1 minute read

Overbruggingswet box 3

Tot en met 2021 werd vermogensrendementsheffing in box 3 berekend via een staffel. Daarin werden fictieve rendementen aan een fictieve vermogensverdeling toegekend. De Hoge Raad heeft deze wijze van belastingheffing afgekeurd.

Nieuwe berekeningswijze belasting box 3

Vanaf 2023 geldt de Overbruggingswet box 3 (tot en met 2025); vanaf 2026 wordt het werkelijke rendement belast. De overbruggingswet gaat uit van de werkelijke vermogenssamenstelling, in één van de drie categorieën. Elke categorie kent nog wel een fictief rendement. Schulden worden niet meer weggestreept tegen positief vermogen.

Vermogenscategorie

Fictief rendement 2023

Spaargeld Bekend in februari 2024 – (voorlopig 0,36%)

Overige bezittingen 6,17%

Schulden (anders dan eigenwoningschulden) Bekend in februari 2024 – (voorlopig 2,57%)

Over 2022 worden twee berekeningen gemaakt: op basis van het oude stelsel en de methode ‘Rechtsherstel box 3’. De meest gunstige uitkomst voor de belastingplichtige geldt.

Voorbeeldberekening vermogensrendementsheffing 2023

Uitgaande van voorlopige rendementen, vrijstellingen en schuldendrempel 2023 (zie Kerncijfers – pag. 66).

Hoogte Fictief rendement

(na aftrek -/- 2,57%

11.338/€ 290.000 x 100% = 3,91% rendement: (€ 290.000 -/- € 57.000 vrijstelling) x 3,91% = € 9.109

Belasting 32% x € 9.109 = € 2.914 (afgerond in voordeel belastingbetaler)

Waardering verhuurde panden: leegwaarderatio

De waardering van verhuurde panden is verhoogd in 2023.

Tot en met 2022 golden lagere percentages van de leegwaarderatio. Bij een huur van 5% of meer van de WOZ-waarde moet al 100% van die WOZ-waarde als vermogen worden aangemerkt in de categorie ‘overige bezittingen’. Bij een lagere huur, geldt nog wel een korting.

Is de huur meer maar minder dan is in dan x% dan y% van de 2023 de WOZ-waarde? leegwaarderatio

This article is from: