
32 minute read
UITDAGEND DOEL
LEVEL 5 Hoe leid je de aanbodcurve af?
INTRO
1 Teken de volgende vraag- en aanbodcurve. a Hoe verloopt de vraagcurve? b Waarom? c Hoe verloopt de aanbodcurve? d Waarom? Grafi ek 1: Vraag en aanbod Prijs (in euro) 8,00 10,00 12,00 6,00 4,00 2,00 V 0,00 0 2 6 8 10 12 Hoeveelheid
UITDAGEND DOEL
Tabel 1: Vraag en aanbod
PRIJS (IN EURO) qv qa
2,00 9 3 4,00 8 5 6,00 7 7 8,00 6 9 A
4
10,00 5 11 proefhoofdstuk©VAN IN
2 Vorig jaar heb je geleerd dat de vraagcurve afgeleid wordt op basis van het nut en het beschikbare budget. In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:
Hoe leid je de aanbodcurve af?
Explore 1— Hoe leid je de aanbodcurve af?
1 Wat geeft de individuele aanbodcurve weer? 2 Is de individuele aanbieder of producent een prijsnemer of een prijszetter op een markt met volkomen concurrentie of mededinging? Waarom? 3 Welk effect heeft een prijsverandering op de optimale productiegrootte? 4 Op grafiek 2 bedraagt de oorspronkelijke prijs van een slaapzak van Ayacucho 15,00 euro. De horizontale curve is getekend. a Maakt de onderneming hier winst of verlies, of draait ze break-even? Motiveer je antwoord. b Teken de MO/GO-curve wanneer de prijs 11,42 euro bedraagt. Dat is gelijk aan het laagste punt van de GTK-curve. c Teken de MO/GO-curve wanneer de prijs 9,00 euro bedraagt. d Teken de MO/GO-curve wanneer de prijs 3,00 euro bedraagt. e Welke situatie doet er zich voor bij de prijs van 11,42 euro? f Hoe verklaar je de afstand tussen de GTK-curve en de GVK-curve? 5 Vul aan en markeer het juiste antwoord. a Bij een prijs van 9,00 euro maakt de onderneming verlies / winst. De onderneming kan wel nog de proefhoofdstuk©VAN IN kosten dekken en een deel van de
LEVEL 5
kosten.
THEMA 1
b Bij een prijs van 3,00 euro maakt de onderneming verlies. Ze kan de
Grafi ek 2: MK-, MO- en GO-curven bij verschillende prijzen slaapzakken
Hoeveelheid(slaapzakken) 0 200 400 600 800 100012001400160018002000 0,00 MO/GO,MKenGTK(ineuro) 5,00 10,00 15,00 20,00 25,00 30,00 35,00 40,00 MK MO=GO = p1 GTK GVK De snijpunten van de verschillende prijzen – de MO-curven – met de MK-curve, vormen telkens een andere optimale productiegrootte. Zolang het zinvol is om te blijven produceren, streeft de ondernemer steeds de optimale productiegrootte na. De prijzen die op de markt gelden, bepalen dus de hoeveelheid die de aanbieder produceert. De individuele aanbodcurve bestaat uit het opwaartse deel van de MK-curve vertrekkende vanaf het snijpunt van de MK-curve met de GVK-curve. Of met andere woorden, vanaf het punt waar de marktprijs groter is dan de GVK . Een onderneming maakt winst zolang de prijs hoger is dan de gemiddelde totale kosten (GTK = GVK + GCK). Ze draait break-even als de prijs gelijk is aan de gemiddelde kosten. Er is verlies als de verkoop- of marktprijs lager is dan de gemiddelde kosten. Op korte termijn zullen ondernemingen nog blijven produceren, ook al is er verlies. Op dat moment kunnen ze immers nog een gedeelte van de vaste kosten dekken. Op het ogenblik dat de prijs beneden de gemiddelde variabele kosten zakt, kan de onderneming beter stoppen met produceren. Individuele aanbodcurve 6 Markeer op grafi ek 2 de aanbodcurve. proefhoofdstuk©VAN IN
1 Grafi ek 3 toont de MO- en MK-curve van Ayacucho. Veronderstel dat de variabele kosten zoals de loonkosten, stijgen. Schets een nieuwe MK-curve. a Welk effect heeft dat op de optimale goederencombinatie? b Welk effect heeft dat op de aanbodcurve? 2 Veronderstel dat door nieuwe technologieën, de variabele kosten dalen. De werknemers kunnen immers meer produceren per uur door een stijging van de productiviteit. Schets een mogelijke nieuwe MK-curve. a Welk effect heeft dat op de optimale goederencombinatie? b Welk effect heeft dat op de aanbodcurve? 3 Duid de drie verschillende aanbodcurven aan op de grafi ek. Grafi ek 3: GVK-, MO- en MK-curve slaapzakken MO en MK (in euro) 10,00 15,00 20,00 25,00 30,00 35,00 40,00 45,00 MK1 GVK MO proefhoofdstuk©VAN IN
LEVEL 5
5,00
THEMA 1
0,00
0 200 400 600 800 100012001400160018002000 Hoeveelheid (slaapzakken)
In een markt met volkomen mededinging zijn de aanbieders prijsnemers. In de markt wordt het totale aanbod bepaald door de som van alle individuele aanbieders. Totale aanbod Op grafi ek 4 zie je een markt met drie aanbieders. Je vindt er de aanbodcurven van de drie producenten die overeenkomt met hun MK-curve vertrekkende vanaf de GVK-curve uit Explore 1. a Bepaal de aanbodcurve van de totale markt. b Teken de aanbodcurve. Grafi ek 4: MK-curven van drie producenten op de markt Hoeveelheid (slaapzakken) 0 0,00 Prijs (in euro) 2,00 4,00 6,00 8,00 10,00 12,00 14,00 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 MK3MK2MK1 proefhoofdstuk©VAN IN
TO THE POINT
De aanbodcurve
De aanbodcurve geeft het verband weer tussen de aangeboden hoeveelheid en de marktprijs. Het snijpunt van de marktprijs met de marginale kosten bepaalt de optimale productiegrootte voor de aanbieder. Wanneer de prijs verandert, verandert dus ook telkens de optimale productiegrootte. De aanbodcurve verloopt stijgend. Hoe hoger de prijs, hoe meer stuks de onderneming zal aanbieden.
Wanneer maakt de onderneming winst?
Wanneer de marktprijs boven de GTK ligt, maakt de onderneming winst en zal ze dus blijven produceren. Is de prijs gelijk aan de GTK, dan draait de onderneming break-even. Is de prijs kleiner dan GTK maar groter dan de GVK, dan boekt de onderneming verlies, maar kan ze nog de variabele kosten en een deel van de constante kosten dekken. Is de prijs kleiner dan GVK, dan zal de onderneming ook die variabele kosten niet meer volledig kunnen dekken.
Verschuiving aanbodcurve
Wanneer de kosten van de onderneming stijgen, verschuift de MK-curve naar boven. De optimale goederencombinatie ligt lager omdat de kosten hoger zijn. De aanbodcurve verschuift naar links. Wanneer het, door een technologische vernieuwing, goedkoper wordt om te produceren, zal de onderneming meer winst kunnen maken en dus zal de MK-curve lager liggen. De aanbodcurve verschuift naar rechts.
Collectieve aanbodcurve
De collectieve aanbodcurve is de som van alle individuele aanbodcurven of de som van alle individuele MK-curven van de verschillende ondernemingen.
BEKIJK DE KENNISCLIP Action 1— Kun je de aanbodcurve en de verschuiving van die curve afl eiden? 1 Lees het artikel. Wat is het gevolg voor bouwondernemingen? BOUWMATERIALEN TOT KWART DUURDER DAN DRIE MAANDEN GELEDEN: ‘VOORAL PRIJS VAN ISOLATIEMATERIAAL EN HOUT FORS GESTEGEN’ De prijs van bijna alle bouwmaterialen is de laatste drie maanden met 15 tot 25 procent gestegen. Dat blijkt uit een bevraging van de Confederatie Bouw. ‘Vooral isolatiemateriaal, hout en staal zijn fors duurder geworden’, aldus Niko Demeester, gedelegeerd bestuurder proefhoofdstuk©VAN IN van de Confederatie Bouw. Uit: vrt.be, 2022-02-07
THEMA 1
2 Bekijk aandachtig de onderstaande tabel en vul ze aan.

3 Open een leeg werkblad.
a Neem de tabel over in het werkblad. b Teken vervolgens alle grafi eken in het werkblad. c Bereken de MK in het werkblad. d Teken de MK-curve in het werkblad. e Bereken nu een tweede MK-curve wanneer de TVK veranderen wegens een stijging van de grondstofprijzen met 20 %. f De marktprijs van het product bedraagt 35,00 euro. Teken die marktprijs. g Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio. Druk de grafi ek af en duid de eerste aanbodcurve en de tweede aanbodcurve aan.
Tabel 2: Totale en gemiddelde kosten (in euro) voor bouwmateriaal
q* TCK TVK TK GCK GVK GTK 0 0,00 40,00 1 50,00 2 78,00 98,00 4 112,00 5 130,00 6 150,00 7 175,00 8 204,00 9 242,00 10 300,00 11 385,00 3 q* =productie (in eenheden) proefhoofdstuk©VAN IN

BREAKING NEWS
1 Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp. 2 Los de vragen op. 3 Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.
CHECKLIST
Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.
JA KAN BETER
EXTRA OEFENMATERIAAL 1 Ik kan een aanbodcurve afleiden uit de kostencurven van een onderneming. proefhoofdstuk©VAN IN 2 Ik kan de verschuiving van een aanbodcurve verklaren. 3 Ik kan de aanbodcurve van de totale markt bepalen.


LEVEL 6
Hoe analyseer je grafi sch en rekenkundig het marktevenwicht en het effect van vraag- en aanbodschokken? INTRO 1 Lees de krantenkop. a Wat is er gebeurd waardoor er plots te veel mondmaskers waren? Gebruik in je antwoord de termen ‘vraag’ en ‘aanbod’. b Wat is het gevolg voor de prijs van de mondmaskers wanneer: er een tekort aan mondmaskers is? er te veel mondmaskers zijn? EERST WAS ER EEN TEKORT, EN NU HEBBEN WE PLOTS VEEL TE VEEL MONDMASKERS 2 In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Hoe kun je grafi sch afleiden wat er met het marktevenwicht gebeurt als er een aanbod- of vraagschok is? proefhoofdstuk©VAN IN
Explore 1— Hoe stel je het marktevenwicht wiskundig voor?
1 Vorig jaar het je het aanbod en de vraag grafisch voorgesteld. Noteer de volgende symbolen op de juiste plaats op de grafiek: A, V, e, pe, qe Grafiek 1: Marktevenwicht Prijs (in euro) Hoeveelheid Om het makkelijk te houden ga je ervan uit dat de collectieve vraagcurve een rechte is. In wiskunde is de vergelijking van een rechte: y = a*x + b Wanneer je de vertaling naar economie maakt, dan zie je op de Y-as de prijs (p) staan en op de X-as de hoeveelheid (q). Het vak economie gebruikt de symbolen: — gevraagde hoeveelheid: qv — prijs: p De vergelijking van de vraagcurve is dan p = -a * qv + b, want het is een dalende rechte en dus is de rico (a) negatief. De collectieve vraagcurve wiskundig 2 Stel dat de vraagvergelijking van flesjes drinkwater wordt weergegeven door: p = -0,05 * qv + 1,80 waarbij qv in duizenden flesjes a Bepaal twee koppels coördinaten zodat je de rechte, de vraagcurve, kunt tekenen. (0; ) en ( ; 1) proefhoofdstuk©VAN IN b Hoe heb je die koppels bepaald? p = -0,05 * qv + 1,80 p = -0,05 * qv + 1,80
De collectieve aanbodcurve wiskundig
Ook bij de collectieve aanbodcurve ga je ervan uit dat het een rechte is. Wanneer je de vertaling naar economie maakt, dan zie je op de Y-as de prijs (p) staan en op de X-as de hoeveelheid (q). Het vak economie gebruikt de symbolen: — aangeboden hoeveelheid: qa — prijs: p Dus de vergelijking van de aanbodcurve is dan p = a * qa + b, want het is een stijgende rechte en dus is de rico (a) positief. 3 Stel dat de aanbodvergelijking van flesjes drinkwater wordt weergegeven door: p = 0,05 * qa + 0,20 waarbij qa in duizenden flesjes a Bepaal twee koppels coördinaten zodat je de rechte, de aanbodcurve, kunt tekenen. (0; ) en ( ; 1) b Hoe heb je die koppels bepaald? p = 0,05 * qa+ 0,20 p = 0,05 * qa + 0,20 4 Maak de grafi ek die overeenkomt met die vraag- en aanbodvergelijking. Bepaal zelf of je de grafi ek maakt met pen of met een rekenblad. Gebruik indien nodig de ICT-fi ches van rekenblad. Grafi ek 2: Vraag- en aanbodvergelijking flesjes drinkwater Prijs (in euro) 0,40 0,60 0,80 1,00 1,20 1,40 1,60 1,80 proefhoofdstuk©VAN IN 0,20 0,00
0 5 10 15 20 25 30 Hoeveelheid (q * 1 000)
5 Beantwoord de vragen aan de hand van de uitkomst van de grafiek.
a Hoeveel bedraagt de evenwichtsprijs?
b Hoeveel bedraagt de evenwichtshoeveelheid?
c Welke situatie doet zich voor bij een prijs van 1,40 euro?
Om het marktevenwicht te kennen zoek je het snijpunt van de vraag- en aanbodcurve. Daarvoor stel je beide vergelijkingen aan elkaar gelijk. Daaruit kun je dan de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid zoeken. Good to know 6 Zoek het marktevenwicht wiskundig op de markt voor flesjeswater. a De evenwichtsprijs vraag = aanbod p = -0,05 * qv + 1,80 = p = 0,05 * qa + 0,20 b Werk in twee groepen. Groep 1 vult de evenwichtsprijs in de vraagvergelijking in. Groep 2 in de aanbodvergelijking. Elke groep berekent op zijn manier de evenwichtshoeveelheid. vraagvergelijking aanbodvergelijking p = -0,05 * qv + 1,80 p = 0,05 * qa + 0,20 proefhoofdstuk©VAN IN
LEVEL 6
c Controleer of je dat evenwicht ook terugvindt in grafiek 2.
Good to know
In dit level behandel je vraag- en aanbodschokken op een markt met volkomen concurrentie. Dat betekent dat de goederen homogeen zijn, er veel aanbieders zijn, er vrije toetreding tot de markt is en dat het een transparante of open markt is. In werkelijkheid zijn er niet veel producten die daaraan voldoen. Daarom neem je een markt die die volkomen concurrentie benadert, nl. de markt van flesjes water. Op die markt ga je het effect na van schokken: plotse veranderingen in de vraag of het aanbod als gevolg van een verandering van het inkomen, prijswijzigingen van grondstoffen enz.
1 Voor de volgende opdracht heb je de keuze. Kies, afhankelijk van je interesse, of je onderzoekt welke gevolgen een inkomenswijziging (optie 1) of een voorkeurswijziging (optie 2) op het marktevenwicht heeft.
Vink de gekozen optie aan. 2 Je vertrekt van de markt zoals ze in Explore 1 is weergeven, met dezelfde vraag- en aanbodvergelijking en de overeenkomstige grafiek.
Vraagvergelijking: p = -0,05 * qv + 1,80
Aanbodvergelijking: p = 0,05 * qa + 0,20
Optie 1 Inkomenswijzing
a Door een aanpassing van de lonen neemt het inkomen met 4 % toe. Heeft dat een gevolg op de vraag- of aanbodcurve? Waarom? b Markeer het juiste antwoord.
Door een stijging van het inkomen stijgt de vraag naar / het aanbod van water. Daardoor verschuift de vraagcurve / aanbodcurve naar links / rechts.
LEVEL 6
Optie 2 Voorkeurswijziging a Door reclamecampagnes verkiest de jongere bevolking theewater boven water. Heeft dat een gevolg op de vraag- of aanbodcurve van water? Waarom? b Markeer het juiste antwoord. Door een afname van de voorkeur daalt de vraag naar / het aanbod van water. Daardoor verschuift de vraagcurve / aanbodcurve naar proefhoofdstuk©VAN IN links / rechts.
c Dit zijn de nieuwe gegevens, met qv1 de oorspronkelijke vraag en qv2 de nieuwe vraag.
Tabel 1.1
p qv1 qa qv2 0,40 28 4 32 1,00 16 16 20 1,60 4 28 8 c Dit zijn de nieuwe gegevens, met qv1 de oorspronkelijke vraag en qv2 de nieuwe vraag.
Tabel 1.2
p qv1 qa qv2 0,40 28 4 24 1,00 16 16 12 1,60 4 28 0
d Teken de nieuwe situatie op de grafiek. Zorg voor de juiste naamgeving van de curven. Grafiek 3.1: Toename lonen d Teken de nieuwe situatie op de grafiek. Zorg voor de juiste naamgeving van de curven.
Grafiek 3.2: Afname voorkeur e Duid aan wat het gevolg is op het marktevenwicht, de evenwichtsprijs en -hoeveelheid. f Markeer de juiste verandering.
Wanneer de vraag stijgt, verschuift de vraagcurve naar rechts. Daardoor zal de evenwichtsprijs afnemen / toenemen en de evenwichtshoeveelheid afnemen / toenemen. g Aangezien de vraag stijgt, verandert ook de vraagvergelijking. Kruis de nieuwe vraagvergelijking aan. De oude aanbodvergelijking: p = 0,05 * qa + 0,20 De oude vraagvergelijking : p = –0,05 * qv + 1,80 De nieuwe vraagvergelijking: p = –0,05 * qv + 2,00 p = –0,05 * qv + 1,60
e Duid aan wat het gevolg is op het marktevenwicht, de evenwichtsprijs en -hoeveelheid. f Markeer de juiste verandering. Wanneer de vraag daalt, verschuift de vraagcurve naar links. Daardoor zal de evenwichtsprijs afnemen / toenemen en de evenwichtshoeveelheid afnemen / toenemen. g Aangezien de vraag stijgt, verandert ook de vraagvergelijking. Kruis de nieuwe vraagvergelijking aan. De oude aanbodvergelijking: Prijs (in euro) Hoeveelheid (q * 1 000) 0,00 0 2 4 6 810121416 20222426 18 3028 32 34 0,20 0,40 0,60 0,80 1,00 1,20 1,40 1,60 1,80 Prijs (in euro) Hoeveelheid (q * 1 000) 0,00 0 2 4 6 810121416 20222426 18 3028 0,20 0,40 0,60 0,80 1,00 1,20 1,40 1,60 1,80 proefhoofdstuk©VAN IN p = 0,05 * qa + 0,20 De oude vraagvergelijking : p = –0,05 * qv + 1,80 De nieuwe vraagvergelijking: p = –0,05 * qv + 2,00 p = –0,05 * qv + 1,60
h Bereken de nieuwe evenwichtsprijs en -hoeveelheid.
evenwichtsprijs
vraag = aanbod
evenwichtshoeveelheid
Controleer in grafi ek 3.1 of dat klopt. h Bereken de nieuwe evenwichtsprijs en -hoeveelheid. evenwichtsprijs
vraag = aanbod
evenwichtshoeveelheid
Controleer in grafi ek 3.2 of dat klopt.
3 Je vormt een duo met een leerling die de andere optie heeft gekozen. Bespreek wat je hebt uitgewerkt.

Explore 3— Wat is het gevolg van een aanbodschok op het marktevenwicht? 1 Op grafi ek 4 zie je de evolutie van de prijs van een vat olie (1 barrel = 158,99 liter). Wat is de evolutie ervan op één jaar tijd? Grafi ek 4: Evolutie prijs olie proefhoofdstuk©VAN IN

2 Lees aandachtig de krantenkoppen. Gebruik alle informatie om een artikel van maximaal zeven regels te schrijven.
a In het artikel moet duidelijk staan wat het gevolg is van de stijgende prijs van de olie voor de
Belgische ondernemingen. b Verwerk zeker deze woorden:

olieprijs – landbouw – kosten – grondstoffen – plastics – transport – lonen
c Indien je meer ondersteuning wilt, ga dan naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een tekst waar je de woorden kunt invullen.

Aardgas en elektriciteit waren al fors duurder geworden (respectievelij k 77,50 en 25,80 procent in vergelij king met vorig jaar), nu kost ook tanken met diesel of benzine al gemiddeld een kwart meer dan in oktober 2020.
A
Ook de landbouw zal de gevolgen ondervinden. Olie zit niet alleen in de diesel waarmee de boer zijn machines doet draaien, maar ook in kunstmest. Sommige meststo en zijn het voorbije jaar al tot een kwart duurder geworden.
Olie is een grondstof van plasticverpakkingen. Ook die worden duurder, net als de producten zelf die D van plastics gemaakt zijn. Verschillende supermarktketens hebben elke dag een stuk of 200 vrachtwagens op de baan, en die verbruiken allemaal 25 tot E 30 liter diesel per 100 kilometer. Diesel is goed voor 30 tot 40 Omdat de olieprijs procent van het kostenplaatje voor zwaar wegtransport. mee de index bepaalt, zullen ook de lonen stijgen. De bedrijven worden dus geconfronteerd met de stijgende olieprijzen en stijgende lonen.
C
B proefhoofdstuk©VAN IN
3 Hoe evolueert de markt van de flesjes water uit Explore 2? Markeer.
De daling / stijging van de olieprijs heeft geleid tot een afname / toename van de prijs van de grondstoffen en de lonen. Daardoor daalt / stijgt de kostprijs van de flesjes water waardoor de MO-curve / MK-curve naar links / rechts verschuift. Vermits de aanbodcurve met de MK-curve gelijkloopt, verschuift de aanbodcurve ook naar links / rechts. Met andere woorden er wordt minder / meer aangeboden op de markt voor flesjes drinkwater. 4 Stel dat grafisch voor. Je vertrekt van de markt van flesjes drinkwater zoals ze in Explore 1 is weergeven. Door de daling van het aanbod krijg je de volgende gegevens met qa1 het oorspronkelijke aanbod en qa2 het nieuwe aanbod. a Teken de oorspronkelijke vraag- en aanbodcurve en de nieuwe aanbodcurve in een grafiek. b Benoem alle rechten. c Duid het marktevenwicht aan. d Duid aan wat het gevolg is op het marktevenwicht, de evenwichtsprijs en -hoeveelheid. Tabel 2 p qv qa1 qa2 0,40 28 4 0 1,00 16 16 12 1,60 4 28 24 Grafiek 5: Nieuw aanbod flesjes drinkwater Prijs (in euro) Hoeveelheid (q * 1 000) 0,00 0 2 4 6 810121416 20222426 18 3028 0,20 0,40 0,60 0,80 1,00 1,20 1,40 1,60 1,80 5 Markeer de juiste evolutie. Wanneer het aanbod daalt, verschuift de aanbodcurve naar links. Daardoor zal de evenwichtsprijs proefhoofdstuk©VAN IN afnemen / toenemen en de evenwichtshoeveelheid afnemen / toenemen. LEVEL 6
6 Aangezien het aanbod daalt, verandert ook de aanbodvergelijking. Kruis de nieuwe aanbodvergelijking aan.
De oude vraagvergelijking: p = -0,05 * qv + 1,80 De oude aanbodvergelijking : p = 0,05 * qa + 0,20 De nieuwe aanbodvergelijking: p = 0,05 * qa + 0,40 p = 0,05 * qa 7 Bereken de nieuwe evenwichtsprijs en -hoeveelheid. a evenwichtsprijs vraag = aanbod b evenwichtshoeveelheid c Controleer in de grafiek of dat klopt. Vraag- en aanbodvergelijking Op de markt komt door het spel van vraag en aanbod een marktevenwicht tot stand. Daar komt een evenwichtsprijs (pe) en -hoeveelheid (qe) tot stand waar de aangeboden hoeveelheid gelijk is aan de gevraagde hoeveelheid. De vraag- en aanbodcurve kun je voorstellen aan de hand van hun vergelijking: vraagvergelijking: p = -a * qv + b aanbodvergelijking: p = a * qa + b Zowel de vraag- als aanbodvergelijking zijn eerstegraadvergelijkingen zodat je slechts twee coördinaten nodig hebt om ze te tekenen in een grafiek. TO THE POINT proefhoofdstuk©VAN IN
Marktevenwicht
Het marktevenwicht is het snijpunt van de vraag- en aanbodcurve. Wiskundig of rekenkundig kun je dat bepalen door de vraagvergelijking gelijk te stellen aan de aanbodvergelijking.
Afleiding evenwichtshoeveelheid: vraag = aanbod -a * q + b = a * q + b Daaruit bepaal je de evenwichtshoeveelheid q. Afleiding evenwichtsprijs: Aangezien bij het marktevenwicht vraag gelijk is aan aanbod, kun je de gevonden evenwichtshoeveelheid invullen in de vraag- of aanbodvergelijking. p = -a * q + b of p = a * q + b Vraag- en aanbodschokken Een vraagschok is een plotse gebeurtenis waardoor de vraag verandert. Dat kan het gevolg van een verandering van het inkomen, een belastingverhoging … zijn. Dan verandert ook de oorspronkelijke vraagvergelijking. Een aanbodschok is een plotse gebeurtenis waardoor het aanbod verandert, bijvoorbeeld door een wijziging van de kostprijs van grondstoffen, de lonen … Dan komt er een nieuw marktevenwicht tot stand. Dat komt ook tot uiting in een nieuwe vraag- of aanbodvergelijking. Action 1— Vraag- en aanbodschokken met een rekenblad 1 De vraag naar spelconsoles is enorm toegenomen: tijdens de lockdown moesten mensen thuisblijven en dan was gamen een mooi tijdverdrijf. Ondanks de grote vraag naar de spelconsoles, voert Sony de productie van de PlayStation 5 niet meteen op door een chiptekort. Wat is het gevolg daarvan op: a het aanbod van PlayStation 5? b de vraag naar PlayStation 5? 2 In de tabel staat hoeveel spelconsoles Sony voor de lockdown aanbiedt (qa) voor verschillende prijzen en hoeveel de gamer wil kopen (qv1). In de laatste kolom staat de gevraagde hoeveelheid tijdens de lockdown. a Teken de grafi ek met de oorspronkelijke vraag- en aanbodcurve en de nieuwe vraagcurve met een rekenblad. Gebruik indien nodig de ICT-fi ches van rekenblad. b Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio. c Waarom heeft de aanbodcurve dat merkwaardige verloop? proefhoofdstuk©VAN IN d Hoeveel bedraagt de: oude evenwichtsprijs? nieuwe evenwichtsprijs?

Tabel 3
PRIJS PER CONSOLE (IN EURO)
AANGEBODEN HOEVEELHEID (qa IN MILJOENEN)
GEVRAAGDE HOEVEELHEID (qv1 IN MILJOENEN)
GEVRAAGDE HOEVEELHEID (qv2 IN MILJOENEN)
400,00 4,50 5,50 6,50 450,00 4,50 5,00 6,00 500,00 4,50 4,50 5,50 550,00 4,50 4,00 5,00 600,00 4,50 3,50 4,50 650,00 4,50 3,00 4,00 De prijs per console begint in de tabel op 400,00 euro en eindigt bij 650,00 euro. Dat betekent dat er een grote lege ruimte is in de grafi ek bij een prijs onder de 400,00 euro. Dan kun je de prijs in de grafi ek laten beginnen bij bijvoorbeeld 300,00 euro in plaats van 0,00 euro. Op die manier is de grafi ek duidelijker. Zorg er wel voor dat je de grafi ek juist interpreteert. Good to know 3 Is het realistisch dat de prijs zou toenemen? Lees het onderstaande artikel om een antwoord te geven. Gamen tijdens lockdown Uit de resultaten van Sony blijkt dat het bedrijf niet meteen winst gaat maken op de console, die vrij scherp geprijsd is voor zijn bouwkost. De console wordt pas winstgevend naarmate de chips goedkoper worden. Het bedrijf verdient vooral aan software voor de consoles. En daar gaat het wel goed mee. Sony’s Game and Network Services department zag zijn winsten in het laatste kwartaal van 2020 met bijna 50 procent omhooggaan. Veel daarvan heeft te maken met het proefhoofdstuk©VAN IN PlayStation Plus-abonnement, dat 47,4 miljoen dollar binnenrijfde voor Sony in het voorbije kwartaal. 87 procent van de PS5-eigenaars heeft ondertussen een abonnement op de streamingdienst. Naar: datanews.knack.be, 2021-02-04
EVALUATIEFICHE
VRAAG- EN AANBODCURVE MET EEN REKENBLAD
Max Score Opmerkingen — Juiste keuze grafiektype — Juiste selectie van gegevens — Benoeming van de assen — Grafiektitel — Benoeming van de reeksen TOTAAL Action 2— Stellingen beoordelen Zijn de volgende stellingen juist of fout? Verbeter de foutieve stellingen. JUIST FOUT De aanbodvergelijking heeft de vorm qa = -a * p + b Om de evenwichtsprijs te vinden mag je de evenwichtshoeveelheid invullen in de vraag- of aanbodvergelijking. Een technologische innovatie, zoals een 4D-printer, kan een aanbodschok veroorzaken omdat door de innovatie de kostprijs van de productie daalt. proefhoofdstuk©VAN IN
JUIST FOUT

Wanneer de nieuwe vraagcurve evenwijdig met de oorspronkelijke vraagcurve loopt, is de waarde van a hetzelfde gebleven in de vraagvergelijking p = -a * qv + b Bij een vraagschok kan de prijs alleen toenemen, niet afnemen. Wanneer je in de aanbod- of vraagvergelijking de evenwichtsprijs invult, krijg je de evenwichtshoeveelheid. Action 3— Vraag- en aanbodschok technologieën Voor deze opdracht heb je de keuze. Kies afhankelijk van je interesse. Ben je geïnteresseerd in de invloed van nieuwe technologieën op het transport van medicijnen, kies dan optie 1. Wil je weten in welke mate nieuwe technologieën de verkoop van keukens kan beïnvloeden, kies dan optie 2. Vink de gekozen optie aan. Optie 1 Transport van medicijnen Vroeger transporteerden bedrijven medicijnen en bloed met speciaal transport over de weg. Dat was duur en proefhoofdstuk©VAN IN niet effi ciënt voor dringend transport. Daarom zetten meer en meer bedrijven in op medische drones. De vraag van ziekhuizen naar dat type transport is enorm toegenomen in sommige Afrikaanse landen en de Verenigde Staten. Men verwacht hetzelfde in Europa.
1 Wat is het gevolg op:
a de vraag naar transport van medicijnen via drones?
b het aanbod van transport van medicijnen via drones?
2 Analyseer de onderstaande grafieken.
a Benoem de curven (V1, V2, A1, A2) en duid aan de hand van een pijl de verschuiving van de vraag of het aanbod aan. b Welke van de onderstaande grafieken is onmogelijk? Trek hier een streep door en verklaar waarom deze mogelijkheid niet kan. c Duid aan de hand van een pijl bij elke mogelijke grafiek de verschuiving van de evenwichtsprijs en -hoeveelheid aan. d Zet bij de blauwe stip van het oorspronkelijk marktevenwicht e1 en bij het nieuwe marktevenwicht e2. e Verklaar bij elke mogelijke grafiek de verschuiving van de evenwichtsprijs en/of -hoeveelheid.
Grafiek 6: Situatie 1 Grafiek 7: Situatie 2 Prijs (in euro) Hoeveelheid
Prijs (in euro) Hoeveelheid B Verklaring: A Verklaring: proefhoofdstuk©VAN IN
Grafi ek 8: Situatie 3 Grafi ek 9: Situatie 4
C D
Prijs (in euro) Hoeveelheid
Prijs (in euro) Hoeveelheid Verklaring: Verklaring: Optie 2 Dovy keukens Bekijk de reclame van Dovy keukens. Donald Muylle heeft veel geïnvesteerd in de virtualreality- of VR-beleving van zijn keukens. De kostprijs van zijn keukens is daardoor slechts met 5 % toegenomen, maar dankzij die investering is de vraag naar Dovy-keukens toegenomen met 20 %. 1 Wat is het gevolg voor: a de vraag naar Dovy-keukens? b het aanbod van Dovy-keukens? proefhoofdstuk©VAN IN


2 Schets de oorspronkelijke en nieuwe vraag- en aanbodcurve in de onderstaande grafi ek.
a Duid de verschuiving van de evenwichtsprijs en -hoeveelheid aan. b Verklaar de verschuiving van de evenwichtsprijs en/of -hoeveelheid.
c Zet bij de blauwe stip van het oorspronkelijk marktevenwicht e1 en bij het nieuwe marktevenwicht e2.

Grafi ek 10: Vraag- en aanbodcurven Prijs (in euro) Hoeveelheid 3 Markeer de juiste tendens. Door de investering in VR-technologie nemen de kosten af / toe en daalt / stijgt het aanbod. De vraag neemt enorm af / toe omdat de klanten hun keuken al virtueel kunnen zien. De vraag zal relatief minder / meer toenemen dan het aanbod daalt. Daardoor neemt de evenwichtsprijs af / toe en neemt de evenwichtshoeveelheid af / toe. proefhoofdstuk©VAN IN
Action 4— Het evenwicht berekenen
1 Gegeven zijn twee vergelijkingen. Is het een vraagvergelijking of een aanbodvergelijking. Markeer.
a p = 1
___ 15 * q + 60 vraagvergelijking / aanbodvergelijking b p = – 1 ___ 15 * q+ 400 vraagvergelijking / aanbodvergelijking 2 Bereken de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid. 3 Wat kun je besluiten bij een prijs van 300,00 euro? a Markeer het juiste antwoord en vul aan. Er is een vraagoverschot / aanbodoverschot van eenheden. b Geef je verklaring. proefhoofdstuk©VAN IN
4 Teken de grafi eken met een rekenblad.
a Vul eerst de volgende tabel verder aan. b Duid het evenwicht aan in de tabel. c Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.
Tabel 4
GEVRAAGDE HOEVEELHEID
(qv)
LEVEL 6
AANGEBODEN HOEVEELHEID
(qa)
PRIJS IN EURO (p)
150 4 950 1 500 3 600 2 250 2 250 3 000 2 100 4 500 600 5 Het is economische crisis. De overheid beslist om de economie te stimuleren via belastingverminderingen.
Ze vermindert de vennootschapsbelasting voor de bedrijven met 4 % en de gezinnen krijgen een verhoging van de belastingvrije som met 500,00 euro. Wat is het gevolg op: a de vraag? b het aanbod? c Vink de nieuwe vraag- en/of aanbodcurve aan. Vergelijking nieuwe vraagcurve: Die blijft hetzelfde, nl. p = – 1 ___ 15 * qv + 400 p = – 1 ___ 15 * qv + 450 p = – 1 ___ 15 * qv + 350 Vergelijking nieuwe aanbodcurve: Die blijft hetzelfde, nl. p = 1
___ 15 * qa + 60
p = 1 ___ 15 * qa + 80 p = 1 ___ 15 * qa + 10 proefhoofdstuk©VAN IN d Teken de nieuwe situatie in dezelfde grafi ek.
e Wat is het gevolg op het marktevenwicht? Duid dit ook aan in de grafi ek.
f Bereken het nieuwe marktevenwicht.
g Is de politiek van de overheid erin geslaagd om de economie erbovenop te krijgen?
BREAKING NEWS 1 Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp. 2 Los de vragen op. 3 Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio. proefhoofdstuk©VAN IN
CHECKLIST
Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.
JA KAN BETER
EXTRA OEFENMATERIAAL 1 Ik kan het effect van vraagschokken op het marktevenwicht bij volkomen concurrentie grafisch analyseren. 2 Ik kan het effect van aanbodschokken op het marktevenwicht bij volkomen concurrentie grafisch analyseren. 3 Ik kan het effect van vraagschokken op het marktevenwicht bij volkomen concurrentie rekenkundig analyseren. 4 Ik kan het effect van aanbodschokken op het marktevenwicht bij volkomen concurrentie rekenkundig analyseren. 5 Ik kan de vraag- en aanbodvergelijking herkennen aan de hand van het functievoorschrift. 6 Ik kan de evenwichtsprijs en -hoeveelheid rekenkundig berekenen aan de hand van de vraag- en aanbodvergelijkingen. proefhoofdstuk©VAN IN
STEP-UP

In deze Step-up ga je achtereenvolgens de vraagcurve en de aanbodcurve afleiden en tot slot bestudeer je het vraag- en aanbodschema op de betreffende markt. Je bepaalt grafi sch het marktevenwicht. 1 Consument Olga is vooral geïnteresseerd in de aankoop van topjes. In de onderstaande tabel is voor haar de prijs van de topjes gegeven. a Noteer in de tabel hoeveel kledingstukken ze bij die verschillende prijzen kan kopen. Plaats de hoeveelheden 1, 3 en 5 op de juiste plaats in de tabel. b Wat stellen die optimale goederencombinaties voor?
HOEVEELHEID PRIJS
40,00 100,00 160,00 2 In de volgende tabel vind je de gevraagde hoeveelheden van alle consumenten op de ‘topjesmarkt’. Bepaal de totale gevraagde hoeveelheid op de markt bij de verschillende prijzen. Tabel 1: Totaal gevraagde hoeveelheden op de topjesmarkt
qv1 qv2 qv3 qvtotaal
PRIJS (IN EURO) 6 8 40,00 3 4 7 100,00 1 2 6 160,00 5 3 Teken de vraagcurve van de totale markt met een rekenblad. proefhoofdstuk©VAN IN
4 Een producent op de ‘topjesmarkt’ heeft de volgende kostenstructuur. Bereken nu de GVK, GCK, GTK.
OUTPUT = q
TCK (IN EURO)
TVK (IN EURO)
TK (IN EURO)
0 100,00 - 100,00 1 100,00 75,00 175,00 2 100,00 117,00 217,00 3 100,00 147,00 247,00 4 100,00 168,00 268,00 5 100,00 195,00 295,00 100,00 225,00 325,00 7 100,00 262,50 362,50 8 100,00 306,00 406,00 9 100,00 363,00 463,00 10 100,00 450,00 550,00 11 100,00 577,50 677,50 12 100,00 777,00 877,00
OUTPUT = q STEP-UP
GCK (IN EURO)
GVK (IN EURO)
GTK (IN EURO) 0 1 2 3 4 5 6 7 8 6 proefhoofdstuk©VAN IN 9
10

5 Bereken nu de MK in het werkblad.
6 Teken de GVK, GCK en de MK in het werkblad.
7 Hoe leid je de aanbodcurve van deze producent af?
8 Noteer in de volgende tabel hoeveel kledingstukken de producent bij die verschillende prijzen aanbiedt.
AANGEBODEN HOEVEELHEID PRIJS IN EURO
37,50 43,50 57,00 87,00 127,50 199,50 9 In de volgende tabel staan de aangeboden hoeveelheden van alle producenten op de ‘topjesmarkt’. Bepaal de totale aangeboden hoeveelheid op de markt bij de verschillende prijzen. Tabel 2: Totaal aangeboden hoeveelheden op de topjesmarkt
qa1 qa2 qa3 qatotaal
PRIJS (IN EURO) 6,50 2,50 1 37,50 7,50 3,50 2 43,50 8,50 4,50 57,00 9,50 5,50 7 87,00 10,50 6,50 11 127,50 11,50 7,50 16 199,50 4 10 Teken nu de aanbodcurve van de totale markt op dezelfde grafi ek als de vraagcurve (vraag 3). proefhoofdstuk©VAN IN
Begrippenlijst Thema 1
LEVEL BEGRIP VERKLARING IN JE EIGEN WOORDEN
1 afzet Het aantal verkochte eenheden in een periode. 1 kost Het geld dat je moet betalen voor het gebruik van een product of dienst om iets te produceren of te verkopen. 1 omzet Dat is het geld dat je ontvangt voor de verkoop van goederen of de levering van diensten. 1 opbrengst Dat is het geld dat je ontvangt door de verkoop van goederen of het leveren van diensten, maar ook nog door bijvoorbeeld interest op een bankrekening of de verkoop van een machine. 1 resultaat Het resultaat van een onderneming wordt berekend door de opbrengsten te verminderen met de kosten. 1 verlies In dat geval zijn er meer kosten dan opbrengsten. 1 winst In dat geval zijn er meer opbrengsten dan kosten. 2 breakevenafzet
BEGRIPPENLIJST
Het minimale aantal stuks dat je moet verkopen om noch winst noch verlies te hebben. 2 breakevenomzet
De minimale omzet die je moet hebben om alle kosten te dekken. 2 constante of vaste kosten
Dat zijn kosten die op hetzelfde niveau blijven als de productie of de verkoop (binnen bepaalde grenzen) stijgt of daalt. 2 variabele kosten
Dat zijn kosten die samenhangen met de productiehoeveelheid of de verkoop van het aantal producten. 3 constante productiefactor
Die productiefactor wijzigt niet op korte proefhoofdstuk©VAN IN termijn. bv. gebouwen, machines
LEVEL BEGRIP VERKLARING IN JE EIGEN WOORDEN
3 constante of vaste kosten Dat zijn kosten die niet variëren met de omvang van de productie.
3 gemiddelde kosten De kosten per eenheid product.
3 kapitaalgoederen Dat zijn goederen waarmee andere goederen worden geproduceerd. Enerzijds zijn er vaste kapitaalgoederen, die meer dan één productieproces meegaan zoals machines, gebouwen of transportmiddelen. Anderzijds zijn er vlottende kapitaalgoederen die in één productieproces worden verbruikt zoals grondstoffen en voorraden.
3 marginale kosten De extra kosten voor de productie van een extra eenheid.
3 optimale productiegrootte Bij die productiegrootte is de winst maximaal.
3 productiecapaciteit De maximale hoeveelheid goederen en diensten die een onderneming in een periode kan voortbrengen als alle productiefactoren volledig zijn ingeschakeld.
3 productiefactoren Om het gewenste eindproduct te bekomen, moet een ondernemer productiefactoren (natuur, arbeid, kapitaal en ondernemerschap) inzetten.
3 technisch optimaal punt De onderneming bereikt het technisch optimale punt daar waar de GTK het laagst zijn. Op dat punt produceert het bedrijf het goedkoopst.
3 variabele kosten Dat zijn kosten die evenredig of verhoudingsgewijs variëren met het productievolume.
3 variabele productiefactor Dat is een productiefactor die op korte termijn wel kan wijzigen bijvoorbeeld arbeid.
wet van de toe- en afnemende meeropbrengst
proefhoofdstuk©VAN IN Als aan de constante productiefactor (grond of kapitaal) eenheden van een variabele productiefactor (arbeid) worden toegevoegd, zal de fysieke meeropbrengst eerst toenemen, vervolgens afnemen en ten slotte negatief worden.
LEVEL BEGRIP VERKLARING IN JE EIGEN WOORDEN
4 constante schaaleffecten Als de gemiddelde totale kosten op lange termijn stijgen noch dalen, is er sprake van constante schaaleffecten.
4 negatieve schaaleffecten
BEGRIPPENLIJST
Er is sprake van negatieve schaaleffecten (of dalende schaalopbrengsten) als de gemiddelde totale kosten op lange termijn stijgen bij een schaalvergroting. 4 positieve schaaleffecten
Er is sprake van positieve schaaleffecten (of toenemende schaalopbrengsten) als de gemiddelde totale kosten op lange termijn dalen bij een schaalvergroting. 4 schaalvergroting
Dat betekent productie op grotere schaal, met voor de onderneming vaak grote kostenvoordelen (positieve schaalopbrengsten) als gevolg van productievere machines. 6 aanbodschok Dat is een plotselinge toename of afname van het aanbod van een bepaald product. Als gevolg van de aanbodschok verandert de prijs van het product plotseling. 6 aanbodvergelijking Die functie toont het verband aan tussen de aangeboden hoeveelheid van een bepaald goed en de prijs ervan. Het is een functie van de eerste graad zodat de overeenkomstige curve kan worden getekend aan de hand van twee punten. 6 vraagschok Dat is een plotselinge toename of afname van de vraag naar een bepaald product. Als gevolg van de vraagschok verandert de prijs van het product plotseling. 6 vraagvergelijking
Die functie toont het verband aan tussen de gevraagde hoeveelheid van een bepaald goed en de prijs ervan. Het is een functie van de eerste graad zodat de overeenkomstige curve kan worden getekend aan de hand van twee punten. proefhoofdstuk©VAN IN