkaar heen aangebracht en tegelijkertijd gecured. Het systeem verzekert een goede kantendekking maar beperkt het volledige productieproces, wat besparingen oplevert in onder meer de planning, gewerkte manuren en energiekosten. Recente zoutneveltests op gestraald staal bevestigden na 2.000 u nog steeds de optimale eigenschappen van deze coating.

De mogelijkheden van poedercoatings blijven uitbreiden. Coaten van MDF, hout, plastics, en andere niet voor de hand liggende substraten wordt steeds eenvoudiger. Er zijn poeders met bewezen staat van

Oxyplast Belgium NV is het Europese hoofdkwartier van de Protech-groep, één van de grootste poedercoatingproducenten wereldwijd. Protech-Oxyplast vervaardigt zowel thermohardende als thermoplastische poederlakken. Het succes van onze firma steunt op een sterk R&D-engagement in combinatie met een continue toewijding aan klantenservice en partnerschap. Het brede & gevarieerde gamma producten van Protech-Oxyplast staat bekend voor zijn kwalitatieve fysische, chemische en visuele eigenschappen. Enerzijds bieden onze poederlakken uw bedrijf de mogelijkheid om een high-end product te kunnen afleveren, anderzijds kunnen onze coatings u ook besparingen opleveren in productietijd en -kost. Al onze producten zijn milieuvriendelijk. Wij bieden u een scala aan gecertificeerde producten: ACQPA, GSB, Qualicoat & Qualisteelcoat.

CONTACT

Oxyplast Belgium NV • Karl Pint • Hulsdonk 35 • 9042 Mendonk (Gent) +32 9 326 79 20 • info@oxyplast.be • www.protechpowder.com

Poedercoatings moeten aan steeds hogere kwaliteitseisen voldoen. Denk aan poedercoatings die superieure weersbestendigheid garanderen (Qualicoat klasse II), ten koste van poeders met standaard buitenbestendigheid (Qualicoat klasse I). Ook de vraag naar low bake poeders en thin film coatings blijft stijgen. Het correct inzetten van deze poedercoatings blijft de basisvoorwaarde.

dienst die met succes verder worden geoptimaliseerd, zoals wrijvingsbestendige en slijtbestendige poederlakken, isolerende en geleidende poeders, anti-slip, ea. Oxyplast liet testen uitvoeren met een anti-slip poedercoating op een met olie gecontamineerd hellend vlak. De resultaten van de tests, uitgevoerd door TCKI, een onafhankelijk onderzoeksinstituut voor minerale grondstoffen en de daarmee geproduceerde bouwmaterialen, bewezen een zeer hoge slipweerstand met rating R12.

Behalve het schaven aan de finale eigenschappen van poedercoatings blijft het een continue opdracht ook hun productieinzetbaarheid te maximaliseren. Dankzij doorgedreven onderzoek en testen met nieuwe technieken bereiken we een gunstigere korrelverdeling die leidt tot efficiëntere poederapplicatie en bijgevolg ook minder poederafval.

Duurzaamheid

Protech-Oxyplast zet bovenal in op duurzaamheid. Met het oog op ecologie en gezondheid houden we steeds vaker rekening met het groeiend aantal grondstoffen die aan de ‘list of high concern’ worden toegevoegd, zoals silicium, titanium dioxide, bisphenol A, trimellitic anhydride (TMA), enz. Op esthetisch vlak concluderen we dat er minder metallic effecten worden toegepast, maar meer natuurgetrouwe kleuren en fijnstructuurtoepassingen. Goud en brons blijven ook in trek. Trend of geen trend, totaaloplossingen en advies in plaats van louter het product, blijven belangrijk. Investeren in de kern van de zaak, is de sleutel tot succes.

20

NIEUWE TRENDS IN ORGANISCHE COATINGS

THEMA

Projet Interreg WBDURAPAINT:

développement et caractérisation de nouveaux systèmes de peintures biosourcées à base aqueuse.

i

Materia Nova Mireille Poelman

MATERIA NOVA, FLAMAC, CRE- PIM, UMET (ULILLE), VOM et le pôle IAR mettent en commun leurs compétences et équipements pour développer et caractériser de nouveaux systèmes de peintures biosourcées à base aqueuse.

Le projet WBDURAPAINT, financé par Interreg FWVL, a en effet pour objectif la mise au point de nouveaux systèmes de peinture sans équivalent sur le marché actuellement, présentant de hautes performances (tenue à la corrosion, aux UV et résistance au feu) et un faible impact environnemental: sans composés toxiques et à très faibles émissions de COV. Ces peintures présenteront les propriétés et performances adéquates pour la protection du métal, du bois, des sols pour les applications intérieures et extérieures dans le domaine du bâtiment et du transport.

Pour répondre aux enjeux environnementaux et à la nécessité de développer des matériaux à partir de composés d’origine non pétrochimique, des peintures aqueuses biobasées apparaissent progressivement sur le marché. Cependant, un bilan a été réalisé dans le cadre du projet Revorgreen (mené par CoRI, CREPIM, FOREM-PIGMENTS) et a montré une série de limitations:

• Le pourcentage de biosourcé de ces peintures est assez faible (20-30%): il s’agit souvent d’actions marketing avec une incertitude quant à la quantité réelle de matières biosourcées.

• Les peintures en voie aqueuse ne peuvent actuellement remplir les cahiers des charges des peintures solvantées ou poudres. Les résines biosourcées n’ont pas nécessairement la même composition chimique que les résines non biosourcées. Ceci implique d’adapter les formulations biosourcées afin de maintenir le même niveau de performances.

• Que la résine soit biosourcée ou non, les peintures polyuréthane sont aujourd’hui encore à base d’isocyanates (toxique).

• Même si les peintures sont en base aqueuse, les émissions de COV des peintures une fois appliquées, ne sont pas négligeables et sont les plus nocives car insidieuses dans le temps.

L’objectif du projet WBDurapaint, financé par Interreg FWVL, est de développer de nouveaux systèmes de peinture aqueuse de hautes performances à faible impact environnemental: sans composés toxiques, à très faibles émissions de COV et présentant des performances suffisantes pour répondre aux cahiers des charges du bâtiment et du transport. Deux voies de développement sont considérées: des peintures à base époxy et à base polyuréthane sans isocyanates. Ces deux approches permettront de couvrir de nombreuses applications (bois, métal, sol pour intérieur ou extérieur).

Les régions Hauts de France-Grand Est, Wallonie et Flandre comptent de nombreuses entreprises dans les secteurs de la peinture comprenant par exemple les synthèses de résines, d’additifs, ou les applications. Ce projet vise à augmenter la collaboration entre les différents acteurs économiques de la zone Interreg par la diffusion des connaissances dans ce domaine, via l’organisation de formations et workshops dans les régions concernées.

Les secteurs du bâtiment et du transport, fortement implantés dans la région transfrontalière font intervenir toute la chaine de valeur des revêtements organiques: peintres, fabricants de peintures et d’encres, fournisseurs de matières premières, ainsi que les utilisateurs et applicateurs industriels. A titre d’exemple, la région Hauts de France compte environ 125 000 emplois dans le Bâtiment et 15 000 dans le ferroviaire. Les arrondissements concernés dans la zone Interreg Wallonie représentent 1200 emplois dans le secteur de la construction, de l’assemblage automobile et autres matériels de transport, et 600 emplois dans la fabrication et les travaux de peinture, répartis dans 150 PME.

Pour ces professionnels, soumis à des réglementations de plus en plus strictes pour l’utilisation de peinture contenant des Composés Organiques Volatils (COV), il est important d’obtenir des produits plus performants et moins nocifs en accord avec les directives 1999/13/CE et 2004/42/ CE sur la réduction des émissions de COV et les teneurs maximales en COV, et la réglementation européenne (REACH) concernant l’interdiction ou la restriction de certaines matières premières.

L’élaboration de nouvelles peintures aqueuses, durables, à faibles émissions de COV reposera sur la combinaison judicieuse d’éléments de base dont la sélection ou synthèse résulteront d’une interaction étroite entre les partenaires:

• La synthèse de nouvelles résines repose sur une collaboration étroite entre Materia Nova et UMET. UMET produira les synthons permettant les synthèses de polyuréthane par Materia Nova et d’epoxy par UMET. Les polyuréthanes seront obtenus par un procédé d’extrusion limitant au maximum l’utilisation de solvant et ne nécessitant pas d’isocyanates.

• La sélection des additifs et leur fonctionnalisation repose sur une collaboration étroite entre tous les partenaires: UMET et Materia Nova pour leur expérience dans la sélection d’additifs biosourcés, CREPIM pour sa spécialisation en additifs retardateurs de flamme, Materia Nova pour la fonctionnalisation des argiles comme pigments anti-corrosion innovants, fonctionnalisation qui sera optimisée en partenariat avec FLAMAC. L’apport des additifs permettra l’amélioration des propriétés des peintures pour atteindre les niveaux de performance des produits solvantés ou pétrobasés.

• La formulation complète de peintures sera menée par Materia Nova en parte-

vom info 09/18

21

THÈME

NOUVELLES TENDANCES EN MATIÈRE DE REVÊTEMENTS ORGANIQUES

nariat avec UMET et FLAMAC qui mettra à disposition l’utilisation d’outils de criblage haut débit pour l’automatisation de l’optimisation de formulations.

• L’évaluation des propriétés et performances des peintures appliquées sur différents supports représentatifs de leur usage final sera effectuée par FLAMAC, Materia Nova et CREPIM.

• L’évaluation de l’impact environnemental

sera considérée à différents niveaux: par tous les partenaires impliqués dans la synthèse ou formulation de produits, via une analyse complète de l’impact environnemental et par des mesures spécifiques d’émissions de COV (Materia Nova). Un retour sur les analyses aux différents centres sera effectué au long du projet à fin d’éco-conception.

• La dissémination des résultats du projet

sera menée conjointement par tous les partenaires de recherche avec le support actif de la VOM (association belge des traitements de surface) et du pôle IAR (pôle de bioéconomie, Grand-Est et Hauts de France).

Le projet WBDURAPAINT sera présenté au salon EUROFINISH+MATERIALS 2019 les 15 et 16 mai 2019 (stand 83).

Interreg project WBDURAPAINT

i

Materia Nova Mireille Poelman

vom info 09/18

MATERIA NOVA, FLAMAC, UMET (UL), VOM en het IAR-cluster bundelen hun competenties en infrastructuur om nieuwe biobased verfsystemen op waterbasis te ontwikkelen en te karakteriseren.

Het WBDURAPAINT-project, gefinancierd door Interreg FWVL, heeft tot doel nieuwe verfsystemen te ontwikkelen met hoge prestaties (corrosieweerstand, UVbestendigheid en brandwerendheid) en lage milieu-impact: geen toxische verbindingen en zeer lage VOS-emissies. Deze verven bieden de juiste eigenschappen en prestaties voor de bescherming van metaal, hout, vloeren voor binnen- en buitentoepassingen, zowel in de bouw- als in de transportsector.

De verfindustrie zoekt naarstig naar verven met een niet-petrochemische oorsprong zoals biogebaseerde watergedragen verven op de markt. Een eerste balans is reeds gemaakt in het REVORGREENproject (een samenwerking van CoRI, CREPIM en FOREM-PIGMENTS). Men constateerde het volgende:

• Het percentage van biogebaseerde verven is nog steeds gering (20-30 %): het gaat vaak over marketingacties met een onzekerheid voor wat betreft de reële hoeveelheid aan biologische materialen in de verf.

• Waterige verven voldoen momenteel niet aan de duurzaamheid die vermeld staat in bestekken voor verven op solventbasis of poederverven. Anderzijds hebben bio gebaseerde harsen niet noodzakelijk dezelfde chemische samenstelling

als veel gebruikte harsen. Dit houdt in dat de formuleringen moeten worden aangepast om hetzelfde prestatieniveau aan te houden.

• Ongeacht of de hars als dan niet van biologische oorsprong is, worden polyurethaanverven vandaag nog steeds voornamelijk gemaakt op basis van isocyanaat (giftig).

• Zelfs als verven watergedragen zijn, is hun VOS-uitstoot na toepassing niet verwaarloosbaar en schadelijk.

Het WBDurapaint-project heeft als doel om nieuwe, hoog performante verfsystemen op waterbasis te ontwikkelen met een lagere ecologische voetafdruk: zonder giftige componenten (en dus zonder isocyanaten), met een zeel lage emissie van VOS en met een voldoende performanties om ingezet te worden in de bouw en de transportsector.

Er worden twee ontwikkelingstrajecten overwogen: verven op basis van epoxy en verven op basis van poly-urethaan.

In de regio’s Hauts de France-Grand Est, Wallonië en Vlaanderen zijn er heel wat ondernemingen actief in de verf- en laksector. Het betreft hier onder meer de synthese van harsen, additieven of het appliceren van een verf. Dit project beoogt meer samenwerking tussen de verschillende economische spelers en het verspreiden van kennis via belangrijke actoren.

De bouw en transportsector zijn bijzonder sterk vertegenwoordigd in de grensregio. In deze sectoren vindt men veel toepassingen voor organische bekledingen:

lakken, verf- en inktproducenten, grondstoffenleveranciers en eindgebruikers en afnemers van industriële toepassingen. Voor deze professionals, gehouden aan steeds strenger wordende regels voor het gebruik van verf met Vluchtige organische stoffen (VOS), is het belangrijk efficiëntere en minder schadelijke producten te verkrijgen die in overeenstemming zijn met de richtlijnen van Verordening 1999/13/EG en 2004/42/EG betreffende de vermindering van de uitstoot van VOS en het maximale VOS-gehalte, en met de Europese REACH-richtlijnen betreffende het verbod of de beperking van bepaalde grondstoffen.

De ontwikkeling van nieuwe watergedragen duurzame verven met een lage VOSuitstoot is gebaseerd op de juiste verhouding van grondstoffen waarvan de selectie of de synthese een nauwe interactie vereist tussen de verschillende partners:

• De synthese van nieuwe harsen berust op een nauwe samenwerking tussen Materia Nova en UMET. UMET zal instaan voor de synthons nodig voor de synthese van polyurethaan door Materia Nova en voor de synthese van epoxy door UMET. De polyurethanen worden verkregen door een extrusieproces dat het gebruik van oplosmiddel tot het maximum beperkt en geen isocyanaten vereist.

• De selectie van additieven en de functionalisering ervan berust op een nauwe samenwerking tussen alle partners: UMET en Materia Nova voor hun ervaring in de selectie van bio-additieven, CREPIM voor zijn specialisatie in vlamvertra-

22

NIEUWE TRENDS IN ORGANISCHE COATINGS

THEMA

gende additieven, Materia Nova voor de functionalisering van klei als innoverende anticorrosiepigmenten, geoptimaliseerd in samenwerking met FLA- MAC. Toevoeging van de additieven zal de verbetering van de eigenschappen van de verven mogelijk maken om gelijkwaardige prestatieniveaus als oplosmiddelhoudende producten te bereiken.

• De volledige formulatie van verven wordt uitgevoerd door Materia Nova in samenwerking met UMET en FLAMAC via het gebruik van hogedebiet tools

voor de automatisering en de optimalisering van de formulatie.

• De evaluatie van eigenschappen en prestaties van de verf aangebracht op verschillende ondergronden representatief voor hun eindgebruik zal worden uitgevoerd door FLAMAC, Materia Nova en CREPIM.

• De impact op het milieu wordt op verschillende niveaus geëvalueerd: door alle partners betrokken bij de synthese of formulering van producten.

• De verspreiding van projectresultaten gebeurt gemeenschappelijk door alle onderzoekspartners met actieve ondersteuning van VOM (Belgische vereniging van oppervlaktebehandelingen) en de IAR-pool (pôle de bioéconomie, Grand- Est et Hauts de France).

Het WBDURAPAINT-project zal worden gepresenteerd op de beurs EUROFINISH+MATERIALS op 15 en 16 mei 2019 (stand 83).

Een truck vol met protective coating apparatuur!

In de afgelopen jaren heeft WAGNER een uiterst compleet programma verfspuitapparatuur ontwikkeld voor de Offshore en Protective Coating markt.

i

WSB Finishing Equipment Janneke Hellema

Om dit te tonen aan de benoemde markten heeft WSB in samenwerking met WAGNER Duitsland een heuse ‘Protective Coating Truck Tour’ ontwikkeld. Een tour waarbij de WAGNER apparatuur getoond wordt aan de gebruikers uit deze markten. Op die manier krijgt iedereen op een zo efficiënt mogelijke manier een volledige impressie van het complete PCgamma van WAGNER.

In de maand oktober 2018 toerden WSB Finishing Equipment in België. Onder het motto ‘Samen Sterk’, heeft WSB, naast het belangrijke WAGNER gamma, eveneens de noviteiten van de merken SATA en RUPES gecombineerd tijdens het bezoek. Merken met een scala aan noviteiten waarbij minder energieverbruik,

verfbesparingen en ergonomie centraal staan.

Kwaliteit werd getoond! Bedrijven leren niet alleen de producten maar ook de mensen achter WSB kennen!

WAAR KWALITEIT HET BELANGRIJKSTE IS

Compleet gamma poedercoatings met korte levertijden Speciale producties voor kleine en grote volumes Geoptimaliseerde poedercoatings voor elke toepassing Rendementsverbetering door proces- en productoptimalisatie Qualicoat & Qualisteelcoat gecertificeerde poedercoatings

POEDERCOATING ZIT IN ONZE GENEN. AL 30 JAAR.

Koolskampstraat 63 8810 Lichtervelde +32 51 63 74 20 www.e-Xpresso.be info@hatwee.be www.hatwee.be

vom info 09/18

23

THÈME

NOUVELLES TENDANCES EN MATIÈRE DE REVÊTEMENTS ORGANIQUES

Hegge viert 125 jaar vakmanschap 1893 - 2018 i

1893, gewapend met een aambeeld en een hamer, startte Andries Hegge als smid. Andries “besloeg” paarden, produceerde en repareerde landbouwwerktuigen. Hij was een echte Hamontse dorpssmid. Vier generaties later staat Hegge er als succesvol bedrijf. De focus ligt op een andere markt, zonder 125 jaar wijsheid te verliezen. Metaalverwerking in de brede zin van het woord.

De smederij is gedurende deze 125 jaar uitgegroeid tot 3 bedrijven die zich allen sterk in de markt positioneren.

Hegge Marc Hegge

vom info 09/18

Hegge NV is actief in de bouwsector. Het leveren en plaatsen van gevelsluitingen uit aluminium is haar specialiteit. Naar wens van de klant worden nieuwe toepassingen ontwikkeld door de eigen engineeringafdeling. Hierbij wordt steeds een goede combinatie van de best beschikbare technieken, de technische en wetgevende eisen toegepast en dit in een perfecte prijs – kwaliteit verhouding. De recente verhuis naar een nieuw pand biedt nieuwe mogelijkheden naar organisatie, markten en toepassingen.

Hegge Toelevering NV profileert zich als kwalitatieve toeleverancier van producten uit staal, aluminium en roestvrij staal. Met een flink uit de kuiten gewassen en up to date machinepark, gecombineerd met een performant ERP – systeem en gemotiveerde medewerkers worden dagelijks duizenden producten geproduceerd en toegeleverd aan klanten uit o.a. de automobiel-, bouw-, landbouwmachine-, truck- en trailersector. De focus ligt op plaatverwerking en lassamenstellingen. Indien gewenst, krijgen de producten de juiste kleur. Ruim 40 jaar beschikt Hegge over een eigen poedercoatlijn met voorbehandeling.

De jongste telg, Aluwing NV, is Europees marktleider in gebogen aluminium spatschermen voor vrachtwagens en trailers. Wat 20 jaar geleden gestart is als een test, is uitgegroeid tot een aparte businessunit

v.l.n.r.: Marc, Gerard en Luc Hegge bij een kunstwerk ter herinnering aan 4 generaties Hegge

die 95% van haar productie exporteert. De recente deelname aan de Internationale Automobil-Ausstellung (IAA) in Frankfurt-am-Main heeft meerdere deuren geopend. Kansen die we met beiden handen aannemen.

De bedrijvengroep realiseerde in 2017 een geconsolideerde omzet van € 22.857.551,12 met 131 medewerkers, uitgedrukt in VTE (voltijds equivalenten).

Geschiedenis:

1893 – 1935 Andries Hegge o Dorpssmid

1935 – 1962 Adriaan Hegge o Dorpssmid o Chromeren o Productie en verkoop van landbouwgereedschappen en -machines o Winkel in ijzer- en huishoudwaren, wasmachines, kachels, …

1962 – 1999 André en Gerard Hegge o Verspanende bewerkingen o Mangaten, bodems o Laadbakken voor vrachtwagens o Ramen, deuren en gevelwanden uit staal en aluminium o Poedercoating

o Constructie o Plaatwerk o Spatschermen uit aluminium 1999 - …. Marc en Luc Hegge o Ramen, deuren en gevelwanden uit aluminium o Plaatverwerking o Klein-constructie o Perswerken o Poedercoating o Spatschermen uit aluminium

Het nieuwe VOM-logo is kunstig uitgewerkt door Hegge Toelevering nv.

24

This article is from: