dossier 2021-420.pdf

Uitspraak beroepsinstantie OVB/2021/420

Vlaamse overheid Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Afdeling openbaarheid van bestuur Havenlaan 88, bus 20 1000 BRUSSEL T : 02 553 57 25 Mail: openbaarheid@vlaanderen.be Dossiernummer: OVB/2021/420

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Bevoegdheid beroepsinstantie Bestuursdecreet van 7 december 2018, titel II, hoofdstuk 3, afdeling 6.

Besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot oprichting van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie.

Voorafgaande procedure Op 22 juli 2021 diende xxx (hierna: verzoekster), een verzoek in bij de stad Antwerpen om op drie punten uitleg te krijgen bij de stopzetting van een regularisatieaanvraag (xxx).

Op 16 november 2021 antwoordde de stad Antwerpen, waarbij het verzoek niet werd ingewilligd.

Op 17 november 2021 werd door verzoekster beroep ingesteld tegen voormeld antwoord.

Op 18 november 2021 werd dit beroep geregistreerd door de beroepsinstantie openbaarheid van bestuur.

Ontvankelijkheid van het beroep Het oorspronkelijke openbaarheidsverzoek dateert van 22 juli 2021.

Het bestreden antwoord van de stad Antwerpen dateert van 16 november 2021 en maakt geen melding van de beroepstermijn en –modaliteiten, zoals voorgeschreven in artikel II.43, §1, derde lid van het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (hierna vermeld als: Bestuursdecreet).

www.vlaanderen.be

Bijgevolg start de termijn om een beroep in te dienen overeenkomstig artikel II.48, §1, vierde lid van het Bestuursdecreet pas vier maanden na de kennisgeving van het antwoord.

Op 17 november 2021 diende verzoeker beroep in tegen de voormeld antwoord. Het ingediende beroep is bijgevolg tijdig ingediend.

Het oorspronkelijke openbaarheidsverzoek van 22 juli 2021 was gericht op het verkrijgen van uitleg op drie punten bij de stopzetting van een regularisatieaanvraag (xxx). Meer bepaald wenste verzoekster uitleg te krijgen bij de vermeldingen door de stad Antwerpen inzake de volgende drie punten: - Het ontbreken van de vergunningstekst - De voorwaarden opgelegd in de vergunning werden niet allemaal opgetekend op de plannen - De verwijzing naar -onder andere- het grondplan van de gelijkvloerse verdieping Op 16 november 2021 antwoordde de stad Antwerpen dat er ondertussen een nieuwe vergunningsaanvraag lopende is en dat de eerdere vraag (over de eerste vergunningsaanvraag) niet verder onderzocht zal worden.

Overeenkomstig artikel II.31, eerste lid Bestuursdecreet heeft het recht op passieve openbaarheid betrekking op bestuursdocumenten. Op grond van deze bepaling is elke instantie in principe verplicht aan eenieder die erom verzoekt inzage te geven in, uitleg te verschaffen over of een afschrift te bezorgen van de gewenste bestuursdocumenten.

Het behoort echter niet tot de bevoegdheid van de beroepsinstantie om zich uit te spreken over deze beslissing van de stad Antwerpen om verzoekster geen verder antwoord te geven op haar voormelde vragen.

De beroepsinstantie stelt immers vast dat het hier niet gaat om een verzoek tot inzage in, een afschrift van of uitleg bij een bestuursdocument, maar wel om louter informatieve vragen.

Deze informatieve vragen zijn weliswaar gelinkt aan een bestuursdocument, namelijk de “kennisgeving onvolledig- en/of onontvankelijkheid van uw aanvraag voor een omgevingsvergunning” d.d. 19 juli 2021, gericht door de stad Antwerpen aan verzoekster, doch deze kennisgeving is op zich duidelijk. De beroepsinstantie onderschrijft op dit punt de beoordeling van de stad Antwerpen dat de betrokken kennisgeving inzake de onvolledigheid en/of onontvankelijkheid van de aanvraag tot omgevingsvergunning die zij op 19 juli 2021 aan verzoekster richtte klaar en duidelijk omschreef waarom de aanvraag tot omgevingsvergunning onontvankelijk was.

Verzoekster blijkt er evenwel niet akkoord mee te gaan en stelt zich vragen over de inhoudelijke correctheid van de drie voormelde punten die door de stad Antwerpen werden bijgebracht om op 19 juli 2021 te komen tot het besluit dat “de aanvraag onontvankelijk is en/of dat de vereiste informatie ontbreekt om het project te kunnen beoordelen.”

Het recht op uitleg mag er echter onder geen beding toe leiden dat een instantie wordt gedwongen nieuwe bestuursdocumenten te produceren waarin de door verzoekster gewenste informatie in de vorm van bijkomende argumentatie terug te vinden is. Onder het voorwendsel van het recht op uitleg kan een instantie er dan ook niet toe worden verplicht nieuwe bestuursdocumenten aan te maken of inlichtingen te verstrekken die losstaan van bestaande bestuursdocumenten of die, zoals in het voorliggende geval, betrekking hebben op bestaande doch inhoudelijk duidelijke bestuursdocumenten.

De draagwijdte van het recht op uitleg wordt ook beperkt door wat is bepaald in artikel II.31, derde lid van het Bestuursdecreet, namelijk dat een aanvraag tot openbaarmaking voor een instantie geen verplichting inhoudt de gevraagde bestuursdocumenten te verwerken of te analyseren. De vereiste dat het moet gaan

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2021/420

pagina 2 van 3

om bestaande bestuursdocumenten én het ontbreken van elke verplichting tot analyse of verwerking stellen dus grenzen aan het recht op uitleg als wijze van openbaarmaking.

Uit dit alles volgt dat de voormelde informatieve vragen van verzoekster niet binnen het bereik vallen van het Bestuursdecreet, zodat de beroepsinstantie oordeelt dat het beroepschrift onontvankelijk is.

Louter volledigheidshalve merkt de beroepsinstantie op dat zij niet akkoord kan gaan met de interpretatie van de stad Antwerpen dat een openbaarheidsverzoek in de zin van het Bestuursdecreet verplicht dient te verwijzen naar de regelgeving inzake openbaarheid van bestuur. Ook zonder dergelijke verwijzing dient een verzoek immers als een openbaarheidsverzoek aanzien te worden indien het gaat om een vraag tot het verkrijgen van een afschrift van, inzage in, of uitleg over een bestaand bestuursdocument zoals bedoeld in artikel II.31, eerste lid van het Bestuursdecreet.

Tot slot merkt de beroepsinstantie op dat de stad Antwerpen in haar toelichting van 29 november 2021 aan de beroepsinstantie heeft aangegeven dat de vragen van verzoekster werden beschouwd als een reguliere informatievraag (in het kader van het door verzoekster ingediende omgevingsvergunningsdossier) en mee werden opgenomen in de reguliere meldingen- en klachtenwerking, én dat de stad ernaar streeft om voor deze vragen een ‘redelijke termijn van antwoord’ te hanteren.

Na beraadslaging,

BESLUIT: Het beroepschrift d.d. 17 november 2021 van xxx tegen de weigeringsbeslissing d.d. 16 november 2021 van de stad Antwerpen wordt als onontvankelijk beschouwd.

Brussel, 8 december 2021 Voor de beroepsinstantie, afdeling openbaarheid van bestuur, Bruno ASSCHERICKX Voorzitter

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2021/420

pagina 3 van 3