2 minute read

Niet-aftrekbare restaurantkosten 450

Vandaag onderscheiden we fundamenteel twee soorten belastingen: directe en indirecte. Directe belastingen worden geheven op de winsten van de bedrijven (vennootschapsbelasting), de inkomsten uit arbeid (personenbelasting) en uit kapitaal (bv. voorheffing op intresten uit obligaties). Als we de erf- en schenkbelasting niet meetellen, kent België geen vermogensbelasting (een belasting op bestaande rijkdom). Indirecte belastingen zoals de btw en accijnzen maken goederen duurder.

Bijna nergens ter wereld is de belastingdruk zo hoog als in ons land. Uit cijfers van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) blijkt dat België gaat lopen met de twijfelachtige titel van een van de meest belaste landen ter wereld. Onder haar leden bevinden zich een dertigtal industriële landen, met name lidstaten van de EU, de VS, Canada en Japan. Vooral de bijdragen van werkgevers en werknemers voor de sociale zekerheid liggen hoog in België. Als men die buiten beschouwing laat, komen we in de ranglijst van de zwaarst belaste landen op een lagere plaats terecht. Deze belasting weegt ook zwaar door op de loonkosten en beïnvloedt de concurrentiepositie van België ten opzichte van andere landen.

In dit handboek geven we een overzicht van de werking van de voornaamste belastingen waarmee de meeste personen in België geconfronteerd worden. Het gaat hierbij om de personenbelasting en de vennootschapsbelasting die het inkomen uit arbeid belasten, de btw die de verkopen van goederen en de diensten belasten, de registratiebelasting die de overdrachten van (vooral) onroerende goederen belasten en de erfbelasting die bij overlijden de vermogensoverdrachten van zowel roerende als onroerende goederen belasten. We beperken ons voor de werking van deze laatste twee belastingen tot het Vlaamse Gewest. Voor de registratiebelasting en erfbelasting is dat van belang omdat in de andere gewesten andere regels en tarieven van toepassing zijn. Ten gevolge van de zesde staatshervorming is dat tegenwoordig ook het geval voor de personenbelasting. De vennootschapsbelasting is wel dezelfde in het hele land. Ook de btw als Europese belasting geldt voor heel België. Andere (Europese) belastingen of heffingen zoals de douanerechten of accijnsrechten, milieuheffingen en andere lokale belastingen komen niet aan bod. Ook de socialezekerheidsbijdragen en andere parafiscale heffingen worden niet behandeld.

Het heffen van belastingen dient in de eerste plaats om bepaalde gemeenschappelijke uitgaven te kunnen financieren. Daarnaast kan men via belastingheffing ook een een zekere economische en sociale politiek voeren.

Door minder belasting te heffen op arbeid, wordt arbeid goedkoper. Zo wordt het voor werkgevers aantrekkelijker om (meer) werknemers in dienst nemen. Dat stimuleert de werkgelegenheid. Ook de concurrentiepositie kan erdoor verbeteren. Investeren in België wordt dan aantrekkelijker. De overheid kan een belastingheffing ook gebruiken om het gedrag van consumenten te beïnvloeden en zo bijvoorbeeld het milieu te beschermen. Denk aan een verhoging van de btw of aan milieubelastingen die het verbruik van gas en elektriciteit duurder kunnen maken, waardoor mensen zuiniger omgaan met energie. Het principe is dan dat de vervuiler betaalt. Met belastingheffing kan de overheid ook een rechtvaardige inkomensverdeling nastreven. In België is het belastingstelsel gebaseerd op het draagkrachtbeginsel, wat wil zeggen dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Iemand met een hoog inkomen zal procentueel meer belasting betalen dan iemand met een laag inkomen.