1 minute read

CHECKLIST

JA NOG OEFENEN

1 Begripskennis

• Ik kan benoemen uit welke delen het zenuwstelsel is opgebouwd. • Ik kan omschrijven wat een neuron is en de onderdelen ervan benoemen. • Ik kan het verband tussen een neuron en een zenuw omschrijven. • Ik kan toelichten hoe de geleiding en overdracht van informatie gebeurt in het zenuwstelsel. • Ik kan toelichten hoe het doorgeven van een impuls een samenwerking is tussen een elektrisch en een chemisch proces. • Ik kan omschrijven hoe de informatie in het centrale zenuwstelsel verwerkt wordt. • Ik kan het verschil tussen een reflex en een gewilde beweging omschrijven. • Ik kan toelichten hoe het zenuwstelsel bijdraagt tot homeostase. • Ik kan voorbeelden geven van hoe de werking van het zenuwstelsel verstoord kan worden. • Ik kan toelichten welke rol het hormonale stelsel speelt als conductor. • Ik kan omschrijven hoe hormonen een reactie veroorzaken of hoe hormonen hun doelwitcellen herkennen. • Ik kan toelichten hoe het feedbacksysteem de werking van endocriene klieren regelt; • Ik kan voorbeelden geven van hoe de werking van het hormonale stelsel verstoord kan worden. 2 Onderzoeksvaardigheden • Ik kan een hypothese formuleren. • Ik kan een waarneming formuleren. • Ik kan een waarneming interpreteren en verklaren. • Ik kan een besluit formuleren. ` Je kunt deze checklist ook op invullen bij je portfolio. ©VAN IN

This article is from: