8 minute read
PINO
Pino zet in op gezonde huisdieraccessoires “Bryo deed een lampje branden”
Hoe maak je van je passie je werk? Madice Behaegel levert het antwoord. De Kortrijkse lanceert met Pino een merk voor huisdieraccessoires dat inzet op gezondheid en duurzaamheid.
Madice Behaegel is samen met haar moeder de draaischrijf van TPR, een familiebedrijf dat zich focust op de verhuur van bedrijfsvastgoed en ontwikkeling van nieuwe kmo-units. Toch wou ze daarnaast graag een eigen onderneming op de rails zetten.
“Toen ik in dierenwinkels zocht naar huisdieraccessoires zonder plastics, draaide dat altijd op een ontgoocheling uit”, vertelt ze. “40% van de honden en katten hebben last van allergieën. Dat kan komen vanuit hun voeding, maar ook van accessoires zoals voederbakken, speelgoed, kussens,… die veelal bestaan uit plastics en synthetische materialen. Die materialen komen niet enkel in contact met hun huid; ze steken ze ook in hun mond. Met Pino wil ik inzetten op accessoires die dierenwelzijn voorop plaatsen én die ook goed zijn voor onze planeet.”
De producten creëren was niet evident. “Na een aantal bedrijfsbezoeken in Azië, wou ik niet met Chinese of Vietnamese partners in zee gaan, vanuit de onzekerheid of alles wel duurzaam zou gebeuren. Daarom ben ik zelf aan de slag gegaan. Uiteindelijk vond ik met gips een materiaal waarmee ik aan de slag kon. Het is een natuurlijk en onschadelijk materiaal, makkelijk in productie en volledig recycleerbaar. Hangar K en Industrial Design Center (IDC) brachten me in contact met mensen die me konden ondersteunen. Ik maakte zelf moedermodellen in 3D en blijf voorlopig alles zelf produceren.”
Lange oren
Momenteel maakt Pino voederbakken voor katten en honden. “De ontwerpen houden rekening met het welzijn van de dieren: zo is er bijvoorbeeld een bowl voor honden met lange oren, terwijl die voor katten rekening houden met de snorharen. Op termijn wil ik me ook wagen aan de productie van speelgoed, manden en kussens. Voor de productie zou ik dan graag samenwerken met maatwerkbedrijven en zo een steentje bijdragen tot de sociale economie.”
De producten van Pino zijn voorlopig uitsluitend via de eigen webshop verkrijgbaar. “Het is niet de bedoeling 4 jaar geleden volgde Madice Bryo StandUp bij Voka West-Vlaanderen. “Dat was toen nog met de intentie voor een nieuw initiatief in de vastgoedsector. Toen geïnformeerd werd naar mijn hobby’s, antwoordde ik ‘dieren en interieur’. Zo deed Bryo bij mij onbewust een lampje branden dat ik ook daarin iets kon starten. Toen ik met de ontwikkeling van Pino was begonnen, volgde ik het Bryo StartUp-traject. Naast een kennispool is dat ook een gedroomd klankbord om te praten met andere starters: hoe beginnen zij aan hun webshop, wat kost dat, enzovoort. Een absolute aanrader, zeker weten.”
dat mijn aanbod ergens ‘weggedrumd’ staat tussen het aanbod van de massa dierenwinkels, die weinig inzetten op dierenwelzijn of duurzaamheid. Wel is het een optie om Pino te gaan verkopen in de betere dierenwinkels die op die vlakken wel verantwoord bezig zijn.” (BVC - Foto Kurt)
WORDT DE CIRCULAIRE ECONOMIE HET NIEUWE NORMAAL?
Dat de circulaire economie aan het groeien is, blijkt uit diverse signalen. De technologische mogelijkheden zijn er, de Green Deal van Europa zet de toon voor overheden en ook de brede maatschappij heeft er steeds meer aandacht voor. De vraag is dus: wordt de economie straks helemaal circulair? “Dat kan alleen door de kracht van samenwerking echt te laten spelen”, klinkt het bij Stijn Ronsse en Jan Arends van CAPTURE.
Het Centre for Advanced Process Technology for Urban REsource recovery (kortweg CAPTURE) werd in 2015 opgericht. Naast het CAPTURE-gebouw dat in 2021 in Zwijnaarde geopend wordt en waar onderzoek en valorisatie plaatsvindt op het vlak van circulaire economie en technologie, is er het CAPTURE-platform. Daarin werken UGent, VITO, VUB en UAntwerpen samen om de doorstroming van technologie voor de circulaire economie te versnellen. “De kennis hierover is sterk versplinterd, zowel binnen als tussen universiteiten, maar er is ook veel expertise bij bedrijven”, vertelt COO Stijn Ronsse. “Door alles zo goed mogelijk op mekaar af te stemmen, willen we de diverse puzzelstukken samenbrengen. Waar proffen vroeger elke keer bij dezelfde bedrijven en instellingen de deur platliepen – wat veel energie kostte voor iedereen – doen we dat nu efficiënter. Het zorgt er ook voor dat we gecoördineerd fondsen kunnen aanvragen om verder onderzoek te doen.” Momenteel zijn 300 onderzoekers betrokken bij CAPTURE en wordt met ruim 100 bedrijven actief samengewerkt. 3 doelstellingen staan voorop: goeie onderzoekers laten samenwerken, inzetten op valorisatie en acceleratie van
ideeën en via training zorgen dat actuele inzichten breed worden verspreid.
Doorbraak op komst
“De geschiedenis wijst uit dat nieuwe marktdoorbraken gebeuren als verschillende aspecten in eenzelfde richting verschuiven. Dat is nu aan het gebeuren voor circulaire economie. De technologie wordt volop ontwikkeld en het beleid zet duidelijke lijnen uit, wat het voor bedrijven interessant maakt om erop in te spelen. Dat wordt nog eens versterkt door burgers die de circulaire gedachte meenemen in hun consumentenvoorkeuren – zeker jongeren zijn daar gevoelig voor – en ook financiers van innovatie springen op de kar. Zo zien we steeds meer beleggingsfondsen rond duurzaamheid en hergebruik van water. Wij zijn er alvast rotsvast van overtuigd dat de circulaire economie een van de volgende historische doorbraken zal zijn.”
Een cruciale vraag is alvast hoe een regio zoals West-Vlaanderen competitief kan zijn om die verschuiving aan zich vast te klinken. “Voor veel industrie in West-Vlaanderen is water een grondstof, net als voor de landbouw”, vertelt Jan Arends, pijplijnmanager water bij CAPTURE. “Bedrijven kunnen bijvoorbeeld water van elkaar hergebruiken, maar dan moet de overheid zó sturen dat bedrijven die nuttig kunnen zijn voor elkaar, geclusterd worden op bedrijventerreinen, en geen losse blokken vormen. Een laisser-faire-aanpak zal niet leiden tot industriële symbiose en synergieën tussen buurbedrijven. Die zijn nochtans noodzakelijk voor de toekomst, zowel voor de kmo’s als voor grote industrieën waarvan de beslissingscentra niet in Vlaanderen zitten, maar die wel beleverd
“Wij zijn er rotsvast van overtuigd dat de circulaire economie een van de volgende historische doorbraken zal zijn.” — Stijn Ronsse
worden door kmo’s. Als het beleid geen keuzes maakt, zullen bedrijven zélf wel hun keuze maken en de meest interessante regio uitzoeken.”
“Water is essentieel, voor boeren, de voedingsindustrie, burgers en de natuur. Op dit moment wordt water 1 maal gebruikt, gezuiverd en vervolgens in de sloot geloosd en naar zee afgevoerd. We moeten echter streven naar ‘waterrobuustheid’, waarbij we regenwater gebruiken en hergebruiken voor allerlei processen. De druk op onze beschikbare waterbronnen zal trouwens nog verder stijgen, zowel door de bevolkingsgroei als voor de opwekking van energie en met de opkomst van waterstof dat water als basis heeft.”
Nieuwe koolstofeconomie
Een tweede thema waarrond CAPTURE werkt, is koolstof. Jan Arends: “We hebben koolstof nodig om onze economie te laten draaien. Maar het probleem is dat we de koolstofmolecules maar één keer gebruiken in de vorm van diesel, plastic of voedsel. Als we koolstof echter zouden kunnen hergebruiken en dat op een industriële schaal tillen, hangen we niet meer af van schaliegas of aardolie om brandstof, polymeren of voeding te maken. Dan heb je een lokale nieuwe grondstof. Je creëert meteen ook een nieuwe economische activiteit en doet
Bereid u voor met Voka West-Vlaanderen
—Jan Arends
iets aan de CO 2-emissie. De technologie ís er al, maar omdat CO2 -uitstoot te weinig wordt belast, blijven de alternatieven duurder en is het lastig om met nieuwe concepten een markt te creëren. Overheden kunnen hier een rol spelen om regio’s competitief te houden, door in een overgangsfase kunstmatig de markt te creëren en voorwaarden te stellen om die nieuwe technologie te stimuleren. Bedrijven willen dan weer de garantie hebben dat de richting die vandaag wordt aangegeven niet bij een volgende legislatuur wordt weggeveegd. Want zo’n omschakeling vraagt tijd. Zo wordt er nu in de Gent met North-C-Methanol een demoplant opgezet die CO2 wil afvangen en omzetten naar methanol. Op termijn moet dat 40.000 ton methanol opleveren in de Gentse havenzone.”
Jan Arends: “Ook de koolstof die in plastic vervat zit, moet hier in de regio blijven en zoveel mogelijk worden vastgelegd. Polymeren hebben diverse positieve functies zoals product- en voedselbescherming, maar ze zijn vandaag niet ontworpen voor na- en hergebruik. Het is een hele uitdaging om al in de ontwerpfase van die polymeren na te denken over het gebruik ná die eerste levensduur. Dat is het derde grote thema waarrond we werken. We zullen immers moéten inzetten op hergebruik van grondstoffen, als we onze bedrijven toekomstbestendig willen maken.”
Samen, open en constructief
Om de circulaire economie écht te lanceren, blijkt samenwerking tussen alle actoren bijzonder belangrijk. “Daarom Overtuigd van het belang van circulair ondernemen? Bij Voka West-Vlaanderen begeleiden we u daar graag bij.
Op 19 januari geven we een webinar over de circulaire economie, met Stijn Ronsse uit dit artikel als gastspreker. We zoomen in op de innovatieopportuniteiten die deze trend biedt en op de enorme kansen op het vlak van kostenbesparing. Aan de hand van concrete cases wordt aangetoond dat grondstoffenschaarste niet altijd de belangrijkste drijfveer is voor circulaire innovatie en dat circulaire bedrijfsmodellen aan heel wat bedrijven enorme groeikansen bieden.
Ook de weken daarna staan verschillende sessies en trajecten gepland rond de transitie naar een circulaire economie: • Kick-off van CICOhub, een co-creatie-project waarin reststromen van de maakindustrie zullen worden gevaloriseerd (alle verdere info op 19 januari) • Rondetafelgesprek met Katelijne Haspeslagh, adviseur milieu & klimaat van het Voka
Kenniscentrum (8 maart) • Kennismakingslab over het waarom, wat en hoe van circulaire economie en circulaire businessmodellen (8 maart, 15 maart, 22 maart en 29 maart)
MEER INFO: MARIJKE.BOUCIQUE@VOKA.BE
is ons model er een van open en constructieve samenwerking. Maar wij zijn niet hét lichtend baken. We zien onszelf als een ondersteunend platform, voor iedereen die het nodig heeft, maar dat pas goed kan werken samen met andere spelers. Zo spelen ook andere intermediairen een belangrijke rol, zoals speerpuntclusters en Voka, die goed geplaatst zijn om actoren op elkaar af te stemmen en om met overheden, de industrie en kenniscentra tot een gezamenlijke agenda te komen en het beleid van de komende decennia uit te stippelen zodat iedereen aan hetzelfde zeel trekt.” (SD - Foto Kurt)
