Dossier: erectiele en seksuele dysfunctie bij de man / Dysfonction érectile et sexuelle chez l’homme

Prof. dr. Koenraad Van Renterghem. Prof. dr. Koenraad Van Renterghem.

Erectiele en seksuele dysfunctie bij de man: diagnose en behandeling.

ERECTIELE DYSFUNCTIE = ENDOTHELIALE DYSFUNCTIE = ED

Een erectiele of seksuele dysfunctie is veel meer dan impotentie. Impotentie komt van impotentio coeundi en betekent de onmogelijkheid om “samen te komen”. Erectiele en seksuele dysfunctie is echter een dysfunctie van niet enkel en alleen de erectie, maar bv ook van het libido, ejaculatie, orgasme.

ANATOMISCHE EN FYSIOLOGISCHE INZICHTEN.

De zwellichamen in de penis bevinden zich dorsaal li en re en worden het corpus cavernosum genoemd. Het zwellichaam rond de plasbuis, urethra, heet het corpus spongiosium en vormt een

DYSFONCTION ÉRECTILE = DYSFONCTION ENDOTHÉLIALE = DE

Une dysfonction érectile ou sexuelle est bien plus que l’impuissance. Impuissance vient d’impotentio coeundi et signifie l’impossibilité de « venir ensemble ». La dysfonction érectile ou sexuelle est cependant une dysfonction non seulement de l’érection, mais p. ex. également de la libido, de l’éjaculation, de l’orgasme.

POINTS DE VUE ANATOMIQUES ET PHYSIOLOGIQUES.

Les tissus érectiles dans le pénis se trouvent en position dorsale à gauche et à droite et se nomment corps caverneux (corpus cavernosum). Le corps caverneux autour de l’urètre s’appelle corpus spongiosium et forme une entité anatomique et fonctionnelle avec le gland de la verge. Le sang artériel vient de l’arteria iliaca communis, qui se divise en iliaca interna et plus loin en arteria puanatomische en functionele entiteit met de glans penis. De bloedsvoorziening arterieel komt vanuit de arteria iliaca communis welke aftakt naar de iliaca interna en verder naar de arteria pudenda en tenslotte de arteria cavernosa.

In de zwellichamen hebben we sinusoïden welke het caverneus lichaam vormen. Tenslotte gebeurt de veneuze drainage langs emissaire venes of ook kleine venules genoemd. Deze bevinden zich in de tunica albuginea en lopen tangentieel. De bezenuwing gaat hoofdzakelijk uit van S2 tot S4 (de nucleus van Onuf) maar verder ook van thoracaal 10 tot lumbaal 2 en uiteraard ook vanuit het centrale zenuwstelsel.

Fysiologisch bestaat een erectie uit een vasodi-

Dysfonction érectile et sexuelle chez l’homme : diagnostic et traitement.

latatie van de arteria cavernosa met nadien redenda et finalement arteria cavernosa. Dans les corps caverneux, nous avons des sinus qui forment le corps caverneux. Finalement, le drainage veineux le long des veines émissaires également appelées petites veinules. Celles-ci se trouvent dans la tunica albuginea et s’étendent tangentiellement. L’innervation va principalement de S2 à S4 (le noyau d’Onuf) mais plus loin également de thoracique 10 à lombaire 2 et naturellement également depuis le système nerveux central.

Physiologiquement, une érection est constituée d’une vasodilatation de l’arteria cavernosa suivie d’une relaxation des sinus et finalement d’une augmentation de la résistance veineuse. Ceci signifie qu’un stimulus érogène envoie un signal central via la moelle épinière au plexus pelvien, suite à quoi, après libération de monoxyde d’azote depuis les extrémités nerveuses, il se produit une stimulation de guanylate cyclase qui donne lieu à une augmentation de la GMP cycli-

laxatie van de sinusoïden en tenslotte toename van de veneuze weerstand. Dit betekent dat een erogene stimulus een centraal signaal via het ruggenmerg naar de pelvische plexus stuurt waardoor na vrijzetten van stikstofmonoxide vanuit de zenuwuiteinden er een stimulatie gebeurt van guanylcyclase welke aanleiding geeft tot stijging van cyclisch GMP en hierdoor daling van het intracellulair calcium in de gladde spiercel met gladde spiercelrelaxatie tot gevolg. Deze relaxatie betekent vasodilatatie en erectie.

EPIDEMIOLOGIE

Er zijn verschillende belangrijke epidemiologische studies gebeurd waaronder de Massachusetts Male Ageing Study, de Olmstead County Study, de Krimpen Studie en de Cologne Male Survey. Uit deze studies blijkt dat erectiele dysfunctie toeneemt met ouder worden en bv bij meer dan 50% van de 40+ mannen aanwezig is. Andere risicofactoren behoudens leeftijd zijn diabetes, hypertensie, hypercholesterolemie, roken, alcohol, vroegere heelkunde in het klein bekken, etc. Dit betekent dat bij heel wat patiënten met erectiele dysfunctie een neurogene en zeker een vasculaire factor een rol speelt.

Deze inzichten hebben geleid tot heel wat publicaties welke aantonen dat erectiele dysfunctie een opportuniteit betekent om vroegtijdig toekomstig cardiovasculair lijden op te sporen. Anque et de la sorte à une diminution du calcium intracellulaire dans les cellules des muscles lisses entraînant une relaxation des cellules des muscles lisses. Cette relaxation signifie vasodilatation et érection.

ÉPIDÉMIOLOGIE

Différentes études épidémiologiques importantes ont été faires, dont la Massachusetts Male Ageing Study, la Olmstead County Study, la Krimpen Studie et le Cologne Male Survey. De ces études, il ressort que la dysfonction érectile augmente avec l’âge et est p. ex présente chez plus de 50% des hommes de 40+. D’autres facteurs de risque en dehors de l’âge sont le diabète, l’hypertension, l’hypercholestérolémie, la consommation de tabac, l’alcool, une intervention chirurgicale antérieure dans le petit bassin, etc. Ceci signifie que pour beaucoup de patients avec une dysfonction érectile un facteur neurogène et certainement un facteur vasculaire jouent un rôle. Ces points de vue ont conduit à pas mal de publications qui montrent que la dysfonction érectile constitue une opportunité de détecter de manière précoce des affections cardiovasculaires futures. Autrement dit, la dysfonction érectile et les affections cardiovasculaires sont 2 manifestations différentes de la même affection systémique. Une étude australienne a p. ex. montré que le risque d’affection cardiovasders gezegd zijn erectiele dysfunctie en cardiovasculair lijden 2 verschillende manifestaties van dezelfde systemische aandoening. Een Australische studie heeft bv aangetoond dat de kans op cardiovasculair lijden en cardiovasculaire dood toeneemt met de ernst van erectiele dysfunctie. Dit is dan ook een sentinelsymptoom van vasculair lijden. De verklaring hiervoor is dat de diameter van de arteria cavernosa ongeveer 1mm bedraagt in tegenstelling tot de diameter van de coronairen (3mm of meer). Om deze reden zal een aantasting van de bloedvaten zich eerst manifesteren in de corpora cavernosa en pas later thv de coronairen.

Erectiele dysfunctie kan dan ook de barometer genoemd worden van de gezondheid van de ouder wordende man.

Atherosclerose in coronaire bloedvaten

Athérosclérose dans des vaisseaux sanguins culaire et de mort cardiovasculaire augmente avec la gravité de la dysfonction érectile. Ceci est également un symptôme sentinelle d’affection vasculaire. L’explication à cet effet est que le diamètre de l’arteria cavernosa est d’environ 1 mm contrairement au diamètre des coronaires (3 mm ou plus). Pour cette raison, une atteinte des vaisseaux sanguins se manifestera d’abord dans la corpora cavernosa et seulement plus tard à hauteur des coronaires. La dysfonction érectile peut également être appelée le baromètre de la santé de l’homme vieillissant.

DIAGNOSTIC

Comme pour toute affection, une bonne anamnèse est indispensable. Des scores de symptômes peuvent être utilisés à cet effet (IIEF, SEP, etc). Il est important de s’informer notamment à propos de l’éjaculation, de la libido, de la rigidité, du maintien de l’érection, de la déformation, du moment où la problématique a commencé, de la relation avec le partenaire, de la consommation

DIAGNOSTIEK

Zoals bij elke aandoening is een goede anamnese van onontbeerlijk belang. Hiervoor kunnen symptoomscores gebruikt worden (IIEF, SEP, etc). Het is belangrijk te vragen naar oa ejaculatie, libido, rigiditeit, aanhouden van erectie, deformatie, wanneer is de problematiek begonnen, relatie met de partner, roken, alcohol, co-morbiditeit, medicatie, etc.

Ook een grondig lichamelijk onderzoek is zeer belangrijk. We denken aan de lengte van de penis in flacide en stretched toestand, aanwezigheid van anatomische afwijkingen, tekens van peyronie, etc.

Wat de technische onderzoek betreft is het bepalen van testosterone ’s morgens nuchter tussen 9u en 11u en een doppleronderzoek van de arteria cavernosa zeer belangrijk.

Atherosclerose in de bloedvaten van de penis Athérosclérose dans les vaisseaux sanguins du pénis

de tabac, de l’alcool, d’une morbidité conjointe, des médications, etc.

Un examen corporel approfondi est également très important. Nous pensons à la longueur du pénis à l’état flaccide et en érection, la présence de déviations anatomiques, des signes de peyronie, etc.

En ce qui concerne l’examen technique, la détermination de la testostérone le matin à jeun entre 9 h et 11 h et un examen doppler de l’arteria cavernosa sont très importants.

Athérosclérose dans des vaisseaux sanguins coronaires Athérosclérose dans les vaisseaux sanguins du pénis

THÉRAPIE

Comme il ressort de la physiologie, une thérapie non chirurgicale réside en principe dans la diminution du calcium intracellulaire des cellules des muscles lisses afin d’obtenir de cette

THERAPIE

Zoals uit de fysiologie blijkt, bestaat een nietheelkundige therapie er in principe uit het intracellulair calcium in de gladde spiercellen te verlagen om op die manier een relaxatie van deze spiercellen en dus vasodilatatie en erectie te bekomen. PDE5-inhibitoren zoals Viagra dat in 1998 op de markt kwam, veroorzaken deze verlaging van intracellulair calcium door accumulatie van cyclisch GMP. Papaverine werkt via accumulatie van cyclisch AMP en wordt intracaverneus geïnjecteerd. Intracaverneuze therapie met Prostaglandine E1 werkt eveneens via accumulatie van cyclisch AMP. Onontbeerlijk voor dit mechanische is aanwezigheid van stikstofmonoxide. Viagra, Sildenafil, kwam in 1998 op de markt en is ondertussen opgevolgd door oa Cialis (Tadalamanière une relaxation de ces cellules musculaires et donc une vasodilatation et une érection. Les inhibiteurs PDE5 tels que Viagra, venu sur le marché en 1998, provoquent cet diminution de calcium intracellulaire par l’accumulation de GMP cyclique. La papavérine fonctionne via l’accumulation d’AMP cyclique et est injectée par voie intracaverneuse. La thérapie intracaverneuse avec la prostaglandine E1 fonctionne également via l’accumulation d’AMP cyclique. Pour ce mécanisme, la présence de monoxyde d’azote est indispensable. Le Viagra, Sildenafil, est venu en 1998 sur le marché et est entre-temps suivi par le Cialis (Tadalafil), le Levitra (Vardenafil), le Spedra (Avanafil). Ces médicaments diffèrent notamment par la demi-vie et donc la durée d’action. Il est important de savoir que les inhibiteurs PDE5 diffèrent également par l’« enzyme off rate ». Ceci signifie que certains inhibiteurs PDE5 interagissent plus longtemps avec l’enzyme phosphodiestérase que d’autres. L’important pour la thérapie médicamenteuse est de bien expliquer au médicament comment le médicament doit être pris. Il est important de savoir de savoir que ceci doit se faire un peu avant, pour certains médifil), Levitra (Vardenafil), Spedra (Avanafil). Deze medicamenten verschillen oa in halfwaarde tijd en dus werkingsduur. Belangrijk om te weten is echter dat de PDE5-inhibitoren ook verschil hebben in “ Enzyme off rate”.

Dit betekent dat sommige PDE5-inhibitoren langer interageren met het phosphodiesterase enzyme dan andere. Belangrijke bij medicamenteuze therapie is goed aan de patiënten uitleggen hoe de medicatie moet worden ingenomen. Het is belangrijk te weten dat dit dient te gebeuren een tijd van tevoren, bij sommige medicatie niet samen met voedsel, er is enkel werking als er seksuele stimulatie is, etc.

Intracaverneuze therapie met injecties rechtstreeks in het corpus cavernosum bestaat reeds caments pas en même temps que l’alimentation, qu’il fonctionne uniquement s’il y a stimulation sexuelles, etc. La thérapie intracaverneuse à l’aide d’injections dans le corpus cavernosum existe déjà depuis plus > 30 ans. Initialement, on utilisait de la papavérine, entre-temps on utilise le plus souvent de la prostaglandine E1. Ici également, il est important de bien instruire le patient comment l’injection doit se faire et également d’attirer l’attention sur le risque, bien que faible, de développement d’un priapisme. D’autres options thérapeutiques sont une pompe à vide qui est ressentie par la plupart des patients et partenaires comme très compliqué, d’ici peu viendra à travers sur le marché belge la possibilité d’une thérapie intra-urétrale avec Vitaros. La thérapie par ondes de choc (low intensity ESWT) a éventuellement une indication pour l’amélioration de la fonction érectile chez les patients avec dysfonction érectile. Cette thérapie a en tout cas sa place pour essayer de réduire plus rapidement la phase aigüe de la peyronie. > 30j. Initieel werd hiervoor Papaverine gebruikt, ondertussen wordt meestal gebruik gemaakt van Prostaglandine E1. Ook hier is belangrijk om patiënt goed te instrueren hoe de injectie dient te gebeuren en ook te wijzen op het weliswaar geringe risico op het ontwikkelen van een priapisme.

Andere therapeutische opties zijn een vacuümpomp wat op zich door de meeste patiënten en partners als zeer omslachtig wordt ervaren, binnenkort komt opnieuw op de Belgische markt de mogelijkheid van intra-urethrale therapie met Vitaros. Ook shockwave therapie (low intensity ESWT) heeft mogelijks een indicatie voor het verbeteren van de erectiele functie bij patiënten met erectiele dysfunctie. Deze therapie heeft in elk geval zijn plaats om de acute fase van peyronie sneller te proberen af te koelen. Mogelijks is er ook een plaats voor verbetering van de erectiekwaliteit.

De moeilijkste patiënten om te behandelen zijn patiënten na radicale pelvische chirurgie en ernstige diabetes. Dit komt enerzijds door te kort aan stikstofmonoxide en anderzijds ook door beschadiging van gladde spiercellen en endotheelcellen. Bij deze patiënten kan geopteerd worden voor een heelkundige oplossing, erectieprothese cfr.

volgend hoofdstuk. Il est possible que cela contribue également à l’amélioration de la qualité de l’érection.

Les patients les plus difficiles à traiter sont les patients après une intervention chirurgicale pelvienne radicale et diabète sérieux. Ceci vient d’une part du manque de monoxyde d’azote et d’autre part de la détérioration des cellules des muscles lisses et des cellules endothéliales. Chez ces patients, on peut opter pour une solution chirurgicale, une prothèse d’érection, voir chapitre suivant.

PROTHÈSE D’ÉRECTION

De préférence, on n’appellera pas une prothèse d’érection une « prothèse de pénis ». Ceci suggère une solution très artificielle, en réalité il s’agit d’un implant pénien gonflable. La première tentative pour résoudre un problème érectile de manière chirurgicale date déjà de 1936 lorsque Bogoras implanta du cartilage de côte de manière sous-cutanée dans le pénis d’un homme. Ce traitement n’a naturellement pas eu de succès. À partir des années 50, on est venu à réfléchir au développement d’implants synthétiques (Scardino), ce qui a débouché finalement en 1973 sur la première prothèse d’érection gonflable commercialisée (Scott). En 1974, AMS a présenté la prothèse AMS 700 sur le marché, en 3 parties. En 1983 Coloplast a suivi avec un implant d’érection basé sur un polyuréthanne.

Coloplast AMS Une prothèse d’érection est naturellement une solution définitive et donc à proprement parler une solution de dernière ligne. L’important pour la chirurgie de la prothèse d’érection est l’établissement de l’indication et de suivre une approche standardisée et approfondie. Pour cela, le couple doit en principe être impliqué lors de la décision. Il est également important de donner

ERECTIEPROTHESE

Een erectieprothese noemt men beter niet een “penisprothese”. Dit suggereert een zeer artificiële oplossing, eigenlijk gaat het over een opblaasbaar peniel implantaat. De eerste poging om echt op een heelkundige manier een erectieprobleem op te lossen dateert reeds van 1936 toen Bogoras ribkraakbeen inplantte subcutaan in de penis van de man. Deze behandeling was uiteraard niet succesvol.

Vanaf de jaren 50 is men gaan nadenken over het ontwikkelen van synthetische implantaten (Scardino), dit resulteerde uiteindelijk in 1973 in de eerste gecommercialiseerde opblaasbare erectieprothese (Scott). In 1974 kwam AMS dan met de AMS 700 prothese op de markt, 3-delig. In 1983 volgde Coloplast met een polyurethaan gebaseerd erectie-implantaat.

Een erectieprothese is uiteraard een definitieve oplossing en dus eigenlijk een laatste lijnsoplossing. Belangrijk bij erectieprothesechirurgie is dat bij het stellen van de indicatie er een gestandariseerde en grondige aanpak gebeurt. Hiervoor moet het koppel in principe betrokken worden bij de beslissing. Het is ook belangrijk op dit moment zoveel als mogelijk documentatie mee te geven aan patiënt en partner. In dit stadium begint het eerste contact ook met de nurse practitioner. Dit

is een gespecialiseerde protheseverpleegkundige. à ce moment le plus de documentation possible au patient et au partenaire. À ce stade commence le premier contact également avec l’infirmier praticien. Celui-ci est un infirmier spécialisé en prothétique. Chez certains patients, il peut être important d’offrir la possibilité de contacter de manière anonyme un patient porteur d’un implant. Finalement, cela concerne ici une « petite » opération avec un faible taux de complications. Bij sommige patiënten kan het belangrijk zijn om de mogelijkheid te bieden om anoniem met een geïmplanteerde patiënt contact te hebben. Uiteindelijk betreft het hier een “kleine” operatie met lage complicatieratio. Patiënten die voor een erectieprothese in aanmerking komen moeten op de hoogte worden gebracht van het feit dat de afmeting van de penis na de ingreep kleiner zal zijn dat de afmetingen welke vroeger aanwezig waren. Het betreft hier dan ook een onomkeerbare procedure. Tevens wordt aan patiënt uitgelegd dat een erectieprothese niet interfereert met ejaculatie of orgasme. Het is van het grootste belang om de pre-operatieve verwachtingen niet te hoog te stellen om zodoende tot een hoge postoperatieve satisfactie te komen.

Patiënten welke prothesechirurgie ondergaan komen in een klinisch pad terecht bij opname in het ziekenhuis waarbij op de afdeling iedereen goed geïnstrueerd is hoe de pre-operatieve oppuntstelling dient te gebeuren. Het gaat hier met name in het bijzonder over preventie van infectierisico door o.a. ontsmettende baden of douches bij de patiënt uit te voeren. Ook in de operatiezaal is het van het grootste belang om met een ervaren chirurgisch team te kunnen werken om op die manier een vlotte ingreep en vlotte assemblage van de prothese toe te laten. Ook de instructies voor postoperatieve zorg op de afdeling moeten goed worden gecommuniceerd (ijs, compressief verband, deflatie van de prothese bij ontslag, etc.)

Les patients qui entrent en ligne de compte pour une prothèse d’érection doivent être informés du fait que la dimension du pénis sera plus petite après l’intervention que les dimensions antérieures. Cela concerne également une procédure irréversible. On explique également au patient qu’une prothèse d’érection n’interfère pas avec l’éjaculation ou l’orgasme. Il est de la plus grande importance de ne pas avoir des attentes préopératoires trop élevées afin d’obtenir une satisfaction postopératoire élevée.

Les patients qui subissent une chirurgie prothétique entrent dans un cheminement clinique lors de l’admission à l’hôpital, où chaque personne du département est bien instruite de la manière dont la mise au point préopératoire doit se dérouler. Il s’agit ici en particulier de la prévention du risque d’infection notamment à l’aide de l’exécution de bains ou douches désinfectants sur le patient. Dans la salle d’opération également, il est de la plus grande importance de pouvoir travailler avec une équipe chirurgicale expérimentée afin de permettre cette manière une intervention rapide et un assemblage rapide de la prothèse. Les instructions pour les soins postopératoires dans le département doivent être bien communiquées (glace, pansement de compression, dégonflement de la prothèse lors de la sortie, etc.)

Le patient est informé en détail lors de la sortie et subit à bref intervalle des contrôles très réguliers chez l’urologue et l’infirmier praticien (infirmier spécialisé en prothétique).

Patiënt wordt grondig geïnformeerd bij ontslag en krijgt reeds op korte tijd zeer regelmatige controles bij de uroloog en de nurse practitioner (protheseverpleegkundige).

PROTHESETYPES

Er bestaan rigide prothesen welke constant hard zijn of ook malleable prothesen welke constant hard zijn maar kunnen worden geplooid in een geschikte positie. Deze prothesen plaatsen is een doorgaans eenvoudige procedure. Dit wordt echter niet frequent toegepast. Deze prothesen worden vnl gebruikt bij complexe revisie chirurgie. Maw wordt meestal gebruikt gemaakt van inflatable of opblaasbare prothesen. In regel zijn dit 3-delige prothesen welke bestaan uit een reservoir, pompje en 2 cilinders voor de corpora cavernosa.

TYPES DE PROTHÈSES

Il existe des prothèses rigides qui sont dures en permanence et également des prothèses malléables qui sont dures en permanence mais peuvent être pliées dans une position appropriée. Le placement de ces prothèses est une procédure généralement simple. Ceci n’est cependant pas appliqué fréquemment. Ces prothèses sont principalement utilisées dans le cas d’une chirurgie de révision complexe. En d’autres mots, on utilise le plus souvent des prothèses gonflables. En général, ce sont des prothèses en 3 parties constituées d’un réservoir, d’une petite pompe et de 2 cylindres pour les corpora cavernosa. 3-delige prothesen geven een zeer hoge patiënt en partner satisfactie. Mechanische revisies zijn eerder zeldzaam.

Na de introductie in 1998 van Viagra op de markt is het aantal erectieprothesen flink gedaald met +- 50%, heden ten dagen echter zijn het aantal implantaties groter dan voor de periode van Viagra. Bij de pre-operatieve planning is het zeer belangrijk dat deze patiënten van tevoren worden opgenomen voor grondige desinfectie van de huid. Patiënten voor een prothese worden in regel eerst op de lijst gezet van het OK en net voor de ingreep geschoren. Onder narcose gebeurt een uitgebreide en meer langdurige desinfectie dan bij een klassieke operatie. Dit soort ingrepen gebeurt met een breedspectrum antibioticaprofylaxie. De toegangsweg was vroeger meestal infrapubisch, zowel longitudinaal als révisions mécaniques sont plutôt rares. Après l’introduction du Viagra sur le marché en 1998, le nombre de prothèses d’érection a rapidement diminué de +- 50%, de nos jours, le nombre d’implantations est cependant plus élevé que pour la période avant le Viagra. Lors de la planification préopératoire, il est très important que ces patients soient admis préalablement pour une désinfection approfondie de la peau. Les patients pour une prothèse sont en général mis d’abord sur la liste de la salle d’opération et sont seulement rasés juste avant l’intervention. Sous anesthésie, on effectue une désinfection étendue et de plus longue durée que pur une opération classique. Ce type d’intervention se fait avec une prophylaxie antibiotique à large spectre. La voie d’accès était auparavant le plus souvent infrapubienne, tant longitudinale que transversale, actuellement on dwars, tegenwoordig gebruikt men bijna alleen nog de penoscrotale toegangsweg. Ook hier kan een dwarse of longitudinale incisie gebeuren. Op die manier krijgt men een zeer mooie expositie van de corpora.

Na het implanteren van een erectieprothese wordt deze zo snel als mogelijk geactiveerd om dmv cycling fibrose tegen te gaan. Seksuele activiteit kan ten vroegste 6 weken na de ingreep worden hervat.

De belangrijkste complicatie welke ook meest gevreesd wordt, is een infectie. Sinds het gebruik van geïmpregneerde erectieprotheses is het aantal infecties gedaald en bij primaire implanten in de literatuur doorgaans minder dan 1%. ■

Prof. Dr. K. Van Renterghem utilise pratiquement plus que la voie d’accès pénoscrotale. Ici également, on peut effectuer une incision transversale ou longitudinale. De cette manière, on obtient une très belle exposition des corpora.

Après l’implantation d’une prothèse d’érection, celle-ci est activée le plus rapidement possible afin d’empêcher une fibrose à l’aide d’une succession de cycles. L’activité sexuelle peut être reprise au plus tôt 6 semaines après l’intervention. La principale complication qui est également la plus crainte est l’infection. Depuis l’utilisation de prothèses d’érection imprégnées, le nombre d’infections a diminué et se situe dans la littérature pour les implants primaires généralement en dessous de 1%. ■