TALENT 2 - Spellingschrift - Thema 3

2

Spellingschrift : Klas:

71123_TALENT 2_SPELLINGSCHRIFT 2A_ 580252-2.indd 2

Nr.:

22/01/18 14:26

TALENT 2 - Spellingschrift Bij TALENT voor het 2e leerjaar horen volgende materialen: Voor de leerling: • Leesboek • Taalschrift A • Taalschrift B • Taalschrift C • Spellingschrift • Projectbundel - Wist je dat?

• Projectbundel - Van dino’s tot dodo’s • Projectbundel - Dat is mooi, niet?

Voor de leraar: • Handleiding A • Handleiding B • Handleiding C • Correctiesleutel Taalschrift A • Correctiesleutel Taalschrift B • Correctiesleutel Taalschrift C • Correctiesleutel Spellingschrift • Zorg- en evaluatiemap A • Zorg- en evaluatiemap B • Zorg- en evaluatiemap C Voor de klas: • Talentbib • Wandplaten • Cd- en dvd-box Digitale ondersteuning (zie ook www.talentvoortaal.be/digitaal) • Bingel Max • Bingel Plus • Bingel Start

Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden.

Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken. In België beschermt de auteurswet de rechten van die mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hun dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be. Ook voor het digitale lesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden. © Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2018 De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.

Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden.

Eerste druk 2018 Art. 580252 / 2

71123_TALENT 2_SPELLINGSCHRIFT 2A_ 580252-2.indd 3

22/01/18 14:26

les 3

Woorden net als tien en ei het de de

z r g

ei

l s t

de de

het

m w k

ei

ik

Spellingweter 8 Spellingweter 9 Spellingweter 28 1

z b n t d g

k r t n p t

ie

Woorden met ie Woorden met ie of ei De punt, het vraagteken, het uitroepteken

Kijk goed. Bedek het woord en schrijf het in de zin. wie

lust er nu geen chips?

de geit

Toby loopt met een

over het plein.

tien

Elf is een meer dan

het bier

Mijn oma drinkt graag

ziek

Van te veel snoep word je

niet

Ik hoor je wel, maar ik zie je

hij sliep

Er

de wei

In de

de reis

“Ik ga op

het zeil

Het

van de boot staat bol.

de friet

De

is gemaakt van een aardappel.

diep

Hoe

is deze plas?

die

Daar is

rare kerel weer.

hij giet

Wie

er water in mijn glas?

. . . .

een spook onder mijn bed. staat een koe. ”, zei de meid.

Thema 3 - les 3

Talent2_SS_T3.indd 27

27

23/01/18 15:20

2

Kleur de woorden in de juiste kleur.

reis vries

diep bier

zei

ei 3

ei hei

kei tien

wie piek

ziek

mei

ie

Zet de woorden in het juiste spook. Kies uit: zeil - kier - geit - kies - riem - stier - hei - wei hier - dief - kei - reis

ie

28

ei

Thema 3 - les 3

Talent2_SS_T3.indd 28

23/01/18 15:20

4

Schrijf bij elke prent een passend ie-woord of ei-woord.

5

Lees de zin. Vul aan met een ie-woord en een ei-woord. geen

Papa mag op Ik

: “Er staat

De

vroeg aan haar moeder:

“Hoe

je met je staart?”

al een beker melk klaar.”

reis bier

hier zei geit z wiep

zat op een groot

De kleine

6

meer drinken.

ei

.

vlieg

Lees de tekst. Vul aan met een ie-woord of ei-woord. Kies uit: die – niet – vampier – brief – zei – klein – geheim Lone leest de

Ik twijfel.

Fout? Verbeter.

. deelde de juf uit.

Morgen is er een

feest.

“Je mag iets geks aandoen”, Ik ga verkleed als

ze. , denkt ze.

Maar hou dat nog even mogen het nog

. De anderen weten.

Thema 3 - les 3

Talent2_SS_T3.indd 29

29

23/01/18 15:20

7

Luister goed. Schrijf op wat je hoort.

Ik twijfel.

1 2 3 4 5 6 7 8 Heb je een fout gemaakt? Schrijf het woord opnieuw.

8

Kijk naar de prent. Vul de woorden in. Kies uit: bruin – paars – zwart – saai – ziet – mooi zie – ga – twee – niet – pa

Voor deze prent was enkel

nodig. Geen

. Je

of

vakjes, netjes op een rij.

De prent is niet

. Ze is

Als je goed kijkt,

je tussen

. vakjes een zijn.

witte lijn. Op die witte lijn zie je grijze vlakjes, die er helemaal Gek, hé!

30

je dat aan je

laten zien?

Thema 3 - les 3

Talent2_SS_T3.indd 30

23/01/18 15:20

les 11

Woorden net als ei en rij Mijn hond is klein en lief.

Hij kijkt blij en bijt bijna nooit.

Eind mei maakten wij een reis met de trein.

Een man drong voor en zei: “Van mijn pad, jij!”

Dat vond mijn hond niet fijn.

Hij hapte in de pijp van zijn broek.

“O, pardon!” zei ik.

“Mijn hond dacht dat u zei: vooruit, pak mij!”

Spellingweter 19 1

Woorden met ei of ij

Kijk goed. Bedek het woord en schrijf het in de zin. het ei

Mijn juf eet elke dag spek met

mei

In maart? Nee, in

ik zei

“Raak me niet aan”,

het einde

Alles heeft een begin en een

klein

Dat is een

de klei

Mijn oma maakte knikkers van

de trein

In Aalst reed een

de reis

Gaan we met de trein op

het plein

Het is feest op het

de pijp

De

van mijn broek is stuk.

hij bijt

Ik

op de nagel van mijn duim.

blij

Ben jij

jij

Ik,

mijn

Is dat

jas? Of is dat zijn jas?

hij kijkt

Lies

naar de zon.

. legt elke vogel een ei. ik.

. probleempje.

. van de sporen. ?

.

of droef? , hij of zij, iedereen heeft iemand nodig.

Thema 3 - les 11

Talent2_SS_T3.indd 31

31

23/01/18 15:20

2

Zet deze woorden bij ei of ij. Kies uit: plein – vrij – klein – klei – trein – einde – blijf blij – bijna – kei – wei – reis – hij – wij

ei

3

32

ij

Vul de rijen aan met een woord met ei of met ij. water

melk

bier

bruin

groen

rood

dik

dun

groot

bus

tram

metro

twee

drie

vier

Ik twijfel.

Fout? Verbeter.

Thema 3 - les 11

Talent2_SS_T3.indd 32

23/01/18 15:20

4

Vul aan. Kies een woord van het bord.

Schrijf daarna de zin over.

kr g

l st

kl n

Een haan legt toch geen

.

je niet

Ik sta op het

5

kl

!

Dat beeld is gemaakt van

Mij

nde

.

van de

.

Vul de tekst aan. Kies uit: vrij – blijf – ei – trein – vrijdag – mijn reis - ijs - fijn - einde Vandaag is het

. Joepie! Morgen zijn we

!

lekker lang in bed.

Ik

mama maakt een heerlijk ontbijt met een naar de stad.

Met papa nemen we de Het is een korte Op het Deze dag vind ik echt

.

. krijgen we allemaal een grote bol

.

.

Thema 3 - les 11

Talent2_SS_T3.indd 33

33

23/01/18 15:20

6

Luister goed. Schrijf op wat je hoort.

Ik twijfel.

1 2 3 4 5 6 7 Heb je een fout gemaakt? Schrijf het woord opnieuw.

7

Lees de toptekst opnieuw. Wat antwoordt de man?

Welk einde kies je? Schrijf het over.

Ik had een vreemde reis.

Mijn trein reed in de wei.

Een geit beet in mijn oor.

Ik was over mijn toeren.

34

Uw hond kan fijn denken.

U bent wel blij.

Maar mijn pijp is stuk.

Dat kost mij een bom geld.

Wie betaalt dat?

Uw hond is wel lief.

Ik had haast.

De frieten werden koud.

Ik betaal u een pint bier.

Het zal niet meer gebeuren.

Thema 3 - les 11

Talent2_SS_T3.indd 34

23/01/18 15:20

les 18

Woorden net als einde, vijfde en keuken Moeke lachte in de keuken.

Zeven groene deuren.

Twee koeien vielen in een diepe beek.

De rijke man huilde met luide snikken.

Spellingweter 17 Spellingweter 19 1

Woorden met een doffe e aan het einde Woorden met ei of ij

Kijk goed. Bedek het woord en schrijf het in de zin. diepe

Was het een

het moeke

Mijn

groene

Heb jij bruine,

of blauwe ogen?

luide

Opa vond de

muziek wel mooi.

de keuken

Wonen er ratten in jouw

vijfde

Als je de

de weide

Je zegt vast ‘wei’, maar

de heide

Op de

het einde

Het

goede

Alleen

zij vielen

Zeven dode muggen. Zij

hij huilde

De hamer viel op haar vinger. Ze

fijne

De nieuwe vriend van mijn oma is een

heeft drie leuke tantes.

? Ik hoop van niet. bent, kom je niet meer aan de beurt. kan ook. wandel ik met mijn hond. van de film was heel eng. geesten slapen onder je bed. neer van de stank. van de pijn. kerel.

mensen wonen in dure huizen.

rijke de deuren

kloof?

Als je alle

sluit, hoor je niets meer.

Thema 3 - les 18

Talent2_SS_T3.indd 35

35

23/01/18 15:20

2

Zet de woorden in het juiste rooster.

Kleur bovenaan de letters die hetzelfde zijn in de hele kolom. Kies uit: keuken – koeken – voelen – kieren – peulen – kuiken – dieven – duiven mieren – buiten – keuren – doeken

3

d

e

u

r

e

n

b

o

e

r

e

n

d

u

i

k

e

n

d

i

e

r

e

n

Maak van de stippellijn een volle lijn als het woord bestaat.

Kies uit elke reeks twee woorden. Maak er zinnen mee.

boe zeu tie poe pie loe

36

zie

ren

mui pie prui deu dij

ken

stoe rie pie groe hui heu

pen

Thema 3 - les 18

Talent2_SS_T3.indd 36

23/01/18 15:20

4

Bekijk het woord. Dek het af. Vul het in.

Ik twijfel. Fout? Verbeter.

5

boeren

Hoeveel koeien hebben die

riepen

“Help!”

ze.

einde

Aan het

van de straat staat een berk.

vijfde

De

beuken

De stam van

tuinen

Kan één man alle

deuken

Mijn hoed heeft vier

vierde

De

?

kaars brandt niet. is glad. onderhouden? . kreeg geen prijs.

Kijk naar de prent. Vul in.

Hier zie je reus Reus. Het is een vent met bed van Evi in zijn handen.

ogen. Hij heeft het

vallen op de grond. Dat vindt reus Reus

Haar niet erg.

Het bed was netjes opgemaakt. Daar komt nu een aan. Reus Reus schudt zo hard! Hij steekt het bed nu al voor de derde, de vierde ... nee, voor de keer in de lucht.

Straks zet reus Reus het bed niet zacht op de grond. Hij doet dat met een

knal.

Durf jij aan de spierballen van reus Reus te Of aan zijn zweet te

?

?

Thema 3 - les 18

Talent2_SS_T3.indd 37

37

23/01/18 15:20

6

Luister goed. Schrijf op wat je hoort.

Ik twijfel.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 Heb je een fout gemaakt? Schrijf het woord opnieuw.

7

Onderstreep de woorden met een doffe klinker. Schrijf de zinnen over.

Laat je buur nakijken en per juist woord een vakje kleuren.

Staan daar twee boeren te zeuren?

Het is niet fijn dat je huilde.

Mijn kleine broer heeft al zeven tanden.

Maakt de muziek het kuiken zot?

38

Ik zie

vraagzinnen.

Ik zie

zinnen met een punt.

Thema 3 - les 18

Talent2_SS_T3.indd 38

23/01/18 15:20

71123_TALENT 2_SPELLINGSCHRIFT 2A_ 580252-2.indd 4

22/01/18 14:26

Bingel is hét leerplatform voor lagere scholen in Vlaanderen.

Met de inloggegevens die je kind van de school ontvangt, kan het digitaal oefenen en leren.

Bij bingel hoort ook een tablet-app: Bingel Raket. Door een pagina uit dit schrift te scannen, ziet je kind meteen welke opdrachten het op bingel kan maken. Je herkent de pagina’s voor Bingel Raket aan .

Bingel en Bingel Raket kunnen zowel op school als thuis gebruikt worden. Je kind krijgt er tips en werkt op een eigen niveau en tempo.

580252 / 2

vanin.be

Meer informatie: www.bingel.be – www.bingelraket.be

71123_TALENT 2_SPELLINGSCHRIFT 2A_ 580252-2.indd 1

22/01/18 14:26