tilburgs hogeschoolblad 25 januari 1980 jaargang 17 - nummer 18
Hogeschoolraad en theologen staan met lege handen
Ontslagregeling De bewuste regeling speelde in het vier uur durende raadsdebat een beslissende rol. Nadat de raad vorig jaar in mei unaniem de ontslaggronden ambtsverlating wegens hu-
welijk en inorthodoxie onaanvaardbaar had verklaard en daarom de boot voor de theologen had afgehouden, is er druk gezocht naar wegen om deze bezwaren minder zwaar te laten wegen. Op suggestie van de voorzitter van de Hogeschoolraad, Danny Backx, werd een regeling uigewerkt waarin het woord ontslag vervangen werd door ontheffing uit de funktie aan de Theologische Fakulteit. Met andere woorden: de betrokkene blijft in dienst van de hogeschool, die zich verplicht elders binnen de instelling een passende plaats te zoeken voor de betrokken docent of medewerker. Pas wanneer er geen passende plaats voorhanden is, of als de betrokkene niet in dienst wil blijven, volgt ontslag. Ook wanneer er in plaats van inkorporatie één of andere vorm van samenwerking tussen de theologen en de hogeschool zou komen, zou het kollege zich moeten verplichten de regeling uit te voeren. Voor De Peuter en Van Gils was dat teveel van het goede. Zij wensten als voorstander van het openbaar onderwijs op geen enkele manier mee te werken aan bestendiging van het bijzondere karakter van de hogeschool en vdlden vooral niet dat de hogeschool de gevolgen zou gaan dragen van de .groeiende greep van Rome op de geloofsgemeenschap'. Toen zij pas na afloop van de stemming de konsekwenties van hun tegenstemmen inzagen, bleken zij die niet te hebben overzien en gaven zij toe dat zij hun doel via amendering van het concept-besluit hadden moeten proberen te bereiken. Maar al in een eerder de regeling indirekt scherprechter van de Fakulteit vervuld. Bij van het debat waren
stadium had de rol van Theologische de aanvang de stemver-
en studievertraging is een zwaard dat boven heel wat studentenhoofden hangt. Studenten Nederlands, psychologie en sociologie geven hun studie het snelst op, terwijl studenten rechten en ekonomie er al niet veel beter aan toe zijn. Dit blijkt uit een rapport dat door de Akademische Raad is opgesteld. Pagina 5.
Soepeler
Nog nooit heeft een stemming in de Hogeschoolraad zo veel onduidelijkheid en verwarring geschapen als vorige week donderdag, toen er een definitief besluit moest worden genomen over de inkorporatie van de Stichting Theologische Fakulteit binnen de hogeschool. Noch het voorstel om tot inkorporatie over te gaan, noch het voorstel om daar niet toe over te gaan kreeg een meerderheid achter zich. Daarbij moet worden vastgesteld dat als enkele raadsleden de konsekwenties van hun stemgedrag hadden voorzien, er wél een krappe meerderheid voor het ene of het andere voorstel uit de bus was gekomen. De nu ontstane situatie is globaal voor tweeërlei uitleg vatbaar. Formeel gezien heeft de Hogeschoolraad de kans om een bindend advies te geven, zoals die door het Stichtingsbestuur geboden was, voorbij laten gaan en heeft het Stichtingsbestuur nu de handen vrij om naar eigen inzicht te handelen. Als het bestuur die opvatting aanhangt, is de uitslag niet moeilijk te raden: het Stichtingsbestuur wordt immers door dezelfde leden bemand als het curatorium van de Theologische Fakulteit. Maar indien de besluitvorming materieel beoordeeld wordt, kan alleen gezegd worden dat de inkorporatie niet doorgaat. Er is immers niet voldaan aan de positieve voorwaarde dat de inkorporatie gesteund zou moeten worden door een meerderheid van de Hogeschoolraad. Materieel gezien is zelfs een raadsmeerderheid te berekenen voor het voorstel om niet te inkorporeren. Het conceptbesluit v£in die strekking kreeg elf stemmen voor en veertien tegen. Tot de tegenstemmers behoorden niet alleen de twaalf leden die even eerder vóór inkorporatie hadden gestemd, maar ook twee studentleden van de fraktie TSF, Piet de Peuter en Wouter van Gils. Zij waren duidelijk tégen inkorporatie, maar konden niet instemmen met het tweede voorstel, omdat dit in het vijfde lid een bepaling bevatte die de hogeschool in hun woorden verlaagde tot de .prullenbak van de paus'.
Studiemislukking
studeren in één bestel van hoger onderwijs, oftewel er voor zorgen dat ook in de toekomst het hoger onderwijs in staat is tegemoet te komen aan de vraag van velen, die dat onderwijs zouden willen volgen. Zover vooruit denkt minister Pais en daarom heeft deze nijvere bewindsman een voorontwerp Kaderwet Hoger Onderwijs gepubliceerd. Wat dat allemaal inhoudt staat op pagina 7.
Prof, dr. H. Bornewasser
houdingen bijna helemaal bekend: Van de vijfentwintig aanwezige raadsleden waren er twaalf tegen inkorporatie, elf voor en twee wachtten het verloop van het debat af. Eén van deze twee was PLM-lid Cees de Graaf, die evenals de meeste voorstanders van inkorporatie het wetenschappelijke karakter van de theologie-opleiding verre voorop stelde en de funktie van priesteropleiding met zijn daaruit voortvloeiende onaanvaardbare regelingen op de koop toe wilde nemen. Maar de reperkussies die dat op de hogeschool zou hebben zouden zoveel mogelijk voor verantwoordelijkheid van het kerkelijk gezag moeten bUjven. De Graaf had er geen bezwaar tegen dat de hogeschool ,uit hun funktie ontheven 'docenten bij een andere fakulteit zou proberen onder te brengen, maar dan zou de rekening van die extra-plaats wel naar de Nederlandse Kerkprovincie moeten. De Graaf wilde het concept-besluit vóór inkorporatie in die zin geamendeerd zien voordat hij ,ja' tegen de inkorporatie zou zeggen. De bisschoppen zouden binnen een jaar met een dergelijke regeling moeten komen, zo niet, dan zou het besluit tot inkorporatie vanzelf ongedaan worden gemaakt. Op het moment dat gestemd ging worden over het amendement was duidelijk dat aanneming van het amendement de dertiende stem (die van De Graaf) vóór inkorporatie zou ople(Vervolg op pagina 5) verschijnt wekelQks
Getreuzel met een nieuw studiefinancieringsstelsel is er de oorzaak van dat de studiefinancieringspot zo'n 70 miljoen gulden per jaar kleiner is geworden. Jaarlijks loopt het aantal beursstudenten dan ook terug. Naar schatting zijn dit jaar zo'n 7500 studenten een beurs misgelopen waarvoor zij zes jaar geleden nog in aanmerking zouden zijn gekomen. Pagina 6.