2 minute read

Van de serie

Henk Poelakker vond na het overlijden van zijn vader (1920-2011) kopieën van processen-verbaal uit vervlogen tijden. Poelakker sr. was actief bij de Rijkspolitie in Losser. De inhoud van de vondst werd een inspiratiebron om verhalen te schrijven. henkpoelakker@gmail.com

Politiedossier: Was het moord? 1964. Bromsnor is ook in zijn vrije tijd benaderbaar voor inwoners van het dorp. De bel gaat en hij begeeft zich naar de voordeur. “Goedenavond Geert, wat kan ik je voor je doen”, zegt hij tegen de man die enkele huizen verderop in de straat woont. Een opgewonden Geert begint hortend en stotend zijn verhaal waarbij één ding duidelijk wordt: hij is ervan overtuigd dat zijn buurman geen natuurlijke dood is gestorven. “Ik denk dat ze Ab vergiftigd hebben en dat wilde ik even melden”, zegt hij met rode wangen.

Advertisement

Dat is een fikse aanklacht, dat riekt naar moord en dat kan niet even aan de voordeur afgehandeld worden. “Kun je over een half uurtje naar het politiebureau komen?” Die dertig minuten zijn voldoende om contact te zoeken met de plaatselijke commandant. Omkleden is niet nodig want net als alle andere agenten draagt Bromsnor na de dienst van de dag het uniform nog. Je bent bij de Rijkspolitie dag en nacht agent, zo luidt het credo in die dagen. Het telefoongesprek met de commandant is kort en bondig: “Neem de verklaring van Geert op en laat het lijk daarna in beslag nemen.”

Als Geert het bureau binnentreedt steekt hij van wal: “Als buurman weet ik dat de twee zussen van de overledene argwaan kregen na het plotselinge overlijden van hun broer. Hoewel de beste man ziek was, leek niets erop dat hij dood zou gaan. De zussen denken aan het toedienen van een te grote hoeveelheid slaappillen.

Gefluisterd wordt dat neef Karel er achter zit omdat de beide mannen onlangs hooglopende ruzie hadden over de duiven.” Bromsnor fronst zijn wenkbrauwen die als borstels boven zijn felblauwe ogen op en neer bewegen.

“Ja, het schijnt dat De Witpen na zijn overwinning opeens duizenden guldens waard is. Neef Karel beweert dat de duif nog altijd van hem is maar de buurman zegt, ..eh..zei.. dat hij de Witpen vorig jaar cadeau kreeg.” Een motiefje lijkt op tafel te liggen, een mogelijke dader wordt genoemd. Wat nu?

Bromsnor spoedt zich naar de zussen die een wake houden voor hun broer. Hij meldt: “Het lichaam van jullie broer wordt in beslag genomen en er zal sectie worden verricht omdat hij mogelijk geen natuurlijke dood is gestorven.” Tranen breken door, er wordt door elkaar geschreeuwd.

De volgende dag is onze veldwachter aanwezig in het ziekenhuis waar dokter

Zeldenrust van het Gerechtelijk

Geneeskundig Laboratorium uit Den Haag de sectie gaat verrichten. Alle handelingen van hem worden door Bromsnor genoteerd en ook wordt opgeschreven wat de dokter vertelt. De maag wordt leeggepompt, het mes gaat in het lichaam en organen worden bekeken. De conclusie is kort en bondig: er is sprake van een natuurlijke dood, vermoedelijk een hartverlamming en dus geen sprake van een misdrijf.

Bestel het boekje ‘Herinneringen aan Twente” met 25 verhalen door een mail te sturen naar info@ twentejournaal.nl met in het onderwerp ‘Boek Henk Poelakker’.