dossier 2021-342.pdf

Uitspraak beroepsinstantie OVB/2021/342

Vlaamse overheid Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Afdeling openbaarheid van bestuur Havenlaan 88, bus 20 1000 BRUSSEL T : 02 553 57 25 Mail: openbaarheid@vlaanderen.be

Dossiernummer: OVB/2021/342

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Bevoegdheid beroepsinstantie Bestuursdecreet van 7 december 2018, titel II, hoofdstuk 3, afdeling 6.

Besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot oprichting van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie.

Voorafgaande procedure Op 24 juni 2021 diende xxx (hierna: verzoeker), een verzoek in bij de stad Landen waarbij werd verzocht om een afschrift te verlenen van de basis- en de forensische audit, samen met de opvolgaudit bij de stad Landen, alsook de rapportage van verdere opvolging.

Op 20 juli 2021 werd het openbaarheidsverzoek gedeeltelijk ingewilligd door de stad Landen.

Op 19 augustus 2021 diende verzoeker beroep in bij de beroepsinstantie openbaarheid van bestuur tegen de voormelde gedeeltelijke weigeringsbeslissing van de stad Landen.

Het beroep werd door de beroepsinstantie openbaarheid van bestuur geregistreerd op 19 augustus 2021.

Ontvankelijkheid van het beroep Het aanvankelijk verzoek van verzoeker dateert van 24 juni 2021.

De in beroep aangevochten beslissing dateert van 20 juli 2021 en deze maakt melding van de beroepsmogelijkheden en -modaliteiten, zoals voorgeschreven in artikel II.43, §1, derde lid van het Bestuursdecreet.

Het beroepschrift van 19 augustus 2021 werd ingediend binnen de decretaal voorgeschreven termijn en is dan ook tijdig ingediend.

www.vlaanderen.be

Met zijn beslissing d.d. 20 juli 2021 heeft de stad Landen de volgende documenten bezorgd aan verzoeker: - Basis auditrapport TULO - Vervolgauditrapport TULO - Het opvolgrapport van 11 februari 2021 dat geagendeerd werd op het CBS van 2 maart 2021.

Daarnaast werd in de beslissing d.d. 20 juli 2021 van de stad Landen de openbaarmaking van het forensisch auditrapport geweigerd. Met zijn beroepschrift vraagt verzoeker alsnog naar de openbaarmaking van het forensisch auditrapport bij de stad Landen.

Overeenkomstig artikel II.31, eerste lid Bestuursdecreet heeft het recht op passieve openbaarheid betrekking op bestuursdocumenten. Op grond van deze bepaling is elke instantie in principe verplicht aan eenieder die erom verzoekt inzage te geven in, uitleg te verschaffen over of een afschrift te bezorgen van de gewenste bestuursdocumenten.

Er kan geen twijfel over bestaan dat het in casu opgevraagde document moet worden beschouwd als een bestuursdocument in de zin van voormeld Bestuursdecreet.

De beroepsinstantie heeft zelf kennis genomen van de inhoud van het opgevraagde auditrapport. Daarbij heeft de beroepsinstantie kunnen vaststellen dat het hier gaat om een forensisch auditrapport d.d. 2 februari 2018 bij de stad Landen in verband met mogelijke onregelmatigheden bij bepaalde personeelsleden van de stad Landen. Het doel van een forensisch auditrapport is het op een objectieve wijze meedelen van door Audit Vlaanderen vastgestelde feiten en eventueel gepleegde inbreuken en de beroepsinstantie heeft zelf vastgesteld dat het in casu opgevraagde auditrapport een aaneenschakeling is van beschrijvingen van gedragingen of handelingen van bij naam genoemde of gemakkelijk identificeerbare natuurlijke personen.

De beroepsinstantie kon eigenhandig vaststellen dat het opgevraagde forensisch auditrapport bij de stad Landen ontegensprekelijk heel wat informatie van persoonlijke aard bevat, zoals bepaald in artikel II.40, §3, 3de lid Bestuursdecreet, zijnde informatie die betrekking heeft op een beoordeling of een waardeoordeel, of die de beschrijving van een gedrag bevat van meerdere bij naam genoemde of gemakkelijk identificeerbare natuurlijke personen.

Krachtens artikel II.40, §3, 2de lid van het Bestuursdecreet moet de aanvrager voor de openbaarmaking van informatie van persoonlijke aard kunnen aantonen dat hij rechtstreeks en persoonlijk in zijn rechtssituatie kan worden geraakt door ofwel de informatie, ofwel de beslissing waarop de informatie betrekking heeft ofwel de beslissing ter voorbereiding waarvan het document dat de informatie bevat, werd opgesteld.

De beroepsinstantie moet vaststellen dat verzoeker nergens aantoont, noch in zijn oorspronkelijk openbaarheidsverzoek, noch in zijn beroepschrift, hoe hij persoonlijk en rechtstreeks in zijn rechtssituatie wordt geraakt door de informatie van persoonlijke aard die voorkomt in het opgevraagde auditrapport bij de stad Landen.

Verzoeker treedt op in naam van xxx en naar de mening van de beroepsinstantie heeft deze geen concreet en rechtstreeks belang om te weten wat de onregelmatigheden of aanleiding van de forensische audit was. xxx stelt de vraag niet vanuit de verdediging van 1 bepaald personeelslid, dat zich benadeeld voelt door de forensische audit; maar enkel vanuit de bekommernissen rond het camerareglement bij de stad Landen. Dit is een algemene bekommernis van xxx rond de implementatie van het camerareglement en niet de vraag van 1 personeelslid dat zich benadeeld voelt in de forensische audit.

De beroepsinstantie is daarom van oordeel dat nergens een belang wordt aangetoond door verzoeker waardoor hij rechtstreeks en persoonlijk in zijn rechtssituatie kan worden geraakt door het opgevraagde

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2021/342

pagina 2 van 3

auditrapport, zoals bedoeld in artikel II.40, §3, 2de lid van het Bestuursdecreet. Verzoeker mist derhalve het vereiste belang in concreto om het voornoemde forensisch auditrapport op te vragen.

Daarom concludeert de beroepsinstantie dan ook dat het opgevraagde forensisch auditrapport niet openbaar kan worden gemaakt, bij gebrek aan het decretaal voorgeschreven belang in hoofde van verzoeker.

De beroepsinstantie stelt nog vast dat de stad Landen, in toepassing van artikel II.45, §2 van het Bestuursdecreet, de aanbevelingen van Audit Vlaanderen, naar aanleiding van de forensische audit, wel heeft bezorgd aan verzoeker. Deze aanbevelingen werden bovendien ook meegenomen in de opvolgaudit die werd gemaakt en kwamen op deze wijze ook in het opvolgrapport d.d. 11 februari 2021 terecht, dat reeds werd bezorgd aan verzoeker door de stad Landen met zijn beslissing d.d. 20 juli 2021.

Het ingestelde beroep in verband met de forensische audit bij de stad Landen wordt dan ook als onontvankelijk beschouwd.

Na beraadslaging,

BESLUIT: Het beroepschrift van xxx d.d. 19 augustus 2021 tegen de gedeeltelijke weigeringsbeslissing van de stad Landen wordt als onontvankelijk beschouwd.

Brussel, 9 september 2021

Voor de beroepsinstantie, afdeling openbaarheid van bestuur

Bruno Asscherickx, Voorzitter

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2021/342

pagina 3 van 3