3 minute read

2.3 Hoe worden reflexen geregeld?

Voer de opdracht uit en beantwoord de vraag. Twee proefpersonen gaan voor de klas staan. Ze nemen achter elkaar plaats, de voorste wordt geblinddoekt. De achterste leerling geeft op het teken van de leerkracht met beide knieën tegelijk een zachte stoot in de knieholten van de voorste leerling. 1 Wat stel je vast bij de geblinddoekte persoon? 2 Waarom denk je dat hij dit gedrag vertoont? 3 De geblinddoekte persoon bij het experiment vertoont een reflex, meer specifiek de strekreflex. Leg uit door aan te vullen. Een reflex is een van je lichaam op een prikkel. OPDRACHT 19 Net zoals bij de pupilreflex voeren je beenspieren hier snel en automatisch een reactie uit, de strekreflex. Die gebeurt zo snel dat je pas na het uitvoeren ervan je bewust wordt van wat er gebeurde. Dat komt omdat het impulstraject van de reflex heel erg kort is, veel korter dan het impulstraject van de bewuste gewaarwording. Door de stoot in de knieholte worden de bovenste dijspieren gerokken en langer. Die prikkel wordt opgevangen door mechanoreceptoren. Zij sturen via een sensorisch neuron een impuls naar je ruggenmerg. Die impuls wordt daar onmiddellijk overgedragen naar een motorisch neuron. Dat neuron loopt naar je bovenste dijspieren, die als reactie samentrekken. Je been strekt zich. In het vorige thema leerde je dat de irissen van je ogen ervoor zorgen dat de invallende lichthoeveelheid precies goed zit voor een optimale beeldvorming en dat ze je ogen beschermen tegen te grote lichtinval. Te plots en te intens licht zou er immers voor kunnen zorgen dat de fotoreceptoren in het netvlies stuk gaan. Daarom vertonen je ogen een pupilreflex bij intense lichtinval. Snel en onbewust wordt daarbij de grootte van je pupil geregeld. Je moet er dus niet bij nadenken en de bescherming is ogenblikkelijk. Zo’n onbewuste, snelle reactie noemt men een reflex. Maar hoe wordt zo’n reflex precies geregeld? BEKIJK DE VIDEO ©VAN IN

sensorisch neuron

mechanoreceptoren

motorisch neuron bovenste dijspier onderste dijspier Afb. 75 Impulstraject van een reflexboog Het korte impulstraject volgt een reflexboog: dat is voor dit voorbeeld het eenvoudige en korte traject van één sensorisch neuron en één motorisch neuron. Omdat het traject tussen receptor en effector erg kort is, komt de impuls heel snel aan bij de effector en gebeurt de reactie of bijsturing erg snel. Dat maakt een reflex zoals de strekreflex erg zinvol: het snelle strekken zorgt ervoor dat je niet helemaal door je knieën gaat en niet zal vallen en je verwonden. Omdat de hersenen, en dus ook het hersendeel voor bewuste gewaarwording, niet in het impulstraject betrokken zijn, ben je je niet bewust van de reflex tijdens de uitvoering. Toch zal er na de reflex ook een impuls bij het hersendeel voor bewuste gewaarwording aankomen; dat signaal komt echter veel later aan in de hersenen. Je zult je dus pas later bewust worden van wat er gebeurde. Lees de tekst en beantwoord de vragen over de pupilreflex. Je pupil wordt kleiner wanneer je licht in één oog schijnt. Tegelijk verkleint ook de pupil van je niet-beschenen oog. De fotoreceptoren in het netvlies achteraan in je belichte oog zetten de plotse lichtprikkel om in een impuls, die door sensorische neuronen (via je oogzenuw) vanuit dat oog naar een verwerkingscentrum van je hersenen gaat. Vanuit schakelneuronen in dat verwerkingscentrum wordt automatisch OPDRACHT 20 ©VAN IN een snelle impuls teruggestuurd naar de irisspieren van beide ogen via motorische neuronen. Beide pupillen worden daardoor nauwer. Op die manier worden je ogen beschermd tegen te veel licht.

1 Naar welk hersendeel worden impulsen niet gestuurd als je weet dat je je niet bewust bent van de pupilreflex?

2 Uit hoeveel verschillende typen neuronen bestaat die reflexboog? Welke?

3 Benoem de aangeduide cellen voor de reflexboog van de pupilreflex op de onderstaande tekening.

4 Wanneer een dokter met een lampje onderzoekt of je drugs gebruikt hebt, gaat hij na of de schakelneuronen in het verwerkingscentrum van je hersenen goed werken. Welke reactie ziet de dokter wanneer je onder invloed bent van verdovende middelen?

linkeroog rechteroog verwerkingscentrum hersenen Afb. 76 Bovenaanzicht van het linker- en rechteroog en de hersenen Bij het voorbeeld van de pupilreflex zijn naast sensorische en motorische neuronen ook schakelneuronen opgenomen in het impulstraject. Die schakelneuronen beslissen of een aankomende impuls doorgegeven moeten worden naar de effector. Ze zullen de impuls pas doorgeven bij een voldoende sterke impuls. ©VAN IN