NÏVFRS . . I J l f JLiH.kJ
Tilburgs Universiteitsblad - 1 1 mei - jaargang 27 nunnmer 23
Tilburg wil niet dat instellingen collegegelden bepalen De universiteiten houden grote bezwaren tegen essentiële onderdelen van het nieuwe bekostigingssysteem dat minister Ritzen aan het ontwikkelen is. Eensgezind zijn de gesprekspartners eigenlijk alleen in de overtuiging dat een nieuw en vooral eenvoudiger systeem dringend gewenst is. In Tilburg zijn de bezwaren zeer groot. De universiteitsraad is unaniem tegen een wetswijziging om de hoogte van de collegegelden door de instellingen zelf te laten bepalen. Intussen wordt landelijk al twee maanden lang vergaderd over de uitwerking van het systeem. Daarbij zijn belangrijke meningsverschillen blijven bestaan. Een daarvan is het voornemen van de minister om in de toekomst aan wetenschappelijk en hoger beroepsonderwijs dezelfde vergoeding te geven voor geleverde onderwijsprestaties. Dat is de universiteiten een gruwel, onder meer omdat hun salariskosten hoger zijn dan die in het hbo.
Een tweede probleem betreft het plan van Ritzen om de omvang van die geleverde onderwijsprestaties voortaan te meten in (door de studenten) met succes afgesloten cursusjaren. De bestaande meetpunten voor het onderwijsrendement, de aantal propedeutische en doctoraal examens, liggen volgens Ritzen te ver uiteen en doen bovendien geen recht aan het feit dat ook een onderwijsprestatie kan zijn geleverd als een student zijn studie
staakt voor het diploma werd behaald. Maar de universiteiten vrezen dat zo'n fijnmaziger meetsysteem administratief niet meer te verwerken zal zijn. Een volgend belangrijk struikelblok heeft de minister inmiddels toegevoegd door, behalve over de bekostiging van het hoger onderwijs, ook enkele gedachten te opperen over de bekostiging van het wetenschappelijk onderzoek. De universiteiten voelen zich ernstig bedreigd door het voornemen van Ritzen om een bedrag van 125 miljoen gulden uit hun onderzoeksbudgetten over te hevelen naar de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). De bespreking van dit voornemen, evenals dat van de andere knelpunten, is opgeschort tot begin juni. In de universiteitsraad van 26 april kreeg het CvB van alle Tilburgse fracties lof toegezwaaid voor de slagvaardige wijze waarop het CvB
8/9 5 Intimiteiten In Groningen schreef men een rapport over ongewenste intimiteiten. Hoe denkt en handelt men aan de KUB.
Adieu KUB Drie voorbeelden van brain drain aan de KUB. Christian Mulder (foto), Anton Bevers en Stan Maes -allen dr.- verlaten de Tilburgse universiteit.
7 informatie-beieid tegen voorstellen van het nieuwe bekostigingssysteem heeft gereageerd. Het zelf bepalen van de hoogte van het collegegeld vormt volgens het CvB ongezonde concurrentie. In een unaniem aanvaarde motie - ingediend door de fracties PSP en VIP - werd het voorstel voor het zelf bepalen van de hoogte van de collegegelden afgewezen omdat dat verregaande consequenties zou hebben voor de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en daarin ongewenste diffe-
rentatie zou aanbrengen. Ook de andere punten van het nieuwe bekostigingssysteem vonden geen genade bij Raad en College. Door aan het einde van de zit de resultaten te financieren gaat de minister voorbij aan mogelijkheden van studenten - drop-outs - om zich te oriënteren. Het college wil nadrukkelijk financiering bij de instroom. 'De output-financiering betreuren w i j ' , aldus collegelid J . van Berkom. (JD/HOP/EV)
Visitatiecommissie oordeelt positief over juridische faculteit 'In alle opzichten heeft de faculteit aan de verwachtingen voldaan. De faculteit heeft de spiegel op de juiste wijze voorgehouden. Er is een goed onderwijsbeleid gevoerd.' Lovende woorden aan het adres van de juridische faculteit, die vorige week bezoek kreeg van een externe visitatiecommissie. Decaan prof. Geppaart: 'Ik ben een gelukkig man.' De commissie van onafhankelijke deskundigen, die in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Samenwerkende Universiteiten (VSNU) een oordeel moet vellen over de kwaliteit van het onderwijs, heeft de afgelopen week de juridische faculteit van de KUB doorgelicht. Deze externe visitatiecommissie, die onder leiding stond van de emeritus hoogleraar administratief recht, prof. mr. P. de Haan, sprak drie dagen lang met studenten, kerndocenten, tutoren.
aio's en andere betrokkenen van de rechtenfaculteit, en oordeelde bijzonder positief. 'De commissie is enthousiast over de faculteit', zo stelde De Haan in zijn voorlopige conclusie, afgelopen vrijdag in de Ruth Firstzaal. Maar ook de faculteit had haar huiswerk goed gedaan. In een eerder stadium al waren in een interne studie de onderwijsactiviteiten geïnventariseerd en ook de knelpunten van de faculteit op papier gezet. De rapportage van de
Commissie De Haan
commissie-Groenhuijsen noemde De Haan gedegen, men was tevreden over de presentatie en over de volledigheid van het materiaal. Lof alom. Opvallend enthousiast was de externe commissie over het tutoraat. 'Het werkt goed, de studenten zijn er positief over, men studeert vlugger en de cijfers zijn hoger. Dat alles werkt door in het doctoraal', aldus De Haan. Prof.mr. M. Groenhuijsen kon dit alleen maar onderstrepen. 'Het tutoraat functioneert naar onze kennis onverminderd goed. Het is een voorziening die op dit punt beter is dan op welke Nederlandse faculteit dan ook.' De kritische noten die sommige studenten lieten vallen aan het adres van de visitatiecommissie, neemt Groenhuijsen voor lief. 'Graag nemen w e kennis van die opmerkingen. Wij beschouwen kritiek niet als bedreigend.' Een punt van zorg blijven echter de rendementscijfers, zo liet de commissie-De Haan weten. Na zes jaar heeft 33 procent van de studenten haar bul. De Haan sprak van 'een groot maatschappelijk verlies als men er na vier of vijf jaar achter komt dat men het niet kan halen.' De oorzaak? Of de Tilburgse rechtenstudent steekt te weinig tijd in de studie (gemiddeld ongeveer 3 0 uur per week) of de brede basisopleiding van de studie is er debet aan. Groenhuijsen: 'Dat is een hypothese van de visitatiecommissie. Maar op de eerste dag van haar bezoek heeft commissie al opgemerkt dat het rendement van onze faculteit landelijk op het gemiddelde niveau ligt. We hebben
zelf al geconstateerd dat het rendement lager is dan wenselijk, maar vergelijkenderwijs zitten w e keurig in het midden.' Die generale aanpak is zo slecht nog niet, meent Groenhuijsen. 'De visitatiecommissie heeft een informele indruk nagelaten waaruit blijkt dat op vakmatige gronden zo'n generalistische opleiding de voorkeur verdient boven een op specialisaties gerichte opleiding. Als toch blijkt dat een generale opleiding problemen oplevert voor het rendement, dan moeten daar extra voorzieningen voor worden getroffen.' Als voorbeeld noemt Groenhuijsen een uitgebreidere begeleiding van de eerstejaars, een intensievere training van de vaardigheden en een verzwaring van de propedeuse.
FABRIEK Dat laatste vindt ook decaan prof. Geppaart. Volgens hem zijn de rendementscijfers een uitvloeisel van het gevoerde facultaire beleid. 'We richten nu onze aandacht op de versterking van de propedeuse. We hebben het sterke gevoel dat de propedeuse te licht is - dat is ook de mening van veel studenten - zodat de selectie in het eerste jaar te gering is.' Op dit moment slaagt ongeveer 7 0 procent van de studenten (vaak na twee jaar) voor de propedeuse en een slagingspercentage van 50 è 55 wordt meer wenselijk geacht. Overigens zegt Geppaart niet veel waarde te hechten aan de rendementscijfers. 'Wij beschouwen de rendementsproblematiek niet als de hoogste prioriteit van het facultaire beleid. We zouden dan onze
verantwoordelijkheid uit de weg gaan. Topprioriteit is dat w e goede juristen opleiden; w e willen geen fabriek zijn voor meesters in de rechten.' Maar er waren ook punten van kritiek. De commissie was niet tevreden over de aansluiting van het vak economie op het onderwijs aan de rechtenfaculteit. 'De uitstekende naam die Tilburg heeft op economisch gebied komt op de juridische faculteit niet tot z'n recht', zo liet De Haan weten. Het hoofdstuk 'afgestudeerden' vond De Haan magertjes. Er werd geadviseerd om eens goed na te denken over de afstemming op de arbeidsmarkt. Tot slot opperde de commissie-De Haan om het interfacultaire overleg te openen voor de instelling van een postdoctorale opleiding tot bestuursjurist. De juridische faculteit van Tilburg was de vierde - na Nijmegen, Utrecht en Leiden - die door de commissie-De Haan bezocht werd. 'In de borrel na de voorlopige presentatie is ons kenbaar gemaakt dat van deze vier faculteiten er geen een zo goed uit is gekomen dan de onze', zegt Groenhuijsen. Hij wijt dat aan de bijzondere voorzieningen die in Tilburg op de studenten toegeschreven zijn, zoals het tutoraat en het studenten- en docentenmentoraat. Ook het consistente onderwijsbeleid en de volledige informatieverstrekking naar de commissie toe, met een 'gezonde dosis zelfkritiek' heeft volgens Groenhuijsen bijgedragen aan het gunstige oordeel van de visitatiecommissie. (MK)