dossier 2021-194-195-196.pdf

Uitspraak beroepsinstantie OVB/2021/194-195-196

Vlaamse overheid Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Afdeling openbaarheid van bestuur Havenlaan 88, bus 20 1000 BRUSSEL T : 02 553 57 25 Mail: openbaarheid@vlaanderen.be Dossiernummer: OVB/2021/194-195-196

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Bevoegdheid beroepsinstantie Bestuursdecreet van 7 december 2018, titel II, hoofdstuk 3, afdeling 6.

Besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot oprichting van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie.

Voorafgaande procedure

Betreffende het beroep OVB/2021/194 Op 11 april 2021 diende xxx een verzoek in bij de gemeente Grobbendonk om hem een afschrift te bezorgen van een 10-tal documenten in verband met het dossier Pierloos (een trage weg tussen Nieuwendijk en het centrum van Bouwel).

Op 7 mei 2021 diende verzoeker beroep in bij de beroepsinstantie wegens ontstentenis van beslissing vanwege de gemeente Grobbendonk.

Het beroepschrift werd geregistreerd op 10 mei 2021 en op 8 juni 2021 werd, in toepassing van artikel II.50, §1, tweede lid van het Bestuursdecreet, de beslissingstermijn door de beroepsinstantie verlengd van dertig kalenderdagen tot een termijn van vijfenveertig kalenderdagen.

Betreffende het beroep OVB/2021/195 Op 28 februari 2021 diende xxx een verzoek in bij de gemeente Grobbendonk om hem een afschrift te bezorgen van de administratieve stukken in functie van de aankoop en verwerving van de inrichting van het nieuwe deel van de begraafplaats te Grobbendonk.

Op 7 mei 2021 diende verzoeker beroep in bij de beroepsinstantie wegens ontstentenis van beslissing vanwege de gemeente Grobbendonk.

www.vlaanderen.be

Het beroepschrift werd geregistreerd op 10 mei 2021 en op 8 juni 2021 werd, in toepassing van artikel II.50, §1, tweede lid van het Bestuursdecreet, de beslissingstermijn door de beroepsinstantie verlengd van dertig kalenderdagen tot een termijn van vijfenveertig kalenderdagen.

Betreffende het beroep OVB/2021/196 Op 30 januari 2021 diende xxx een verzoek in bij de gemeente Grobbendonk om hem een afschrift te verlenen van de bouwvergunningen, de inplantingsplannen en motivering van de twee recente appartementsblokken en het in opbouw zijnde blok tegenover (nabij) de Colruyt site, dit naar aanleiding van de bouwvergunning Berdenpad/de Duinen.

Op 7 mei 2021 diende verzoeker beroep in bij de beroepsinstantie wegens ontstentenis van beslissing vanwege de gemeente Grobbendonk.

Het beroepschrift werd geregistreerd op 10 mei 2021 en op 8 juni 2021 werd, in toepassing van artikel II.50, §1, tweede lid van het Bestuursdecreet, de beslissingstermijn door de beroepsinstantie verlengd van dertig kalenderdagen tot een termijn van vijfenveertig kalenderdagen.

Samenvoeging: Verzoeker diende op 7 mei 2021 drie beroepschriften in bij de beroepsinstantie tegen de ontstentenis van beslissing vanwege de gemeente Grobbendonk omtrent zijn oorspronkelijke openbaarheidsaanvragen van 30 januari 2021, 28 februari 2021 en 11 april 2021. De beroepsinstantie heeft hiervoor telkens een reactie gevraagd van de gemeente Grobbendonk, waarbij de gemeente een gegroepeerd antwoord bezorgde aan de beroepsinstantie voor alle beroepschriften samen. In functie van de verdere beoordeling van de grond van de zaak, voegt de beroepsinstantie de beroepsdossiers daarom bijeen en handelt ze samen af.

Ontvankelijkheid van de beroepen OVB/2021/194 - 195 - 196 De oorspronkelijke verzoeken dateren van 30 januari 2021, 28 februari 2021 en 11 april 2021. Bij ontstentenis van beslissingen, betreffende alle voormelde verzoeken, vanwege de gemeente Grobbendonk over de openbaarheidsverzoeken heeft de termijn om in beroep te gaan in toepassing van artikel II.48 Bestuursdecreet bijgevolg in deze 3 dossiers geen aanvang genomen.

In het verweer van de door de gemeente Grobbendonk aangestelde advocaat wordt opgeworpen dat de beroepschriften onontvankelijk zouden zijn, aangezien de oorspronkelijke openbaarheidsaanvragen niet zouden hebben voldaan aan de ontvankelijkheidsvereisten zoals opgelegd door artikel II.40, §2 van het Bestuursdecreet. Overeenkomstig artikel II.40, §2, 2° van het Bestuursdecreet dient iedere aanvraag tot openbaarmaking volgens de advocaat van de gemeente Grobbendonk immers melding te maken van het postadres van de aanvrager. Het artikel stelt zeer duidelijk het volgende: “De aanvraag bevat de volgende informatie: 1° de naam van de aanvrager; 2° het adres van de aanvrager; 3° de informatie die nodig is om het gevraagde bestuursdocument te identificeren; 4° de keuze voor inzage of afschrift.”

Dienaangaande verduidelijkt de Memorie van Toelichting bij het Bestuursdecreet volgens de advocaat van de gemeente Grobbendonk ook het volgende: “Vroeger volstond het dat de aanvrager zijn correspondentieadres (bijvoorbeeld enkel een mailadres) vermeldde, doch nu wordt bepaald dat het postadres wel degelijk moet vermeld worden en dat het mailadres niet louter volstaat”

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2021/194-195-196

pagina 2 van 9

De advocaat van de gemeente Grobbendonk vervolgt dat “vastgesteld dient dus dat steeds bij iedere

openbaarheidsaanvraag melding gemaakt moet worden van het postadres van de aanvrager. Dat zulks vereist is werd op heden ook reeds bevestigd door Uw Beroepsinstantie: “Het bestuursdecreet voorziet dus heel specifiek dat de aanvrager zijn adres moet meedelen aan de betrokken overheidsinstantie. In de memorie van toelichting bij dat decreetartikel wordt hieromtrent verder verduidelijkt dat het vroeger (situatie bij het oude openbaarheidsdecreet van 26 maart 2004) volstond dat de aanvrager zijn correspondentieadres (bij voorbeeld enkel een mailadres) vermeldde, doch nu wordt bepaald dat het postadres wel degelijk moet vermeld worden en dat het mailadres niet louter volstaat, dit om te vermijden dat openbaarheidsverzoeken kunnen worden ingediend onder fictieve naam (bij voorbeeld via een makkelijk aan te maken gmail-account).” (OVB/2019/32) In aanmerking nemende dat de oorspronkelijke openbaarmakingsaanvraag louter een mailadres bevat en geen melding maakt van enig postadres, kan derhalve worden besloten dat de aanvraag tot openbaarheid niet voldeed aan de vereisten van het Bestuursdecreet. Bijgevolg dient te worden besloten dat het voorliggende beroep niet-ontvankelijk is.”

De beroepsinstantie kan deze uiteenzetting echter niet volgen. Onder meer uit het beroepsdossier OVB/2020/343 is immers gebleken dat de gemeente Grobbendonk al over de adresgegevens van verzoeker beschikte, zoals blijkt uit de beslissing van de algemeen directeur omtrent de oorspronkelijke aanvraag in kwestie. Zoals uit de hierna volgende toelichting van de gemeente blijkt, dient verzoeker op regelmatige basis verzoeken in het kader van openbaarheid van bestuur in en zijn zijn adresgegevens dan ook bij de gemeente gekend. De gemeente Grobbendonk heeft verzoeker ook niet gevraagd om zijn adresgegevens nog te bezorgen, terwijl in het dossier OVB/2019/32 de betreffende verzoeker expliciet heeft geweigerd om zijn adresgegevens kenbaar te maken, zowel aan de betreffende overheidsinstantie als aan de beroepsinstantie zelf. In dat geval dient een beroepschrift inderdaad als onontvankelijk te worden beschouwd. In casu kan de afwezigheid van de adresgegevens van verzoeker volgens de beroepsinstantie evenwel niet tot een gelijkaardig oordeel leiden.

Het beroepschrift is dan ook tijdig ingediend en is ontvankelijk.

Gegrondheid van de beroepen OVB/2021/194 - 195 - 196 Overeenkomstig artikel II.31, eerste lid Bestuursdecreet heeft het recht op passieve openbaarheid betrekking op bestuursdocumenten. Op grond van deze bepaling is elke instantie in principe verplicht aan eenieder die erom verzoekt inzage te geven in, uitleg te verschaffen over of een afschrift te bezorgen van de gewenste bestuursdocumenten. De openbaarmaking kan slechts geweigerd worden mits toepassing wordt gemaakt van één of meerdere uitzonderingen, zoals gestipuleerd in de artikelen II.33 tot en met II.39 van voormeld decreet.

1.

Inhoud van het beroepschrift

Betreffende het beroep OVB/2021/194 Verzoeker verwijst in zijn beroep louter naar een pdf-bestand in bijlage getiteld “gemeente Pierloos2” met een opsomming van de gevraagde documenten op 11 april 2021 welke nooit bezorgd werden. Het verzoek van 11 april 2021 bleef immers onbeantwoord.

Betreffende het beroep OVB/2021/195

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2021/194-195-196

pagina 3 van 9

Verzoeker verzocht de gemeente Grobbendonk op 28 februari 2021 om hem “de beschikbare administratieve stukken in functie van de aankoop en verwerving, van de inrichting van het nieuwe deel van de begraafplaats te Grobbendonk over te maken, voor zoveel als nodig aangevuld met standpunten of bijkomende informatie vanuit het schepencollege en de bevoegde schepenen. Niet beperkende opsomming: notulen en bijhorende documenten schepencollege en gemeenteraad, notariële verwervingsakte, algemene gemeentelijk werkinformatie/opdrachten met betrekking tot de inrichting, aanleg en afwerking, zonder specifieke "persoons"gegevens of financiële gegevens te vermelden, met uitzondering van de verwervingsprijs.

Het verzoek heeft op dit moment, en onder voorbehoud van latere wenselijkheid of verduidelijkingen en noodzaak, geen betrekking op boekhoudkundige en/of specifieke financiële documenten. Indien één van de gevraagde documenten niet bestaat gelieve dit dan ook tevens te bevestigen in uw antwoord om twijfel hieromtrent te voorkomen. Mag ik deze gegevens en informatie ontvangen uiterlijk het einde van de maand maart 2021?”

Met zijn beroepschrift van 7 mei 2021 stelt verzoeker beroep in tegen de ontstentenis van beslissing vanwege de gemeente Grobbendonk. Volgens verzoeker is het noodzakelijk om deze documenten te verkrijgen om een klacht over diverse misbruiken, waaronder strafrechtelijke, bewijskrachtig te kunnen indienen.

Betreffende het beroep OVB/2021/196 Met zijn beroepschrift van 7 mei 2021 stelt verzoeker beroep in tegen de ontstentenis van beslissing vanwege de gemeente Grobbendonk. Volgens verzoeker is het noodzakelijk om de bouwvergunning Berdenpad/de Duinen te kunnen toetsen aan gelijkaardige projecten omwille van vermoede onregelmatigheden in dit gelijkaardige project en om samen met de al gekende gegevens (na uw eerdere tussenkomsten) te dienen voor een klacht daaromtrent bij de bevoegde instellingen.

2. Toelichting door de gemeente Grobbendonk Naar aanleiding van het beroepschrift OVB/2021/195 bezorgde de gemeente Grobbendonk op 19 mei 2021 aan de beroepsinstantie een verweernota, opgesteld door haar raadsman. De gemeente Grobbendonk liet aan de beroepsinstantie weten dat zij dit verweer herneemt voor de dossiers OVB/2021/194 en 196 aangezien “dit immers niet louter betrekking heeft op een kennelijk onredelijk karakter binnen een bepaald dossier

(waarvan reeds afdoende rechtspraak door uw commissie beschikbaar is), doch het is evenzeer de optelsom van de herhaaldelijke verzoeken in verschillende dossiers, (…)”

Volgens de gemeente Grobbendonk overstelpt verzoeker haar met vragen, openbaarheidsverzoeken, klachten,… (o.a.) in de materie van de begraafplaatsen. In het hoger vermelde verweer van haar advocaat wordt geoordeeld dat het beroep als ongegrond moet worden beschouwd omdat de aanvraag kennelijk onredelijk is en op een te algemene wijze geformuleerd, verzoeker misbruik maakt van het recht op openbaarheid en er prima facie diverse uitzonderingsgronden van toepassing zullen zijn.

Volgens de advocaat van de gemeente Grobbendonk heeft verzoeker met zijn openbaarheidsaanvraag o.m. een onbepaald aantal bestuursdocumenten opgevraagd die betrekking hebben op de lokale begraafplaatsen te Grobbendonk. “Een dergelijke openbaarheidsvraag dient volgens ons echter bekeken te worden in het

licht van de diverse voorgaande openbaarheidsvragen die reeds door de betrokken beroepsindiener ingediend werden bij het lokaal bestuur van Grobbendonk. Vastgesteld dient dat xxx met betrekking tot de begraafplaatsen te Grobbendonk in het verleden reeds vele diverse openbaarheidsvragen mocht indienen bij het gemeentebestuur van Grobbendonk.” Daarbij verwijst de advocaat naar verschillende

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2021/194-195-196

pagina 4 van 9

openbaarheidsverzoeken en verzoeken tot informatie, die de gemeente in de loop van de voorbije maanden mocht ontvangen van verzoeker, waarbij de gemeente Grobbendonk verschillende bestuursdocumenten heeft bezorgd. Verzoeker zou echter steeds opnieuw documenten blijven opvragen waarbij ook regelmatig overlappende verzoeken worden ingediend of documenten worden opgevraagd waarvoor de openbaarmaking in het verleden reeds formeel geweigerd werd.

Overeenkomstig het verzoek tot openbaarmaking werd volgens de advocaat van de gemeente Grobbendonk op zeer algemene wijze verzocht om o.m. alle administratieve stukken over te maken met betrekking tot de aankoop en verwerving, van de inrichting van het nieuwe deel van de begraafplaats te Grobbendonk.

“Daarbij verzocht deze op niet-beperkende wijze om de openbaarmaking van onder meer volgende

documenten: (i) de notulen en bijhorende documenten van het schepencollege, (ii) de notulen en bijhorende documenten van de gemeenteraad, (iii) de notariële verwervingsakte, (iv) de algemene gemeentelijk werkinformatie en opdrachten met betrekking tot de inrichting, aanleg en afwerking van deze begraafplaats en (v) de standpunten of beschikbare bijkomende informatie vanuit het schepencollege of vanwege de bevoegde schepenen. Vanuit het lokaal bestuur van Grobbendonk geldt de mening dat het openbaarheidsverzoek dd. 28 februari 2021 niet kan worden ingewilligd en dit om diverse redenen.

Samenvattend kunnen wij u daarbij reeds op volgende pertinente weigeringsgronden wijzen:

- De aanvraag voldoet niet aan de vereisten van artikel II.40, §2 van het Bestuursdecreet; - De aanvraag is kennelijk onredelijk en op een te algemene wijze geformuleerd; - De aanvraag houdt een misbruik in van het recht op openbaarheid van bestuur; - Ondanks het feit dat een inhoudelijke screening van de betrokken documenten nog niet aan de orde is wegens een te algemeen geformuleerde openbaarheidsvraag, zal men prima facie moeten vaststellen dat er zeer waarschijnlijk diverse weigeringsgronden toepassing zullen vinden.”

Overeenkomstig de bepalingen van het Bestuursdecreet dient een openbaarheidsvraag steeds afdoende afgebakend, duidelijk en redelijk te zijn. Gelet op artikel II.42 Bestuursdecreet zal een openbaarheidsvraag bijgevolg dus steeds voldoende afgebakend moeten zijn. Dit met het oogmerk te voorkomen dat de aanvraag een desorganisatie of verstoring van de werking van de overheidsdienst zou veroorzaken. In kwestie stellen wij vast dat xxx op zeer algemene wijze verzoekt om alle administratieve stukken over te maken met betrekking tot de aankoop en verwerving, van de inrichting van het nieuwe deel van de begraafplaats te Grobbendonk. Vastgesteld dient dat deze aanvraag een zeer brede waaier aan bestuursdocumenten omvat. Het is immers zo dat het dossier betreffende het nieuwe gedeelte van de begraafplaats te Grobbendonk een periode van meer dan 25 jaar bestrijkt. Daarnaast hebben de aankoop en de inrichting van het nieuwe gedeelte van de begraafplaats onder andere betrekking op (i) een aankoopprocedure, (ii) de opmaak van een nieuw huishoudelijk reglement voor de betrokken begraafplaats, (iii) de ruiming van diverse graven, (iv) de opmaak van een RUP strekkende tot de inrichting van deze begraafplaats, (v) de aanleg van een grafkelder voor de oorspronkelijke eigenaars van het perceel, (vi) diverse opdrachten aangaande de inrichting, (vii) etc. Een dergelijke brede en ongenuanceerde aanvraag kan uiteraard niet ingewilligd worden, gelet op het feit dat de aanvraag dermate vaag geformuleerd werd dat deze betrekking heeft op tientallen tot mogelijks honderden documenten. De aanvraag werd dan ook te algemeen geformuleerd en is daarnaast ook kennelijk onredelijk gelet op het feit dat de noodzakelijke grondige en gedetailleerde screening van het onbepaald aantal stukken een enorm en overdreven tijdrovend werk zou inhouden voor het bestuur.

Gelet op deze te algemene en tevens onredelijke draagwijdte van het verzoek, werd recentelijk aan xxx een verzoek gestuurd om diens aanvraag te herformuleren en verder te verduidelijken. De verduidelijking die het bestuur mocht ontvangen -en die er de facto geen is- is het antwoord van xxx dd. 21 maart 2021: “De toevoeging ‘niet beperkende lijst’ belet dit niet en is/was slechts een aanvulling om ook die mij onbekende documenten die duidelijk verbonden zijn aan het dossier over te maken zonder dat er een

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2021/194-195-196

pagina 5 van 9

tweede/derde...bijkomend verzoek dient ingediend te worden. Ik ben/was immers niet rechtstreeks betrokken bij de dossiers en hun besluitvorming, en kan dus niet alle documenten kennen. Het Grobbendonks bestuur echter wel…

Los van het feit dat de aanvraag dermate algemeen en dermate onredelijk is, dient te worden vastgesteld dat de gemeente Grobbendonk telkens weer opnieuw geconfronteerd wordt met talloze openbaarheidsverzoeken van de beroepsindiener met betrekking tot de lokale begraafplaatsen. Een dergelijke grote hoeveelheid aan verzoeken is uiteraard niet langer redelijk te beschouwen en het inwilligen dan wel weigeren van deze verzoeken vormt een ernstige werklast voor de gemeentediensten, die los van hun verplichtingen in het kader van de openbaarheid van bestuur uiteraard ook nog andere taken dienen uit te voeren. Wanneer men daarbij in rekening neemt dat regelmatig dezelfde documenten steeds opnieuw opgevraagd worden en overigens ook steeds teruggekomen wordt op eerdere geweigerde verzoeken, dan dient men vast te stellen dat xxx diens recht op openbaarmaking op een onredelijke wijze uitoefent en daarbij overigens manifest afbreuk doet aan de goede werking van het bestuur. Minstens dient te worden besloten dat het gedrag van xxx niet langer te rijmen valt met het gedrag dat men van een normaal, voorzichtig en vooruitziend persoon, geplaatst in dezelfde concrete omstandigheden, zou mogen verwachten.

Aangezien de openbaarheidsvraag dermate vaag en onredelijk is, is het voor de gemeente geenszins realistisch om alle betrokken bestuursdocumenten reeds te verzamelen en te screenen. Zoals aangehaald gaat het om een onbepaald aantal documenten, waarvan diverse documenten nog gedigitaliseerd zullen moeten worden. Een inhoudelijke beoordeling van de ingediende openbaarheidsvraag en een toetsing aan de diverse weigeringsgronden is op heden dan ook nog niet aan de orde geweest. Het is dan ook om deze reden dat recentelijk gevraagd werd om de openbaarheidsvraag te herformuleren! Los van het kennelijk onredelijke karakter van de aanvraag, kan de gemeente reeds zeer oppervlakkig vaststellen dat in de betrokken dossiers zeer uiteenlopende bestuursdocumenten opgenomen zijn, waardoor reeds met zekerheid gesteld kan worden dat diverse weigeringsgronden toepassing zullen vinden op verschillende documenten. Zo zijn in de documenten met betrekking tot de aankoop en verwerving van het perceel van de begraafplaats zaken opgenomen die raken aan de persoonlijke levenssfeer (cfr. artikel II.34, 2° Bestuursdecreet). Daarnaast zijn in dit dossier ook wellicht diverse onafgewerkte documenten en werkdocumenten opgenomen (cfr. artikel II.33, 2° Bestuursdecreet) en zijn er diverse documenten die betrekking hebben op de beraadslagingen van de organen van de gemeente (cfr. artikel II.34, 3° Bestuursdecreet). Vastgesteld dient dat er op heden evenwel te veel documenten gescreend zullen moeten worden op de toepassing van deze diverse weigeringsgronden. Derhalve werd gevraagd om de aanvraag te verduidelijken. In afwachting hiervan en rekening houdende met de waarschijnlijke toepassing van de diverse weigeringsgronden, wordt verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.”

Op vraag van de beroepsinstantie heeft de gemeente Grobbendonk op 2 juni 2021 nog volgende bijkomende toelichting gegeven: -

“Ik geef u in ieder geval mee dat er in 2020 27 geregistreerde dossiers OVB waren. Momenteel staat de teller reeds op 21 (!) Het aandeel xxx dossiers is vanzelfsprekend significant. Ik maak u hierbij een uittreksel uit het register OVB in bijlage over.

Zoals in de mail van 21 mei 2021 in het dossier OVB/2021/196 weergegeven, zitten we ondertussen aan 9 geregistreerde aanvragen van xxx...

Vanzelfsprekend varieert de tijdsinvestering naargelang de vraag. Gemeenschappelijk aan al de aanvragen is de registratie in het register (10 min), de beoordeling en redactie van de beslissing (30min) en de communicatie van de beslissing en desgevallend bijhorende stukken (gebeurt door het bevoegde teams)(15min). Hierbij wordt dan nog duidelijk abstractie gemaakt van de belasting van het meest intensieve opzoekingswerk! Naargelang de complexiteit van de aanvragen en de

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2021/194-195-196

pagina 6 van 9

materie zal u willen begrijpen dat hier toch de grootste tijdsinvestering gebeurt: Enerzijds wordt door het betrokken team in eerste instantie een eerste inschatting gedaan op basis van de verzoeken en worden de documenten verzameld, anderzijds wordt op basis van de verzamelde documenten in overleg met de stafmedewerker bekeken of de dossiers volledig zijn ter beoordeling.

Dergelijke voorbereiding in de dossiers xxx overtreft intussen ook de normale gang van zaken en het gekoppelde tijdsbestek. In het dossier begraafplaatsen alleen al gingen uren en (zelfs) dagen op aan het verzamelen van informatie. Navraag leerde dat de beleidsdeskundige hier zelf 11 uur (!) aan besteedde, waarbij een andere collega ook nog eens geraadpleegd werd en hiervoor ook opzoekingen deed. Vermits laatstgenoemde momenteel op pensioen is, kon zijn aandeel niet meer bevraagd worden. In totaliteit besteedde de deskundige burgerzaken alleen al reeds 59 u (!) aan xxx in kader van klachten.

In het huidige tijdsbestek was het ook niet mogelijk om iedereen te bevragen aangaande zijn/haar aandeel in alle dossiers.

Zoals telefonisch reeds meegegeven speelt hier ook nog eens het Corona-verhaal: bevoegde personeelsleden dienen vaak hun werkplanningen te herzien en dienden ter plaatse documenten te komen opzoeken in (fysieke) archieven, niettegenstaande de voorschriften omtrent (verplicht) telewerk (en de door onze geïnstalleerde interne 'bubbel'werking). Meermaals heeft xxx hiervoor de opgemaakte werkplanningen verstoord. Voor zover dit een uitzondering betreft en slechts eenmalig is, passen wij ons als administratie graag aan, doch zoals u kan vaststellen is van een uitzondering en een bepaald thema zelfs geen sprake... Dit belast de administratie in onwaarschijnlijke mate en is hierbij zeer moeilijk becijferbaar!

Vervolgens hebben we het nog niet over de beroepsdossiers. xxx accepteert klaarblijkelijk geen 'neen' of het niet bestaan van een document niet. Hij tekent dan ook regelmatig beroep aan bij de Beroepscommissie. Het voorbereiden van de mails richting uw commissie waarbij op een chronologische en gestructureerde wijze tegemoet wordt gekomen met duiding van de beschikbare stukken, vergt vaak meerdere uren. Concreet te becijferen is dit niet, nu wij geen timesheet hieromtrent hanteren, doch ook voor voorliggende mail, de voorbereidingen (mails en telefonische contacten) kan ik reeds stellen dat hier meerdere uren inkruipen en dus zelfs dagdelen (per beroepsdossier wel te verstaan). “ 3. Beoordeling door de beroepsinstantie De beroepsinstantie stelt vast dat verzoeker met zijn openbaarheidsverzoeken bij de gemeente Grobbendonk systematisch en op korte tijd heel wat documenten en gegevens opvraagt. In casu betreffen het vragen van bestuursdocumenten van zeer uiteenlopende algemene aard, zoals de administratieve stukken in functie van de aankoop en verwerving van de inrichting van het nieuwe deel van de begraafplaats, verslagen van besprekingen, correspondentie met agentschap Onroerend Erfgoed, omgevingsvergunningen, bosbeheerplannen, notulen van het college van burgemeester en schepenen, mandaten, toelichtingen, etc.

Uit de hogervermelde toelichting van de gemeente Grobbendonk blijkt duidelijk dat al deze verzoeken in het kader van openbaarheid van bestuur onnoemelijk veel tijd kosten voor het gemeentebestuur en zo ook de normale werking van de administratie in het gedrang brengen. De gemeente Grobbendonk geeft aan dat zij over een interne procedure openbaarheid van bestuur beschikt en wijst erop dat verzoeker op zichzelf de werking hiervan verstoort, enerzijds doordat hij per e-mail allerhande personeelsleden en mandatarissen bestookt met vragen, opmerkingen en verzoeken en anderzijds omwille van de algemeenheid van zijn

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2021/194-195-196

pagina 7 van 9

verzoeken en omschrijvingen. Het is duidelijk dat de gemeente Grobbendonk het afhandelen van de openbaarheidsaanvragen van verzoeker niet meer kan volgen. In een tijdsverloop van nog geen vier maanden diende verzoeker al negen aanvragen in, waarbij verschillende personeelsleden dienden te worden ingeschakeld met een tijdsbesteding van 59 uur door de deskundige burgerzaken alleen als uitschieter.

De beroepsinstantie is van oordeel dat de voorliggende verzoeken inzake openbaarmaking ook niet op zich beoordeeld moeten worden, maar eveneens in het licht van de totaliteit van de vorige vragen tot openbaarmaking van bestuursdocumenten die door verzoeker werden gesteld aan de gemeente Grobbendonk. Hierbij valt op dat die verzoeken binnen een erg kort tijdsbestek werden en worden ingediend en verzoeker daarnaast de gemeente nog frequent contacteert met allerhande vragen om uitleg en informatie. De beroepsinstantie kan redelijkerwijze aannemen dat de afhandeling van de openbaarheidsverzoeken, omwille van hun aanhoudend en opeenvolgend karakter arbeidsintensief en tijdrovend is voor de gemeente Grobbendonk. Dit alles zorgt ervoor dat het de beroepsinstantie bijgevolg aannemelijk voorkomt dat zulks de normale werking van de gemeente verstoort. Deze systematische vragen, die in bepaalde gevallen ook zeer ruim zijn geformuleerd en waarbij er bijvoorbeeld ook vragen uit eerdere verzoeken worden hernomen of herinneringen worden gestuurd waar ook nieuwe vragen worden bijgevoegd, neemt kennelijk onredelijke proporties aan.

Het grondwettelijke recht op openbaarheid van bestuur is een instrument dat de burgers moet toelaten controle uit te oefenen op het handelen van een overheidsinstantie. Het moet de burgers in staat stellen de rechtmatigheid van het overheidsoptreden te beoordelen en met kennis van zaken te beslissen of er grond bestaat dat optreden in rechte aan te vechten. Verzoeker heeft aldus het volste recht om gebruik te maken van de openbaarheid van bestuur om het doen en laten van bepaalde bestuursinstanties betreffende aangelegenheden die hij zich ter harte heeft genomen, na te gaan. Hij is er evenwel niet van ontslagen om zijn rechten op redelijke en zorgvuldige wijze uit te oefenen: het belang dat de verzoeker heeft bij de uitoefening van zijn rechten, moet in redelijke verhouding staan met de gevolgen voor de werking van de betrokken overheidsinstantie.

De vraag wanneer repetitieve aanvragen tot openbaarmaking de grens van de kennelijke onredelijkheid overschrijden, is zeer delicaat en moeilijk en daar moet, het uitgangspunt indachtig dat de uitzonderingsgronden op de openbaarheid restrictief moeten worden geïnterpreteerd en toegepast, heel behoedzaam mee worden omgegaan. Op grond van de voorliggende dossiers en de uitgebreide toelichting van de gemeente Grobbendonk, kan de beroepsinstantie nochtans alleen maar besluiten dat verzoeker de perken van de redelijkheid hier kennelijk te buiten is gegaan. Met het aantal aanvragen, de tijdsspanne waarin ze werden ingediend en ook het voortdurend contacteren van het gemeentebestuur in het algemeen, wordt de normale werking van de gemeente Grobbendonk geschaad. Gezien de bijzondere omstandigheden eigen aan deze samengevoegde zaken, welke hierboven werden uiteengezet, is de beroepsinstantie de mening toegedaan dat de diverse verzoeken van verzoeker in de huidige stand van zaken wel degelijk een misbruik van recht inhouden. Dit niet in het minst nu de gemeente Grobbendonk aantoont dat verzoeker de informatie en documenten die hij verkrijgt, regelmatig slechts aanwendt om het gemeentebestuur in een slecht daglicht te stellen en haar reputatie te besmeuren.

De beroepsinstantie onderkent uit alle voorgaande vaststellingen en overwegingen een materieel en intentioneel aspect bij de beroeper dat niet te rijmen valt met de redelijke uitoefening van het recht van openbaarheid van bestuur. Het verbod van rechtsmisbruik vormt een algemeen rechtsbeginsel. Volgens de rechtspraak en rechtsleer is rechtsmisbruik de uitoefening van een recht, niet alleen met het enkele opzet te schaden, maar ook het uitoefenen van dat recht op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van de normale uitoefening van dit recht door een voorzichtig en bezorgd persoon (te goeder trouw). De gevolgen van de uitoefening van een recht mogen niet in onevenredigheid zijn met de voordelen voor degene die het recht uitoefent.

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2021/194-195-196

pagina 8 van 9

Het misbruik van recht is een uitzonderingsgrond die onder toepassing van artikel II.33, 1° van het Bestuursdecreet kan worden ingeroepen en die de aanvraag tot openbaarmaking “kennelijk onredelijk” maakt. Dit is in casu het geval, gelet op de omstandigheden zoals hiervoor uiteengezet en na billijke afweging van ieders belangen. Er kan dan ook niet anders geconcludeerd worden dan dat verzoeker zijn recht inzake openbaarheid van bestuur misbruikt met de huidige openbaarheidsverzoeken. Het voordeel van de informatie die beroeper wenst te bekomen weegt kennelijk niet op tegen de last die deze aanvragen (in combinatie met de overige, gelijkaardige verzoeken aan de gemeente Grobbendonk) veroorzaken binnen de gemeentediensten.

De beroepschriften dienen dan ook als ongegrond te worden beschouwd; Na beraadslaging,

BESLUIT: De beroepschriften van xxx d.d. 7 mei 2021 tegen de ontstentenis van beslissingen van de gemeente Grobbendonk betreffende de op 30 januari 2021, 28 februari 2021 en 11 april 2021 geformuleerde verzoeken worden als ontvankelijk en ongegrond beschouwd.

Brussel, 24 juni 2021 Voor de beroepsinstantie, afdeling openbaarheid van bestuur, Voor de voorzitter, afwezig An Van Acker, lid van de beroepsinstantie

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2021/194-195-196

pagina 9 van 9