
3 minute read
Dossier
Maak kennis met onze eerste stadsdichter: Joris Denoo
Op 27 januari was het zover! Na een nek-aan-nek race, werd uit 8 kandidaten één iemand gekroond tot stadsdichter. Dat gebeurde via een filmpje op de Facebookpagina van de stad. Joris Denoo kreeg door zijn poëtische klasse de gezamenlijke stem van de jury. Hij presenteert zijn rijke gedichtencyclus kabbelend en met veel inleving en verbeelding. Je herkent in de gedichten straatjes en plekken van nu maar ze ademen vooral het Torhout en de wereld van vroeger.
Advertisement
Joris Denoo is geboren en getogen in Torhout. Hij woont er weliswaar niet meer , maar werkte jarenlang als docent Taal aan de bekende Reno: Normaalschool/Regentaat. De band is nooit verbroken : een letterlijke band die met letteren te maken heeft. We laten je graag kennis maken met onze kersverse stadsdichter in een kort interview.
Een stadsdichter voor Torhout! Beroert poëzie een bevolking in 2021 nog steeds? Is het nog populair ? Poëzie populair? Alleszins. Maar het mag altijd een ietsje meer zijn. We zoeken, schrijven, lezen en beluisteren gedichten vaak bij de grote levensgebeurtenissen: geboorte, liefde, feest, afscheid, dood. Op de ‘Schaal van Dichter’ zijn echter ook nog andere ijkpunten en rillingen mogelijk.

Jouw stadsdichterschap gedurende 2021 en 2022: hoe moeten we dat zien en vooral, hoe zie jij dat ? Mijn stadsdichterschap in hartje Houtland beschrijft in gedenkwaardige maar begrijpelijke teksten het reilen en zeilen van een gemeenschap en nodigt bovendien ook jonge en oudere inwoners uit via bijvoorbeeld creatieve sessies om daar deel van uit te maken. Zo wil ik de spreekbuis van het stadsdichterschap ook graag delen door samen Torhout te laten ‘knetteren in de letteren’. Ik hoop dat ik door mijn enthousiasme voor schrijven en poëzie en door mijn ervaring als oud-docent Taal aan de lerarenopleiding velen kan aanstoken om daaraan mee te doen. Ze zeiden me dat er twee talen bestonden: één voor thuis en één voor op school, een schone. Toen ben ik blijven dichten, tot ik het vond. Ik sloeg ook aan het lezen. Ik was elke week vaste klant in de bibliotheek van de blauwen (Lichterveldestraat, waar ik woonde), de sossen (Langepijpestraat) en de nonnen (Beerstraat). Ik werd jaloers op al die schrijvers en boeken; ik ging zelf aan de slag. Met Hans Van Heirseele (broer van) gaf ik een stencilbundel uit in Torhout. Een denderend succes in eigen rangen. Na mijn studies aan de ‘unief’ werd ik bij de redactie van het Gentse literaire tijdschrift Yang gevraagd. We behoorden tot de top van de niet-verzuilde tijdschriften. Daar begon het voor mij…
Hoe zie je jouw verbondenheid met de stad: enkel vanuit je schoolse voorgeschiedenis of is de ‘binding’ anders, sterker, meer organisch? Volgens mijn mama heb ik in mijn prille kleuterjaren al het woord ‘liefdesverdriet’ in de krant ontcijferd. Bij zuster Serafien in de 3e kleuterklas kon ik al de namen van de dagen schrijven. Ik maakte er mijn eerste rijmpje mee met mijn griffel op mijn lei. Ze zei dat ik later schrijver zou worden. Ik wou ook een in het Torhouts gesproken kwelrijm op papier zetten, maar dat lukte niet: Heb je nog entwat gezien? De beer zit op knieën. Ik vroeg uitleg. Je lanceert meteen jouw eerste gedicht binnen je stadsdichterschap: wat duiding ? ‘Samen’ vormt immers het thema van Gedichtenweek 2021, het startschot van mijn tweejarig stadsdichterschap in Torhout. Vandaar dit startgedicht gedrenkt in moeilijke tijden.
— Een uitgebreide bio-biblografie vind je op https://bozebuien.blogspot.com — Heb je onderwerpen in gedachten voor onze stadsdichter? Mail ze door naar cultuurraad@torhout.be