dossier 2022-043.pdf

Uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/043

Vlaamse overheid Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Afdeling openbaarheid van bestuur Havenlaan 88, bus 20 1000 BRUSSEL T : 02 553 57 25 Mail: openbaarheid@vlaanderen.be Dossiernummer: OVB/2022/043

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Bevoegdheid beroepsinstantie Bestuursdecreet van 7 december 2018, titel II, hoofdstuk 3, afdeling 6.

Besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot oprichting van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie.

Voorafgaande procedure Op 1 februari 2022 diende xxx (hierna: verzoeker) een verzoek in bij de stad Landen om een afschrift te krijgen van een 18-tal documenten die verband houden met de omgevingsvergunning xxx.

Op 15 februari 2022 werd de vraag gedeeltelijk geweigerd door de stad Landen.

Op 16 februari 202 diende verzoeker beroep in tegen vermelde gedeeltelijke weigeringsbeslissing.

Op 16 februari 202 werd dit beroep geregistreerd door de beroepsinstantie.

Ontvankelijkheid van het beroep Het oorspronkelijke verzoek dateert van 1 februari 2022.

De gedeeltelijke weigeringsbeslissing van de stad Landen dateert van 15 februari 2022.. Deze beslissing maakt melding van de beroepsmogelijkheden en -modaliteiten, zoals voorgeschreven in artikel II.43, §1, derde lid van het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (hierna: ‘Bestuursdecreet’).

Op 16 februari 2022 diende verzoeker beroep in tegen voormelde gedeeltelijke weigeringsbeslissing. Het ingediende beroep is bijgevolg tijdig ingediend en is ontvankelijk.

www.vlaanderen.be

Gegrondheid van het beroep Overeenkomstig artikel II.31, eerste lid Bestuursdecreet heeft het recht op passieve openbaarheid betrekking op bestuursdocumenten. Op grond van deze bepaling is elke instantie in principe verplicht aan eenieder die erom verzoekt inzage te geven in, uitleg te verschaffen over of een afschrift te bezorgen van de gewenste bestuursdocumenten.

De openbaarmaking kan slechts geweigerd worden mits toepassing wordt gemaakt van één of meerdere uitzonderingen, zoals gestipuleerd in de artikelen II.33 tot en met II.39 van voormeld decreet.

1.

Oorspronkelijk verzoek

Middels een verzoekschrift van 1 februari 2022 wenste verzoeker een afschrift te verkrijgen van een 18-tal documenten die verband houden met de omgevingsvergunning xxx.

2.

Antwoord van de stad Landen

De stad Landen gaat in haar antwoord van 16 februari 2022 gedeeltelijk in op de vragen van verzoeker. Er blijven echter een paar vragen die naar het oordeel van verzoeker onvoldoende of niet werden beantwoord (zie punt 3).

3.

Beroepschrift

Het beroep van 16 februari 2022 van verzoeker heeft betrekking op de volgende punten van de oorspronkelijke aanvraag (met behoud van oorspronkelijke nummering):

11- “Afschrift , eensluidend met het origineel, van de eventuele watertoets welke Uw College desgevallend via het Internet zou toegepast hebben en zo mogelijks ook in afgegeven vergunning betrokken werd.”

12- “Afschrift , eensluidend met het origineel , van het advies en van de algemene voorwaarden welke eventueel opgelegd werden door de Dienst Planning & Werken van de Stad Landen.”

“Met betrekking tot het opgevraagde document 12 werd aan verzoekende partij medegedeeld dat het opgevraagde afschrift , eensluidend met het origineel van advies , geïntegreerd werd in het verslag van de GOA (= Gemeentelijk Omgevingsambtenaar). Verzoekende partij had GEEN geïntegreerd advies (in een ander document) gevraagd WEL een afschrift, eensluidend met het origineel, van een afsplitsbare bestuurlijke handeling met rechtsgevolgen i.c. de neergeschreven tekst van een advies en van de algemene voorwaarden welke als stedenbouwkundige voorwaarden opgelegd werden door de Dienst Planning & Werken van de Stad Landen en ook aan deze Dienst als zodanig toeschrijfbaar is.”

14- “Afschrift , eensluidend met het origineel , van de actueel toepasselijke overeenkomst tussen de NMBS & INFRABEL enerzijds en de Stad Landen anderzijds waarbij de actuele status van het openbaar domein en van openbare wegenis, eigendom van de NMBS en INFRABEL en ressorterend onder de inlijving in de kleine wegenis van het Stationsplein (de parking, de voetpaden, de fietsenstallingen) alsmede van de Brugstraat, bepaald werd.” In beroep wordt gevraagd naar de bijlage 01 (besluit gemeenteraad 22 oktober 2019) die

niet werd ontvangen.

4.

Beoordeling door de beroepsinstantie

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/043

pagina 2 van 4

Om met kennis van zaken over het beroep te kunnen oordelen, heeft de beroepsinstantie op 22 februari 2022 contact opgenomen met de stad Landen, om de gevraagde documenten te krijgen en de stad Landen in de gelegenheid te stellen om wat meer duiding te verstrekken betreffende dit dossier.

Op 25 februari 2022 heeft de stad Landen geantwoord aan de beroepsinstantie, aan wie het thans toekomt om te oordelen over het ingestelde beroep.

Betreffende bovenvermeld punt 11 (watertoets) Uit de toelichting die de beroepsinstantie op 25 februari 2022 van de stad heeft ontvangen, blijkt dat vraag 11 van verzoeker betrekking heeft op het document met de benaming ‘OVB_452_11_verordening_hemelwater’.

Dit document bevat de gegevens met betrekking tot het watertoetsinstrument zoals ingegeven in het omgevingsloket. De stad Landen geeft verder aan dat de correctheid van deze gegevens werd getoetst, en dat het document, gezien de correctheid van de gegevens, als bijlage bij de vergunning werd gevoegd.

Verder blijkt dat het betrokken bestuursdocument gevoegd was bij het antwoord dat de stad Landen op 15 februari 2022 heeft verstuurd naar verzoeker, zodat er thans geen verder document bestaat dat beantwoordt aan de vraag van verzoeker. Voor zover het beroep zou doelen op een ander document dan het document met de benaming ‘OVB_452_11_verordening_hemelwater’, is het beroep dan ook ongegrond.

Immers, in artikel I.4, 3° van het Bestuursdecreet wordt een bestuursdocument gedefinieerd als de informatie, ongeacht de drager ervan, die in het bezit is van een overheidsinstantie. Het recht op openbaarheid kan aldus maar uitgeoefend worden voor zover het gaat om informatie die gematerialiseerd werd op een drager. Uit deze definitie volgt dat het recht op openbaarheid enkel betrekking kan hebben op bestaande bestuursdocumenten, terwijl er in casu geen andere documenten bestaan dan hetgeen reeds werd overgemaakt aan verzoeker.

Betreffende bovenvermeld punt 12 (advies en algemene voorwaarden) De stad Landen had in haar antwoord van 15 februari 2022 aan verzoeker meegedeeld “dat het opgevraagde afschrift (…) geïntegreerd werd in het verslag van de GOA (= gemeentelijke omgevingsambtenaar).”

Uit het beroepschrift blijkt dat verzoeker echter een apart document wenst te verkrijgen, met name “de

neergeschreven tekst van een advies en van de algemene voorwaarden welke als stedenbouwkundige voorwaarden opgelegd werden door de Dienst Planning & Werken van de Stad Landen en ook aan deze Dienst als zodanig toeschrijfbaar is” en geen geïntegreerd advies.

De stad Landen stelt evenwel uitdrukkelijk dat een dergelijk apart document niet bestaat: “Er is geen afzonderlijk advies met betrekking tot de aanvraag geweest van de dienst Planning & Werken.” De stad verduidelijkt daarbij dat het gaat om “een standaardadvies en algemene voorwaarden van de dienst Planning & Werken van de stad Landen, dat standaard in de omgevingsvergunning, indien van toepassing, wordt opgenomen. De dienst Planning & Werken hoort, samen met de dienst Omgeving, tot de groep ‘Ruimte en Omgeving’ van de stad Landen. Er wordt één geïntegreerd advies verleend over de aanvraag aan het college van burgemeester en schepen, zijnde het verslag van de omgevingsambtenaar. Er is dus geen afzonderlijk adviesdocument.”

Uit de voormelde definitie van het begrip ‘bestuursdocument’ volgt dat het recht op openbaarheid enkel betrekking kan hebben op bestaande bestuursdocumenten. Nu het door verzoeker gevraagde advies als apart document niet bestaat, is het beroep op dit punt ongegrond.

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/043

pagina 3 van 4

Betreffende bovenvermeld punt 14 (besluit gemeenteraad 22 oktober 2019) Verzoeker geeft aan dat hij het voormelde besluit van de zitting van de gemeenteraad van 22 oktober 2019, zijnde de bijlage 01 van de actueel toepasselijke overeenkomst tussen de NMBS & INFRABEL enerzijds en de stad Landen anderzijds (waarbij de actuele status van het openbaar domein en van openbare wegenis, eigendom van de NMBS en INFRABEL en ressorterend onder de inlijving in de kleine wegenis van het Stationsplein (de parking, de voetpaden, de fietsenstallingen) alsmede van de Brugstraat, bepaald werd) niet heeft ontvangen.

De stad Landen heeft aan de beroepsinstantie het betrokken document overgemaakt. Door de stad Landen worden geen uitzonderingsgronden aangevoerd die zich zouden verzetten tegen de openbaarmaking van het betrokken document. De beroepsinstantie ziet evenmin dergelijke uitzonderingsgronden. Het beroep is, wat dit punt betreft, dan ook gegrond.

Na beraadslaging,

BESLUIT: Het beroepschrift van xxx d.d. 16 februari 2022 tegen de gedeeltelijke weigeringsbeslissing van de stad Landen is ontvankelijk en deels ongegrond en deels gegrond.

Bijgevolg dient de stad Landen aan verzoeker een afschrift over te maken van de bijlage 01 van de voormelde overeenkomst tussen de NMBS & INFRABEL enerzijds en de stad Landen anderzijds, zijnde besluit van de zitting van de gemeenteraad van 22 oktober 2019.

Geen toestemming tot hergebruik van bestuursdocumenten In zoverre dit beroep geheel of gedeeltelijk gegrond werd verklaard, geldt dat deze inwilliging van de aanvraag tot openbaarmaking GEEN toestemming inhoudt om de gevraagde bestuursdocumenten te hergebruiken, als vermeld in titel II, hoofdstuk 4 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Brussel, 11 maart 2022 Voor de beroepsinstantie, afdeling openbaarheid van bestuur, Bruno ASSCHERICKX Voorzitter

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/043

pagina 4 van 4