Universiteitsblad - 27 maart 1987 - iaarqanq 24 n u m m e r 26
Stichtingsbestuur wil invloed benoeming collegeleden In zijn vergadering van 26 maart bespreel<t de universiteitsraad de procedureregels die het stichtingsbestuur heeft opgesteld voor de benoeming van leden van het College van Bestuur. De regels hebben vooral betrekking op de aanbeveling die de universiteitsraad mag doen over de benoeming van twee leden van het CvB. Het stichtingsbestuur wil, zo blijkt uit de regeling, reeds vóórdat de raad officieel met de aanbeveling komt, de 'mogelijkheid krijgen om kandidaten af te wijzen. Verder wil het stichtingsbestuur benoemingscriteria gaan opstellen waarmee de universiteitsraad bij zijn aanbeveling rekening moet houden. Volgens de nieuwe W e t op het wetenschappelijk onderwijs (WWO) zullen voortaan alle leden van het CvB door de minister benoemd worden. Op de KUB neemt het stichtingsbestuur die taak over. Voorheen, onder het regime van de W U B , had de universiteitsraad het recht om - al naargelang de omvang van het College - een of twee leden van het CvB te benoemen. Dat recht heeft de raad onder de werking van de nieuwe W W O verloren. Daarvoor in de plaats mag de raad bij het openvallen van een vacature in het CvB (behalve die van de rector) een aanbeveling opstellen met twee namen. Naar aanleiding van deze aanbeveling benoemt het stichtingsbestuur dan het Collegelid. Het stichtingsbestuur mag overigens van de aanbeveling afwijken. Het stichtingsbestuur heeft nu een procedure voorgesteld over hoe de raad tot zijn aanbeveling kan komen. De raad moet zich bij het kiezen van kandidaten houden aan benoemingscriteria die het stichtingsbestuur opstelt. Wat men zich bij dergelijke criteria moet voorstellen is niet duidelijk. De commissie die de universiteitsraad adviseert over de invoering
van de W W O heeft in een eerder stadium gesteld dat het zwaartepunt bij de selectie van CvB-leden - met uiteondering van de rector - bij de raad dient te liggen en dat benoemingscriteria, wanneer het om de sfgnatuur gaat, nooit een afwijking mogen inhouden van het bestaande benoemingsbeleid. Het presidium van de raad heeft al gezegd in ieder geval bij het opstellen van de benoemingscriteria betrokken te wil
Het huidige CvB werd nog volgens het WUB regime samengesteld. Kiezen zit er voor de raad niet meer bij, wel aanbevelen.
Ook in april wordt aan studenten met een aanvullende beurs nog een voorschot uitbetaald. Om elk risico van verkeerd vastgestelde beurzen te vermijden wil minister drs. W.J. Deetman pas in mei de preciese, aan de hand van alle relevante gegevens berekende bedragen uitbetalen, zo schrijft hij in een brief van 19 maart aan de Tweede Kamer. Het voorschot zal rond 10 april worden uitbetaald. Dat is tien dagen eerder dan oorspronkelijk de bedoeling was. Vanaf mei zal de uitbetaling rond de twintigste van iedere maand vallen.
Tegen de latere uitbetaling van de beurzen en tal van andere problemen is de afgelopen weken fel geprotesteerd door de Landelijke Studentenvakbond, die zelfs een
m 5. Zuidafrikaanse universiteiten verzetten zich steeds scherper tegen de politiek van de overheid.
3. Prof. IMeii iVlurphy is van alle financiĂŤle markten thuis. Deze Amerikaanse specialist gaf gastcolleges op de KUB.
Nieuwe onduidelijkheid over instroomcriterium Letteren Het College van Bestuur van de KUB is geschrokken van de definitieve beleidsvoornemens Selectieve Krimp en Groei, die minister Deetman begin vorige week aan de Tweede Kamer heeft aangeboden. De weergave van de beleidsafspraak met de KUB dekt volgens het Tilburgse college 'deels niet en deels niet geheel' de afspraken die tijdens het bilateraal overleg van 5 maart j . l . zijn gemaakt over de evaluatie van de letterenfaculteit in 1990. In een brief van 23 maart vraagt het college de minister alsnog de nodige aanpassingen aan te brengen in de tekst van de beleidsafspraak met de KUB.
Studiefinanciering blijft i<nelien
Deetman kondigt ook een compensatieregeling aan voor (grote) gezinnen, die er door de invoering van de nieuwe studiefinancieringswet en het gelijktijdig vervallen van de kinderbijslag minstens 2500 gulden per jaar op achteruit zijn gegaan. Zij krijgen in 1987 driekwart van de achteruitgang gecompenseerd, in 1988 de helft en in 1989 nog een kwart. Voor het overige is Deetman niet bereid tot aanpassingen van de wet.
len worden. Interessant in dit opzicht is dat het presidium donderdag 26 maart een eerste discussie wijdt aan een nieuwe, vertrouwelijke concept-notitie van het stichtingsbestuur over de signatuur. Naar verluidt moet deze notitie beschouwd worden als een reactie van het stichtingsbestuur op de opvatting dat de KUB niet zozeer katholiek maar bovenal regionaal zou zijn. Deze opvatting werd ten tijde van de anti-Deetmanacties veelvuldig op de KUB gehoord. De notitie zal besproken worden in het overleg dat het presidium op 3 april voert met het stichtingsbestuur. De procedure over de aanbeveling die de raad mag doen bij de benoeming van CvB-leden stelt tevens voor het stichtingsbestuur onmiddellijk op de hoogte te brengen van de namen die bij de raad als kandidaten aangemeld worden. Op die manier kan het stichtingsbestuur meteen laten weten welke kandidaten onacceptabel zijn. Tegen deze regel, die een mogelijke aanbeveling van de raad vroegtijdig kan verhinderen, heeft het presidium van de raad geen bezwaren geopperd. De raad zelf oordeelt op 26 maart over de procedure. H.B.
kort geding aanspande om betaling op de eerste van iedere maand af te dwingen, zoals dat in het oude studiebeurzensysteem gebruikelijk was. De rechter doet daarover op 25 maart een uitspraak. Een dag later debatteert de vaste kamercommissie voor onderwijs en wetenschappen opnieuw met Deetman over de wet op de studiefinanciering. De LSVB heeft voor die dag een landelijke demonstratie aangekondigd op het Binnenhof, nadat vorige week her en der in het land al actie werd gevoerd. Doel: het wegnemen van de 'knelpunten' die bij de uitvoering van de wet aan het licht zijn gekomen, waaronder
de latere uitbetaling. Het aanstaande kamerdebat is een herhaling van een in oktober vorig jaar gehouden overleg, toen de meeste knelpunten ook al bekend waren. Een meerderheid van de kamer berustte toen in de vaststelling van Deetman, dat het nog veel te vroeg was om conclusies te trekken; de wet was nog geen maand in werking. Inmiddels heeft de minister zijn conclusies wel getrokken: er is - afgezien van de extreme achteruitgang voor grote gezinnen nog steeds geen aanleiding tot wijzigingen, zo blijkt uit zijn brief. Geen oplossing dus voor minderjarige studenten met weigerachtige ouders - de brief rept er niet over; geen eerdere uitbetaling van beurzen; geen tegemoetkoming voor alleenstaande bijstandmoeders of -vaders, die er door de nieuwe wet fors op achteruit zijn gegaan; en geen voorschotten op het collegegeld, behalve als de totale bijdrage die de ouders moeten leveren lager is dan 1604 gulden per jaar - maar dat was al eerder bekend. Gevolg van dit laatste is dat het collegegeld door de meeste studenten voor het hele studiejaar moet worden voorgeschoten, tenwijl de vergoeding daarvan pas achteraf - in 12 maandelijkse termijnen - wordt uitvervolg op pag. 6
Tijdens bilateraal overleg van 5 maart hebben rector prof .dr. R. de Moor en letterendecaan prof.dr. H. Verdaasdonk uitgebreid met minister Deetman gesproken over de eisen die in het kader van de Krimpen Groeioperatie aan het voortbestaan van de Tilburgse letterenfaculteit werden gesteld. Aanvankelijk eiste Deetman een instroom van 120 voltijdse studenten per 1 december 1989. Tenslotte bleek hij toch bereid tot enige versoepeling: het 'mechanisch ijkpunt' van 120 studenten zou komen te vervallen en de nieuwe afspraak zou kunnen zijn 'dat krachtig wordt gestreefd naar een instroom van 120 studenten in 1990, waarbij het gaat om een duidelijk aantoonbare trend'. Dat was althans de interpretatie van het Tilburgse College van Bestuur. In de definitieve versie van de beleidsafspraak met de KUB hanteert Deetman daarentegen de formulering 'dat sprake moet zijn van een minimale instroom van 120 voltijdse studenten in het studiejaar 1990/91, zulks te bepalen op grond van lineaire extrapolatie van de instroomcijfers blijkens de 1 decembertellingen met ingang van 1986'. Het College van Bestuur schrijft nu in haar brief aan de minister dat de woorden 'minimaal' en 'lineaire extrapolatie' tijdens het bilateraal overleg helemaal niet zijn gebruikt. 'In het kader van de bereikte overeenstemming,' aldus de brief, 'nemen wij aan dat u de formulering wilt aanpassen.' vervolg op pag. 6