INLEIDING

In 2022 is het University Fund Wageningen (Universiteitsfonds) gestart met een herpositionering, ingegeven door de splitsing van Alumnirelaties en Fondsenwerving. De statuten zijn gewijzigd, de governance is op orde gebracht en er is gewerkt aan een nieuwe strategische koers voor de komende 5 jaar met het team en het bestuur. De hoofdlijnen van de nieuwe koers zijn in dit beleidsplan beschreven.

De traditie van ‘geven’ aan de landbouwwetenschap in Wageningen bestaat al meer dan 135 jaar. Al in 1884 besluit de naaste vriendenkring van de overleden wetenschaper Winand Staring met zijn nalatenschap het Staring Fonds op te richten om de zoons van arme boeren te helpen studeren. Niet veel later volgen diverse fondsen die het ontwikkelen van de Landbouwhogeschool en het verspreiden van haar kennis tot doel hebben.

Dit voorbeeld inspireert ook ir. Klaas Venema, die zijn gehele vermogen in een fonds op naam aan de Landbouwhogeschool wil nalaten. Op 9 maart 1951 wordt dit Universiteitsfonds, toen nog

Landbouwhogeschoolfonds (LHF) geheten, tijdens de Dies Natalis geschonken als jubileumcadeau aan de Landbouwhogeschool. Het nieuwe fonds blijkt succesvol. In de loop der jaren gaat een aantal andere fondsen op in het LHF, waaronder ook het Staring fonds.

Als in 1986 de Landbouwhogeschool verandert in Landbouwuniversiteit, verandert het fonds zijn naam naar Wageningen Universiteitsfonds (WUF). Vanaf de jaren ‘90 gaat WUF actief financiële steun werven voor bijzondere projecten die bijdragen aan de groei en bloei van WUR.

Fund Wageningen is de onafhankelijk expert in het verbinden van gevers met bijzondere WUR-talenten en onderzoek

In de beginjaren worden giften verstrekt voor studiebeurzen of leningen aan studenten die minder bedeeld zijn. Er worden prijzen uitgereikt en onderzoek gesteund van jonge onderzoekers. Het onderhouden van de band met de instelling was ook zeer belangrijk. De gevers hadden vaak een directe band met de instelling: hadden er gestudeerd, gewerkt of werkten er.

Het University Fund Wageningen is een onafhankelijke steunstichting van Wageningen University & Research. Het fonds heeft een hybride karakter met een klein belegd (eigen) vermogen. Tegelijkertijd beheert het een aanzienlijk vermogen in Fondsen op Naam en grote meerjarige giften. Daarmee lijkt het University Fund Wageningen het meest op een vermogensfonds. Daarnaast wordt er actief geworven middels campagnes en friend- en fundraising, voor eigen (WUR)-doelen. Belangrijk onderdeel van de activiteiten is het werven en beheren van programmatische giften van Trusts & Foundations en major donors voor voornamelijk (fundamenteel) onderzoek, die niet (geheel) voor reguliere financiering in aanmerking komen.

Het University Fund Wageningen heeft de ANBI status, toegekend door de Belastingdienst. Een ANBI is een algemeen nut beogende instelling. Een instelling kan alleen een ANBI zijn, als ze zich nagenoeg geheel inzet voor het algemeen belang.

Een ANBI heeft belastingvoordelen (Belastingdienst, 2022), zoals:

• Een ANBI betaalt geen erfbelasting of schenkbelasting voor erfenissen en schenkingen die de instelling gebruikt voor het algemeen belang.

• Als een ANBI zelf schenkingen doet in het algemene belang, dan hoeft de ontvanger geen schenkbelasting te betalen.

• Vrijwilligers die voor een ANBI werken, doen daarmee onder bepaalde voorwaarden een gift aan een ANBI.

• Donateurs van een ANBI mogen hun giften aftrekken van de inkomsten- of vennootschapsbelasting.

• Om in aanmerking te komen voor de aftrek van periodieke giften, moeten de donateur en de ANBI de gift vastleggen in een overeenkomst.

In 2022 zijn de statuten gewijzigd. De statutaire doelstelling luidt als volgt:

Het University Fund Wageningen heeft als onafhankelijke steunstichting van Wageningen University & Research tot doel:

1. het verwerven van filantropische financiële middelen bij het (inter) nationale bedrijfsleven, instellingen, openbare lichamen, (vermogens) fondsen, alumni en andere particulieren ter ondersteuning van de doelen die de WUR zich nu en in de toekomst stelt; en

2. het beheren, bestemmen en aanwenden van de verworven middelen.