Pemo-man
Acht hoogleraren of lektoren boven toegestane normen
Vergunning voor alle thans bestaande nevenwerkzaamheden Het Kollege van Bestuur wil het Stichtingsbestuur voorstellen alsnog vergunning te verlenen voor alle reeds bestaande bezoldigde nevenwerkzaamheden van hoogleraren en lektoren, ook wanneer deze meer tijd in beslag nemen dan op grond van wettelijke normen is toegestaan. Uit de enquête naar nevenwerkzaamheden die het kollege in juni 1977 heeft ingesteld, naar aanleiding van de affalre-Goldschmidt, is gebleken dat van de 49 respondenten (er zijn 67 gewone hoogleraren en lektoren) er acht boven de toegestane norm uitkomen, zij het niet in excessieve mate. Het kollege gaat er van uit dat hier sprake is van een situatie die deels buiten de verantwoordelijkheid van de acht gegroeid is. Het wil pas in aktie komen als betrokkenen nog meer funkties willen aanvaarden of de ene door een andere willen vervangen. Desondanks blijft deze regeling strijdig met de recente toezegging van het kollege dat in het kader van de bezuinigingsmaatregelen aan een nadere regeling van nevenwerkzaamheden en garanties ten aanzien van aanwezigheid zou worden gedokterd teneinde de personele uitgaven zoveel mogelijk ten goede te laten komen. Van de 49 hoogleraren en lektoren, die het enquête-formulier hebben teruggezonden, vervullen er negen in het geheel geen nevenwerkzaamheden. Negentien personen hebben uitsluitend onbezoldigde nevenaktiviteiten. Daartegen bestaat in de ogen van het kollege geen enkel bezwaar zolang die niet leiden tot klachten over de ambtsvervulling. Zeven personen bleken in het verleden vergunning te hebben gevraagd voor bezoldigde aktiviteiten buiten de hogeschool, ook al kleven aan hun vergunningen vaak vormgebreken, die de komende tijd zonder bezwaar gladgestreken kunnen
worden. In veertien gevallen bestond helemaal geen vergunning voor bezoldigde nevenwerkzaamheden. Het kollege tekent hierbij aan: „Voor acht personen van de hier bedoelde kategorie geldt dat de totale omvang van hun nevenaktiviteiten homt aan de grens van het bij een soepele toepassing van de richtlijnen aanvaardbare." Zoals gezegd wil het kollege deze gevallen pas aanpakken als de betrokken hoogleraar of lektor vergunning voor nog meer nevenwerkzaamheden of voor vervangende nevenfunkties aanvraagt. De ontstane situatie zou deze personen niet aangewreven kunnen worden omdat bijvoorbeeld kommissariaten tot voor kort niet als bezoldigde funkties werden aangemerkt. Overigens hebben zich bij de afhandeling van de enquêteresultaten nogal wat problemen voorgedaan met de interpretatie van de richtlijnen. Zo was niet duideUjk wat onder een ,dag' moet worden verstaan. Uiteindelijk is de duur van een werkdag op acht u u r bepaald. Dat wil zeggen dat bezoldigde nevenfunkties, die van direkt belang zijn voor de vervulling van het ambt, niet meer dan acht u u r per week in
beslag mogen nemen. Ook rezen problemen rond de vraag wanneer van bezoldiging en wanneer van vergoeding kan worden gesproken. Dit onderscheid is van belang omdat voor onbezoldigde nevenwerkzaamheden geen vergunning is vereist. Aan het slot van het rapport van het kollege wordt opgemerkt dat de vergunningen die het Stichtingsbestuur gaat verlenen voor een periode van vier jaar gelden. N a die tijd wordt opnieuw over de vergunning beslist, waarbij rekening wordt gehouden met eventuele gewijzigde omstandigheden. Een gevolg daarvan k a n zijn dat bestaande vergunningen worden ingetrokken. De Hogeschoolraad zal de resultaten van de enquête op 11 mei bespreken. Raadslid A. Maes (Konstruktief) zei n a een eerste lezing van het verslag erg teleurgesteld te zijn door het ontbreken van garanties ten aanzien van bereikbaarheid en aanwezigheid, die de belangrijkste motieven waren voor zijn interpellatie over deze materie. Hij kondigde aan ook terug te willen komen op deze kwestie omdat er geen enkele kontrole op de berouwbaarheid van de gegevens mogelijk is. J. H.
In de Ekonomische Fakulteit wacht men gespannen op de officiële bekendmaking van de Pemo-man. Polek wordt zelfs ongerust: wanneer hakt het Stichtingsbestuur de knoop door? Op pagina 3.
Lerarenopleiding Maatschappijleer gaat het tweede jaar in. Een groep studenten van de Subfakulteit Sociologie krijgt binnenkort voor het eerst een aantekening ,pedagogischdldaktisch'. Hiermee wordt de opleldng tot leraar Maatschappijleer afgerond. De kursisten volgden de opleiding naast hun studie, maar het ziet er naar uit dat het volgend jaar sprake is van een officiële afstudeeraktiviteit. Hans Dieteren gaat hier nader op in op pagina 2.
Repressie schijnt een goede toekomst tegemoet te gaan. Tijdens een in ,Posjet' gehouden anti-repressiedag bleek dat repressie in de toekomst wel eens gelegaliseerd zou kunnen worden. Een onverkwikkelijke zaak op pagina 4.
Geprolongeerd zijn de personeelsproblemen op de Ekonomische Fakulteit. Moeilijkheden met hoogleraren of medewerkers schijnen daar tot traditie verheven te worden. Plaats van handeling is dit keer de vakgroep Toegepaste Bedrijfsekonomie en Marketing. Meer hierover op pagina 5.