Criwif
Tilburgs Universiteitsblad - 10 maart 1989 - jaargang 26 nummer 24
Diensten worden ingrijpend gereorganiseerd Er worden twee en twintig banen gesctirapt: er /(omen bijna zeven nieuwe banen bij. Het College van Bestuur heeft vorige week een ingrijpend reorganisatieplan gepresenteerd voor het dienstenapparaat van de KUB. Een aantal personeelsleden zal via 'job rotation' elders binnen de instelling aan de slag kunnen. Uiteindelijk zullen 'zeker minder dan tien'medewerkers de komende jaren moeten gaan uitkijken naar een nieuwe werkgever. Univers peilde de eerste reacties bij enkele getroffen afdelingen en bijeen aantal fracties in de universiteitsraad.
De Dienst Personeelszaken zegt 'met verbazing, ontsteltenis, onbegrip en woede' kennis te hebben genomen van de voorstellen van het College van Bestuur. DPZ wordt voor 3,5 formatieplaats aangeslagen en behoort daarmee tot de zwaarst getroffen diensten. In feite komt de reductie met zoveel plaatsen neer op opheffing van deze centrale voorziening. De belangrijkste reden van het universiteitsbestuur om deze dienst zo fors te korten is gelegen in de voorgenomen decentralisatie van een groot aantal centraal geregelde taken. Een aanzienlijk deel van de personeelstaken zal verhuizen naar faculteiten en afdelingen. Maar de medewerkers van DPZ denken dat er meer achter deze manoeuvre zit. Het hoofd van de afdeling drs. Rob Geerts en de voorzitter van de dienstraad M. Teurlings hebben gezamenlijk een gepeperde eerste reactie naar het College gestuurd waarin zij zeggen zich 'verkocht' te voelen. Citaat: 'Wij zijn van mening dat uw voorstellen betekenen dat het sociaal beleid een ondergeschikte rol zal gaan spelen en dat er geen sprake zal zijn van een integrale, multidisciplinaire afweging van belangen. Zelf voelen wij ons 'verkocht' ( zoals dat ook voor het sociaal beleid geldt) en ervaren wij opheffing van DPZ als een motie van wantrouwen en een duidelijke afrekening.'
8/9 Personeelwetenschappen Het succes van een beroepsgerichte opleiding. 5
Karl Marx Universiteit De overblijfselen van de revolutionaire geest.
7
Eilandenwerk De Tilburgse aio ziet zijn baan als een vervolg op de studie.
16 Leuteren aan de lijn
vervolg op pag. 3
Secretaris Kraakman en voorzitter Verheyen
De personele consequenties en organisatorische implicaties van een nota Omdat de Katholieke Universiteit Brabant dit jaar nog eens 2,3 miljoen gulden minder krijgt is raad en bestuur er vanuit gegaan dat er nu maar eens flink gesnoeid moest worden in het dienstenapparaat. Het college pakte vorige week uit met een Nota 'Takeri, omvang en organisatie dienstenapparaat', waarin de operatie filosofisch onderbouwd en praktisch uitgewerkt wordt. Over een grotere beheersvrijheid voor faculteiten en diensten, globalisering van de budgetten, koppeling van taken en middelen en verantwoording achteraf bestaat al langer overeenstemming. In april 1988 besprak de Uraad een notitie van het college over decentralisatie en in de laatste Nota FormatieOntwikkeling staat met zoveel woorden dat er gestreefd moet worden 'naar een balans tussen decentralisatie ('besturen op afstand') en het op effectieve wijze uitvoeren van de centrale taken en verantwoordelijkheden'. Bij de uitwerking van de decentralisatie van beheerstaken en bevoegdheden heeft het CvB gebruik gemaakt van het rapport van de werkgroep decentralisatie. De grootste klappen vallen bij de Dienst Studentenwelzijn (DSW) en de Dienst Personeelszaken (DPZ). DSW zou volgens de voorliggende nota 3,4 plaatsen verliezen, omdat het college taakafstoting bij DSW goed mogelijk acht. Voor een aantal taken zijn in de maatschappij geschikte voorzieningen aanwezig en het gebruik van die voorzieningen kan via de ziektekostenverzekering worden vergoed. DPZ verliest niet alleen 5,5formatieplaatsen, maar wordt als centrale dienst in het voorstel van het college ongeveer opgeheven. Door decentralisatie krijgen faculteiten en diensten het volledig mandaat voor de aanstelling van personeel en daarmee verbonden bemanningstaken. Taken van perso-
neelsconsulenten en administratieve ondersteuning komen ten laste van faculteit en dienst. De juridisch/ rechtspositionele taken verhuizen van DPZ naar de Dienst Algemene Zaken (DAZ) en de salaris- en personeelsadministratie wordt overgeheveld naar de Dienst Economische en Administratieve Zaken (DEA). Bij het Audio Visueel Centrum (AVO wil het college taken afstoten zodat het werk daar met2,5menskracht minder kan worden gedaan. De produktietaken zijn duur, zowel in menskracht als in apparatuur. Het AVC krijgt twee jaar de tijd om zelfstandig in een regionaal of provinciaal samenwerkingsverband te opereren. Als dit niet haalbaar is zouden de AV-produktietaken moet worden afgestoten. De college-zaal-service van het AVC, inclusief onderhoud apparatuur, kan volgens de nota worden ondergebracht bij de afdeling Post en Bewaking van de Dienst Bouw en Huishoudelijke Zaken (D B H). I n de nota stelt het college de vraag 'of het instandhouden van een eigen relatief Ideine voorziening, mede ool< in het licht van de snelle technologische ontwikkeling op audiovisueel gebied financieel haalbaar en uiteindelijk doelmatig is.' Twee vacante functies bij de Dienst Algemene Zaken worden niet meer opgevuld. Het Bureau Interne Communicatie met /,Sformatie wordt opgeheven en de nieuwbouw van de bibliotheek, waar straks alle faculteitsbibliotheken worden gecentraliseerd, is goed voor een reductie van 2 banen. Tenslotte wil het college door privatisering bij het Transferpunt 7 formatieplaats en door reductie van taken bij DEA2,5en bij DBH 7 formatieplaats opheffen. De oprichting van een Bureau van de Universiteit, waarin een groot aantal bureau's worden ondergebracht moet door bundeling van secretariĂŤle
ondersteuning nog een 2,5plaatsen reduceren. In totaal verdwijnen er 22,2 banen. Daarnaast komen er door taakuitbreiding 6,3 banen bij zodat de KUB per saldo haar personeelsbezetting met 15,9 vermindert en dat is goed voor een besparing op het budget van ongeveer f 1.000.000, a rato van f 62.000 per persoon. Daarnaast venwacht het college op langere termijn gunstige indirecte effecten van de ontbureaucratisering en taakherziening. De taakuitbreiding mag worden venwacht bij DBH (1 fte voor projectleiderschap nieuwbouw bibliotheek), DEA (1 fte voor de administratie van TIAS, ITK, CentER e t c ) . Bureau Buitenland (1,5 fte ten dienste van Speerpunt Internationalisenng). Het nieuwe PR-beleid (inclusief het KUB-magazine) krijgt 1,8 fte en voor assistentie van de secretaris van de universiteit is 1,0 fte voorzien. Tussen nu en 1 januari 1990 zal zorgvuldig overleg plaatsvinden over de invulling van de op til zijnde operatie. Na bespreking van de nota wil het college overgaan 'tot nauwkeurig onderzoek en overleg per dienst en met betrokkenen. Het resultaat hien/an moet zijn dat in het vroege najaar bij de individuele medewerkers bekend is wat de consequenties zijn van de in deze nota gepresenteerde voorstellen.' De rechtspositie van de betrokken medewerkers wordt tot 1.1.1990 niet aangetast. Het sociaal beleidskader voorziet verder herplaatsing binnen de instelling en her-, bij- en omscholing. In voorkomende gevallen zal van outplacement gebruik gemaakt kunnen worden, aldus de nota van het college.
DECENTRALISATIE Het college vertrekt in de nota van een aantal principes zoals decentralisatie en ontbu- \
reaucratisering. Beheersbevoegdheden dienen op hetzelfde niveau te worden gelocaliseerd als bestuursbevoegdheden, schrijft het CvB in de nota. Beslissingen over personeel en geld moeten op het facultaire niveau worden genomen. Op het centrale niveau wordt er gecorrigeerd en eventueel bijgestuurd. Dezelfde beheersvrijheid wil het college ook aan de diensten toekennen. Daartoe moeten er wel eisen worden gesteld aan de grootte van de diensten, in het kader van de ontbureaucratisering. Zo stelt het college voor om de kleine diensten ORC, WEWI, KRIS en SG in een dienst ondenwijsen onderzoekondersteuning (DOO) onder te brengen. De secretaris van de universiteit (SU) krijgt speciale aandacht in de nota. 'De coĂśrdinerende taak van de SU is dan (bij beleidsvoorbereiding n.v.d.r.) niet alleen procesmatig van aard, maar kan in voorkomende gevallen, gegeven zijn positie van eerste adviseur van het college, ook inhoudelijk of sturend van aard zijn.' De secretaris van de universiteit is het hoofd van het nieuwe Bureau van de Universiteit, een verzameling van alle beleidsvoorbereidende en staf bureau's zoals daar zijn: Juridische Zaken, Onderwijs en Onderzoek, Pers Voorlichting en Public Relations, Bureau Buitenland, Bedrijfsgeneeskundige Dienst, Bureau Formatie en Bemanningen Bureau Personeelsbeleid. Ook de griffie van de U-raad kan de status krijgen van een apart bureau binnen het Bureau van de Universiteit. Tenslotte valt daar ook onder: het secretariaat van het college en de secretaris van de universiteit zelf die voor deze taakverzwaring een assistent aan zijn zijde krijgt. (EV)