2 minute read

Oerend hard over ruig terrein

TOCH NOG CHAUFFEUR GEWORDEN?

“Op jonge leeftijd werkte ik al bij een transportbedrijf in de loods. Ik besloot toen om mijn vrachtwagenrijbewijs te halen. Dat kan immers altijd van pas komen. Maar ik ging niet aan het werk als chauffeur: ik vind sleutelen leuk en werd monteur in een fietsenzaak. Toen mijn werk daar ophield, hoorde ik dat Logistic Care in Twello een chauffeur zocht. Ik had een prettig sollicitatiegesprek, maar vertelde meteen dat ik geen hele weken van huis wilde zijn. Nu rijd ik op twee vaste avonden verpakt vis en vlees van de fabriek naar distributiecentra. De derde dag wordt er omheen gepland. Mijn vriendin werkt als lerares. Ik kan nu overdag onze twee zoontjes van school halen.”

HOE BEVALT HET WERK?

“Ik heb het goed naar mijn zin. Iedereen kent me op de laad- en losadressen en ik heb daar goede contacten. Een tijdje heb ik de ritten van een zieke collega overgenomen. Dat was om drie uur in de ochtend vertrekken. Nu is dat weer netjes teruggedraaid naar de oorspronkelijke planning.

Als ik toch iets minder leuks moet noemen, dan is het dat ik wel eens een uurtje moet wachten. Gelukkig gebeurt dat in mijn werk niet vaak. Sommige chauffeurs gaan dan op bed liggen. Dat kan ik niet. Ik wil door. Thuis heb ik dat ook. Als ik met iets begin, dan moet het klaar.”

HOE ONTSTOND JOUW HOBBY?

“Mijn vader deed aan motorcross. Ik volgde al snel zijn voorbeeld en reed als klein joch van mijn vierde tot mijn dertiende jaar. Dat krijg je ervan als je het crossen zo met de paplepel ingegoten krijgt. Daarna ben ik gaan autocrossen. Een dure sport, die alleen te betalen was omdat we bijna al het sleutelwerk zelf deden en een goede kennissenkring hebben. Op mijn drieëndertigste ben ik gestopt. Het werd zo professioneel dat het onbetaalbaar werd. Zes jaar geleden zag ik een filmpje over classic cross: wedstrijden met oude crossmotoren. Ik ging met mijn vader kijken en dacht: dit wil ik ook! Ik kocht een kaal frame en ging op zoek naar een motorblok en andere delen om een classic crosser te bouwen. Het eerste jaar werd ik achtste in het kampioenschap. De jaren daarna vierde, derde en tweede. Ik vind het wel belangrijk dat het thuisfront achter mijn hobby staat. Het kost behoorlijk wat tijd en geld en daar moet je het over eens zijn. Mijn vriendin gaat bijna altijd mee en mijn beide zoontjes vinden het ook leuk om naar de cross te gaan.”

WAT TREKT JOU AAN IN CROSSEN MET OUDE CROSSMOTOREN?

“Bij de classic cross kan het er fanatiek aan toe gaan op de baan, maar de sfeer blijft gemoedelijk. Dat bleek ook toen ik dit seizoen in het eerste onderdeel van de wedstrijd pech kreeg. Een rijder gaf me zijn reservemotor om de tweede manche op te rijden: een 500cc. Een veel zwaardere motor dan ik zelf had, met enorme trekkracht. Maar een plezier dat ik had op dat ding! De motor deed precies wat ik wilde. De zitpositie paste beter bij mijn postuur. Daarom kocht ik later zelf een Suzuki RM250 uit 1980. En het wordt steeds leuker. Zo ben ik vorig jaar met mijn vader naar Arco di Trento in Italië geweest om deel te nemen aan een landenwedstrijd. Een enorme belevenis op een harde baan met steile hoogteverschillen en de bijzondere Italiaanse gastvrijheid.” o e groot is de kans op een ongeluk op bedrijfsterreinen, in loodsen, magazijnen of laadstations? En wat kun je doen om de veiligheid te verbeteren? Over dit thema spreekt het TON-panel zich deze keer uit. De meeste panelleden komen op bedrijfsterreinen en in magazijnen van zowel het eigen bedrijf als dat van de klant. Hieronder zie je, dat zij het eigen bedrijfsterrein als meest veilige plek ervaren.

Inmiddels is, na het schrijven van dit verhaal, duidelijk geworden dat we te maken hebben met een winnaar. TON feliciteert Kevin van harte met het behalen van het Nederlands kampioenschap in de Pre 85-klasse!