1965 12 01

Tilburgs jaargang 2

-

Hogeschoolblad

maandblad

Redactie: P. J. G. Aarts P. H. A. de Bekker B.J. M. Giesen Redactte-adres: Hogeschoollaan 22'b, Tilburg

OPEN HOF Zoals reeds ad valvas bekend werd gemaakt zullen Rector en Secretaris van de Akademische Senaat m de collegeweken op de woensdagen te 16 30 uur „Open Hof" houden Reeds twee maal werd gebruik gemaakt van de daarmede geboden gelegenheid om zaken van zeer uiteenlopende aard met rector en secretaris te bespreken en daaromtrent hun oordeel te vragen, terwijl ook de uitwisseling van gedachten, die reeds plaats vond, waardevol was Ik stel het op prijs ook op deze plaats ter introductie van deze nieuwe gespreksmogelijkheid een korte toelichting te geven Gedurende de afgelopen maanden heb ik in vele gesprekken met studenten kritiek moeten horen op de gang van zaken aan onze Hogeschool Deze kritiek was niet altijd ongegrond Toch kreeg ik de indruk, dat zij in vele gevallen zo al niet zou zijn voorkomen dan toch in ieder geval zou zijn gematigd, mdien in een eerder stadium gelegenheid had bestaan over de desbetreffende zaak te spreken Een eenvoudige inlichting, een korte aanduiding van de achtergrond van een bepaalde situatie, het

n u m m e r 12

-

d e c e m b e r 196S

W. A. F. M. van der Kruys L. P. H. Hensgens H. G. M. Dijstelbloem J. J. M. de Bont (Hoofd Bureau Senaat) aangeven bij wie men gehoor zou kunnen vinden, soms ook een stimulans om inderdaad de aangewezen weg te bewandelen, een korte discussie over een vastgelopen initiatief, dit alles zou reeds daartoe hebben kunnen bijdragen, mits er tijdig de gelegenheid voor had bestaan In deze zin heb ik gemeend het initiatief te moeten nemen tot hetgeen ik noemde ,,Open Hof" Samen met de secretaris van de Senaat zal ik op de aangegeven tijden de studenten in de rectorskamer ontvangen Voor persoonlijke zaken, die men afzonderlijk besproken wenst te zien, blijft derhalve een afzonderlijke afspraak voor het tot nu toe reeds gebruikelijke spreekuur nodig Zaken als regelingen omtrent examens, tentamens, vrijstellingen, alsmede de vaststelling van examenperioden dienen via faculteitsveremgingen met de voorzitters van de faculteiten besproken te worden Met bestaande competenties moet rekening worden gehouden Moge „Open Hof" nuttig blijken in het streven naar en het handhaven van een wederzijds vertrouwen tussen studenten en Senaat De Rector Magnificus, Prof Dr H F J M van den Eerenbeemt

Homilie g e h o u d e n tijdens de Eucharistie-viering op de dies natalis van de Katholieke Hogeschool Beminde zusters en broeders m Christus, Nu in deze tijd naar nieuwe interpretaties en eigen tijdse vormgevingen van de evangelische boodschap gezocht wordt, voelen velen weleens te veel de tocht van de vernieuwing Het IS echter toch meer een verheugend dan een verontrustend verschijnsel, dat de priester en de gelovige leek eerlijker tegenover zichzelf wil en kan staan om met de gelovige zin van zijn levenskeuze in het reine te komen Een authentieke geloofsbevestiging immers is een nooit aflatende bezinning op de gelovige overgave en ieder weten hier wordt door een diep met-weten gevoed In het verleden is dikwijls een bepaalde godsdien stige vormgeving te veel met de zin zelf van het geloof vereenzelvigd De artificiële regel trad te vaak m de plaats van het spontane leven De gespeelde

rol verving soms de waarachtige expressie Het uniforme drukte de persoonlijke eigenheid vaak achter een masker terug Daarbij dreef een rationalistische geloofsopvoeding een wig m de onmiddellijke deelname aan het Gods mysterie Definitie en deductie verwierven het monopolie op de waarheid Dit soort economisch geloof heeft ongetwijfeld in het verleden door haar rigoristisch traliewerk veel menselijke spontaniteit te vroegtijdig geformaliseerd en heeft daardoor de glans van het geloofsmysterie te veel verdoft Maar toch past ook hier enige bezonnenheid De traditionele religieuze vanzelfsprekendheid van een oudere generatie fascineert toch altijd nog meer als gave dan als bedenkelijk verschijnsel De vrije ruimte die iedere persoon, ook op het gebied van de godsdienstige vormgeving steeds meer

verwerft, is een winstpunt van deze tijd Maar deze vrijheid van staat in dienst van de vrijheid tot Het IS misschien nu een juist moment even te bhjven stilstaan bij de zedehjk-godsdienstige betekenis van het engagement, de deugd van het begin, de deugd tot inzet en incarnatie Reeds onder natuurhjk opzicht is de bereidzaamheid als wil tot handelen de bloesem van het persoon-zijn Een mens moet zich durven bepalen en incarneren Zonder uitdrukking zijn we geen uitgesproken iemand De deugd van het begin vraagt om de sfeer van de louter ideële mogelijkheden te doorbreken en de sprong in de uitwendige daad te wagen De mens heeft te kiezen Wie met kiest, blijft bulten de realiteit van het leven staan Het spelen met de mogeli|kheden en ideetjes kan nog zo aantrekkelijk zijn, maar het verwordt tot een onvruchtbaar gedachtenspinsel, als wij niet ,,besluiten" De schepselijke mens heeft zichzelf te bepalen en de noodzakelijk daaraan verbonden beperking en inkrimping van zijn vrijheid te aanvaarden WIJ leven nu eenmaal een gebroken bestaan Gevoelens van godsdienstigheid en liefde, van geestelijke en emotionele verstandhouding blijven vruchteloos zweven als zij geen concrete landingsterreinen zoeken Doordat de hedendaagse mens te veel het gevaar van het onwaarachtig godsdienstig formalisme kent, schrikt hij als reactie soms voor iedere religieuze bepaling en vormgeving van zijn persoon-zijn terug Maar ieder echt engageren heeft op elk terrein de zekere mate van beperking en van vastlegging van zijn vrijheid te aanvaarden Iemand immers die iedereen wil zijn is memand en iemand die alles wil zijn IS mets Het zou jammer zijn als vooral de leefwijze van de katholieke leek tot een soort van „rein" kuituur leidde, tot een cultus van religieuze ideeën zonder een gezonde (faa(^werkelijke vroomheid en godsdienstigheid De menselijke vrijheid kan zich gevangen voelen m een keurslijf van wetten, bepalingen en zinloze tradities, wij weten dit maar al te goed vanuit een lecent verleden en wi) zijn daar nog steeds met mee klaar, maar ook kunnen wij de gevangene worden van onze eigen vrijheid als wij met het creatieve avontuur van de uitgesprokenheid aandurven Een mens die blijft aarzelen tussen mogelijkheid en werkelijkheid, zweeft in het luchtledige, snakt naar adem en raakt opnieuw beklemd, maar nu binnen het traliewerk van zijn eigen verworven vrijheid De grootheid van de mens is te kunnen kiezen, het IS tevens ook zi)n beperktheid hij heeft te kiezen Het licht van de keuze nu ontvangen wij vanuit het ongekozen mysterie van het leven en van God God en het leven zelf vallen buiten de mogelijk heden van de menselijke keus Wi) mogen deze mysteries alleen als geschenk beamen Vrijheid is daarom in haar diepste wezen toestemming en con sequentie, gevolgtrekking Wanneer wij God of de waarheid van het leven tot een voorwerp van keuze zouden maken, dan zouden wij een schijn-god en een schijn leven aanhangen en ons opnieuw buiten de werkelijkheid plaatsen Zolang WIJ God als een object willen grijpen en bemachtigen, stoten WIJ slechts op onszelf, maar nooit op Hem Wie ten koste van alles hier een rationele 2

III

helderheid zoekt, raakt beklemd in een grauwe duisternis Wij kunnen daarom in strikte zm het geloof met kiezen, maar kunnen slechts kiezen m geloof Ook diegene die de Godsontkenning tot een uitgesproken object van een keuze m lakt vertoont een kramp die kronkelt om zijn eigen leegte De mens heeft de hemel van het geheim nodig om te kunnen ademen, anders blijft zijn wereld een gevangenis, ook al maakt hij de muren steeds wijder en zijn kerker steeds weelderiger Het klinkt misschien wel vreemd om in een tijd dat niemand goed de weg weet te zeggen, dat de mens zich moet bepalen vanuit het mysterie vanuit het geheim Maar heeft de dichter niet reeds verklaard, dat alles in het leven onduidelijk is, behalve het leven zelf' en zegt het zojuist voorgelezen epistel uit het boek der Openbaring met ,,Hij (God) zal bij hen wonen Zij zullen zijn volk zijn, en Hij, God-met-hen, zal hun God zijn'" Het mysterie omhult en grondt ons bestaan Zonder geheim is de mens heilloos en zonder heim Het mysterie is de oorsprong en de aankomst tegelijk voor de mens Het geheim is het meest vanzelfsprekende in ons leven, het spreekt vanzelf en wij hebben slechts te luisteren Wij kunnen met over het mysterie beschikken, maar het mysterie beschikt over ons wij zijn in het leven bestemd De mens die zijn keuze met vanuit het ongekozen mysterie bepaalt gokt en wedt slechts, maar voor de mens die zich door het geheim laat aanspreken IS de levenskeuze een genadevolle consequentie, een voleinding van zijn bestemming Vrijheid is de be leidheid tot kiezen m gehoorzaamheid aan het leven en aan God als het transcendente dieptemoment van dit leven Vrijheid vraagt trouw aan het begin, om de openbrekende bloem van het per soon zijn met reeds m de knop te breken In christelijk perspectief krijgt de menselijke keuze een sacramenteel teken karakter In de persoon van Christus manifesteert zich Gods raadsbesluit om het mensdom te heiligen en te verlossen Het natuurlijke mysterie wordt tot een genadevolle heilswerkelijk held verheven waardoor zich aan ons zowel een verlossende vergoddelijking als een vergoddelijkende V erlossing voltrekt De historische Christus verrijkt het natuurlijk appèl tot keuze met een sacramentele zending om name lijk de vergoddelijking en de verlossing van het Gods volk mede te voltooien Christus neemt ook de vrees voor de beperking en voor de mislukking, die aan iedere bereidheid tot kiezen vastkleven, weg Ook al is het reeds een getuigenis van natuurlijke wijsheid om de mislukking dikwijls als een betere leermeester te beschouwen dan het succes, m Christus, zegt St Paulus, staat tegenover iedere menselijke mislukking een overvloediger genade En het epistel van deze dag zegt „Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen en de dood zal er met meei zijn Zie ik maak alles nieuw " Zoals WIJ het leven met kunnen kiezen maar het leven uiteindelijk ons kiest zo kunnen wij ook met vanuit wetenschap of filosofie kiezen voor of tegen het evangelie Het is onaangepast om ons eigen standpunt voorop te stellen, wij kunnen alleen van-

uit het Evangelie onszelf en onze situatie interpre­ teren Christus bevrijdt ons van iedere angst tot zelfbepaling Hij stemt ons eerder tot overmoed en avontuur dan tot een weifelend wikken en wegen St Paulus garandeert ons toch „diegene die God heeft voorbestemd, heeft Hij ook geroepen, diegene die Hij heeft geroepen, heeft Hij ook gerechtvaar­ digd en diegene die Hij heeft gerechtvaardigd heeft Hl] ook verheerlijkt " Zoals in het doen met de handen de levenszin tot betekenis wordt, zo openbaart zich in de christeli|ke consequentie, m de bereidheid tot christelijke ge volgtrekking, de zin van Gods heilsmysterie De deugd van het begin is de kiemkracht van het

leven, de beperktheid die de menselijke keus ken­ merkt en het feit dat voor ons geen moraal van schone handen is weggelegd, behoeven door Chris tus heil ons met af te schrikken Is het juist niet oer­christelijk om ons en eikaars gebroken en zondig bestaan te aanvaarden en el­ kaars vergeving als een sacramenteel feest te vieren, zoals de Vader in de parabel van de verloren zoon de vergeving als feestmaal vierde Laten wij nu onze eucharistieviering voortzetten en onze geloofs­ overtuiging gezamenlijk in de nu volgende geloofs­ belijdenis uitspreken P M G Plattel

Samenvatting Diesrede van Prof Dr H F J M van den

Eerenbeemt

Bedrijfskapitaal e n o n d e r n e m e r s c l i a p in 1800 ­ 1850 Bij de bestudering van de economische geschiedenis1 van Nederland is de weg waarlangs het investermgs­ proces m de industrie zich m het verleden heeft af­ gespeeld, nooit zo duidelijk voorwerp van historisch onderzoek geweest Nadat m de oude Republiek der Verenigde Neder landen de actieve handelsfunctie had plaatsgemaakt• voor een passieve bemiddelingstaak m de internatio­ nale goederenhandel en na deze evolutie van zelf­ standige commercie naar commissiehandel als derde■ ontwikkelingsfase de geldhandel op de voorgrond' was getreden in het economisch leven van ons land,. zag men de nationale bedrijvigheid afnemen en' het energieloze kapitaal een rustige en veilige be­ legging zoeken in buitenlandse obligaties, binnen­ landse staatsfondsen en andere vormen van rente­ gevend waardepapier Zo was Nederland bij de aanvang van de vorige eeuw op weg een natie van, rentenierende geldbourgeoisie te worden Ook de ondernemer was algemeen gesproken traditioneel1 gericht Hij was bepaald met de ,,business man" die met alle energie een sterke positie wenste op te. bouwen m de nieuwe economische orde van hett opkomend moderne kapitalisme Veeleer was hi] , tevreden met een bescheiden stabiele winst waarbi] I hij conservatief vasthield aan oude vertrouwde fa­ bricageprocedes en aan van vader op zoon over­ geleverde werkmethoden De organisatiestructuur van de bedrijven was des­ tijds zeer simpel van opzet De werkkrachten in dienst van de pre­kapitalistische ondernemer werk­ ten vrijwel allen thuis Kapitaalinvesteringen in fabrieksgebouwen en machines waren daardoor met noodzakelijk Risico's waren er bovendien weinig omdat naar behoefte, dus op bestelling werd ge­ produceerd en er dus geen voorraad behoefde te worden aangehouden zoals bij verkoop op de vrijes markt een vereiste is De werknemers werden perr stuk betaald, waardoor ook de post lonen nauwe­ lijks moeilijkheden met zich meebracht Wanneerr er weinig orders waren kon zonder bezwaar hett aantal werkkrachten worden ingekrompen

Nederland

De nijverheid geraakte in een nieuw stadium bij het optreden — vooral in de textielindustrie — van de figuur van de koopman­ondernemer Deze trad zo­ wel op als opkoper van geweven goederen als door het verschaffen van garens aan loonwevers waar­ van hij de door hen vervaardigde artikelen afnam Deze ondernemer moest al enig kapitaal bezitten om de aankoop van grondstof te financieren Ovei eigen produktiemiddelen beschikte hij nog niet Uit deze organisatie van gedecentraliseerde bedrij­ vigheid onder leiding van de koopman­ondernemer ontwikkelde zich een volgende fase n 1 die van het samenbrengen van arbeiders in een werkplaats De toepassing van stoomkracht als centrale energie­ bron en de voortschrijdende mechanisatie van het produktieproces maakte de concentratie tot een techmsch­economische noodzaak De overgang van de voortbrenging in de vorm van gedecentraliseerde huisindustrie naar een pro­ duktie in fabrieken en de aanwending van machines brachten een stiucturele wijziging teweeg in de positie van de nijverheid In de plaats van arbeids­ kracht als wezenlijke produktiefactor ging steeds meer de kapitaalverschaffing een dominerende rol spelen BIJ de aanvankelijk langzame groei van de nijver­ heid konden de gewenste uitbreidingen nog uit de overwinst gefinancierd worden De grote inves­ teringsbedragen welke nodig waren bij de omscha­ keling naar het moderne fabriekssysteem moesten echter op andere wijzen worden verkregen In tegenstelling tot in Engeland nam het beleggend publiek hier te lande een negatieve houding aan ten opzichte van de nijverheid, waardoor zeer grote moeilijkheden op het stuk van de financiering ont­ stonden Naast eigen kapitaal moest men het veelal zoeken in vermogen ter beschikking gesteld door familie of bekenden Steun zoeken bij banken of andere finan­ ciele instellingen voor het verkrijgen van koit of lang krediet was m de eerste helft van de vorige eeuw voor de naar expansie strevende ondernemer

3

met mogelijk Weliswaar kwam het voor, dat bankiershuizen bereid waren voorschotten te geven op consignaties van exportzendingen, waardoor het daarin gestoken kapitaal door de fabrikant kon worden beperkt, maar de kosten aan rente, commissieloon en assurantie hieraan verbonden waren vaak dermate hoog, dat deze vorm geen werkelijke oplossing bood aan het financieringsprobleem Ook kwam het voor dat notarissen met eigen of aan hen toevertrouwde middelen een hypothecair krediet verleenden Voor de ondernemer betekende dit krediet echter gezien de hieraan verbonden voorwaarden een zware last Tegenover de desinteresse van de Nederlandse „haute finance" stond de dynamische figuur van Koning Willem I Zijn streven was erop gericht te komen tot een sociaal-economisch moderniseringsproces van de Nederlandse gemeenschap Hierbij had hij een open oog voor de stuwende kracht, die kon uitgaan van een krachtige industrie De Koning persoonlijk bleek m vele gevallen bereid, zowel door zijn invloed als met zijn vermogen het bedrijfsleven te steunen Opvallend was, dat Willem I als uitgangspunt voor het beschikbaar stellen van een deel van zijn vermogen steeds heeft gesteld, dat dit moest bijdragen om bestaande moeilijkheden mzake bedrijfsfinanciering bij modernisering en expansie te overwinnen of om tot het starten van een onderneming te kunnen overgaan Toch waren zijn mogelijkheden door uit particuliere bron aan actieve ondernemers geld te verschaffen m de vorm van deelneming of voorschot te beperkt om de opbouw van een gemechaniseerde nijverheid belangryk te kunnen versnellen Daarom besloot Willem I de geldbronnen van de Staat aan dit doel dienstbaar te maken O p instigatie van de Koning kwam in 1821 het Fonds ter bevordering van Nationale Nijverheid als rijksfonds tot stand Het was de taak van het fonds door voorschotten, subsidies deelnemingen en premies steun te verlenen aan nieuwe of te moderniseren bedrijven

Een ander initiatief dat onder meer ten doel had een stimulans te zijn voor de ontplooiing van de inheemse industrie naar een met het buitenlands fabrikaat concurrerend niveau, was de in 1822 op instigatie van de Koning opgerichte Algemene Nederlandsche Maatschappij ter begunstiging van de Volksvlijt De maatschappij bedoelde een hefboom te zijn om slapend geld te activeren tot deelname in belangrijke projecten en om het Nederlands kapitaal dienstbaar te maken aan de ontplooiing van de nationale welvaart Met deze opzet propageerde de Koning reeds de idee, die pa» dertig jaar later als „crédit mobilier" m Frankrijk naar voren zou komen en een zo grote rol zou gaan spelen m de moderne economische ontwikkeling Ook buiten de staat om heeft de Konmg getracht instellingen tot participatie m de nijverheid te bewegen BIJ de oprichting van de Nederlandsche Handel-Maatschappij stelde hij als een van de taken van dit nieuwe lichaam voor het deelnemen in en het financieren van particuliere ondernemingen De uiterst conservatieve houding van de directie van de Algemene Maatschappij ter begunstiging van de Volksvlijt, de tegenwerking van de leden der Staten-Generaal waardoor het Fonds voor de Nationale Nijverheid zeer beperkt van middelen werd voorzien en tenslotte m 1846 werd opgeheven en de houding van de aandeelhouders van de Nederlandsche Handel-Maatschappij, die alle participaties in zaken van anderen verwierpen moeten evenzovele teleurstellingen voor de Koning zijn geweest In een dergelijk klimaat van afwijzend negatwi^me was het opnemen van kredieten door industriëlen een vrijwel illusoire aangelegenheid De ondernemer was voor de bedrijfsfinanciering geheel op eigen inventiviteit aangewezen Het is duidelijk dat bij een gunstiger klimaat de op de nieuwe industriële tijd gerichte tendenzen eerder tot ontplooiing hadden kunnen komen en dat bij wmd m de rug de ontwikkeling van de nijverheid naar modern kapitalistisch niveau vroeger tot wasdom was geraakt

A m b t s a a n v a a r d i n g P r o f . M r . J . P . A. C o o p m a n s Samenvatting van de openbare rede, die prof mr J P A Coopmans op donderdag 2 december IDö"! uitsprak bij de aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleraar m het oud vaderlands recht aan de Katholieke Hogeschool Mr J P A Coopmans werd 9 september 1925 geboren, studeerde rechten in Nijmegen - doctoraal examen (privaatrechtelijke richting) op 28 apnl 1950 - promoveerde bij Prof B H D Hermesdorf op 9 april 1964 op een studie De rechtstoestand van de Godshuizen te 's-Hertogenbosch voor 1629 RENAISSANCE VAN O U D R E C H T Na de betekenis te hebben aangegeven van het oud vaderlands recht voor het moderne recht, ging prof Coopmans in op het verschijnsel, dat m het verleden functionerende rechtsregels en rechtsm-

4

stellingen, die reeds lang zijn verdwenen, in onze tijd plotseling herleven, al dan met aangepast aan de hedendaagse behoeften Achtereenvolgens vroeg hij in dit verband aandacht voor de begrippen onrechtmatige daad en misbruik van recht, de ontwikkeling van het eigendomsbegrip met name van de gesplitste eigendom de eigendomsoverdracht tot zekerheid, het bezitloo» padrecht, de bewindsvorm door middel van de trust constructie, het stichtings-fenomeen, de strafbaarheid van de rechtspersoon, de publiekrechtelijke organisatie van het bedrijfsleven en de districts-vormmg Daar een definitieve verklaring van het verschijnsel „renaissance van oud recht in onze tijd" een meer uitvoerige studie vereist, besloot hij zijn rede met een voorlopige verklaring aan de hand van de gegeven voorbeelden

In de eerste plaats hebben naast feitelijke omstandig heden ook veranderde zienswijzen — vooral ook in ethisch opzicht — politieke en sociaal-economische ontwikkelingen, codificatie, legisme en dogmatisme, al dan niet in een bepaald samenspel, ertoe geleid dat bepaalde instituten en regels zijn verdwenen Opvallend is de rol, die de Franse Revolutie met zijn denkbeelden en het hierop volgend liberalisme hebben gespeeld Voor het feit dat door de wetgever en de rechtspraktijk, bewust of onbewust, is of wordt terug gegrepen op verdwenen rechtsregels en rechtsinstituten, moet men allereerst een verklaring hierin zoeken, dat ons huidige recht zo diep geworteld is in het oude Door het gelijkblijven van de grond-

structuren en de grote continuïteit in het rechtssysteem blijft de mogelijkheid tot herleving van een regel of instituut aanwezig De her-introductie stuit met op moeilijkheden, omdat de regel past bij de andere regels Een ander argument van meer algemene aard is te vinden in de omstandigheid, dat gedurende vele eeuwen van rechtsontwikkeling het aantal juridischdogmatische figuren uiteindeli|k gering blijft en betrekkelijk weinig verandering ondergaat Tenslotte dient te worden bedacht, dat de menselijke relaties, die het recht moet regelen, in essentie niet zo zeer wijzigen In het recht evenals m de mens zo besloot prof Coopmans, blijft in wezen veel gelijk

OLAF '65 Een jaar geleden heeft het Tilburgse Studenten Corps „Sint Olof" een tentoonstelling georganiseerd waaraan twaalf regionale kunstenaars deelnamen Het Corps heeft dit initiatief genomen op grond van de volgende overwegingen

Thea Gregoor

1

Arthur Spronken

2

3

De kritiek die de laatste jaren, vooral in perskringen, IS uitgeoefend op het huidige studentenleven, IS ten dele gerechtvaardigd Exclusiviteit en geslotenheid werkten begrenzend Het Corps dient daarentegen positief en actief naar buiten te treden Dit initiatief is er een exponent van Het kunstige bouwwerk waar de A T S O en het Corps in huist, is voor het overgrote deel gefinancierd met gemeenschapsgelden Het staat evenwel door de lange studievacanties gedurende vijf maanden per jaar leeg en onbenut Een tentoonstelling is uitstekend geschikt om het sociaal rendement van het bouwwerk op te Het organiseren van een expositie is vooral verantwoord in het kader van de cultuurspreiding Het Eigen Huis Complex is gelegen in de nieuwe woonkern van Tilburg De entree- en catalogusprijs wordt zeer laag gehouden om geen enkele belemmering te vormen voor een groot publiek

De tentoonstelling OLAF 64 is een groot succes geworden, omdat zowel verkoop als bezoek hoog lagen Van de 65 geëxposeerde werken werden ei 19 verkocht Door dit succes gestimuleerd besloot het Corps dit jaar wederom een tentoonstelling, OLAF 65 te organiseren De heer Simon van Adelberg, regisseui bij de K R O televisiesectie, verleende alle medewerking, zodat acht kunstenaars van allure, die ledei in een programma van 20 minuten in 1965 op de beeldbuis verschenen waren, toestemden aan de expositie deel te nemen t w

Aad de Haas Nic Jonk Eti van Rees Andre Volten Jaap Wagenmaker Hans van Zummeren De expositie zal worden ondergebracht in Het Eigen Huis Complex, Academielaan 9, Tilburg Ze zal lopen van zaterdag 18 december a s tot en met zondag 9 januari en is dagelijks geopend van 15 00 tot 18 00 uur en van 19 00 tot 22 00 uur Naar alle waarschijnlijkheid zal het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk verkoopsubsidie verlenen OLAF 65 zal vrijdag 17 december geopend worden De toezegging van de inleider is nog met definitief Tijdstip van opening en naam van de inleider kunnen daarom nog met gegeven worden Hierover zal echter t z t nog nader bericht volgen Opdat de pers zich een goede mdruk van de tentoonstelling kan vormen, wordt vrijdag 17 december vanaf vijf uur de sociëteit open gesteld voor afgevaardigden van de pers Telefoon is aanwezig Aan de bar zal vast en vloeibaar voedsel geserveerd worden Verspreiding van dit communiqué en Uw aanwezigheid bij de opening zullen door het Tilburgs Studenten Corps ten zeerste op prijs gesteld worden Commissie OLAF 65, A H

Hullegie

M C J Boenders, Adviseur

5

„Sociologische Kring" Het bestuur van de Sociologische Kring Tilburg heeft naar haar eigen overtuiging m het overleg tussen studenten en hoogleriren over studie-aangelegenheden in de meest ruime zm van het woord, een flinke stap in de goede richting gezet door de instelling van een studiecommissie, die zich op deze problematiek zal gaan bezinnen De behoefte aan een eigen stem m het overleg leefde onder de ouderejaars studenten in de sociologie al langer getuige het feit, dat reeds vorig jaar een groep studenten een rapport samenstelde, waarin vervat hun visie op een wenselijke opbouw van de studie aan de Sociale Fakulteit Het werk van deze groep moet als zeer verdienstelijk worden beschouwd O p de eerste plaats natuurlijk, omdat in het rapport vele zaken worden aangeroerd en suggesties worden gedaan, die het overdenken meer dan waard zijn Op de tweede plaats is, dacht ik, met minder van belang, het feit, dat zij de eersten waren, die zich opwierpen als overlegpartners met alle onvoorzichtigheden en onduidelijk geformuleerde posities van dien De kommissie die dit jaar is geïnstalleerd, heeft zonder twijfel veel kunnen leren van de ervaringen van de kommissie van het afgelopen jaar en de voornaamste wmst, bestaat hierm, dat de kommissie zich een minder ambitieuze maar duidelijker omschreven taak heeft gesteld, zodat haar eventuele voorstellen een haalbare zaak kunnen zijn De studiekommissie is samengesteld uit twee studenten van elk jaar en zij heeft een tweeledige taak a

b

A

B

Kandidaatskommissie Ie jaars

Fr Smulders P v Bekkum

2e jaars

H Adriaansens J Driessen

3e jaars

L ten Horn (Voorzitter) L Hagendoorn

Doktor aalkommissie 4e jaars

J Peters T h van der Net (Voorzitter)

5e jaars

H Wagemakers L van Vroonhoven

6e jaars

T Elkhuizen H Verbakei J van Wezel

Het zou voor het bestuur van S K T een grote vol doening zijn als de nu ingestelde kommissie zich in het komende jaar een duidelijke taak zou kunnen formuleren waarbij haar beperkingen maar ook haar mogelijkheden scherper aan het licht zouden komen, en verder zich een plaats wist te verwerven in het overleg, dat op hoger niveau reeds lange tijd gaande is Enkele opmerkingen tot besluit

— De kommissie is zeer enthousiast aan haar taak begonnen Niettemin zal het enige tijd kosten, voordat zij zich voldoende op de materie heeft Individueel zullen de leden fungeren als opingewerkt zodat men geen rigoureuze bliksemvangcentrum voor hun jaar van allerlei klachvoorstellen moet verwachten ten, wensen en voorstellen, die in het betrefffende jaar leven m b t zeer concrete studie— Niemand zal zich door de instelling van deze aangelegenheden Hierbij wordt gedacht aan kommissie uitgesloten hoeven te voelen van het manier van college geven, suggesties over de denken over deze zaken, omdat altijd, — en inhoud van de colleges, data van tentamens en zelfs zeer gaarne, — met bereidwillig oor naar eksamens wensen en voorstellen zal worden geluisterd De kommissie moet m a w met als eksklusief groepje, maar als kanahsenngsmogehjkheid worIn kommissie-verband zullen de leden zich den gezien moeten bezinnen op de rol, die de studenten kunnen spelen in het overleg, dat momentee!

Men kan de zaak ook omdraaien Niemand zal wordt gevoerd over zaken als een nieuwe struczich ontslagen mogen achten van de plicht om tuur van het studieprogramma, studieduur en mee te denken numeriek rendement, etc

Het bestuur van de S K T meent, dat voor de leden kandidaatsstudenten ongetwijfeld de nadruk zal vallen op het eerste gedeelte van de boven omschreven taakstelling terwijl de doctoraalstudenten zich voornamelijk zullen bezighouden met het tweede gedeelte Hierom heeft het bestuur de totale kommissie gesplitst m twee sub-kommissies met ieder een eigen voorzitter 6

De samenstelling van de kommissie is als volgt

— Tenslotte lijkt het zeer wel mogelijk, dat vele zaken, die de studiekommissie bespreekt ook van invloed zijn m de Ekonomische en Juridische Fakulteit, zodat ook overleg met beider fakulteitsverenigingen op kortere of langere termijn wenselijk lijkt Namens het Bestuur der S K T B Wagemakers, h t praeses

Ambtsaanvaarding Prof D r Stouthard werd op 19 november 1924 te Bergen op Zoom geboren Hij studeerde van 1945 tot 1953 m Tilburg en behaalde m het laatstgenoemde jaar het doctoraal examen in de economische wetenschappen Hij koos de EconomischSociologische studierichting met als keuzevakken Statistische Analyse en Econometrie Reeds gedurende zi)n studie was D r Stouthard werkzaam in de statistische kwahteitskontróle bij de Hollandse Kunstzijde-industrie te Breda

In 1959 ging de heer Stouthard naar Tilburg terug teneinde een functie op zich te nemen bij het I n stituut voor Arbeidsvraagstukken Sedert de benoeming van Prof D r R A de Moor IS D r Stouthard directeur van dit Instituut Dr Stouthard heeft smds 1963 een leeropdracht in de Statistische Onderzoekmethodiek van onze Hogeschool

In een rede onder de titel „Methodologie en onderzoek" heeft prof Stouthard gewezen op de gevaren van een te sterk normatieve methodologie-opvatting Van 1953 tot 1955 werkte hij als statisticus bij de bij de beoefening van het sociaal-wetenschappelijk inkoopcombinatie ,De Faam" te Amsterdam onderzoek, met name bij toepassing van statistische methoden I n het bijzonder bepleitte hij een grotere Sinds 1955 ging D r Stouthard meer de nadruk mate van besef voor de inhoudelijke implicaties van leggen op het „Sociologische" van de door hem de veronderstellingen die aan statistische procedures gevolgde studierichting ten grondslag liggen HIJ was tot 1959 werkzaam als Socioloog bij Ten slotte onderzocht hij de voorwaarden waaraan voldaan moet zijn, wil het gebruik van wiskunde de Centrale Dienst van de Arbeidsinspectie te in de sociologie vruchten kunnen afwerpen 's-Gravenhage

Promotie Samenvatting van het proefschrift „Marktstrategie, verkoopinstrumenten en marktpositie van de producent van consumptiegoederen", van de heer S W M Kuypers, ter verkrijging van de graad van doctor in de economische wetenschappen aan de Katholieke Hogeschool te Tilburg op donderdag 11 november 1965 Promotor prof d r H O Goldschmidt De heer S W M Kuypers is in 1956 als econoom afgestudeerd aan de Katholieke Hogeschool T o t 1959 was hij verbonden aan het organisatie-adviesbureau I r K H van Ginneken te Tilburg Daarna werkte hij als commercieel adviseur bij een Belgisch textielbedrijf Hij is thans sinds enkele jaren m België gevestigd als zelfstandig adviseur o p het gebied van de marktstrategie m het Benelux-Middengebied

Toch IS men er tot op heden niet in geslaagd een bevredigend antwoord te vinden voor de vraag, hoe m de praktijk de optimale kombinatie der verkoopinstrumenten tot stand moet worden gebracht Als belangrijkste reden hiervoor kan worden aangevoerd, d a t de auteurs een rechtstreeks verband poogden te leggen tussen enerzijds de verkoopinstrumenten en anderzijds de afzet of het marktaandeel Dat direkte verband blijkt evenwel met te bestaan Een andere reden voor het uitblijven van dit antwoord is wellicht te vinden m de omstandigheid d a t veel marketingliteratuur werd geschreven door reclamemensen die, hoe begrijpelijk overigens ook, vaak onevenredig veel belang hech ten aan slechts één instrument uit de marketingmix reclame

De aanleiding tot deze studie was het verlangen een bijdrage te leveren tot de overbrugging van de kloof tussen de economische theorie en de praktijk op het gebied van de verkoop In de economische theorie golden winstmaximalisatie en verkoopprijs lange tijd als enige doelstelling respectievelijk als enig instrument van het ondernemingsbeleid I n de marketingliteratuur, die voor al in de laatste jaren zeer omvangrijk is geworden is beklemtoond d a t de ondernemer over verschillende instrumenten (kwaliteit, reclame, assortiment, verkoopprijs rabatten, service, verkoopstaf, enz ) beschikt om de afzet van zijn produkten te beïnvloeden

In de onderhavige studie is aangetoond dat de onderscheiden verkoopinstrumenten rechtstreeks blijken in te werken op verschillende voorwaarden waaraan de ondernemer moet voldoen om de consument tot een positieve koopbeslissing te brengen Als dergelijke voorwaarden zijn te noemen de verkrijgbaarheid van het artikel, de opname van het artikel in de koopoverweging van de consument, de waardering van de consument voor het artikel en ten slotte een ten opzichte van de concurrerende artikelen gunstig verschil tussen waardering en prijs Door een of enkele van deze vooi-waarden te verbeteren, bereikt de producent dat het aantal koopbeslissingen op de markt ten gunste van zijn artikel (merk) toeneemt

De op de praktijk ingestelde commerciële mensen hebben in het algemeen wel belangstelling voor beschouwingen over de beïnvloeding van de afzet of het marktaandeel Vandaar dat ook veel marketingliteratuur de weg heeft gevonden naar de boeken kasten van de ondernemers

In deze studie wordt verder aangegeven hoe de ondernemer aan de hand van een zogenaamd kooponderzoek kan bepalen welke koopvoorwaarden hij m de voor hem liggende periode dient te verbeteren Uit het feit dat elk van de onderscheiden voorwaarden (ook te zien als aspecten van de markt-

7

positie) beïnvloed wordt door één of enkele verkoop-instrumenten, volgt, dat met de bepaling van het marktstrategisch doel voor de komende periode, tevens de verkoopinstrumenten zijn aangeduid die in de eerste plaats de aandacht behoeven In het eerste hoofdstuk van het proefschrift wordt een uitgangspunt geformuleerd voor het markt strategisch beleid In de hoofdstukken 2, 3 en 4 wordt aangegeven hoe de producent zijn keuze uit de kwaliteiten zodanig kan bepalen, dat de daaruit resulterende toename van de consumentenwaarderingen zo groot mogelijk IS, en welke andere overwegingen bij die keuze moeten worden betrokken, hoe het reclamebudget over de reclamemiddelen moet worden verdeeld, opdat de reclameboodschap een zo groot mogelijk aantal individuen van het publiek m voldoende mate bereikt en ook hoe voor

de gekozen reclamemiddelen bij benadering de op timale omvang van het reclamebudget kan worden vastgesteld, welke faktoren bi] de selektie van kandidaat-produkten voor opname in het assortiment van be slissende betekenis kunnen zijn, en welke procedure moet worden gevolgd om tot een optimale keuze te komen, hoe bij benadering de optimale verkoopprijs kan worden vastgesteld, en welke instrumenten er bestaan om de verkoopactiviteit van de detaillist te beïnvloeden en welke overwegingen bij de selektie van de wederverkopers moeten gelden In het vijfde hoofdstuk wordt tenslotte aangegeven hoe het marktstrategisch plan dient te worden bepaald en aan de hand van twee voorbeelden wordt getoond hoe de verworven inzichten in praktijk worden gebracht

Sinfonia Broica helft van de vorige eeuw plachten vele oud-gardes d'honneur zich jaarlijks in de Haagse Vieux Doelen te verenigen aan een gezamenlijk corps-diner Onder de uit Friesland afkomstige gardes bevond zich de doopsgezinde predikantenzoon Seerp Brou wer ^) HIJ was 8 februari 1793 te Franeker geboren en studeerde aanvankelijk aan de universiteit van zijn geboortestad, totdat deze in 1811 voor goed werd gesloten Als Leids student ontving hii de oproep En al is ons omtrent zijn persoonlijke état mets nader bekend, zeker is wel, dat de Friese gardes op hun superieuren een uitstekende indruk hebben gemaakt Les jeunes et vigoureux Frisons, zo schreef de Franse bevelhebber m Leeuwarden generaal de Stabenrath, op 12 augustus 1813 met Het ligt voor de hand, dat het bekend worden van zonder een zekere trots aan de Hollandse gouverde maatregel m de Hollandse departementen van neur Lebrun, sont dans de fort bonnes disposihet Franse keizerrijk met zeer gemengde gevoelens tions ' ) Te oordelen naar zijn verdere levensloop werd ontvangen Men begreep, dat een legeronderschijnt Brouwer altijd iets van de weerbarstige deel, welks totale mankracht op tienduizend sabels grognard te hebben behouden Als hoogleraar te was geprojecteerd, met uitsluitend voor de verGroningen heeft hij eens een student die dierzorging van het militair eerbetoon in de Franse geluiden nabootste, eigenhandig uit de bank ge hoofdstad was bedoeld Bij het vertrek der gardes sleurd en buiten de colegezaal gezet '') En toen hebben zich dan ook vaak dramatische tonelen afhij zich later met kon verenigen met de wijze, gespeeld, zoals buiten de Amsterdamse Weesperwaarop de regering de belangen van de Groningse poort, door Vinkeles op wat romantische wijze in hogeschool behartigde, legde hij in 1835 zijn ambt beeld gebracht ' ) Talloos velen hebben getracht zich neer zonder aanspraak te maken op enig pensioen met een beroep op de uitzonderingsbepalingen van Le garde meurt, maïs ne se rend pas het betreffende decreet aan het onheil te onttrekOnmiddellijk na de Restauratie heeft Brouwer korte ken Sommige, waaronder Willem van Hogendorp tijd in Gottingen gestudeerd H e t feit, dat de de zoon van Gijsbert Karel, weigerden hardnekkig Georg-August-universiteit in 1887 juist honderd goedschiks te gaan, ondanks herhaalde aanmaninvijftig jaar bestond gaf de redactie van Rechtsge gen van de zijde der Franse autoriteiten hier te lande Uiteindelijk werden zij door de gendarmerie leerde Bijdragen en Bijblad aanleiding om in de naar hun garnizoen in Metz overgebracht De snel toen lopende tweede jaargang enkele passages op wisselende omstandigheden in de periode, die aan te nemen uit het onuitgegeven journaal van Brou de definitieve val van Napoleon is voorafgegaan wer, die op zijn verblijf aldaar betrekking hebben ^) zullen oorzaak zijn geweest, dat slechts weinige Gottingen was in die dagen — 1817 — een kleine gardes de eigenlijke vuurdoop hebben ondergaan landstad van tienduizend inwoners, waar buiten de En zoals altijd met de jaren vervaagde de heruniversitaire en andere openbare gebouwen slechts innering aan het doorstane leed om plaats te maken één particuliere woning geheel uit steen was op voor een zekere trots deel te hebben mogen uitgetrokken De overige, aldus Brouwer, „zijn alle maken van de Grande Armee Nog tot over de houten sceleti, waarin de steen wordt ingevoegd"

Toen Napoleon I na de ongelukkige afloop van de Russische veldtocht zijn totaal ontredderde cavalerie weer op sterkte wilde brengen, besloot hij tot de doorvoering van een reeds lang gekoesterd plan de oprichting van een Garde d'honneur Jongelui van goeden huize zouden daarbij worden ingelijfd, aan welke inlijving voor de keizer twee voordelen verbonden waren O p de eerste plaats zouden zij hun eigen équipement moeten bekostigen, zodat de uitrusting geheel ten laste van hun ouders kwam En bovendien was hun aanwezigheid in de Grande Armee een waarborg voor de trouw en aanhankelijkheid van hun respectievelijke families aan het keizerlijke regime

8

De laatste decennia van de achttiende eeuw maakte de universiteit een bloeiperiode door, welke m het jaar dat Brouwer er verbleef nog schijnt te hebben nagewerkt In het winterhalfjaar van 1816/17 was het getal studenten groter dan ooit en bedroeg ongeveer 1130, een beduidend aantal voor die dagen, dat voor wat de negentiende eeuw aangaat m 1825 met 1545 studenten zijn hoogtepunt zou bereiken '•) Van de zo vaak bezongen alte Burschenherlichkeit viel in het vroeg-negentiende-eeuwse Gottingen naar het journaal te oordelen bitter weinig te bespeuren De geest onder de studenten, zo schrijft hij, „was in den korten tijd, dat ik mij daar bevond, vrij rustig, uitgezonderd de menigte duellen, die men hier als noodzakelijk beschouwt en die ook al meest zonder veel spektakel afloopen met een schram of kleine hak der hieber'

een veelzijdig man Aanvankelijk opgeleid voor predikant koos hij later de studie der mathematische vakken om uiteindelijk ook nog m de medicijnen te promoveren Van 1843 tot 1845 was hij lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waar hij deelnam aan de beraadslagingen rond de financiële hervormingsplannen van minister Floris Adriaan van Hall Dat hij het ook in die sector bij woorden alleen met gelaten heeft bewijst de lijst van zijn talrijke geschriften

De conversatie aldus nog altijd onze zegsman, is „in het algemeen gansch niet studentikoos en on gegeneerd, als men niet bij zijne bijzondere kennissen was, zaten een honderd studenten bijeen, zonder zich met elkander te bemoeijen, als aan een groote table d'hóte, waar geen mensch den anderen kent, noch wil leeren kennen" Brouwer, die zich tijdens zijn vrijwillig aanvaard emeritaat geheel aan de wetenschap wijdde, was

Correctie indeling

provisorium

1 2 3 4 5 7 8 10 11 12 13 14 15 16

32 17 18 19 20 21 22 23 24 26 27 28 29 30

Drs J Schilderinck Prof Dr J Dalmulder Drs H Waasdorp Ir D Neeleman M Brekelmans, M Janssens Drs H Weddepohl Drs F Ruys Mej M de Groot Mej A Vermolen Drs F Maagdenberg Archief E I T Leeszaal en Bibliotheek E I T H Koekenberg Drs H Blondeel

Dr J J A Lucas

O m afgedrukt in Overheerschmg en Vrijwording door Johanna W A Naber, derde herziene druk, 1913, tegenover blz 172 Levensbij zonderheden m Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, V I (1924), s v Inlijving en Opstand door Dr H T Colen brander, 1913, blz 166 J Huizinga, Verzamelde Werken, V I I I (1951), blz 186 Blz 208/9 Georg-August-Umversitat Gottingen, Personalund Vorlesungsverzeichnis, Wintersemester 1962/63, blz 7

Drs F Peters J Reynders J Gruyters Typekamer Administratie, Mej W Boers Drs W Boerboom Drs W van Hulst J de Blok Drs H Smner Drs T Matthee, J Rinkes F Duffhues Drs A Schoorlemmer Prof Dr C F Scheffer Drs W de Boer

31 Mej J Visser 33 Drs A Kolnaar 34 Prof Dr D Schouten 35 R de Groof 36 Drs O Kuschpeta 37 Drs H Klok 38 Prof Dr Th v d Klundert 39 Prof Dr Th Stevers 40 Drs N Douben 41 Dr C Lagerberg 43 Prof Dr L Janssen S J 44 Drs R Boss, G Bos 45 Drs R Boenders 46 Drs F Jansen 47 t/m 50 Stage-kamers

9

Mededelingen Algemeen STUDENTENREIZEN 1966 NAAR BELGIË, O L V HOOGLERAREN O p \oorstel van de Gemengde Commissie ter uit voering van het Nederlands Belgisch Cultureel Ver drag zal het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen ook in het dienstjaar 1966 bijdragen in de kosten, verbonden aan korte studiereizen van studentengroepen naar België, onder leiding xan hoogleraren Het bedrag der toelage zal afhankelijk zijn van de duur van de reis waarbij de volgende normen worden aangehouden voor een verblijf van eén dag ƒ 15,— per deelnmer voor een verblijf van twee dagen ƒ 20,— per deelnemer voor een verblijf van drie dagen ƒ 25,— per deelnemer voor een verblijf van vier dagen ƒ 30,— per deelnemer voor een verblijf van vijf of meer dagen ƒ 3 5 , — pei deelnemer Per groep komen maximaal 30 deelnemers voor subsidiering m aanmerking waarbij opgemerkt moet worden, dat aan hoogleraren en stafleden geen vergoeding wordt toegekend Bij overschrijding van het maximaal aantal deelnemers zal de begeleidende hoogleraar naar eigen inzicht het totale subsidiebedrag voor de duur van de reis onder de studenten-deelnemers kunnen ver delen Excursies naar Europese instellingen in België komen met voor subsidie in aanmerking binnen het kader van deze reizen Aanvragen dienen uiterlijk 15 januari 1966 te wolden ingediend bij mijn ministerie afdeling Internationale Culturele Betrekkingen, Nieuwe Uitleg 2, 's-Gravenhage, waarbij zo volledig mogelijk ge gevens moeten worden verstrekt over de duur, het doel en het programma van de reis Tevens dient het aantal deelnemers te worden vermeld In principe zal van elke universiteit of hogeschool een groepsreis kunnen worden gesubsidieerd Indien blijkt, dat een of meer instellingen van hoger onderwijs van dez egelegenheid geen gebruik zullen maken, zullen andere instellingen van hoger onder WIJS voor meer dan een groep een tegemoetkoming als bovenbedoeld kunnen ontvangen, zo de wens daartoe te kennen wordt gegeven

* * ^ S T U D I E B E U R Z E N VAN DE NAVO

1966/1967

Hierdoor deel ik u mede dat de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie voor het akademisch jaar 1966/ 10

1967 enkele studiebeurzen beschikbaar stelt voor geleerden die studie of onderzoek willen verrichten voor een publikatie over aspecten van de gemeenschappelijke belangen, tradities en opvattingen van landen van het Atlantisch bondgenootschap waarin de geschiedenis, de huidige toestand en de toekomstige ontwikkeling van de Atlantische gemeenschap en haar problemen worden belicht De onderwerpen van studie waarvoor beurzen worden toe gekend, moeten betrekking hebben op de NAVO of de Atlantische gemeenschap De beurzen worden verleend voor een periode van twee tot vier maanden, of in speciale gevallen voor zes maanden Het beursbedrag is 2 300 franse francs per maand of een gelijkwaardig bedrag in andere valuta De NAVO zal bovendien de kosten ver goeden van reizen die noodzakelijk zijn voor de studie De studie moet in een of meer landen van de NAVO worden verricht Aanvragen voor deze beurzen kunnen tot 20 december worden ingediend bij de afdeling Inter nationale Culturele Betrekkingen van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen Aanvraagformu lieren zijn bij genoemde afdeling verkrijgbaar Bi) de aanvraag moeten twee aanbevelingen worden gevoegd van personen die bevoegd zijn een oordeel over de wetenschappelijke hoedanigheden van de aanvrager te geven Ik moge u verzoeken aan het vorenstaande nodige bekendheid te geven

de

Z U I D AFRIKAANSE STIPENDIA 1966 Hierdoor deel ik u mede dat de regering van Zuid Afrika in het kader van het Nederlands-Zuid afrikaans cultureel verdrag enige stipendia beschik baar stelt voor Nederlanders die in 1966 aan een instelling van hoger onderwijs of van wetenschap peli)k onderzoek in Zuid Afrika wetenschappelijk werk willen verrichten Het stipendium biedt ook de mogelijkheid om in Zuid-Afrika een onderwerp dat voor betrekkingen tussen Nederland en ZuidAfrika van belang is, te bewerken met behulp van een hoogleraar aan een der instellingen van hoger onderwijs Voorts kan eventueel aan een stipendium houder gelegenheid worden gegeven tot het houden van voordrachten Gegadigden voor deze stipendia moeten een doctoraal- arts- of ingenieursexamen hebben afgelegd en over enige ervaring in wetenschappelijk werk of onderzoek beschikken Aanvragen voor deze stipendia kunnen tot / januari 1966 worden ingediend bij de afdeling Internatio nale Culturele Betrekkingen van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, Nieuwe Uitleg 2, te 's-Gravenhage In de sollicitatie dienen de volgende gegevens te worden vermeld naam, voornamen,

adres en telefoonnummer, geboortedatum en -plaats verrichte studie, programma van de studie in ZuidAfrika met vermelding van de instelling waar men de beoogde studie wil verrichten en zo mogelijk van de naam van de hoogleraar onder wiens leiding men werkzaam wil zijn de wijze waarop men de m Zuid-Afrika verkregen kennis en ervaring denkt te benutten Bi) de aanvraag moeten aanbevelingen worden overgelegd van twee bij de studie m Nederland betrokken hoogleraren, alsmede afschriften van diploma's Ik zal het op prijs stellen indien u aan het vorenstaande de nodige bekendheid wilt geven De Minister, Namens deze, de Chef van de afdeling Internationale Culturele Betrekkingen Voor deze, Mej mr E Talsma

* # * CONGRES VAN „DE T R I B U N E " DE P O L I T I E K E O N T W I K K E L I N G VAN AFRIKA Het congres zal gehouden worden van 14 tot en met 18 december 1965, m de aula van de Katholieke Hogeschool te Tilburg Er zal worden deelgenomen door circa 150 studen ten, waarvan 70 in Europa studerende Afrikanen Elke dag zullen 2 lezingen gehouden worden, waarna discussies zullen plaatsvinden, eerst gioepsgewijs, vervolgens m plenaire zitting Het congres zal besloten worden met een forum Verscheidene onderwerpen zijn tevoren door studiegroepen bestudeerd De gemaakte working-papers zullen met nog andere documentatie aan de congresmap worden toegevoegd, die de deelnemers bij de inschrijving uitgereikt zal worden Tijdens de lezingen verwacht de congrescommissie ook vele leden van de Tilburgse Hogeschoolgemeen schap, 70wel hoogleraren, wetenschappelijke staf als studenten Hier volgt een globaal overzicht van het programma DINSDAG, 14 december 15 00—I7 0 0 u Ontvangst en inschrijving aan de Academielaan 18 0 0 u Diner WOENSDAG, 15 december Officiële opening van het congres 10 3 0 u Openingslezing ,,Afrika en Euro11 OOu pa", door Zijne Excellentie Djime Momar Gueye, ambassadeur van Senegal te Brussel 12 00—13 30 u Receptie 15 OOu Lezing „Ideologische Invloeden in Afrika", door Zijne Eminentie Marco Mihayo, Aartsbisschop van Tabora, Tanzania 16 OOu Groepsdiscussies Plenaire discussies 17 OOu Discussieleider Prof Dr L H Janssen S J

20 00 u

Optreden van Rob van Rijn m de Studiozaal van de Stadsschouw burg

DONDERDAG, 16 december Plaats Congreszaal van Unilever N V 's Jacobsplein 2, Rotterdam 10 30 u Lezing ,,Communisme in Afrika", door H J Neuman 11 30 u Groeps- en plenaire discussies 13 00 u Lunch 15 OOu Lezing , De Industrialisatie van Afrika", door D H Buckle, Manager of the United Africa Company Group 16 OOu Groepsdiscussies 17 OOu Plenaire discussies Discussieleider 18 30 u Diner VRIJDA.G, 17 december 9 00 u Lezing ,,Van diversiteit naar aaneensluiting", door Dr J Syatouw, chairman of the International Relations Course of the Institute of Social Studies Groepsdiscussies 10 OOu Plenaire discussies 10 30 u Ontvangst door Burgemeester en 12 OOu Wethouders van Tilburg Lezing ,Associatie van Afrika en 15 OOu de E E G ", door M Ie Ministre Henri Rochereau, lid van de Commissie van de E E G en president van de Commissie voor overzeese ontwikkelingsvraagstukken Groepsdiscussies 16 OOu Plenaire discussies 17 OOu Discussieleider Jhr Mr M van der Goes van Naters Social evening m de Sociëteit de 20 3 0 u Philharmome ZATERDAG, 18 december 10 3 0 u Forum „De toekomst van Afrika" Forumleider Prof Jhr Dr F A M Alting von Geusau 13 OOu Sluiting van het congres

*

*

*

F A C U L T E I T DER SOCIALE WETENSCHAPPEN De candidaatsexamens C 1 zullen worden afgenomen m de periode van 10 tot 18 januari 1966 De candidaatsexamens C II worden afgenomen op 25 en 26 januari a s Om een vlot verloop te verkrijgen m de tentamenen examenregeling is het noodzakelijk dat tentamens drie weken voor de datum waarop men het tentamen wenst af te leggen worden aangevraagd Opgave voor Candidaats- en Aoctora.a\-examens dient een maand voor de examendatum te geschieden Prof de Moor, Secretaris van de Faculteit II