2 minute read

Homodigitalis

Nu we een half jaar in China wonen, valt me op hoe snel je gewend raakt aan een andere manier van leven. Veel dingen die in het begin nieuw en soms zelfs verwarrend waren, zijn inmiddels normaal geworden. Maar toen er onlangs familie op bezoek was, werden mijn ogen opnieuw geopend voor de verschillen tussen China (Hangzhou) en Nederland. Voor nu wil ik het vooral hebben over de digitale verschillen.

Zoals overal ter wereld, ook in Nederland, is de telefoon niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. Maar in China lijkt dit nog extremer te zijn; zonder telefoon ben je eigenlijk nergens. Alipay en WeChat Pay zijn hier dé betaalmethoden en contant geld of een pinpas worden bijna nergens meer geaccepteerd. Je telefoon is je portemonnee, OV-chipkaart en menukaart in één, en je hebt hem nodig voor vrijwel alles, zowel binnen- als buitenshuis. Zelfs de kleinste straatkraampjes gebruiken een QR-code om te betalen.

Advertisement

Mijn man en ik waren hier natuurlijk op voorbereid en hadden onze familie vooraf al op de hoogte gebracht. We zorgden ervoor dat de benodigde apps gedownload en klaar voor gebruik waren. Maar het bleek lastig om van tevoren goed uit te leggen hoe alles werkt en waar je het allemaal voor nodig zult hebben. Dat kun je eigenlijk alleen ervaren. Zo begon het al op het vliegveld. Voor het kopen van een flesje water moet je een QR code scannen om te betalen. Contanten? Nee, die optie was niet eens mogelijk. Daarna volgden ervaringen zoals bestellen in een restaurant via de telefoon, waarbij het snel opviel dat je nauwelijks contact hebt met de obers. Wat onze familie ook verbaasde, was hoe belangrijk het is om bepaalde apps te kennen. Want via die apps kun je vaak flinke kortingen krijgen, bijvoorbeeld in restaurants. Het toppunt was de zwerver die wij tegenkwamen, die ook via een QR code om een bijdrage vroeg.

Maar het gaat niet alleen om wat je met je telefoon kunt doen. Wat me steeds meer opvalt, is hoe diep de telefoon en het internet zijn verweven in het dagelijks leven. Iedereen lijkt letterlijk versmolten te zijn met zijn telefoon. In het openbaar vervoer zit iedereen non-stop op het scherm te kijken. Zelfs taxichauffeurs kijken tijdens het rijden TikTok en WeChat video’s op de telefoon. En ja, dat zorgt zeker voor gevaarlijke situaties. Maar ook hoe normaal het is om in het openbaar video’s op te nemen waarop je staat te dansen of te zingen en die daarna online te delen.

Natuurlijk, zoals eerder al genoemd, is de telefoon in Nederland ook niet meer weg te denken, maar in China lijkt het wel extremer te zijn. Het lijkt heel normaal om altijd met je telefoon bezig te zijn. Een berichtje in WeChat? Dat moet meteen beantwoord worden. Het snelle contact via WeChat ziet mijn man zakelijk ook terug. Zo gaat de communicatie met leveranciers / collega’s / klanten via WeChat zeven dagen per week door, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Waarbij iedereen binnen enkele minuten reageert, ongeacht het moment van de dag. En iemand zelfs excuses aanbiedt omdat zij een paar minuten later reageert, omdat ze even aan het koken was.

Deze digitale cultuur heeft zeker ook een keerzijde. Aan de ene kant maakt het leven hier efficiënt, want alles is binnen handbereik en kan vanaf de bank geregeld of besteld worden. Maar aan de andere kant gaat er ook veel verloren. Denk aan het persoonlijke contact met een ober in een restaurant, of de deur uit gaan voor een boodschap. Het is zelfs nauwelijks nog nodig om überhaupt de deur uit te gaan, omdat alles via apps geregeld en thuisbezorgd kan worden.

Toen onze familie op bezoek kwam, realiseerde ik me weer hoe groot dit verschil eigenlijk is. Het liet me ook zien hoe snel je jezelf aanpast: ik ben inmiddels ook iemand die niet meer zonder telefoon en powerbank de deur uitgaat en de hele dag vrijwel constant mijn telefoon in de hand houdt.

This article is from: