
5 minute read
Op groenen wijze slappe pap happen
Met het nieuwe kraanschip Innovatie – de naam is een voorteken – voldoet Leenman Waterwerken aan de strengste milieunormen. Vader Aart en zoon Jacob Leenman hebben de eer het groenste baggerschip in de Nederlandse vloot te hebben. Zelfs de kraan is elektrisch.
tekst: Gerard den Elt beeld: Glenn Wassenbergh
Er vloog geen fles champagne tegen de boeg, toen begin september de Innovatie feestelijk in de vaart werd genomen. Veel te gewoontjes. Nee, Jacob Leenman had een originele manier verzonnen om zijn groene schip met Frans belletjeswater in te zegenen. De grijper van de eerste elektrisch bediende kraan in de waterbouw mocht de fles kapot knijpen, waarna de feestwijn en het glas in het ruim belandde. Dat is een innovatie op zich in de wijze waarop het dieselelektrische kraanschip en zijn bemanning een behouden vaart werd toegewenst.
Zo bijzonder als de ingebruikname is namelijk de Innovatie zelf: het is het eerste volledig dieselelektrische schip in de baggersector en in de waterbouw en voldoet aan de strengste milieunormen (Stage V of Fase Vijf), lang voordat die in 2025 voor alle nieuwbouwschepen gaan gelden. Er is wel een LNG-schip van een groot baggerconcern, maar die voldoet niet aan de normen voor Stage V.
Zonder borstklopperij
Leenman vertelt het allemaal op rustige toon en zonder borstklopperij aan boord van zijn grote trots, die met recht Innovatie mag heten. Door een uniek concept zijn de emissies aan NOX drastisch beperkt en vangen roetfilters de deeltjes aan fijnstof af. De reductie van andere vervuilendeemissies is eveneens scherp teruggebracht tot onder de strengste normen. In 2025, zo is de verwachting, mogen schepen zonder CCR2-motor niet eens meer in de Rotterdamse haven komen.
De geboren Sliedrechter vertelt zijn verhaal terwijl de Innovatie in de monding van de Eemhaven ligt. Zojuist is er havenslib uit de Parkhaven – in de schaduw van de Rotterdamse Euromast - gebaggerd, een binnen haven die op een vereiste diepte van 6,5 meter moet worden gebracht. Happen in de slappe pap dus. Het slib wordt nu in een zeventien meter diepe put aan de ingang van de Eemhaven gestort. En dat op een volledig groene en milieuverantwoorde manier.
Exact weten
Het is trouwens een precisiewerkje, dat met behulp van computerapparatuur nauwgezet wordt gemonitord. “Je denkt misschien: het is allemaal onder water, dus wat maakt het uit? Maar de opdrachtgever peilt alles en wij natuurlijk ook. Je wilt exact weten of je volgens de afspraken de bodem op diepte hebt gebracht.” Vooral aan de havenkanten zet havenslib zich snel af, mede door de talrijke manoeuvres en schroefbewegingen in de scheepvaart.
Diep in DNA
Zoon Jacob zit samen met kleinzoon Noël in de kraan en schept de blubber voor de oever van Rotterdam-Pernis uit het ruim. Majestueuze containerschepen passeren de Innovatie op weg naar de containerhaven en slaan nauwelijks acht op het lossen van de bagger. De bemanning heeft amper weet dat Leenman en zijn collega’s in stilte werken aan het toegankelijk houden van de voor onze economie zo belangrijke vaarwegen. Schoondochter Bertine en kleindochter Rhodé luisteren in het stuurhuis af en toe mee.

Baggeren is het leven van Aart Leenman, sinds hij 22 jaar geleden besloot in de waterbouw te gaan. Zijn overgrootvader zat al op de binnenvaart en het schippersleven zit diep in zijn DNA. In 1996 wendde hij gedeeltelijk de steven. “Ik was 31 jaar, had jonge kinderen en kon een kraanschip overnemen. Nou, baggeren leek me wel wat.” Dat besluit kwam na een eerder leven als schipper op de Rijnvaart. Dat ongeregelde bestaan was voor hem lastig te combineren met een gezin met opgroeiende kinderen. Dus kocht hij de Maritiem, een kraanschip, waarmee hij van maandag tot vrijdag twaalf tot veertien uur per dag baggerde en in het weekeinde gewoon naar huis kon.
Leenman Waterwerken voert sindsdien overal in het land kust- en oeverwerken uit, maar is vooral te vinden in de zeehavens en dan met name in Rotterdam en omstreken. “Wij werken op plekjes waar de zeehopper niet kan komen. We maken geen kilometers. Dit schip is niet in de eerste plaats gebouwd voor de vaareigenschappen, maar om goed te kunnen manoeuvreren”, legt Leenman uit. Het is vrijwel onmogelijk om met een hopper in een binnenhaven te werken, dus daar ligt onder meer het werkterrein van de Innovatie en de Maritiem.
Altijd werk
In deltahavens als Rotterdam bezinkt het vanuit de rivier aangevoerde zand en slib, waardoor er altijd werk zal blijven voor baggeraars als Leenman. Het is trouwens niet het enige specialisme van Leenman Waterwerken. De werkschepenassisteren met hun elektrische kraan (Innovatie) en hydraulische kraan (Maritiem) niet alleen bij het baggeren tot circa 25 meter diepte, maar ook bij de aanleg van kribben, strekdammen, dijken, taluds en natuurvriendelijke oevers. Ook in de havens van Antwerpen en Hamburg is het bedrijf actief.
De bouw van windmolens op zee zal de komende tijd eveneens voor extra werk in de waterbouw gaan zorgen. Komende tijd is Leenman Waterwerken nog betrokken bij het aanlanden van energiekabels vanuit de Westerschelde bij Borssele. “Daar moeten we geulen graven en de kabels afdekken met zand en stenen.”
Simpele optelsom
Enkele jaren terug gaf zijn zoon Jacob (25), de middelste van drie nakomelingen, te kennen te zijner tijd het bedrijf te willen overnemen. Het werk groeide gestaag, een tweede schip was noodzakelijk om te voldoen aan de groeiende vraag. Die duidelijke toekomstverwachting maakte het noodzakelijk om ook meteen te vergroenen, want opdrachtgevers eisen op den duur dat het werk zo min mogelijk het milieu belast. Het is de tijdgeest.

Voor Aart Leenman was het een simpele optelsom om met het groene ontwerp van de Innovatie aan de slag te gaan: “Mijn zoon Jacob wil verder in het waterwerk, zelf had ik deze investering op mijn leeftijd misschien niet gedaan. Maar als je de kranten leest, dan weet je natuurlijk welke kant het opgaat. En dan kun je niet anders dan inspelen op de veranderde milieueisen.”
Het ‘groene’ schip is evenwel geen garantie dat Leenman Waterwerken automatisch de orders verwerft. Leenman: “Je krijgt niet meteen de opdracht als je een groen schip hebt, maar na het Klimaatakkoord lieten ze in de Rotterdamse haven wel aan ons doorschemeren: ‘Van zo’n schip worden we hier blij’. Zo lang we op kosten kunnen concurreren, denk ik dat we een streepje voor hebben. En voorlopig zijn we nog een voorloper in de vergroening.”
Van tekentafel tot ingebruikneming is bijna drie jaar verstreken en dat had van Leenman best wat sneller gemogen. Het schip werd in casco gebouwd in Roemenië en afgebouwd op de werf van Asto in Raamsdonksveer. Het bedrijf MTeck in Stellendam leverde een volledig elektrische kraan, waarvan de energie wordt opgewekt door generatoren.
Geen spoor
“Dat is een heel innovatief ontwerp”, prijst Aart Leenman. “Zodra de grijper bagger van de bodem ophaalt, kost dat energie. Maar zodra de grijpt naar beneden wordt gelaten, wekt hij juist weer teruggewonnen stroom op. Die regeneratieve energie is één van de aspecten waarom wij voldoen aan de eisen van de Green Award.”
Tegen het einde van de middag komt zoon Jacob terug in het stuurhuis, klaar met het overboord zetten van een lading havenslib. Jacob Leenman toont geen spoor van zweet of inspanning.
Aart Leenman prijst zijn nieuwe elektrische kraan, stipt aan dat in de bedieningsruimte airconditioning zit en die door elektrische aandrijving veel minder geluid produceert. Zijn gedachten gaan terug naar zijn eerste jaren op de Maritiem: “Ik heb ook op een gewone kraan gezeten, met oordoppen op en in de bloedhitte. Tuurlijk, toen ging het ook. Maar dit werkt voor de nieuwe generatie natuurlijk allemaal veel fijner.”