Nederland
PEF-fraktie schort werkzaamheden op
voert ten aanzien van vreemdelingen een individueel beleid: een van de uitspraken tijdens een forumdebat over het nationale zigeunerbeleid. Het mentoraat vani de Juridische Fakulteit had voor de gelegenheid een zwaar diskussiekollege bijeengeroepen. Zigeunerkoning Koko Petaio was ook present. De middenpagina.
Vertrouwen in bestuur Ekonomische Fakulteit liersteld Over smaak Het bestuur van de Ekonomische Fakulteit geniet sinds de raadsvergadering van 23 april weer het vertrouwen van het grootste deel van de Fakulteitsraad. O p 26 maart was het bestuur naar huis gestuurd, toen men het aangenomen voorstel tot invulling van d e Twee Fasen Struktuur niet wilde uitvoeren. Raadslid J a n van Vliet van PS '80 nam d a a r n a het voortouw in een poging de breuk te lijmen. Na een drietal informele bijeenkomsten van raadsleden met het bestuur kwam uiteindelijk een kompromis-voorstel op tafel. Dit kompromis werd in de raadsvergadering van 16 april n a amendering door een meerderheid van de raadsleden aangenomen. Voor de progressieve studentengroepering PEF was het oorspronkelijke voorstel inmiddels zover uit-
gekleed dat zij h a a r raadsleden terugtrok. Van het oorspronkelijke voorstel, dat eerst een totaalplan met profielschetsen voor alle sub-varianten inklusief formatieplan en tentamensysteem zou worden opgesteld, werd in het kompromis het een en ander afgeknabbeld. De Onderwij skommissie van de Fakulteit krijgt n u de opdracht van de Raad op korte termijn voor alle toekomstige hoofd-varianten afstudeerprofielen op te stellen. Als alles meezit worden die afstudeerprofielen 21 mei aan de Raad gepresenteerd. Zijn de profielen goedgekeurd door de Raad, dan ontwerpt de Onderwij skommissie voor de hoofdvarianten een raamwerk. Bij het aanbieden van het totaalplan voor het onderwijsprogramma zal tevens een ontwerp voor het onderwijsprog r a m m a van de propedeuse gevoegd worden. Volgens de PEF betekent een en ander dat de profielschetsen niet
veel meer zullen zijn dan een verhaaltje om de door het bestuur gewenste r a a m s t r u k t u u r goed te praten. Men konstateert dat er in de Raad niet of nauwelijks gediskussieerd kan worden over fundamentele zaken, (zoals de kernvakkenproblematiek) . De PEF heeft overigens nooit veel brood gezien in het raadswerk. Het was nuttig om op de winkel te passen en om studenten van informatie te voorzien. Even leek de samenwerking met PS '80 en DNE ook vruchten op te leveren. Die hoop is nu als sneeuw voor de zon gesmolten. Men is zich nu aan het bezinnen over wat verder te doen valt. Zo wordt dinsdag 28 april de achterban in een hearing geraadpleegd. De PEF meent toch nog enigszins de vinger aan de pols 'van het raadswerk te houden door middel van de publieke tribune en de delegatie in de Onderwij skommissie, aldus Ad Pijnenburg raadslid van de PEF. L.K.
Studiegroep wil gezamenlijk instituut
Vrijetijilsl(unde, een nieuwe specialisatie? I I
I
Een gezamenlijke werkeenheid van de Tilburgse Hogeschool en het Nederlandse Wetenschappelijk Instituut voor Toerisme en Rekreatie (NWIT) in Breda heeft in een onlangs verschenen rapport de minister van onderwijs en wetenschappen geadviseerd tot de oprichting van een instituut voor vrijetijdskunde.
Het rapport .Vrijetijdskunde: een geïntegreerde opzet voor een nieuw studieveld in het hoger onderwijs' is de vrucht van een samenwerking die al in 1976/1977 werd ondernomen tussen hogeschool en NWIT. Een ' gemengde voorkommissie startte toen een studie n a a r de behoefte aan samenwerking tussen beide instel] lingen op het gebied van onderwijs en onderzoek betreffende de vrijetijdsproblematiek. In 1978 verstrekte het Ministerie van O & W een of[ ficiële onderzoeksopdracht. In een tussentijds verslag wees de werkeenheid al op de groeiende behoefte aan specifieke deskundigheid in de vrijetijdssektor. Men vertaalde deze behoefte in specifieke funkties op
WO- en HBO-nivo. Er werden konkrete leerplannen geopperd voor de studie aan het NWIT en a a n de Sociale en Ekonomische Fakulteit van de hogeschool. In het vorige week verschenen, laatste, deel van de verslaggeving wordt met name het vakonderdeel .vrijetijdskunde' nader ingevuld. De werkeenheid: „Dit vak immers wordt in de nieuwe opzet als de kern gezien van beide onderwijsprogramma's, de gemeenschappelijke stam ook waarvan de verdere uitwerking en de verzorging de essentie van de toekomstige samenwerking tusssn KHT en NWIT zullen vormen." Volgens de onderzoekers (onder wie voor de hogeschool dr. Van Bijsterveldt en drs. De Freytas) is de kennis en het wetenschappelijk inzicht van wat er in de wereld van de vrijetijdsbesteding omgaat en staat te gebeuren onvoldoende ontwikkeld. Nederland is in deze zelfs achterop geraakt bij veel andere landen. De opleidingen in ons land zullen zich snel moeten gaan aanpassen aan de werkelijkheid die laat zien dat drie-vierde deel van de bevolking niet meer aan het arbeids-
^SS£«w^'
Nederland loopt achter met het onderzoek naar vrijetijdsbesteding
valt te twisten, ook met het keukenpersoneel van de hogeschool. Het THB sprak voor de serie Werkwaardig met afwasdames en kokende heren. Blijkt dat er aardig wat ongenoegen bestaat over het gebrek aan akkomodatie en demokratie. Pagina vijf mét.
Verder IN DIT NUMMER: pagina 2: pagina 3: pagina pagina pagina pagina
Amnesty-tribune, De introduktiekommissie vraagt begeleiders, 3: De kierenjacht. 4: Kort Nieuws, 6: ,Als P dan Q'. 11: Houdoe.
proces deelneemt. En de rest werkt steeds korter. Voor de immense veranderingen en problemen die dat gaat opleveren is. volgens de werkeenheid, een gedegen wetenschappelijke begeleiding noodzakelijk, liefst van multi-disciplinaire aard. (Tot nu toe bemoeiden alleen de sociologen zich met de vrije tijd). De toenemende omvang van de vrije tijd gaat, zo menen de onderzoekers, waarschijnlijk gepaard met een ,groeiende betekenis ervan, in die zin, dat meer en meer mensen in de vrijetijdsbesteding een belangrijk bestaansdoel gaan zien'. Het rapport betwijfelt of de groeiende massa's die buiten het arbeidsproces geraken de vrije tijd op dit moment wel als een zinvol alternatief durven te aanvaarden, ,omdat zij ofwel met een plichtmoraal of met een te positieve waardering van arbeid hebben leren leven'. Uiteindelijk staat de werkeenheid een gezamenlijk onderwijsinstituut voor ogen. Wanneer dat samenwerkingsinstituut tussen de Tilburgse Hogeschool en het NWIT (een HBO-instelling) officieel gerealiseerd k a n worden is nog niet duidelijk. Voor de KHT wordt de studie van de vrije tijd en de vrijetijdsbesteding vooral van betekenis geacht voor studenten sociologie en ekonomie in hun doktorale fase. De werkeenheid adviseert om alvast in september 1981 een aanzet tot deze specialisatie ,vrijetijdskunde' te geven. T.G.
I