1 minute read

Kleiner en fijner

Coen is inmiddels dertig jaar ondernemer aan de Wilhelminastraat in Breda. Aanvankelijk als ‘Gastronoom’ met een breed assortiment noten, delicatessen en reform.

Na een verhuizing naar de overzijde van de straat in 1999 en een verbouwing in 2012 konden in een grotere winkel klanten bediend worden met een breed assortiment, met steeds meer nadruk op reform en gezondheid.

Advertisement

Sinds kort echter is de winkel aanmerkelijk kleiner geworden. Coen heeft geen opvolgers en wilde een betere werk-privébalans. Vandaar dat de winkel afgelopen zomer is gesplitst. Tweederde is verhuurd aan de Kookzaak (ook Vakcentrumlid, red.).

Coen: “Ik heb een aantal scenarios doorlopen. Helemaal stoppen kwam niet aan de orde. Van jongs af aan draait alles om de winkel. Ik ben daarmee, letterlijk als zoon van de melkboer, opgegroeid. Het werken in de winkel is leuk, het werken met klanten is leuk.”

DESKUNDIGHEID MAAKT ONDERSCHEID

“Met de kleinere G&W winkel hebben we meer tijd voor onze klanten, kunnen we beter sturen op cijfers, kunnen we meer aandacht schenken aan assortimentsontwikkeling. Dat moet ook want bijvoorbeeld glutenvrij was bij ons een belangrijk product. Dat zie je nu echter ook volop in de supermarkt. Het is moeilijker om producten voor jezelf te houden. Wij initiëren en vervolgens gaat het de supermarkt in. Wat in ieder geval blijft is onze deskundigheid. Die blijft het onderscheid maken.”

Namens Ondernemers

“Ik ga de campagne voor de Staten in met de nadruk op economie, ruimtelijke ordening en volksgezondheid. Daar zit mijn kennis en ervaring. En natuurlijk als ondernemer. Want zelfs bij ‘mijn partij’ die toch van oudsher een ondernemerspartij is, staan maar weinig ondernemers op de lijst. Laat staan winkeliers. Dus laat mij die ondernemer/winkelier zijn die meedenkt. Dat moet mijn netwerk toch aanspreken”, stelt Coen Bastiaansen, die daarmee ook de Brabantse Vakcentrumleden oproept vooral te gaan stemmen (bij voorkeur op nummer 26 van lijst 1).

Ledenvoordelen aan de muur

Op het kantoor van Coen valt op dat er een overzicht van de Vakcentrumledenvoordelen op het whiteboard hangt. “Ja, en dat hangt er al langer dan vandaag”. Maar volgens Coen zijn de ledenvoordelen maar één onderdeel van het lidmaatschap. “Ook voor het Vakcentrum geldt dat zij praten met bestuurders die blij zijn dat ze deskundige gesprekspartners hebben. Zij dienen dus ook mijn belangen. En bovendien staat het Vakcentrum mij ook bij in juridische kwesties”.

This article is from: