tilburgs hogeschoolblad j a a r g a n g 6 - juni 1969 - v e r s c h i j n t
tweewekelijks
Redactioneel
I
Sinds enkele weken is het Hogeschoolblad niet meer verschenen. De oorzaak hiervan lag bij de studentleden van de redactie, die zich door de huns inziens onjuiste en ten opzichte van de Tilburgse studenten onrechtvaardige sluiting van de hogeschool door curatoren - aan wie zij hun benoeming en mandaat ontlenen - genoopt zagen hun redactionele werkzaamheden op te schorten, een besluit, waarvoor de overige redactieleden begrip en respect konden opbrengen. Dat het geenszins in hun bedoeling lag de zaak op de spits te drijven en de deur tot hervatting van de v^erkzaamheden definitief te sluiten, moge o.a. blijken uit een door hen tijdens de bezetting uitgebracht communiquÊ, waarin zij o.a. schreven: „slechts een geconditioneerde normalisering van de situatie, waarbij curatoren tegemoet komen aan de eisen van de studenten, te weten medezeggenschap voor alle geledingen op alle niveau's, zou voor hen (de studentleden) een aanleiding kunnen zijn hun besluit te herzien". Aan deze eisen is nu min of meer tegemoet gekomen. Min of meer, omdat nog zal moeten blijken, op welke w j z e deze medezeggenschap gerealiseerd zal worden, een uitwerking die een structuurcommissie nader zal bestuderen. De studentleden van de redactie hebben er dan ook toe besloten hun werkzaamheden gedurende hun redactie-periode normaal voort tg zetten. Het afgelopen Jaar is voor de redactie een ,proefjaar' geweest en wel in deze zin, dat vanaf september 1968 de redactie bestond uit vertegenwoordigers van alle geledingen. De uiteindelijke verantwoordelijkheid lag bij curatoren. Ondanks de positieve ervaringen, die met dit model werden opgedaan, bezint de redactie zich momenteel toch op een nieuwe structuur, die mogelijk zal anticiperen op een te verwachten hogeschoolstructuur. Gedacht wordt aan een redactieraad, samengesteld uit de vijf geledingen, die de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het blad zal moeten dragen. De vertegenwoordigers in deze raad hebben gelijk stemrecht. De redactionele werkzaamheden zullen moeten worden verricht door een twee- of driehoofdige werkredactie, die verantwoording verschuldigd is aan de redactieraad. In het eerste nummer van het komend academisch jaar zal hierop uitvoerig worden teruggekomen. In dit nummer wordt getracht de situatie, die momenteel weer in een voor enkelen toegankelijke, maar voor de meesten versluierde en vage, overlegsfeer getrokken is, te verduidelijken door enkele vertegenwoordigers van de overlegpartners aan het w o o r d te laten. Met betrekking tot het vorige punt nog het volgende. Het lijkt er momenteel op, dat wederom een vervreemding gaat ontstaan tussen de participanten in het overleg en hun achterban. Zullen de eveneens in een dergelijke situatie plaatsgevonden gebeurtenissen van januari j l . bijvoorbeeld, waarbij de studentvertegenwoordigers in de werkgroep-structuur zich na niet-aanvaarding van hun niet aan hun achterban ter stemming voorgelegde eisen
Prof. Van Dijcl< leest verklaring van senaat en curatoren voor
terugtrokken, en daarmee een explosieve impasse veroorzaakten, wederom zonder raadpleging van hun achterban, zich herhalen? Het is niet te hopen. Maar het in een aangenomen motie tot uitdrukking gebrachte verzoek aan curatoren hun mandaat ter beschikking t3 stellen, zou mogelijk daartoe aanleiding kunnen geven. Wat immers, wanneer een dergelijk verzoek niet w o r d t ingewilligd? De A T S O dient er rekening mee te houden, dat zij zich, niet alleen in het openbaar tijdens plenaire studentenvergaderingen, maar ook in het meer aan het controlerend oog van haar leden onttrokken overleg, in haar beleid en bestuur heeft te richten naar de meerderheid van haar achterban, een meerderheid, die mogelijk andere en minder vergaande consequenties aan het niet-voldoen van deze wens zal willen verbinden dan de in het overleg betrokken vertegenwoordigers. Dat die meerderheid onmogelijk juist weerspiegeld kan worden m een TSR, waarachter de A T S O zich bij conflicten met de gehele achterban kan verschuilen, weet iedereen. Niet alleen het ATSO-bestuur zelf, maar ook de door % van de Tilburgse studentenpopulatie (circa 48 % minder en mogelijk anders samengesteld dan heeft bijgedragen tot de meningsvorming tijdens de bezetting) gekozen TSR, en dan met name de partij, die veelal uit, t.o.v. het harde S V B - b e l e i d , negatieve motieven op een naar nu blijkt loos en inhoudsloos programma in het zadel werd geholpen. Dit alles wil zeggen, dat ook iedere belangrijke in het overleg te zetten studenten-stap vooraf aan de achterban moet worden voorgelegd. Een objectieve en niet zoals tot nu toe via het TAS-blad subjectiefgekleurde informatie is hieraan inhaerent. 1
THB 16
juni 1969